De Spaanse Liga “Division de Honor” met analyses
“…er was weinig hoop op dat we hen nog zouden inhalen. Tenminste, dat gevoel had ik…”
Anish over de Spaanse Liga “Division de Honor” met analyses
Spaans schaakparadijs
Ook dit jaar was ik aanwezig in Spanje om mijn team Sestao bij te staan in de strijd om de hoogste plaatsen in de nationale teamkampioenschappen: de Division de Honor (Eredivisie).
Net als vorig jaar waren wij de gedoodverfde favoriet. Aan de topborden hadden wij spelers in topvorm, zoals Dominguez en Vachier Lagrave en aan de staartborden degelijke spelers als Romain Edouard, Salgado Lopez, Alfonso Romero en Gabriel Del Rio.
In vergelijking tot vorig jaar speelden we zonder Fressinet (u herinnert zich wellicht: AKA ‘François’), maar in zijn plaats hadden wij een extra sterk Spaans bord, want Salgado Lopez, onlangs Spaans kampioen geworden, was tot ons team toegetreden.
Plaats van handeling was de legendarische schaakstad Linares, die dit jaar een hele maand lang als schaakparadijs diende met vele toernooien zoals het zojuist vermelde Spaanse individuele Kampioenschap en vele andere. Mijn vriendin was gedeeld winnares in één ervan, jawel!
Grote verrassingen waren er niet. De partijen begonnen om 17.00 uur en de laatste partij om 09.30 uur (ongetwijfeld het grootste tijdverschil ooit geregistreerd). Altijd was er wel een schaaltje ham (de plaatselijke delicatesse) voorhanden, zodat het evenement aan alle hooggespannen verwachtingen voldeed.
Een soepele eerste ronde en de volgende vol magie
In de eerste ronde ontmoetten we onze belangrijkste rivalen van de voorgaande jaren, ook een Baskisch team: “Gros”. De match ging op rolletjes voor ons. Onze drie hoogste borden hadden wat pech. Dominguez slaagde er niet in om enige druk uit te oefenen op Bacrot. Vachier Lagrave benutte de kansen niet die Van Wely hem bood en zelf had ik een teleurstellende partij tegen Arkadij Naiditsch, een Duitser met een zeer hoge rating. In onze partij verviel ik in een oude slechte gewoonte (die ik ondanks vele pogingen nog steeds niet afgeleerd heb): met zwart koos ik voor de Petroff. Uiteraard stond ik na de opening al beter, aangezien mijn tegenstander mijn stukken ijverig naar de beste velden joeg. Weliswaar heb ik aardig wat partijen in deze opening gewonnen, maar de remisetendensen zijn redelijk hoog. Nadat ik met licht voordeel uit de opening was gekomen moest ik toch erkennen dat er geen winstweg voorhanden was, dus eindigde de partij in remise. Lichtpuntje was dat onze spelers aan de staartborden hun tegenstanders overklasten en de uiteindelijke overwinning kwam nimmer in gevaar.
De tweede ronde was al even gemakkelijk voor ons. We speelden tegen het team “Magic”. Hun magie werkte tegen ons niet. Zowel ikzelf als ons team kwamen die dag als overwinnaars tevoorschijn. Mijn partij was een creatieve doorschuif-Caro Kann tegen Svetushkin. We bereikten een niet alledaagse stelling waarin zwart erin slaagde (of was het wits verdienste?) om de stelling te sluiten met c5-c4. Ik vond achter het bord het nieuwtje g2-g4!? De stelling was zeer dynamisch, maar ik had er vertrouwen in. Mijn voordeel nam spoedig grotere vormen aan, maar ik speelde een tikkeltje achteloos, waardoor de stelling houdbaar werd voor mijn tegenstander. Tegen het einde maakte hij de ene fout na de andere, waardoor ik het punt binnenbracht.
Pessimistisch!
De derde ronde was alweer tamelijk gemakkelijk, aangezien we tegen outsiders speelden die de naam “Ajedrez con Cabeza” droegen (“Schaken met het Hoofd”). Ik werd bestraft voor het toelaten van cxd5 in de Slav, zoals mijn teammakker Ivo Salgado het uitdrukte. Om eerlijk te zijn: ik kreeg af en toe kleine kansjes tegen een weinig ambitieuze Spaanse IM, maar na urenlang proberen kwam ik nergens in de buurt van een overwinning.
De vierde ronde bleek een cruciale, aangezien we tegen de gedeeld leider “Solvay” moesten aantreden, een zeer degelijk team. Het werd een taai gevecht. Solvay is een van de weinige teams die aan de lagere borden onze evenknie waren. Zo ook aan de topborden. Er is slechts een minimaal ratingverschil. Ikzelf moest bijvoorbeeld spelen tegen een goede vriend van mij: de talentvolle Indiër Parimarjan Negi. Onze partij was uitermate gecompliceerd, een half strategisch, half tactisch gevecht. Nergens kon ik het ratingverschil (80 punten in mijn voordeel) tot uitdrukking brengen. Toch sloeg de balans even door in mijn voordeel. Ik had praktische kansen op een wonderbaarlijke doorbraak, maar desondanks keerden de kansen toen ik een vergiftigde pion pakte. Ten slotte wierp ik het geluk dat mijn teammakkers tot dan toe had begeleid in de waagschaal. Bij een achterstand van twee punten bood ik in een slechte stelling remise aan. Mijn tegenstander aarzelde geen ogenblik en nam het halfje aan. Hoe het kwam weet ik niet, maar de match was tamelijk hopeloos voor ons. Delchev, aan bord 4 van Solvay, voerde een geniale aanval uit tegen Romain en Salgado Lopez was niet opgewassen tegen zijn trainer, de ervaren Ubilava.
