Vooruitzicht
Zoals u op deze site heeft kunnen lezen, heeft de schaakwereld op 22 november 2013 een nieuwe wereldkampioen gekregen. Breekt er nu een nieuw tijdperk aan voor de schaaksport?
Ik besloot mijn vorige column met de woorden:
Kasparov FIDE-president en Carlsen wereldkampioen – een mooi vooruitzicht.
Een goede uitsmijter, lekker kort door de bocht. Het is een Westers standpunt. Vermoedelijk zijn er in Rusland en China veel mensen die liever een andere combinatie aan de top van de schaakwereld zien. Carlsen lijkt voorlopig onaantastbaar, maar het zal voor Kasparov nog een zware kluif worden om de FIDE-presidentsverkiezing te winnen.
Voor de Nederlandse schaakwereld kan de combinatie Kasparov – Carlsen een inspiratiebron voor vernieuwing zijn. Toevallig gaat de Bondsraad zaterdag over de toekomst van de KNSB praten. De aanleiding is een discussienota die is geschreven door een werkgroep waarin Hamilcar Knops en ik hebben gezeten.
Lees de column van Ruurd Kunnen. Lees de column hier!
Het gaat om de discussie en de overtuiging bij verenigingen en regionale bonden dat zij iets kunnen en moeten doen aan de deplorabele toestand waarin het Nederlandse schaken verkeert.
Dat valt wel mee. De KNSB bevindt zich misschien in een deplorabele toestand, maar het Nederlandse schaken zelf niet. Het is wel van belang dit onderscheid goed te maken. Binnen de KNSB zijn een aantal middelen om het schaken te bevorderen, in het bijzonder topschaak en talentontwikkeling, tot doel verheven. Daarmee is de KNSB verworden tot een instantie die als doel heeft zichzelf in stand te houden. Daarin zit de kern van het probleem.
Door de discussienota en alle uitwijdingen daar omheen wordt nu veel mist gecreëerd, die slechts dit kernprobleem aan het zicht onttrekt. De oplossing is echter eenvoudig en ook al eerder aangegeven. De KNSB moet zich weer beperken tot dienstverlening aan de gewone leden, door middel van het organiseren van de competitie, het eventueel uitgeven van een bondsorgaan, en het opstellen van de (getrapte) deelname aan een nationaal kampioenschap voor alle leden. Enzovoort.
En omgekeerd dus stoppen met het verstrekken van uitkeringen aan broodschakers, stoppen met het willekeurig subsidiëren van kinderen die net iets beter zijn dan hun leeftijdgenoten, stoppen met het betalen van luxueuze vakanties voor professionele schakers. Enzovoort.
Je slaat de spijker op zijn kop Lucas
Ruurd Kunnen. Je verwijst naar je kolom maar ik vind daar weinig terug over de discussienota die ook nauwelijks te vinden is op de KNSB-site. Mag de gewone schaker niet meedoen in die discussie? Typerend voor de up-down mentaliteit van het KNSB-bestuur, een discussienota zonder discussie.
In je kolom heb je het wel over de uitstraling van de nieuwe wereldkampioen maar dat is een saaie schaker en daar verwacht ik weinig van. Ook Kasparov heeft overigens geen grote positieve invloed gehad op het aantal georganiseerde Nederlandse schakers.
En weer dat vingertje naar de bestuurders die schaken nog steeds zouden organiseren als 50 jaar geleden, kijk eerst eens naar je eigen handelen. Er zijn veel mooie initiatieven op lager niveau, zie bv de kolom van Teun Koorevaar over SchaakKasteel. Maar de KNSB praat alleen maar over jeugd, talenten en nog meer grootmeesters maken zonder na te gaan of het stijgende aantal grootmeesters ook invloed heeft op schakers om lid te worden van een schaakclub.
