Het Open Kampioenschap van Nederland in Dieren is drie ronden onderweg. Omdat we niet in het vaarwater willen zitten van de uitstekende dagverslagen van Peter Boel (die u op deze site ook aantreft) zal ik het ONK vanuit een andere gezichtshoek benaderen.
Daartoe heb ik een selectie van bijzondere momenten gemaakt uit alle partijen (dus ook uit andere groepen!) die tot dusver beschikbaar waren. U mag uw tactische slagvaardigheid of uw schaakinzicht in de volgende 12 opgaven testen. Veel plezier!
OPGAVE 1
Zwart speelde in deze stelling
34… Tb8
Waarom was dat geen goede zet?
Belkhodja, Slim – Merza, Morris
35. Txd7!
Wit wint een vol stuk.
1-0
OPGAVE 2
De stelling was al verloren voor zwart maar na diens laatste zet 21… Dc3 mag wit het mooi afmaken. Hoe doet u dat?
Voor welke zet kiest u? A) 23. Db2 B) 23. Te1 C) Iets anders?
Greenfeld, Alon – Maris, Ivo
23. Db2!
Greenfeld mist hier een aardige mogelijkheid om de partij hard uit te maken. Wat Greenfeld speelt is zeer wel mogelijk maar hij laat een mooie kans op een directe beslissing liggen. In de partij volgde 23. Te1 a5 24. Lf1 Dd7 25. Lc4 Dg4 26. h3 Dd7 27. Df4 e6 28. Df6 Dd4 29. Te5 en zwart gaf het ook op.
23… f6 24. Txe7 Tab8 25. Da2+ Kh8
Het is duidelijk dat 25… Td5 het ook niet is na 26. Lxd5+ Dxd5 27. Dxd5+ cxd5 28. Tg7+ Kh8 29. Txa7.
26. Lg7#
1-0
OPGAVE 4
Hoe krijgt zwart op een elegante wijze een dijk van een aanval?
Van Mierlo, Guido – Beukema, Stefan
25… Pc3!
Een dwingende zet om de koningsstelling uit elkaar te slaan en de dame via a2 op bezoek te laten komen. 25… Pf4 wint op de prozaïsche manier.
Een trieste zet die ook niet helpt. [Belangrijk is dat zwart na 35. Pf2 een mooie combinatie in de stelling heeft gevlochten. 35… Dxe2+! 36. Txe2 dxe2+ 37. Ke1 Lc3+ met winst.]
Is wits volgende zet (17. Pa5): A) heel sterk B) heel zwak C) een normale voortzetting. Motiveer uw antwoord met een variant.
Kemperink, Han – Van Dijk, Luc
17. Pa5?
Antwoord B) is juist: het is een blunder die een directe weerlegging kent. Beter is 17. O-O hoewel zwart dan ook prima staat. Zwart haalt nu een stuk op met:
17… Pa4!
[In de partij volgde zwakker 17… Tc8 hoewel zwart later ook tot winst kwam.]
18. Pxa4 Dxa5+ 19. c3 bxa4 0-1
0-1
OPGAVE 9
De partij verkeert nog volop in de opening. Hoe reageert zwart het best op het loperschaak?
Van Liempt, Michael – Pijpers, Arthur
8… Ke7!
Helemaal juist! De loper gaat namelijk hangen op b5.
9. e5 dxc3 10. b3
Na deze zet is het definitief voorbij. Relatief beter is 10. exf6+ gxf6 11. Dg4 Da5 12. Da4 maar ook nu is de stelling heel goed voor zwart.
10… Pd7 11. Dh5 Ke8!
Ook weer de beste zet. Zwart blijft een stuk voor.
0-1
OPGAVE 10
Voor welke zet kiest u? A) 15. fxe5 B) 15. Pxf6 C) Iets anders?
Mostertman, Olav – Van Prinsenbeek, Alex
15. fxe5?
Duidelijk niet de beste. [Na 15. Pxf6! gxf6 16. Lh4 staat wit duidelijk beter vanwege de dreiging fxe5.]
15… Pg4+!
En nu krijgt zwart de overhand.
-+
OPGAVE 11
Voor welke zet kiest u? A) 19… dxe5 B) 19… Ld7 C) Iets anders?
Mostertman, Olav – Van Prinsenbeek, Alex
19… Ld7??
Zwart grijpt mis. De enige zet was 19… dxe5! om na 20. dxe6 verder te gaan met [20. g5 is dan relatief beter.] 20… Df4+ 21. Kh3 e4 en zwart staat beter.
Bij opgave 5 staat de begeleidende tekst bij de oplossing.
Goed opgemerkt! Ik heb het hersteld.