Nederland eindigt op 6e plaats
Op het WK voor landenteams heeft Nederland zijn laatste wedstrijd afgesloten met een gelijkspel tegen de Verenigde Staten. Getuige de berichten op Twitter lijken onze mannen goed te kunnen leven met het eindresultaat:
Lange tijd leek de wedstrijd te eindigen in 2,5-1,5, maar wie van de twee landen uiteindelijk aan de goede kant van de score zou staan, bleef gissen. Dit alles had te maken met de partij tussen Loek van Wely en Gata Kamsky. Beide heren kregen kansen op een overwinning, maar uiteindelijk besloten de generatiegenoten elkaar geen pijn te doen.
Kamsky vertelt een goede mop.
Rusland werd zoals verwacht wereldkampioen door Egypte te verslaan, al deed dat land er alles aan om het zo spannend mogelijk te maken. Bijvoorbeeld Kramnik mocht met een dame meer in zijn handen knijpen dat zijn tegenstander hem met remise liet ontsnappen. Zie ook het verslag van Zhaoqin Peng op NewsaboutChess.
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Pf3 Lg7 5. Db3 dxc4 6. Dxc4 O-O 7. e4 a6 8. e5 b5 9. Db3 Pfd7 10. Le2 c5 11. e6 fxe6 12. Dxe6+ Kh8 13. dxc5 Pe5 14. Dd5 Dxd5 15. Pxd5
15…Pxf3+
Svidler-Morozevich 2011, ging hier verder met 15…Lb7 16. Pc7 Pxf3+ maar dat bleek geen succes voor de zwartspeler. Wit kan nu namelijk met de pion terugslaan, waardoor het loperpaar behouden blijft of wit een pion wint zoals in de partij: 17. gxf3 Lxf3 [17…Ta7 18. Pe6] 18. Lxf3 Ta7 19. Pxb5 axb5 20. Ke2 en wit won.
16. Lxf3 Lb7
17. Le4
Een nieuwtje, maar de vraag is of we deze zet nog een keer gaan terugzien. Wit wil uiteraard Txf3 uit de stelling halen, maar een ongedekte loper vraagt om problemen. Beter lijkt 17.Pc7 en dat is volgens mijn database drie keer eerder gespeeld. Alle grootmeesterpartijen eindigden in remise. Bijvoorbeeld 17. Pc7 Lxf3 18. gxf3 Ta7 19. Pe6 Txf3 en de stelling is inderdaad in evenwicht.
17…Td8 17…Pd7 18. Le3 Tac8 komt ook in aanmerking. Zwart staat misschien wel iets beter.
18. Pf6
Gedwongen, maar toch fraai!
18…Pc6 19. Pg4 Pa5 20. Lxb7 Pxb7 21. c6 Pd6 22. O-O
22…Tac8 De computer wil graag 22…h5 spelen. Enerzijds verzwak je hiermee je pionnenstelling, anderzijds zorg je ervoor dat wits loper niet in het spel kan komen. Activiteit lijkt hier inderdaad zwaarder te wegen dan kwetsbaarheid. 23. Pe3 Tac8
23. Lg5
Daar is de loper! Nu is er voor beide partijen niet veel meer te halen.
23…Pf5 24. Pe3 Pxe3 25. fxe3 Txc6 26. Lxe7 Te8 27. Tac1 Te6 28. Lc5 Lxb2 29. Ld4+ Lxd4 30. exd4 T8e7 1/2-1/2
Giri bidt voor een beter resultaat dan in de voorgaande twee ronden. Het heeft geholpen.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6 5. Db3 Pc6 6. Pbd2 Pa5 7. Dc3 c5 8. dxc5 bxc5 9. e4 Lb7 10. e5 Pe4 11. Pxe4 Lxe4 12. Lg2 Pc6 13. O-O
13…Lxf3
Zwart geeft het loperpaar op om daar een sterk veld voor het paard voor terug te krijgen. In 2005 kreeg Loek deze stelling ook al eens op het bord tegen Gelfand. In de rapidpartij ging zwart toen verder met 13…Tb8 en werd nog geen twintig zetten later tot remise besloten.
14. Dxf3 Tc8
De eerste nieuwe zet. Normaal gesproken gaat de toren naar b8.
15. Te1 h5
Kamsky heeft er zin in. Rokeren gaat hij in ieder geval niet meer doen.
16. De4 Le7 17. Ld2 f5 18. exf6 Lxf6
19. Dg6+
Uiteraard! Nu de pion op h5 staat, is dit makkelijk binnenkomen.