De helft van de Nederlandse bevolking is ouder dan 45 jaar maar alle aandacht is gericht op de misschien tien procent in de leeftijd tussen 6 en 12 jaar, die na hun 12de massaal tot hun 45ste afhaken (als er tenminste aandacht wordt geschonken om deze mensen aan te trekken). Natuurlijk moet de jeugd schaken leren (zie het initiatief van Koorevaar en elders) maar dat moet opvolging krijgen op latere leeftijd en daar is niets van te vinden in de discussienota.
Stichting Het SchaaKKasteeL is inderdaad een goed initiatief, vooral omdat het zich gaat richten op het educatieve aspect, de geschiedenis van het spel, de rijke kunst & cultuur die aan het schaken is verbonden, enz. Dat is dus ongeveer het tegenovergestelde van wat de KNSB met "talentontwikkeling" probeert te bereiken. Deze tegenstelling wordt goed geïllustreerd met de volgende misvatting, die in de column van Kunnen is te lezen:
Het feit echter dat 86% van de leden van 12 jaar afvalt voordat ze 19 zijn, toont aan dat de huidige bestuurders het niet goed doen.
De verkeerde conclusie. Natúúrlijk valt het grootste deel van de jeugdige schakers af voordat ze 19 jaar zijn. Het zou juist heel raar zijn wanneer dit niet het geval was.
Het is een feit dat je kinderen alles kunt leren. Dit is zo’n beetje de belangrijkste eigenschap van de mens, waarmee wij ons onderscheiden van andere diersoorten. Hierdoor kun je kinderen leren fietsen, zwemmen, in Sinterklaas laten geloven, breien, punniken, en ook, inderdaad, leren schaken.
In de periode tussen ongeveer het 12e en 19e jaar van de mens, wordt hij volwassen. Dit betekent dat hij langzaam maar zeker zijn eigen keuzes gaat maken. Gelukkig maar! Hierdoor stopt het kind met in Sinterklaas te geloven, stopt met punniken, en stop ook, meestal dus, met schaken. Waarom? Omdat hij daar geen zin meer in heeft. Groot gelijk! Ieder mens moet zijn eigen keuzes maken.
En die 14% die wel blijft schaken dan? Dat zijn blijkbaar mensen die het schaken wel leuk of interessant vinden. Maar die zouden ook zijn gaan schaken zonder de "talentontwikkeling" van de KNSB. Het is dus voldoende om kinderen kennis te laten maken met het schaakspel, zonder al te veel nadruk te leggen op talent of prestaties. Precies zoals het SchaaKKasteeL (hopelijk) voor ogen heeft. Uiteindelijk zullen deze jonge mensen zelf beslissen of het schaken iets voor hen is.
De resultaten van het huidige KNSB beleid worden soms pijnlijk zichtbaar. Zo schreef een jeugdtrainer onlangs nog op deze site dat zijn pupillen vaak te snel remise spelen! Hij begrijpt niet dat deze jongens dus blijkbaar geen zin hebben om te schaken. Laat ze toch! Laat die jongens lekker doen waar ze zelf zin in hebben.
Zelf zit ik ook wel eens tegen zo’n jeugdschaker, die met dode vissenogen achter het bord zit. Zonder enige belangstelling of liefde voor het schaakspel worden de zetten mechanisch uitgevoerd, precies zoals ze dat hebben geleerd met de "Stappenmethode". Echte schakers zijn dat niet, maar eerder gedresseerde aapjes die een kunstje hebben geleerd. En die, zodra ze volwassen worden en de kans krijgen, gauw iets anders gaan doen.
Het feit dat 86% van de jeugdschakers afvalt, is dus in werkelijkheid een schijnprobleem. Je kunt de werkelijkheid nu eenmaal niet veranderen. Het is beter om je verwachtingen bij te stellen. En het beleid te herzien.
Is er nog wat uitgekomen, uit de overleg met bondsraad over de toekomst van de KNSB? Ik kan er nergens wat over vinden. Niet hier, maar ook niet op schaakbond.nl. Is er nog een andere geheime website waar ik kan lezen wat de toekomstige plannen zijn van de KNSB?