Eindspelfinesses 36:Toren Loper tegen Toren(2)
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
Vorige week hebben we gekeken naar diverse methodes om het beruchte eindspel van Toren Loper tegen Toren te verdedigen.
Deze week laten we zien hoe je kunt winnen wanneer de tegenstander steken laat vallen in zijn verdediging.
1.Tg4 met de dreiging 2.Tg8 mat faalt op 2..Tf1!=, waarna zwart de Szen-stelling bereikt heeft (zie vorig artikel). De koning moet dus eerst een stapje naar rechts worden gejaagd met 1.Ta4!. Na 1..Kf8 2.Tg4! is er geen goede verdediging mogelijk tegen 3.Tg8 mat.
Deze techniek mocht ik toepassen in mijn enige lange partij waarin ik het eindspel op het bord kreeg.
Wit doet er in deze stelling goed aan om met zijn toren op de a-lijn te blijven, zodat ik mijn loper moet blijven gebruiken om mijn koning te beschermen tegen schaakjes van de zijkant.
77. Te7+?? Le4!
Nu is het verloren voor wit. Ik dreig het sleutelveld op g2 in te nemen. Met het sleutelveld bedoel ik het veld dat de intersectie is van de mogelijke velden van de toren en de loper, in de buurt van de koning van de tegenstander. Zodra ik Tg2+ kan doen is het namelijk gewonnen voor zwart. Hij kan dit niet voorkomen met 78.Tg7 vanwege Ta1+ 79.Kh2 Th1+ 80.Kg3 Tg1+ met torenwinst.
78.Tf7 Tg2+ 79.Kf1 Tg6
De standaardtechniek. Ik dreig nu mat met Ld3 en ook te winnen met de finesse uit Winststelling 1.
80.Te7?!
Nu kan ik direct winnen. Hardnekkiger was 80.Ke1 wat tot de stelling van Philidor(zie later) zou leiden.
80..Ta6 81. Kg1 Th6 82. Th7 Txh7 83. Kf1 Th1# 0-1
Dit is de beroemde stelling van Phildor. De koningen staan tegenover elkaar en de witte koning is beschermd door de loper. De toren staat op de zevende rij. Zwart kan niet zijn koning bewegen vanwege mat op de achtste rij en moet dus zetten met zijn toren blijven doen op de e-lijn. De winstvoering zit niet makkelijk in elkaar maar omvat een tal prachtige finesses.
De winstvoering komt op het volgende neer:
- 1.Lok de toren naar de eerste rij met een wachtzet
- 2.Dwing met een belangrijke finesse de toren van de eerste naar de derde rij
- 3.Maak het af met de slotfinesse
Omdat het cruciaal is om te weten waar je naartoe wilt werken, bekijken we eerst hoe het winst wanneer de toren op de derde rij staat.
We beginnen met een schaakje: 1.Rd7+
Na 1..Kc8 is duidelijk waarom de toren ongunstig staat op de derde rij: 2.Ta7 met ondekbaar mat omdat 2..Tb3 niet mogelijk is.
1..Ke8 2.Ta7 Lokt de koning naar f8, waarna we een schaakje kunnen geven op f7.
2..Kf8 3.Tf7+ Ke8 4.Tf4!
De volgende zet maakt duidelijk waarom de toren juist op f4 moet staan. Er dreigt Lc6+. Pennen met Td3 heeft geen zin omdat Tg3 al meteen wint. Dus speelt zwart 4..Kd8.
Nu de prachtige afmaker: 5.Le4!. Dit blokkeert de toren en zwart heeft geen schaakje over de d-lijn. Na 5..Ke8 zet wit mat met 6.Lc6+ Kd8 7.Tf8+ Te8 8.Txe8 mat.
Het lokken van de toren naar de derde rij heeft dus 2 grote voordelen:
1.Met de loper op d5 kan de toren niet naar b3 of f3, zodat de toren deze velden in sommige gevallen niet kan gebruiken om zijn koning te gaan helpen.
2.Met de slotpointe Le4! onderbreekt wit de e-lijn terwijl er geen schaakje op de d-lijn mogelijk is.
De tweede fase breekt aan wanneer zijn toren op de eerste rij staat.
1.Tb7! Wit wil graag het volgende diagram bereiken. Daarvoor mag er geen tempo verloren worden en dus is 1.Tf7 niet goed. Met 1.Tb7! dreigt wit mat. Zwart moet wel 1..Tc1 doen omdat 1..Kc8 makkelijk wint na 2.Tb4 Td1 en dan de winstmethode uit Winststelling 1. En nu 2.Lb3!!
Dit is de sleutelstelling van de stelling van Philidor, dus let goed op waarom de stukken precies zo moeten staan!
Allereerst in woorden: De loper controleert het veld op d1 en de toren staat gunstig op de b-lijn, want na 1..Kc8 2.Tb4 staat de koning afgesneden over de b-lijn en worden er matdreigingen in de stellin gevlochten. In feite is zwart nu in tempodwang: hij moet nu met zijn toren naar de derde rij.
De winstvoering na 1..Kc8 zit erg fraai in elkaar, te beginnen met 2.Tb4! Er dreigt nu 3.Le6+, dus moet zwart 2..Kd8 spelen. De loper op b3 dekt d1, dus wit gaat nu verder met matdreigen: 3.Th4(3.Tg4 en zelfs 3.Tf4 zijn equivalent). Na 3..Kc8 wint 4.Ld5 weer, dus moet zwart 3..Te1 doen. Nu wederom een fraaie finesse: 4.La4!