19…Kf8 20. Le3 Pd4 21. Tad1 a5
Verhindert b4.
22. b3
Deze zet snap ik niet helemaal, maar ik heb dan ook geen 2700 op de teller. Mogelijk wilde Loek a4 tegenhouden, waarna pion b2 wordt vastgelegd en een makkelijker aanvalsdoel is geworden. 22. h4 om h4 voor zwart eruit te halen, leek mij ook in aanmerking komen. Mogelijk dacht de zesvoudig kampioen van Nederland dat deze zet juist gevaarlijker was voor zwart dan voor wit!
22…h4 23. g4 h3 24. Lh1 Dc7 25. g5 Le5 26. f4
Hier was het wit misschien wel om te doen. Het ziet er gevaarlijk uit voor zwart, maar correct is het offer niet.
26…Ld6
26…Lxf4 27. Lxf4
[27. Txd4 Lxh2+ en dit tussenschaakje maakt een eind aan wits aspiraties.]
[27. Tf1 Kg8! gaat uit de penning en wint de loper terug na 28. Lxf4 Pe2+]
[Interessant is ook 27. Ld5 waarmee veld h1 geruimd wordt voor de koning, waardoor Lxf4 wel een dreiging is. Na 27…Th4 blijft zwart wel een pion voor.]
27…Dxf4 28. Te4 [28. Tf1 Pe2#] 28…Df7 29. Tf1 Pf5
27. Le4 Pc6
Dreigt met Pe7 de dame in te sluiten.
28. Lc2 Kg8
29. Dd3
Dit ziet er logisch uit, zeker gezien wits vorige zet.
Totaal niet logisch, maar wel ontzettend sterk was echter 29. Lf5! Wie gaat er nu een loper zo neerzetten dat de dame helemaal geen kant meer op kan, terwijl je de zet ervoor juist lucht voor je dame wilde hebben? In ieder geval Houdini, want die had in de gaten dat er op e6 met schaak geslagen kan worden: 29…Pe7 [het beste is nog 29…exf5 30. Dxd6 Dxd6 31. Txd6 (zie analysediagram)
maar dit eindspel ziet er erg kansrijk uit voor wit.]
30. Lxe6+ dxe6 [30…Kf8 31. Df7#] 31. Dxe6+ Kf8 32. Txd6
29…Pd4! 30. Lxd4 cxd4
31. f5
De partij glipt langzaam uit Loeks vingers.
31…Lxh2+ 31…Th4 was erg sterk geweest. Zwart staat dan duidelijk beter. Na de partijzet komt Loek niet meer in de problemen.
32. Kh1 Dc6+ 33. De4 Lg3 34. Dxc6 Txc6 35. Te4 Th4 36. Texd4 Txd4 37. Txd4 Td6 38. Td3 1/2-1/2
Kamsky speelde deze keer blind.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. Lf4 Lb7 5. e3 Lb4+ 6. Pbd2 Le7 7. h3 c5 8. Le2 O-O 9. O-O d6 10. Tc1 Pbd7 11. Lh2 Tc8 12. Da4 Dc7 13. b4 cxb4 14. Dxb4 Pe4 15. Pxe4 Lxe4 16. Pd2 Lb7
17. Pb1!
Deze manoeuvre blijft prachtig. Het paard staat niet optimaal op d2 en pion d6 is een zwak punt in zwarts stelling. 1+1=2. Wat is schaken toch simpel! Overigens, liefhebbers van de achteruitzet raad ik aan Ehlvest-Rechlis 1990 eens na te spelen.
17…Pf6 18. Pc3 Dd7 19. Pb5
19…a5 Dit lijkt me niet een zet die zwart graag speelt. Pion b6 is nu een mooi aanvalsdoel geworden. Toch blijkt het niet heel eenvoudig voor wit om hiervan te profiteren.
20. Db2 d5 21. cxd5 Pxd5 22. Tfd1 La6 23. e4 Pb4 24. a4 Lg5 25. Txc8 Txc8 26. Db3 Tc2 27. Lf1
Inmiddels is er niet veel meer aan de hand voor zwart. 19…a5 blijkt zelfs een voordeel te hebben gehad, want de pion is nu een mooi steunpunt voor het paard. Helaas geeft Tiviakov met de volgende zet de partij uit handen.
27…Td2 Een prima alternatief was 27…Lb7
28. Txd2 Lxd2 29. Dg3!
En deze zet moet voor zwart als een verrassing gekomen zijn.
