Drie Koningen
Drie koningen uit het verre Oosten maken zich aan het eind van het jaar nul op voor een officieel staatsiebezoek aan het tempelstaatje Juda, waar naar verluidt de toekomstige Koning der Joden onder engelengezang ter wereld is gekomen.
"Laten we alle drie in het zwart gaan!", stelt Balthasar voor.
Hij is de jongste van de drie en heeft een donker uiterlijk.
"Nee", antwoorden Caspar en Melchior in koor, "het is logischer als jij je wit maakt.
Jij bent zwart en wij zijn wit. Het is twee tegen één."
Balthasar schudt heftig met het hoofd. "Dat is discriminatie, jongens", zegt hij kribbig. De twee wijze vorsten met zilverblanke haren staren naar het goud en zwijgen.
Zonder morren en mirre schminken zij zich diepzwart.
En zo geschiedt het dat drie zwarte koningen met hun zwaar bepakte en beladen kamelen op een serene decemberdag op weg gaan naar Bethlehem.
Hun navigatiesysteem, een stralende ster aan het firmament, is fonkelnieuw.
Het loopt tegen het nieuwe jaar als zij laat in de avond in Bethlehem aankomen. Het is helaas te donker om een tent op te zetten en derhalve liggen zij, net als de herdertjes, bij nacht in het veld. De schapenhoeders tellen nauwkeurig hun schaapjes op het droge en de koningen checken hun kamelenbezit. Rond het middernachtelijk uur horen zij engelen zingen. Hun liederen klinken vloeiend en klaar. De herdertjes haasten zich naar de stal om het kindeke Jezus, dat door zijn ouders Jozef en Maria teder in een kribbe vol met stro is gelegd, te aanbidden. De drie wijzen uit het Oosten zijn in een diepe slaap verzonken en aan hen zijn de hemelse klanken niet besteed.
Zij verblijven de gehele nacht luid snurkend in het open veld. De volgende morgen gaat de gehele karavaan op zoek naar de pasgeboren Koning. Of er problemen zijn met koppige kamelen of dat de ster minder schittert is niet bekend. Wel weten we dat het nog enige dagen duurt alvorens het Koninklijk gezelschap hun nieuwe collega met gepaste eerbied begroet en met kostbare geschenken overlaadt.
In een perkament, dat onlangs door archeologen op hun dooie akkertje in de buurt van Bethlehem is opgegraven, zijn de locaties te determineren van de velden waarop de drie koningen die bewuste nacht hebben doorgebracht. Dit vergeelde document is diepgaand geanalyseerd en de huidige wetenschappers zijn ervan overtuigd dat zij het aller-oudste schaakprobleem aan het licht hebben gebracht. Inmiddels is via DNA-sporen op de perkamentrol achterhaald, dat de schepper van dit schaakprobleem met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de herder is van het roemruchte herdertjesmat!
Op het van schaaphuid gemaakte perkament is een raadselachtige stelling te zien.
Het valt ogenblikkelijk op, dat de drie zwarte koningen in geen 64 velden of wegen zijn te bekennen. Men vermoedt dat de schaaphoeder uit veiligheidsoverwegingen de aanwezigheid van de monarchen bewust uit de publiciteit heeft gehouden.
Koning Herodes de Grote, een Nero in het kwadraat, is er immers niet vies van om rivaliserende troonpretendenten een kopje kleiner te maken. Hij is het die zijn soldaten de smerige opdracht geeft alle jongetjes onder de twee jaar in het land te vermoorden in de hoop dat de pasgeboren Koning der Joden er tussen zit!
De behoedzame herder, die op de hoogte is van de lange rij misdaden van Herodes, geeft alleen belangstellende schaakliefhebbers de gelegenheid om de veldjes van de drie monarchen op te sporen. Echt moeilijk maakt hij het de aanbidders van Caïssa overigens niet, ondanks dat er slechts één tipje van de boerka wordt opgelicht:
"Met één krachtige zet, worden de drie zwarte koningen tegelijk mat gezet.
Daar valt geen speld of stuk tussen te krijgen!", aldus de herdertjesmatter.
Degene die deze drie velden weet op te sporen en die de coördinaten op de juiste datum, gekoppeld aan de titel van bovenstaand verhaal, weet te openbaren, zal te zijner tijd een goudgelig drankje aangeboden krijgen en vervolgens bewierookt worden met talloze lofuitingen, die werken als balsem voor de ziel! Kortom, je voelt je na dit eerbetoon rijker dan drie koningen, die tezamen komen onder ’t sterreblinken.
De oplossers van deze puzzel mogen uit alle windstreken van het land komen.
Ook wordt er niet gelet op rang, stand, sekse, leeftijd, geloofsovertuiging en al helemaal niet op gelaatskleur.
Vriendelijke groet aan allen, zwart of wit!
Sjaak Mad