Na harde strijd speelt S.O. Rotterdam gelijk
Bij het ingaan van deze ronde stonden Accres Apeldoorn en S.O. Rotterdam slechts met 2 matchpunten in het rechter rijtje en dat na een mooi vorig seizoen met respectievelijk een 2de en 4de plaats. Beide teams waren dus gebaat bij een overwinning, maar kwamen niet verder dan een remise na een harde strijd van maar liefst 6 uur en staan derhalve nog steeds in het verkeerde rijtje.
De partij die het eerste klaar was, was tevens de partij die het laatst begon. De goede Arthur was met de NS onderweg gegaan en kwam 40 minuten te laat binnen. Vroeger zei men bij de KNSB dat men altijd met de trein moest reizen en niet met de auto, want de trein reed altijd op tijd. Het werd een vlakke Caro-Kann waarin de bekende zetten werden gedaan. Pas tegen en vooral na de eerste tijdcontrole kwamen er nieuwe uitslagen binnen.
Dat Roeland Pruijssers de laatste jaren veel progressie heeft gemaakt is bekend. De solide Frans Cuijpers kan er na zaterdag over meepraten. Na de Pirc bouwde wit al spoedig een overwicht op en had het centrum met zijn stukken stevig in handen. Van daaruit begon hij een koningsaanval, alles even logisch en soepel, er was weinig tegen te beginnen en dat verraadt natuurlijk inzicht en kennis. Ook mooi was de overwinning van Jan Willem op Sjef Rijnaarts. De zwartspeler begon een opmars met zijn a-pion naar a3 en kreeg ook de open c-lijn in handen. En met het pionoffer f4 kregen zijn stukken optimale activiteit. De zwarte stukken vielen op de damevleugel op diverse velden naar binnen en won met Tc1, de witte dame tegen toren+paard, dit was natuurlijk beslissend. Onze Robby (opportunist) speelde tegen een andere (opportunist) Armen Hachijan. Volgens Merijn (de trainer van Robby) resulteerde dit in een partijtje koffiehuisschaak. Robby kwam prima uit de opening en in die stelling moet je met wit even niets doen, namelijk de stukken op betere velden plaatsen, kortom ga op je handen zitten. Maar Robby had dit geduld en niet en trok vroegtijdig ten aanval met f5. Hiermee geef je zwarte velden weg en voor de tegenstander komen er aanknopingspunten. En dan is Armen een handige tacticus: hij combineerde er vrolijk op los en na een lange afwikkeling had hij een pion gewonnen en een veel betere stelling. Nadat nog een pion verloren ging was het helaas doek. Inmiddels was de eerste tijdcontrole bereikt met nog maar liefst 6 partijen aan de gang!
Rini Kuijf speelde tegen Ilja Zaragatski een solide partij. Veel stukkenspel in het centrum en zwart stond prettig. Totdat de vlam in de pan sloeg na Lxb2. Zwart dreigde met een venijnige koningsaanval de witspeler pardoes mat te gaan zetten, maar Ilja kon nog net alles dekken en wikkelde af naar een eindspel met een zwarte pluspion, maar zaken konden er niet meer gedaan worden. Heel anders ging het er aan toe tussen Bruno Carlier en Maarten Solleveld. Maarten was de vrijdag daarvoor op het laatste moment opgeroepen omdat Siebrecht ziek was. Maarten had de laatste maanden niet meer gespeeld en dat was te merken, het werd namelijk een partij met twee gezichten. De eerste 30 zetten waren duidelijk voor wit, Bruno won een pion, zijn stukken stonden actiever, zijn stelling was superieur, het leek erop dat zwart positioneel werd weggespeeld. Plots stond Bruno op en kwam naar mij toe en zei: ik zie het niet meer, ik weet niet hoe ik verder moet spelen. En dat was te merken, de rollen werden omgedraaid. Maarten begon heel goed te spelen en Bruno produceerde een aantal zwakke zetten. Maarten kwam met dame en toren op de eerste lijn en maakte een fraaie zet met Tc1, waarna de witspeler definitief de weg kwijtraakte. Een teleurstelling aan de Rotterdamse zijde.
Het zag er weer beter uit door een goede overwinning van Martin Martens op Nico Zwirs. Na een rustige Siciliaanse Lb5 bouwde de witspeler een prettige stelling op, hetgeen resulteerde in pionwinst. Daarna deed wit op de damevleugel goede zaken door af te wikkelen naar twee verbonden vrijpionnen op de a- en b-lijn. Onderweg won wit nog meer pionnen en met de pionnen inmiddels op a6 en b7 streek zwart de vlag. Bart Michiels tegen Merijn van Delft zag er voor wit optisch lange tijd prettig uit. Zwart stond solide, maar wit had meer ruimte met het loperpaar. Lange tijd gebeurde er niet veel, totdat een witte loper verdwaalde op g7 en de zwartspeler met dame + loper onheil bracht op de witte damevleugel. Bart moest nog heel nauwkeurig spelen, maar bereikte tenslotte moeiteloos de remisehaven.
Er resteerden nu nog twee partijen. Johan Quist bereikte zijn verdiende remise tegen Alexander Kabatianski. Gedurende bijna de gehele partij stond zwart onder de witte druk, door goed positiespel kreeg wit de d-lijn in zijn bezit, posteerde daar zijn twee torens en een loper. Het zag er allemaal heel dreigend uit, maar zwart deed zijn keeperswerk bekwaam en hield stand. De eindstelling was nog curieus, want ondanks pionwinst kon wit niets bereiken. Tenslotte was er nog de partij aan het eerste bord tussen Stefan Kuipers en Vitaly Kunin. Na een rustige opening behield wit een klein stelling plus, maar bereikte verder niet veel. Uiteindelijk was bij de eerste tijdcontrole een dame-eindspel bereikt met een voor wit mooie vrijpion op de a-lijn. Na vele damezetten won wit een pion, daarna begon de witte koning zijn lange mars naar de witte a-pion toe, om deze te kunnen laten promoveren. Na vele schaakjes arriveerde de witte koning op de achtste rij en promoveerde de witte pion, gevolgd door nog meer zwarte schaakjes en tenslotte won wit na 104 zetten.
Het is deze competitie uitermate spannend. De meeste teams ontlopen elkaar niet veel in speelsterkte. Want wie gaat op de dreigende negende plaats eindigen?