29…Dd8 30. Dc7
30…Lg5
Hierna komt Tiviakov er niet meer aan te pas. Taaier was 30…Dxc7 31. Lxc7 Lb7 32. f3 f5 33. exf5 Le3+ 34. Kh1 Pd5 maar feest is anders.
31. Da7 Lxb5 32. Lc7 Pc6 33. Dxb6 Dxd4 34. Dxb5 Dd7 35. Lxa5 Lf6 36. Lb6 Db7 37. a5 Ld8 38. Lxd8 Dxb5 39. Lxb5 Pxd8 40. a6 1-0
Tiviakov in opperste concentratie.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. Pc3 Lb4 5. e3 Lb7 6. Ld3 O-O 7. O-O d5 8. cxd5 exd5 9. a3 Ld6 10. b4 a6 11. Db3 Pbd7 12. a4 Te8 13. La3 c6
14. b5!
Aan Sokolov, expert van deze opening, kun je zo’n zet wel toevertrouwen. Het ruilen van de zwartveldige lopers is een goede zaak voor wit. Zwart blijft met een slechte loper zitten, terwijl wit verlost is van zijn slechtste stuk. Daarbij heeft wit actief spel in de vorm van een c-lijn en een halfopen b-lijn. Ook de geïsoleerde d-pion is geen pretje voor zwart. Waarom kiezen zwartspelers eigenlijk voor deze variant?
14…De7 15. bxc6 Lxc6 16. Tfc1 g6 17. h3 Tec8
Toegegeven, de stelling is wel erg stevig en dus moeilijk om doorheen te komen. Wit probeert een opening te vinden met
18. Pe5 Het pakt goed uit.
18…Pxe5 19. dxe5
19. Lxd6 Dxd6 20. dxe5 Dxe5 21. Dxb6 Ld7 22. Pe2 [22. Da5 is erg gekunsteld. Wit zal toch een keer Pe2 moeten spelen om verder te komen.] 22…Txc1+ 23. Txc1 Lxa4 24. Lxa6 lijkt me heel weinig voor wit.
19…Dxe5 20. Lxd6 Dxd6 21. Dxb6
21…Pd7
Mist een zeer goede kans op een remise:
21…Tcb8 22. Da5 (De reden om eerst 19.Lxd6 te spelen, was dat de dame van d6 weggelokt zou worden. Nu kan zwart mooi gebruikmaken van deze omissie [22. Dd4? Tb4 en de dame is gevangen]) 22…d4 en zwart is bevrijd van zijn geïsoleerde pion. Dat vindt de loper ook wel fijn!
22. Dd4 Pc5
23. Pe4
Een heerlijke zet. Hoe meer stukken er geruild worden, hoe ongunstiger het is voor de partij met een geïsoleerde pion.
23…Pxe4 24. Lxe4 a5 25. Tc5 Ivan laat zich niet verleiden tot 25. Txc6. Rustig de druk opvoeren kan geen kwaad. De pion loopt niet weg.
25…Tab8 26. Lxd5 Lxd5 27. Txd5 Db4 28. De5 Db2
29. Dxb2 29. Txa5 lijkt me iets nauwkeuriger. In de partij komt het op hetzelfde neer: 29…Tc2 30. Dxb2 Tbxb2 31. Tb5
29…Txb2 30. Txa5 Tcc2 30…Td2 had zwart moeten spelen om de volgende zet van wit eruit te halen. Een toreneindspel van vier tegen drie is dan zeer waarschijnlijk na bijvoorbeeld: 31. g4 Tcc2 32. Tf1 Tc4 (zie analysediagram)
Zwart heeft weliswaar geen h5 kunnen spelen, maar het eindspel blijft theoretisch remise. Of het dan ook echt remise wordt, is een heel ander verhaal!
31. Tb5!
Wikkelt af naar een simpel gewonnen toreneindspel.
31…Txf2 32. Txb2 Txb2 33. a5 Tb7 34. a6 Ta7 35. Kf2 Kg7 36. Ke2 Kf6 37. Kd3 Ke5 38. Kc4 Kd6 39. Kb5 Kc7 40. Td1 h5 41. h4 Ta8 42. Tc1+ Kd7 43. Ta1 Kc7 44. a7 Kb7 45. e4 Te8
46. a8=D+
Leuk!
46…Txa8 47. Txa8 Kxa8 48. Kc6 1-0
Foto’s: Anastasia Karlovich
Als Lennart dit geschreven had, was het ook 2-2 geworden!
Mooi verslag, Frank !