Het paard van André van Duin
Een schaakvriend van mij is een rasechte Oeteldonker. Al maanden voor het carnavalsfeest in het zuiden losbarst, loopt hij met een boerenkiel, een roodwitgele das en een steek op zijn hoofd door de binnenstad.
Door voorbijgangers wordt hij meewarig nagekeken. De hangouderen op de markt maken hem er lacherig op attent, dat het steekje wat los zit. Half februari belt hij me lallend op.
“Ik heb een heel mooi schaakprobleem gecomponeerd”, zegt hij met een stem die doet vermoeden, dat hij al een kratje bier achter zijn kiezen heeft.
Hoewel ik een grondige hekel heb aan zat- en zuiplappen, beloof ik bij hem langs te komen.
Als ik aanbel, opent mijn vriend onmiddellijk de deur. Tenminste, ik vermoed dat hij het is, want de man heeft een maskertje van Andre van Duin opgezet. Op de achtergrond schettert jolige van de beroemde volkskomiek:
“Ik heb hele grote bloemkolen, bloemkolen, bloemkolen.
Ik heb hele grote bloemkolen, bloemkolen, bloemkolen, oh wat zijn ze groot.”
Hij grijpt mij bij de schouders en in polonaise gaan we naar zijn huiskamer, waarvan de wanden zijn gedrapeerd met een bloemetjesgordijn. Het plafond is volgehangen met slingers, ballonnen toeters en bellen. Op de salontafel staat een schaakbord met een witte rand. De velden zijn rood en geel geschilderd. Op het bord ontwaar ik een bezopen stelling. De stukken zijn bedolven onder confetti. “Wit geeft mat in één zet”, zegt mijn vriend serieus. “Je krijgt van mij een pilske als je de oplossing weet.”
Ik blaas de confetti van het bord en stel na enige ogenblikken vast dat dit een foutieve compositie is.
“Ik denk dat je iets te diep in het glaasje hebt gekeken, Willempie”, zeg ik.
Mat in één zet kan helemaal niet!
“Oh nee”, roept mijn vriend enthousiast, “ik zal je de oplossing eens laten zien.
Effe wachten.” Meteen rent hij de kamer uit. Even meen ik nog dat hij een pizza uit de keuken gaat halen. Mijn vriend komt echter terug met een paard, ploft dat met een zwierige zwaai op het bord en schreeuwt met schorre stem:
“Pd9-c7 mat! Met carnaval kan alles, beste jongen.”
Terwijl Willem de carnavalskraker “Er staat een paard in de gang” in zijn cd-speler schuift, verlaat ik ijlings met de hendjes de lucht in het carnavalspand.
Sjaak Mad
Volgens mij heeft zwart nog Ka8-a9…
Heel goed, Reinier.
Ik heb de nooduitgang achter het bloemetjesgordijn op a8 over het hoofd gezien.
Hij was je vergeten te vertellen dat het spel "Pocket Knight" is waarbij beide spelers een paard "in de hand" krijgen die ze gedurende het spel in mogen zetten.