Het betekende dat Solvay alleen aan de leiding kwam en er was weinig hoop dat we hen nog zouden inhalen. Dat gevoel overheerste tenminste bij mij. Achteraf een tamelijk pessimistisch voorgevoel.
Het geluk lachte ons toe!
De volgende ronde speelde ons team eveneens nogal ongeïnspireerd. Mijn korte (maar zeer gecompliceerde) remise met Vallejo droeg daar weinig aan bij.
Analyse F. Vallejo Pons – A. Giri
Het was in feite een wonder dat we gelijk speelden, want ons derde bord: de vermoeide maar geniale Maxime Vachier-Lagrave stond nagenoeg de gehele partij op verlies. Hoe waardevol zijn redding was, bleek pas na de volgende ronde waarin het team Solvay onverwacht struikelde en verloor (in de voorgaande ronde hadden zij nog gelijkgespeeld). Aangezien wij zelf van Equigoma wonnen, gingen wij Solvay in de stand voorbij. Tegen Equigoma speelde ik tegen Iturrizaga. Eindelijk won ik weer eens een partij. Mijn tegenstander hield vast aan een variant waarin ik een simpele verbetering had gevonden. In tijdnood verdedigde hij zich uitstekend, maar ik had keer op keer nieuwe problemen voor hem en ten slotte verblunderde hij de partij in een slechte stelling.
Analyse A. Giri – E. Iturrizaga
Voor de laatste ronde was de situatie vrij uniek. We stonden een half bordpuntje voor, maar onze tegenstanders hadden een gemakkelijker opponent. Beide teams streefden naar een 6-0 overwinning, maar het bleek al snel dat geen van beide teams daarin zou slagen.
Het geluk was aan onze zijde. Plotseling kregen onze ‘Franse’ borden een vlaag van genialiteit. Romain slaagde erin zich uit een afschuwelijke stelling te redden en Maxime won een schitterende partij.
Analyse M. Vachier Lagrave – C. Cruz
Analyse F. Libiszewski – R. Edouard
Prettige afsluiting met een 15-gangen diner!
Zelf won ik ook een heerlijke partij, ditmaal tegen Moskalenko. Het begon voorspoedig, aangezien ik gebruik kon maken van de voorbereiding voor de derde tie-break met Julio Granda. U weet nog wel, de tie-break die niet hoefde plaats te vinden aangezien ik de eerste dag van de tie-breaks met 1,5-0,5 verloor. Desondanks had Jan Smeets, mijn ijverige secondant een verbetering voorbereid op de eerste (verloren) partij in de hoop daarmee op de tweede dag goede zaken te kunnen doen.
De stelling na de opening was zeker niet beter voor zwart (voor mij), maar ik vond steeds de natuurlijke voortzetting, wat me tijdvoordeel opleverde en kort daarop ook het initiatief. Het thema was een opgesloten toren (een eigenaardige samenstelling van witte toren op h3, pionnen op h2 en f3; zwarte pion op h4 en toren op f4).
Analyse Moskalenko – Giri
De einduitslag werd 5-1 voor ons en aangezien onze concurrenten slechts tot 4,5-1,5 kwamen, werden we opnieuw Spaans Kampioen.
Dit alles droeg bij tot de uitstekende stemming binnen ons team (zoals ik al eerder meldde, speelde mijn vriendin ook een geweldig toernooi) en zodoende waren wij allemaal blij, zelfs Romain Edouard. (Wie hem kent, weet wat ik bedoel – Grapje, Romain!)
Het toernooi werd afgesloten met een heerlijk 15-gangen (misschien wel meer, ik raakte de tel kwijt) diner. Zelfs het vroege opstaan om de volgende dag het vliegtuig te halen, leek geen probleem, maar laat ik daarover zwijgen.
Nu staat de Grand Prix in Parijs op de agenda, dus tot spoedig!
Heel leuk zo’n uitvoerig verslag met zelfkritiek op de openingskeuze: niet meer Russisch spelen en geen afruil in het centrum toelaten in het Slavisch.
Maar waarom dan tegen Gelfand in de Grand Prix van Parijs Slavisch gespeeld, terwijl die daar zo veel ervaring mee heeft uit zijn match tegen Anand.
Na een afruil in het centrum bleef er voor zwart een zwakke geisoleerde pion over op c6. Dit werd in het middenspel met een kwaliteitsoffer opgelost. Het leek allemaal nog houdbaar, totdat de geactiveerde witte loper op d3 niet met Pc5 onschadelijke werd gemaakt. Even iets over het hoofd zien leidt dan helaas tot verlies. Maandag hopelijk beter.
Zo’n beetje elke wereldtopper heeft veel ervaring met het Slavisch, vaak zelfs met beide kleuren…
Persoonlijk vind ik het Slavisch een wat saaie manier om op remise te spelen,
maar misschien was dat de bedoeling. Wel was ik erg verbaasd dat hij in de tweede ronde tegen Ponomariov toch weer het Russisch speelde.