Nakamura koploper, Anand onderaan
Hikaru Nakamura gaat als een speer bij het Talmemorial in Moskou. Na zes ronden staat hij met 4.5 punten een half punt voor op Gelfand en een punt voor op Mamedyarov en Carlsen. Met wereldkampioen Anand gaat het minder goed: hij deelt met 2 punten de laatste plaats met de Russen Kramnik en Morozevich.
Nakamura had de eerste ronde met wit verloren van Mamedyarov, zo’n beetje de slechtst mogelijke start. Maar daarna wist hij de ene topper na de andere te verslaan. Met wit versloeg hij Karjakin en met zwart Kramnik, Caruana en Anand! Zie bijvoorbeeld hoe de Spaanse Indier eraan ging:
Wit moet hier oppassen niet mat te gaan (Pf4 en Dh3) dus dameruil is hier op zich gewenst. Daarmee zijn echter niet al zijn problemen opgelost.
26. Dd5 Dxd5 27. exd5 Lxc3 28. bxc3
Het is niet meteen duidelijk dat wit hier slecht staat: weliswaar heeft zwart een vrije h-pion (en vrije randpionnen zijn belangrijk in paardeindspelen) maar is de witte d-pion ook niet sterk? Die is echter makkelijk tegen te houden. Belangrijk in deze stelling is ook dat a4 zwakker is dan b6.
28… Pe5
Een goed alternatief was 28… Kf8 29. Pd6 Pf4! 30. c4 Pe2+ 31. Kf1 Pc3 32. Ke1 h5! 33. Kd2 Pxa4 34. Pf5 Pb2 35. Kc3 Pd1+ met goede winstkansen.
29. Pd6 Kf8
30. Kh2?
Dit verliest zo’n beetje geforceerd. Sterker was 30. Kf1 : als zwart dan verder gaat zoals in de partij, hangt f3 niet met schaak, een belangrijk verschil. Zwart behoudt echter voordeel met 30… b5! 31. Pxb5 Pc4 Zwart staat tijdelijk een pion achter, maar gaat a4 veroveren en heeft dan twee vrije randpionnen. Desondanks heeft wit nog wel remisekansen, omdat de zwarte koning (vooral vanwege de witte d-pion) moeilijk de witte stelling kan binnendringen.
30… Ke7 31. Pc8+
31. Pf5+ Kd7 32. Pe3 (32. Pxh6? b5) 32… Pd3! 33. Pc4 Pf4! 34. Pxb6+ Kc7 35. Pc4 Pxd5 36. Kg3 Pxc3 wint ook voor zwart. 31… Kd7 32. Pxb6+ Kc7 33. f4 Pf3+ 34. Kg2
Pd2 Nakamura vond het stom van zichzelf dat hij niet 34… Pe1+ 35. Kf1 Kxb6 36. Kxe1 c4 gedaan had: zwart haalt de d-pion op en met de vrije h-pion is het pionneneindspel dan een koud kunstje. Met de tekstzet wint zwart ook, maar iets minder op de automatische piloot.
35. Pa8+
De enige manier om het paard te redden!
35… Kb7 36. d6 Kc6 37. Pc7 Kxd6 38. Pb5+ Kd5 39. Kg3 Kc4 40. Pd6+ Kxc3 41. Pxf7 c4 42. f5 Kd4
Wit kan nog net de c-pion tegenhouden, maar heeft daardoor geen tijd om de h-pion te slaan of zijn f-pion te redden. Wat rest is een totaal verloren paardeindspel met een pion minder.
43. Pd6 Ke5 44. Pb5 Kxf5 45. f3 h5 0-1
Een dag eerder was de partij waar iedereen naar uitkeek: Carlsen-Anand! De laatste onderlinge partij voor de WK-match. Een overwinning zou een belangrijk psychologisch voordeel kunnen geven. Of misschien tot overmoed/onderschatting leiden? Het is mogelijk dat Anand met een meesterplan bezig is, waarin alles in het teken staat van het wereldkampioenschap en een punt meer of minder in een privaat toernooi van weinig belang is, maar waarschijnlijker is het dat Carlsen gewoon de betere speler was dinsdag. Want zijn overwinning was heel overtuigend:
Carlsen – Anand
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 O-O 5. Pe2
Het lijkt me lastig om een secondant van Anand te zijn, want Carlsen speelt alles en het is dus heel moeilijk om te voorspellen wat hij gaat spelen. 5.Pe2 had hij 1 keer eerder gespeeld, in 2009 tegen Adams. Andersom is het iets makkelijker: Anand speelt vaak Nimzo-Indisch, maar 5.Pe2 had hij sinds 2004 niet meer tegen gehad. Dat was de reden dat Carlsen deze variant koos.
5… d5 6. a3 Le7 7. cxd5 Pxd5
Gebruikelijker is 7…exd5. Wit heeft dan veel mogelijkheden: 8.b4 en 8.Pf4 zijn populair, 8.g3 zoals in de partij, of zelfs 8.h3 om g4 en Lg2 te spelen.
8. Ld2
De beste zet volgens Sokolov in zijn boek over de Rubinsteinvariant, met als uitleg "keeping many options open". Ik vermoed dat e4 de belangrijkste optie is, vergeleken met meteen slaan op d5. Het nut van 8.Ld2 is vooral dat als zwart slaat op c3, wit met de loper kan terugslaan: de loper op c3 maakt de breekzetten c5 en e5 dan minder aantrekkelijk voor zwart.
8… Pd7 9. g3 b6
10. Pxd5
Een goed moment om te slaan. In de structuur die nu ontstaat zal de zwarte loper niet optimaal blijken te staan op b7. 10… exd5 11. Lg2 Lb7
Men kan zich zelfs afvragen of zwart de loper niet op f5 zou moeten neerzetten, of in ieder geval die optie zou moeten openhouden (te beginnen met 11…Pf6).
12. Lb4
De slechte loper ruilen kan geen kwaad. Zwart kan het voorkomen door 12… .c5 te doen, maar de hangende pionnen die dan na 13.dxc5 bxc5 ontstaan zijn eerder zwak dan sterk.
12… Pf6 13. O-O Te8 14. Tc1 c6 15. Lxe7 Txe7 16. Te1 Dd6 17. Pf4
Zwart staat solide, maar kan weinig actiefs doen, terwijl wit een doel heeft in pion c6. De minoriteitsaanval is lastig uit te voeren in deze stelling (omdat het zwarte paard niet ver van veld c4 staat) maar f3-e4 is in de juiste omstandigheden ook een mogelijkheid.
17… Lc8?!
Als in deze stelling zwart aan zet zou zijn, was Lb7 geen heel rare zet geweest… Anands idee is om de loper op f5 te zetten, een actiever veld dan b7. Hij krijgt echter niet de tijd hiervoor van Carlsen.
18. Da4! Tc7 19. f3!
De omstandigheden zijn nu gunstig voor het plan f3-e4. Zwart moet zijn ontwikkeling nog voltooien, na e4 dreigt wit meteen stukwinst met e5 en als de lange diagonaal open komt kan c6 of a8 gaan hangen.
19… Le6 20. e4 dxe4?
Slaan is hier niet verplicht en verbetert de dynamische mogelijkheden van wit. Na 20… Dd7 21. Pxe6 Dxe6 is de stelling iets statischer, maar sowieso wel goed voor wit natuurlijk.
21. fxe4 Dd7?
Waarschijnlijk had Anand toen hij deze zet deed 25.Lh3 gemist of onderschat. Het alternatief is 21… b5 22. Db4 Dxb4 23. axb4 Tac8 Een goede kans dat zwart hier op lange termijn een pion gaat verliezen, maar dat valt te verkiezen bove 100% zeker materiaal te verliezen.
22. d5! cxd5 23. Dxd7 Txd7 24. Pxe6!
Terugslaan van de pion zou vrijwel alle voordeel weggeven.
24… fxe6 25. Lh3!
De pointe. Wit staat tijdelijk een pion achter, maar e6 gaat er zeker af, en daarna is de zwarte d-pion niet te handhaven.
25… Kh8 26. e5 Pg8 27. Lxe6 Tdd8 28. Tc7 d4 29. Ld7!
Wit heeft nu rustig de tijd om de zwarte d-pion op te halen, en kan dan in alle gemak de beste methode kiezen om met zijn e-pion een stuk of kwaliteit te winnen. Ondertussen kan zwart alleen maar afwachten, maar daar had de wereldkampioen geen zin in. 1-0
De spektakelprijs, als die er zou zijn, gaat echter naar een andere partij. Het Berlijnse eindspel wordt niet vaak geassocieerd met spektakel, maar in de partij Caruana-Kramnik onstond een bizarre stelling waarin zwart een (bijna) volle toren had geofferd! Met de drie stukken die hij overhield wist hij echter zoveel dreigingen te scheppen dat Caruana niets beters vond dan remise door eeuwig schaak toestaan. Meer zat er waarschijnlijk ook niet in voor wit.
Caruana – Kramnik
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. O-O Pxe4 5. d4 Pd6 6. Lxc6 dxc6 7. dxe5 Pf5 8. Dxd8+ Kxd8 9. h3
Het Berlijnse eindspel is moeilijk te spelen: er zijn veel verschillende zetten, zetvolgordes en plannen mogelijk voor beide kanten. Er is voor wit echter een simpel en onsubtiel plan beschikbaar: gewoon snel met de pionnenmeerderheid naar voren. Dat plan gebruikt Caruana in deze partij.
9… Ld7 10. Td1 Kc8 11. g4 Pe7 12. Pg5 Le8 13. f4 h5 14. f5!?
Verder volgens plan. Bekend was nog 14. Kg2 Pg6 15. Pc3 b6 16. Pf3 f6 17. exf6 gxf6 18. f5 hxg4 19. hxg4 Ph4+ 20. Pxh4 Txh4 21. Kg3 Th7 22. Pe4 met een plus voor wit, Volokitin-Ortega EK 2010.
14… hxg4 15. hxg4 Th4
Verliest wit nu niet gewoon een pion? Maar hier was Caruana op voorbereid natuurlijk.
16. Kf2
Want nu is de pion vergiftigd. Ondertussen dreigt wit met 17.Kg3 zijn grote ruimtevoordeel te consolideren.
16… Txg4!
Toch! Ondanks dat wit op twee manieren materiaal winnen.
17. Th1
De andere manier was met 17. Ph7 omdat Lf8 nergens heen kan. Na 17… Pxf5 18. Pxf8 b6 staat wit een stuk voor tegen twee pionnen, maar het duurt even voordat het paard vanaf f8 weer op een veilige plek komt en ondertussen is de witte damevleugel nog niet ontwikkeld. Het lijkt erop dat zwart hier genoeg compensatie heeft. Een mogelijke variant: 19. Tg1 Txg1 20. Kxg1 Kb7 21. Kf2 c5 22. Ph7 Lc6 23. Pg5 Th8 24. Pc3 f6 25. exf6 Th2+ 26. Kf1 Th1+ 27. Kf2 Th2+ met remise. 17… Pxf5!
Een andere optie was 17… Txg5 18. Lxg5 Pxf5 19. Th8 Lc5+ 20. Kf3 Kd7 Met twee pionnen voor de kwaliteit staat zwart materieel gezien goed, alleen is de gepende loper op e8 een probleem. Wel een probleem dat oplosbaar zou moeten zijn. Maar de partijvoortzetting is veel leuker!
18. Th8 Lc5+ 19. Kf3 Tg1
Hop, zwart offert gewoon een loper en een toren! En dat nog wel in een stelling waarin de dames zijn geruild. Het stuk krijgt ie terug, maar dan staat ie nog steeds een toren achter…
20. Txe8+ Kd7 21. Txa8 Pd4+ 22. Ke4 Txc1
Zwart heeft nu twee pionnen voor de toren, maar dreigt met 23…Pxc2 een toren terug te winnen. En je zou kunnen zeggen dat hij effectief met een stuk meer speelt: wit toren en paard, zwart toren, loper en paard. Maar het gaat hier natuurlijk gewoon om concrete zetten: kan wit torenverlies voorkomen, en zijn damevleugel ontwikkelen?
23. b4
Dit is een goed begin: doordat wit zelf met dreigingen komt kan zwart zijn dreigingen niet uitvoeren.
23… Lb6 24. c4
En nog een keer. Het alternatief was om meteen 24. a3 te doen, maar na 24… f5+ 25. exf6 gxf6 26. Ph3 f5+ 27. Kd3 Td1+ 28. Kc3 Tc1 29. Th8 Txc2+ 30. Kd3 Tc1 dreigt zwart eeuwig schaak met Td1-Tc1 en daar is weinig tegen te doen. Dit motief komt ook in de partij voor.
24… c5 25. a3
En zo heeft wit zijn toren gered: op 25.. .Pc2 komt nu 26.Ta2 en als zwart dan op b1 slaat, slaat wit op c2.
25… Te1+
Zwart kan hier op winst spelen, maar de kans op succes na 25… Pb3 26. Ta2 Txb1 27. Tf2 is klein.
26. Kd3 Td1+ 27. Kc3
27. Ke3 Pb3 is vragen om problemen.
27… Tc1+
Nu blijkt een nadeel van 25.a3: als de koning naar d2 gaat wint Pb3+ een toren. Daarom moet ook wit zich in eeuwig schaak schikken.
28. Kd3 Td1+ 29. Kc3 Tc1+ 30. Kd3 Chapeau! 1/2-1/2
(om onbekende oorzaak lukt het niet het pgn-bestand te uploaden, excuses daarvoor)
Foto’s door Lennart Ootes