De drie gezusters (2)
Op mijn column van september ontving ik kort na de verschijning twee reacties, in die week viel er ook nog eens een opvallend krantje in de bus en tevens kwam ik er achter dat ik nog drie bekende Nederlandse meisjes alsmede de nichtjes Duck over het hoofd had gezien. Stof genoeg voor een tweede column over drie zusjes. Laat ik met het op een na laatste beginnen. Een beschrijving over een boek van Cornelie van Uuden en Pieter Stokvis: “In de laatste decennia van de negentiende eeuw trouwden de kunstenaars Frederik van Eeden, Willem Witsen en Albert Verweij met Martha, Betsy en Kitty van Vloten. In het boek worden de bewogen levens van deze zussen in kaart gebracht. Hun bijzondere opvoeding door een verlichte vader, het clubzusterschap van de tachtigers, hun verlovingstijd en het huwelijksleven binnen een kunstenaarsmilieu. Bovendien illustreert hun levensloop de ingrijpende veranderingen die zich in de Nederlandse samenleving voltrokken tussen 1850 en 1940”. Aldus de tot aanschaf en lezen aansporende tekst.
Het reclamekrantje kreeg niet het gebruikelijke lot en ging niet ongelezen de papierbak in omdat op de grote foto op de voorpagina naast vier brildragende personen, enkele glazen wijn, een boek en een iPad ook een schaakbord stond. De stelling was een herdersmat, hetgeen de verliezer niet scheen te deren want hij kijkt vol overgave naar een blonde schone die de zeer goed gevulde kaasplank komt brengen. In deze reclameboodschap was het schaakspel slechts figurant. Als ik hem had gemaakt had ik het enige niet brildragende meisje achter de zwarte stukken geplaatst. Met als boodschap ‘met een goede bril had dit voorkomen kunnen worden’. Het aantal blonde dames op de foto is drie en het zouden zusjes kunnen zijn. Daarvoor zijn voldoende kenmerken aanwezig.
De reclamekrant kwam van mijn opticien en daar werkt een jonge vrouw die twee identieke zussen heeft. Zo identiek dat de eigenaars van de zaak altijd even wachten met groeten als ze er één tegen komen. Geen blik van herkenning, betekent ‘dat is Lyda’ niet. Toen ik in de jaren tachtig dagelijks met de bus naar Groningen reisde, stapten zij een paar halten verder in als zij een vroeg lesuur hadden. Alsof Lizzie, Juultje en Babetje Duck, de nichtjes van Tante Katrien en ook een drieling, in de bus stapten, zo identiek.
Collega columnist Hans Meijer wees mij op de hardlopende zusjes Kibet: Hilda, Sylvia en Valentine. Hij gaf daarbij zelf al aan dat er zes zusjes zijn, maar zo lang er maar drie hardlopen kwalificeren zij zich voor de column.