De stukken staan ver uit elkaar, maar werken zeer harmonieus samen! Na 4..Kc8 5.Tb4! is er geen verdediging meer tegen 6.Ld7+. Dit is ook de reden waarom wit zijn toren op zet 2 op de vierde rij heeft geplaatst. De toren en loper werken nu heel harmonieus met elkaar samen.
Om dit matnet te voorkomen moet zwart 1..Tc3 spelen.
Op een geforceerde manier kan wit zijn loper terugspelen naar d5: 2.Le6! Td3+ 3.Ld5. Na 3..Kc8 komt 4.Ta7 met ondekbaar mat dus moet zwart 3..Tc3 spelen, waarna we in Fase 3 zijn beland.
In de eerste fase doe je een wachtzet. Dan moet zwart kiezen tussen Te1 waarna we in Fase 2 belanden en Te3 waarna we in Fase 3 belanden. Het snelste is 1.Th7!. Nu moet zwart 1..Te1 doen waarna je dus met 2.Tb7 Tc1 3.Lb3 de sleutelstelling van Fase 2 bereikt. 1.Tf7 is niet handig omdat zwart dan 1..Ke8! doet. Na 2.Th7 Tf2!= zou de stelling van Szen op het bord verschijnen. Wit moet daarom helemaal opnieuw beginnen met 2.Ta7 Kf8 3.Tf7+ Ke8 4.Tf4 Kd8 5.Tf8+ Te8 6.Tf7 Te2 met opnieuw de stelling van Philidor.
Dus nog een keer de winstvoering in chronologische volgorde:
- Lok de toren naar de eerste rij met een wachtzet(wachtzet met de toren op de zevende rij)
- Dwing met een belangrijke finesse de toren van de eerste naar de derde rij (Tb7! en Lb3!)
- Maak het af met de slotfinesse (te beginnen met een schaakje op de zevende rij)
Wanneer alles één rij naar links opgeschoven is wint het nog steeds, maar niet precies op dezelfde manier. De ‘La4 Finesse’ van enkele diagrammen terug kan niet gebruikt worden, omdat het bord er simpelweg niet groot genoeg voor is. Het voordeel is dan weer dat de zwarte koning niet weg kan vluchten aan de linkerkant.
De winstvoering is dus erg analoog: 1.Th7 Td1 2.Ta7 Tb1 3.La3 Na 3..Tb3 4.Le6 zou Fase 3 op dezelfde manier gaan, maar na 3..Kb8 kan wit geen vorderingen maken met 4.Ta4 omdat na 4..Kc8 5.Th4 Td1 wit dus niet met zijn loper de velden op c1 en d8 tegelijkertijd kan bestrijken. Dus doet wit 4.Th7.
Nu is de zwarte koning al opgesloten in de hoek. Er dreigt al 5.Th8+ Ka7 6.Lc5+ Ka6 7.Ta8 mat. Dus 4..Ka8 5.Th4. Nu dreigt er 6.Ta4+ Kb8 7.Ld6+ Kc8 8.Ta8 met mat. Dus speelt zwart 5..Tb7, zodat de toren zowel op b8 als a7 er tussen kan.
Hier moet wit weer gebruik maken van een wachtzetje. Dus bijvoorbeeld 6.Tg4!, zodat op de volgende zet 7.Tg8+ of 7.Ta4+ komt, afhankelijk van waar de zwarte toren naartoe gaat. Merk op dat het niet goed is om de loper erbij te betrekken. 6.Lc5? Tc7+!= of 6.Ld6? Tb6+!= met remise dankzij patwendingen.
Wanneer alles nog een rij naar links is geschoven is het theoretisch remise. Dit komt omdat wit aan de linkerkant geen ruimte heeft voor matdreigingen.
Voordat we overgaan naar onze eerste tragikomedie, behandelen we nog 1 remisestelling:
Zwart heeft net genoeg ruimte op g8 en h8, om f8 te kunnen blijven dekken. Zelfs als wit zijn toren op e7 krijgt kan zwart koeltjes Kf8! spelen, omdat zijn toren dichtbij genoeg staat.
Dan nu over naar onze eerste tragikomedie.
Wit moet nu oppassen, omdat zwart 1..Txb3+ dreigt te spelen, waarna we in de stelling van Philidor op de c-lijn terechtkomen. Dominguez speelde echter 1..Tg4?. Wit had echter 2 manieren om remise te maken.
- 1.Tb4! dekt gewoon de pion. Na 1..Tb1 speelt wit 2.Ka2!= en na 2..Kxb4 zou het pat zijn!
- 1.Ta7 Txb3+ 2.Ka4 en we komen in de zojuist behandelde remisestelling.
Na 1.Tg4 speelde Polgar 1..Txb3+ 2.Ka4 Tb1!(2..Tb8 3.Tg5!= leidt tot de stelling van Szen) 3.Ka5 Tb5+! 4.Ka4 Tf5 en hier krijgt ze na 5.Tg3? een kans om het snel af te maken.
In plaats daarvan speelde ze 5..Tf4+?! 6.Ka3 Tf1 7.Tg2, waarna de stelling van Philidor op de c-lijn op het bord staat. Polgar moest lang zoeken naar de winst. Ze liet haar tegenstander niet in een remisestelling komen, al had hij in de partij op zet 107 wel 3 keer dezelfde stelling kunnen claimen. Zie de pgnviewer voor de hele partij.
Volgende week sluiten we deze serie af met enkele vermakelijke tragikomedies en pittige eindspelstudies.
De eindspelen via de viewer: