Kramnik op voorsprong in finale World Cup
Na de eerste twee partijen van de finale van de World Cup in Tromsø staat Vladimir Kramnik 1½-½ voor tegen Dmitry Andreikin. Hij won met wit een bijzonder sterke partij, zonder dat zijn tegenstander een duidelijke fout maakte. Met zwart wist hij – nadat Andreikin op een riskante zet niet de kritieke voortzetting speelde – gemakkelijk remise te maken. Zondag en maandag worden de derde en vierde partij van deze kleine tweekamp gespeeld, mocht het dan 2-2 staan dan wordt er dinsdag rapid gespeeld en eventueel gevluggerd.
Het is iedereen vast wel eens overkomen dat je een partij verliest en na afloop niet weet waar je het fout gedaan hebt. Meestal wordt dat na analyse (eventueel met inschakeling van de computer) wel duidelijk. Bij de eerste matchpartij is het me echter nog steeds niet duidelijk (en de computer weet het ook niet). Op een paar momenten had Andreikin het waarschijnlijk wel beter kunnen doen, maar wat nou de beslissende fout was? Op zet 40? Maar toen stond hij al slecht. Paardruil toestaan? Dat leek slechts een onnauwkeurigheid. Stond hij na het dameoffer van Kramnik gewoon al slecht? Maar de 0.00 van Houdini dan? Misschien snapt het ding gewoon niets van de stelling, dat kan…
Kramnik – Andreikin
1. d4 e6 2. c4 Pf6 3. Pf3 d5 4. Lg5 Le7 5. Pc3
5…h6 6. Lh4 O-O 7. e3 b6 8. Ld3 dxc4 9. Lxc4 Lb7 10. O-O Pbd7 11. De2 a6 12. Tfd1 Pd5 13. Lg3 Pxc3 14. bxc3 Ld6 15. e4 Lxg3 16. hxg3 b5 17. Ld3 Pb6 18. De3 Pa4 19. Lc2 Pb2 20. Tdb1 Pc4 21. Dc1 c5
De stelling is min of meer gelijk. De zwarte stukken staan goed, en de witte meerderheid in het centrum wordt gecompenseerd door de zwarte op de damevleugel. Toch heeft wit nog een klein initiatief, omdat zijn torens iets beter staan.
22. a4 cxd4 23. cxd4 Tc8 24. axb5 axb5
Nu is pion b5 een aanvalsdoel geworden. Meteen slaan levert echter niets op omdat 25…Pd6 de pion dan terugwint.
25. De1 Lc6
Zo staat de pion stevig gedekt, maar de loper staat wel aangevallen als wit een keer d5 doet. Dat blijkt al snel aan de orde te komen.
26. Tb4 Ta8 27. Td1 Ta3
Dit geeft wit de optie tot een kansrijk dameoffer. Na 27…Ta6 zou het dameoffer niet zo goed zijn omdat c6 gedekt staat.
28. d5 exd5 29. exd5 Te8
Zwart kan de loper ook wegzetten, na 29… Ld7 30. De4 g6 31. Df4 staat wit dan iets prettiger.
30. dxc6!
Voor de dame krijgt wit toren, stuk en een gevaarlijke vrijpion. En het is een vrij risicoloos offer: mocht wit de vrijpion niet kunnen behouden, dan zal het wegens de pionnen op één vleugel nog steeds remise zijn.
30… Txe1+ 31. Pxe1 Dc7 32. Txb5
Een belangrijke pointe is dat zwart niet op c6 kan pakken wegens mat op de onderste rij.
32… g6 33. Tc5
Wit wil nu graag paarden ruilen, de loper op f3 zetten en dan met een toren op d7 of b7 de dame verjagen om de pion naar de overkant te brengen. Houdini schat de stelling in als 0.00, maar ik denk in de praktijk dat wit toch zo’n 65% met deze stelling zal scoren. Lastiger voor zwart dan voor wit dus.
33… Pe5
Waarschijnlijk onnauwkeurig, na 34…Pd6 is het bovengenoemde plan moeilijker uit te voeren.
