Leren combineren 7
In deze nieuwe rubriek, primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, worden beginselen van het combinatiespel centraal gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!
Inleiding
In deze aflevering wordt een thema gepresenteerd dat ogenschijnlijk minder voorkomt dan de gebruikelijke combinatiemotieven zoals mat, dubbele aanvallen, penningen enzovoort. We zullen het insluiten van stukken onder de loep nemen. Bij dit thema moet gedacht worden aan de bewegingsvrijheid van een bepaald stuk. De dame is het stuk met de grootste actieradius, het vangen hiervan komt niet zo vaak voor. Als het aantal velden waarnaar de dame gespeeld kan worden echter drastisch wordt beperkt, kan de jacht op dit stuk worden ingezet. Een elementair voorbeeld zien we in de eerste diagramstelling.
De zwarte dame lijkt actief te staan, maar zij heeft niet zoveel bewegingsvrijheid. