Het leven van Dimitri Reinderman (deel 3)

Dimitri Reinderman was de nummer vier van Nederland geworden, zagen we in de tweede aflevering van deze serie. Dat gebeurde overigens niet direct na dat geweldige Hoogovenstoernooi van 1998, maar per 1 januari 1999. Daar gingen in 1998 nog een paar bijzondere resultaten aan vooraf.

Reinderman tijdens het VAM-toernooi 1999 in Hoogeveen, een jaar na zijn toernooizege aldaar. Foto: Johan Hut.

In oktober 1998 won Reinderman de open groep van het derde VAM-toernooi in Hoogeveen, samen met Karel van der Weide, Viktor Mikhalevski en Einar Gausel. Zijn score van 6,5 uit 9 was nauwelijks boven zijn ratingverwachting, maar een toernooizege is altijd mooi. Een maand later won hij het zonetoernooi in Andorra samen met maar liefst zeven andere spelers. Ook daar was zijn score van 6 uit 9 niet spectaculair, maar hij bleef wel Jeroen Piket en Paul van der Sterren voor. Dat was niet alleen in koele Elo-cijfers, maar ook in onderling resultaat een opmaat naar de genoemde vierde plaats. Die was op dat moment namelijk voor Van der Sterren, achter het trio Timman, Piket en Van Wely. Het resultaat in Andorra gaf Reinderman het recht deel te nemen aan het wereldkampioenschap in Las Vegas, waar hij in de eerste ronde werd uitgeschakeld door Boris Gulko.

Reinderman, altijd wat

In de competitie speelde Reinderman voor het Amsterdamse DCG in de eerste klasse, waarvoor hij in 1997-98 zeven overwinningen en twee remises scoorde. Een prachtige score. Voor het volgende seizoen werd hij ingelijfd door BSG (Bussum), dat in de meesterklasse speelde. Zijn eerste partij was in de derde ronde tegen Paul van der Sterren (HSG). Vanwege het zonetoernooi zou de partij worden vooruitgespeeld. Op weg van Amsterdam naar Bussum sloeg echter de bliksem in de trein en bovendien werd het treinverkeer grotendeels platgelegd door een bommelding bij Abcoude. De partij werd verdaagd. In mijn krantenrubriek hierover herlees ik nu: als je van tevoren vraagt wie dit zou overkomen, dan zal iedereen antwoorden: Dimitri Reinderman. Hij had de naam ‘altijd’ te laat te komen. Hij was misschien geen enfant terrible, maar wel iemand met wie altijd iets aan de hand was, vergelijkbaar met dammer Jannes van der Wal. Hij verfde zijn haar toch ook in gekke kleuren? Nu kijk ik een beetje vreemd terug op mijn artikelen van vijftien jaar geleden, maar kennelijk was de teneur: Dimitri Reinderman, altijd wat.

Altijd succes was er zeker niet. Na zijn geweldige debuut op het Nederlandse kampioenschap van 1995 verliepen die van 1996 en 1998 ronduit slecht. In 1999 bevestigde hij echter minimaal zijn vierde plaats op de Nederlandse ranglijst. Achter Nikolic en Piket werd hij gedeeld derde, samen met Van der Wiel en Van Wely, voor Sokolov en Van der Sterren. In de eerste ronde won Reinderman van Sokolov, vanaf de vijfde ronde volgden drie zeges op rij, tegen Van der Sterren, Cifuentes en Van Wely! De partijen waren ook bijzonder spectaculair. Na de derde zege riep publiekscommentator Lex Jongsma uit: “Reinderman krijgt natuurlijk de schoonheidsprijs, maar voor welke partij?” Hij kreeg de prijs uiteindelijk voor zijn dameoffer tegen Paul van der Sterren.

Reinderman verloor wel van Zhaoqin Peng en zijn verdeling was bijzonder: zes punten tegen de bovenste acht, één punt tegen de onderste drie. Een veel gehoorde verklaring: de sterkste spelers namen hem nog steeds niet serieus, terwijl de minder sterken gewoon tegen hem gingen schaken. Dat lijkt onwaarschijnlijk onder professionals, na Reindermans geweldige jaar 1998, maar het zou toch kunnen. Ik herinner mij ook dat hij echt dat imago nog had: die rare Reinderman. En dan dat haar. Tijdens het NK blond, trouwens.

Internet

Profschaker was Reinderman maar een jaar, direct na de middelbare school. Een schaakjaar in plaats van direct naar de universiteit. Na hem deden velen dat, Reinderman dacht dat hij de eerste was. Na vijf jaar psychologiestudie trad hij in 1997 in dienst bij internetprovider Demon. In 1994 had hij het internet ontdekt en ging er gelijk helemaal in op. Het is grappig om artikelen terug te lezen uit de tijd dat nog maar weinig mensen een internetverbinding hadden. Zijn WK-reis naar Las Vegas in 1999 vond hij een beetje overdreven voor twee partijen, maar hij vond het toch een geslaagde reis, omdat hij zijn nieuwe website kon uitproberen. Arthur van den Boogaard in Het Parool: “Zijn experiment in Las Vegas beschouwt Reinderman als geslaagd. De site werd redelijk bezocht. Op één dag had hij zelfs bijna driehonderd nieuwe e-mail boodschappen. Reinderman deed op de site ook meer dan alleen verslag van zijn partijen. Zo legde hij uit waarom Las Vegas niet deugt: ‘Slechte verbindingen met internet. Enkel autowegen en niets voor voetgangers en fietsers.’” Dat dit aldus in Het Parool stond is bijzonderder dan het citaat zelf.

In deel 2 schreef ik al dat Reinderman in 1998 was geïnterviewd door Peter Kemner voor de KNSB-site.

Over internet:

“Ik ben van plan binnenkort analyses op mijn schaakhomepage te zetten, gericht op het niveau van ongeveer 1800. En een wie-is-wiepagina van het Nederlandse schaakleven. Maar dat doe ik voornamelijk omdat ik een goede en veelbezochte homepage wil hebben, dat ik grootmeester ben is dan alleen maar leuke reclame.”

Over de toekomst van internet voor schakers:

“Ik vermoed dat je in de toekomst databases online kunt inzien/bestellen. Verder zullen er wel vaker matches/toernooien via internet gespeeld worden.”

Op de vraag met wie hij wel zou willen chatten:

“Met de Dalai Lama.”

Reinderman was onder schakers een ambassadeur voor het internet en voor zijn werkgever. Bij toernooien legde hij zelfs stapeltjes folders van Demon neer. Na Hoogovens 1998 begreep hij dat hij als schaker toch zo veel in zijn mars had dat een 40-urige baan zijn ontwikkeling belemmerde. Zijn baas was enthousiast over zijn succes in Wijk aan Zee en stemde in met een halvering van zijn dienstverband naar 20 uur per week.

(wordt vervolgd)

2 Reacties

  1. Avatar
    Jeroen Schuil 18 juli 2013

    Je gaat toch bijna aan een In Memoriam denken…

    Benieuwd hoeveel delen nog volgen.

  2. Avatar
    Johan Hut 18 juli 2013

    Cor van Wijgerden heeft me gezegd dat hij het fijn zou vinden als ik in memoriams ga schrijven van mensen die nog leven. Dat zei hij nadat het MEC een compleet nummer van de nieuwsbrief aan hem had gewijd. Zoiets krijgen andere mensen pas nu hun dood, zei hij.

    Er volgt overigens nog één deel.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.