34. Le4 Pg4
Het beste tegenspel volgens Houdini is 34… Ta4 35. Ld5 Kg7 36. Tcc1 (36. Pd3? Pxd3 37. Txd3 Ta1+ 38. Kh2 De5 -+)
36… Ta5 37. Pf3 Pg4 38. Lxf7 en hoewel dit speelbaar is voor zwart, zal een mens dit toch in vooruitberekeningen inschatten als ‘liever iets anders dan dit’.
34…Ta5 is ook een optie; torenruil is in principe gunstig voor zwart, omdat wit dan niet de ene toren achter de c-pion en de andere toren op de zevende rij kan zetten, maar wit hoeft niet op a5 te slaan natuurlijk.
35. Pd3 Kg7 36. Lf3 Pf6
36… h5 37. Pf4 Pe5 38. Pd5 Dd6 is weer zo’n variant; het kan volgens Houdini, maar een mens zal het snel verwerpen. 37. Pb4
Volgens plan; de paarden gaan geruild worden.
37… h5 38. Tdc1 Ta7 39. Pd5 Pxd5 40. Lxd5
40…Dd8
Nogal een beslissing om te nemen op zet 40. Maar Andreikin schatte waarschijnlijk correct in dat passieve verdediging niet zou baten. Kramnik-Houdini zou als volgt gaan: 40… Ta8 41. Lf3 Ta2 42. T5c3 Ta7 43. Tb3 De5 44. Tb7 Ta8 45. Td7 Db2 46. Tdd1 Th8 47. c7 Tc8 48. Tc6 h4 49. gxh4 De5 50. Tdc1 Db2 51. h5 gxh5 52. Lxh5 en de programmeur geeft op.
41. c7 Ook 41. Tb5 Tc7 42. Tb7 is kansrijk.
41… Txc7 42. Txc7 Dxd5
Soms denken amateurs dat ze een stelling als deze aan een grootmeester kunnen voorleggen en dat die dan kan zeggen of het remise of gewonnen is. Veel grootmeesters zullen desgevraagd zeggen "Goede winstkansen voor wit", iets wat de amateur waarschijnlijk ook wel bedacht had. Maar hier had Kramnik wel het idee dat het gewonnen moest zijn. Ik was er zelf iets minder zeker van vanwege www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1069552, maar wil Kramnik nu wel geloven.
43. Te1
Het doelwit is in eerste instantie pion f7.
43… Kh6 44. Tee7 f6
Die redt zich, maar nu zijn er aanvalskansen.
45. Ted7 Da5 46. f4 g5
Verplicht. Het aanvalsdoel is nu verschoven naar h5.
47. Kh2 Kg6 48. fxg5 Kxg5
Nu is de winst relatief eenvoudig. Echter, na 48… fxg5 49. Td6+ Kf5 50. Tf7+ Ke5 51. Th6 h4 52. gxh4 Dd2 53. hxg5 Dxg5 is de stelling ook gewonnen voor wit volgens de tablebase, hoewel Houdini het als remise (+=) inschat. Om het daadwerkelijk te winnen is ook wel nog een hele klus.
49. Th7
Pion h5 is hiermee ten dode opgeschreven.
49… f5 50. Tcg7+ Kf6 51. Ta7!
Na andere zetten heeft zwart tijd om 51…Kg6 te doen.
51… Db4 52. Ta6+ Ke5 53. Txh5
Eerste pion gepakt. Pion f5 zal het volgende slachtoffer worden: als zwart Ta5+ niet toestaat gaat wit gewoon met zijn toren naar de f-lijn. f5 dekken met de dame heeft geen zin, want het pionneneindspel Kh2, g2, g3 vs Kf5 is gewonnen met wit aan zet.
53… Db1 54. Ta5+ Kf6 55. Taxf5+ Kg6
Dus: 55… Dxf5 56. Txf5+ Kxf5 57. Kh3 waarna de achterste g-pion gebruikt kan worden voor reservetempi.
56. Tfg5+ Kf6 57. Tb5 Dc2
Het mooie van deze stelling (van wit uit gezien) is dat omdat de eigen koning door beide g-pionnen goed beschut staat, wit rustig de vijandelijke koning steeds meer naar achteren kan dwingen.
