Leren combineren 2

Deze nieuwe rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal worden gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

Inleiding

In de vorige rubriek is een begin gemaakt met twee vormen van de dubbele aanval. We borduren nog even hierop voort, vooral omdat een schaker met een dubbele aanval snel succes kan hebben. Deze aanvalswending komt veelvuldig voor in partijen, vandaar dat we de clubschaker leren zoeken naar de aanvalsdoelen, zoals we die de vorige keer hebben geformuleerd. Nog even ter herhaling:

  • De vijandelijke koning (schaak!)
  • Een ongedekt of onvoldoende gedekt stuk
  • Een (mat)veld

Laten we aan de hand van het volgende voorbeeld maar eens kijken op welke wijze we een punt kunnen scoren met een dubbele aanval met de dame.

Instructievoorbeeld 1 – Bologan-Popov, 2006.

Na een avontuurlijke partij is de zwarte toren enigszins verdwaald en staat de zwarte koning op de tocht. Dat soort motieven zijn een kolfje naar de hand van de aanvalsspeler. Natuurlijk moeten we op zoek naar de aanvalsdoelen. Dat is allereerst de ongedekte toren op g2. Het tweede veld dat in het oog springt is veld f8 want als wit daar een dame krijgt is het mat. Bologan tilt een fraai motief boven tafel:

1. Da3!

Dreigt pardoes mat op f8 dus de volgende zet is gedwongen.

1…De7

Op 1…Pe7 heeft wit ook een dubbele aanval: 2. Df3! met aanval op het matveld f8 en Tg2.

2. Lh6+!

Een fraaie zet. De koning wordt naar een voor hem onprettig veld gelokt.

2…Kxh6 3. Dh3+

En zo valt de toren in witte handen waarna de strijd gestreden is.

3…Kg7 4. Dxg2

Het slot was

4…d3 5. cxd3 Pb4 6. Kb1 Pxd3 7. Df3 Pc5 8. Dc3+ Kh6 9. Te1 Dh4 10. De3+ Kg7 1-0

Een andere vorm van de dubbele aanval zijn de aftrekaanval (die in de vorige rubriek aan bod kwam) en het aftrekschaak. De volgende openingsvalstrik toont ons dit thema:

Instructievoorbeeld 2 – Aftrekschaak

1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. c3 Pc6 5. Pf3 Db6 6. Ld3 cxd4 7. cxd4

7…Pxd4?

Zwart neemt de vergiftigde pion van het bord en dat komt hem duur te staan.

8. Pxd4 Dxd4??

Niet terugnemen zou hem op stukverlies komen te staan, nu kost het volgende aftrekschaak hem de dame.

9. Lb5+

De witte dame en de witte loper vormen samen de batterij. De loper vuurt op het eerste doel, de zwarte koning, de dame vuurt op het andere doel, de zwarte dame.

1-0

De derde vorm binnen het motief van de dubbele aanval is de röntgenaanval. We spreken van een röntgenaanval als het aan¬vallende stuk als een röntgenstraal door het eerste aanvals¬doel (meestal de koning) heenkijkt en zo het tweede aanvals¬doel bedreigt. In het volgende voorbeeld wordt dat duidelijk:

Instructievoorbeeld 3 – DA: rontgenaanval

Wit heeft de toren op het maximaal ongunstige veld h8 voor zijn eigen pion gezet. Als de toren weggaat, valt de pion. Een koningsmars van de witte koning naar b6 (om de pion te dekken en dan de toren vrij te kunnen spelen) faalt simpel op een schaakje in de rug (… Tb1+). Toch heeft wit een manier om tot winst te komen en daarbij maakt hij gebruik van het zogenaamde rontgenmotief.

1. Tg8!

De juiste weg naar de winst. Wit dreigt een dame te halen dus Aanlokkelijk is 1. Th8?? maar dan fopt wit zichzelf: 1…Th1+ en nu wordt hij zelf het slachtoffer van een rontgenschaak. 2. Kg2 Txh8 en niet alleen is de toren verloren gegaan, de witte pion blijft onder controle van de zwarte toren.

1…Txa7

is gedwongen, maar nu volgt dan het rontgenschaak:

2. Tg7+ Kf6 3. Txa7

met winst van de toren.

1-0

Ook andere stukken kunnen twee doelen tegelijk aanvallen. De pionvork en de paardvork komen in de volgende stelling beide aan bod.

Instructievoorbeeld 4 – DA: pion, paard

Wit slaat zijn slag met

1. e6+!

De pion valt met zijn pion zowel de koning als de dame tegelijk aan. Op zowel 1… Dxe6 als 1… Kxe6 heeft wit een paardvork klaarliggen. Respectievelijk 2. Pg5+ en 2. Pc5+ levert de winst van de zwarte dame op.

1-0

Het laatste en wat lastiger geval van een dubbele aanval met een pion is de volgende openingsval:

Instructievoorbeeld 5 – Pionvork

1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 Lf5 4. Db3 Db6 5. cxd5 Dxb3 6. axb3 Lxb1 7. dxc6

Dit lijkt een blunder want zwart kan nu zijn loper in veiligheid brengen.

7…Le4

8. Txa7!!

Een briljante zet die erop gebaseerd is dat zwarts onderste rij wordt verzwakt en het paard op d8 ongedekt komt te staan.

8…Txa7 9. c7!!

En zwart gaf het op. De pion dreigt zowel 10. cxb8D als 10. c8D en tegen deze dubbele aanval met de pion is geen verdediging meer mogelijk.

1-0

We zijn weer toe aan de oefeningen om even te stoeien met de hierboven besproken thema’s.

Oefeningen

OPGAVE 1

Zwart aan zet. Hoe haalt hij de buit binnen?

OPGAVE 2

Zwart aan zet. Hoe wint hij?

OPGAVE 3

Wit aan zet. Waar is zwart kwetsbaar?

OPGAVE 4

Zwart aan zet wint.

OPGAVE 5

Zwart aan zet wint.

OPGAVE 6

Wit aan zet. Hij heeft de dame geofferd, maar zijn stukken staan zeer offensief opgesteld. Hoe maakt hij het af?

OPGAVE 7

Zwart aan zet. Beide spelers staan aanvallend, is zwart eerder met zijn aanval?

OPGAVE 8

Wit aan zet. Verliest hij iets of …?

Alle partijen of fragmenten via de viewer:

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.