58. Th6+ Kg7 59. Tbb6 Dc5 60. Tbg6+ Kf8 61. Th7 Df5 62. Tgg7 De6 63. Te7 1-0
Als zwart met zijn dame naar de g-lijn gaat ruilt wit torens met Thf7+ en Tg7+, en na b.v. 63…Dc4 64.Tc7 kan zwart niet zowel c8 als h8 dekken.
In de tweede partij speelde Kramnik op zet 11 een beetje een blufzet. Hij speelde daarna met zoveel overtuiging dat Andreikin in de war raakte en op zet 15 de sterkste voortzetting miste. Daarna had wit nauwelijks voordeel meer en maakte Kramnik zonder problemen remise.
Andreikin – Kramnik
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Le7 5. Lf4 O-O 6. a3 b6 7. e3 c5 8. Dc2 cxd4 9. Pxd4 Lb7 10. Td1 Pbd7
Beide spelers hebben normale damegambietzetten gedaan, toch is de stelling nieuw. Zwart heeft actief gespeeld met een snel c5, en zijn stukken staan prima, hij moet nog wel oppassen dat er op de d-lijn niets vervelends gebeurt. Ondertussen dreigt hij wel e5.
11. cxd5 e5!?
Normaler zou terugslaan zijn, maar na 11… Pxd5 12. Pxd5 Lxd5 13. Lb5 Tc8 14. De2 heeft zwart nog steeds problemen op de d-lijn. Met 11…e5 neemt Kramnik echter wel risico.
12. Pc6 Lxc6 13. dxc6 exf4 14. exf4 Lxa3
De pointe, anders blijft zwart gewoon een pion achter.
15. bxa3
Zo krijgt Kramnik gelijk. Na 15. cxd7 is de vraag of wit de pion op d7 kan behouden: als dat lukt, staat hij goed. Zover ik zie kan dat zowel na 15… Ld6 16. Lb5 Dc7 17. Dd3 Lxf4 18. Pd5 De5+ 19. Kf1 Pxd5 20. Dxd5 als 15… Lb4 16. Le2 Dc7 17. Db3 Dxf4 18. O-O gevolgd door 19.Pd5 en mist Andreikin dus een kans op duidelijk voordeel.
15… De8+ 16. Le2 Pc5 17. O-O Dxc6
Dat dit kan had Kramnik ongetwijfeld voorzien, na een andere zet zou hij slecht staan.
18. Lf3 Pce4 19. Tc1 Dxc3 20. Dxc3 Pxc3 21. Txc3 Tac8 22. Tfc1 Txc3 23. Txc3 Te8
Er is een eindspel ontstaan waarin wit een klein plusje heeft wegens toren-loper vs. toren-paard, maar het is door zijn verminkte pionnenstelling heel weinig en hij weet ook niet iets ermee te bereiken.
24. g4 Kf8 25. g5 Pg8 26. Kg2 g6 27. h4 Pe7 28. Tc7 Pf5 29. h5 Te7
Na torenruil zou wit minder staan, hij neemt hier daarom de remise.
30. Tc8+ Te8 31. Tc7 Te7 32. Tc8+ Te8 33. Tc7 1/2-1/2
Bedankt weer voor de mooie analyse, en voor de eerste partij de interessante vraag waar de stelling nou verschuift van ongeveer gelijk naar iets prettiger voor wit. Volgens mij gebeurt dat voor het eerst na 22…cxd4, een zet die Short en Kramnik zonder commentaar lieten passeren, en een zet ook die snel werd gespeeld door Andreikin. Maar geeft zwart zo wit niet veld b4, en ook meer bewegingsvrijheid doordat de witte pion op c3 verdwijnt, en wordt pion b5 niet zwak hierdoor? En het paard op c4 een stuk benaderbaarder? Mij leek een zet als 22…Lc6 sterker, met daarna iets als De7 en Tfd8 op de agenda. Als het mag van wit dan is e6-e5 een idee. Wat denk je hiervan?
Een probleem van 22…Lc6 kan zijn dat wit eventueel met zijn paard op d4 kan gaan terugslaan en dan meteen c6 en b5 aanvalt. Hij kan Ld3 spelen om e5 minder aantrekkelijk te maken. Niet dat 22…Lc6 een slechte zet is, maar 22…cxd4 lijkt me dat ook niet.
Bedankt, leerzaam!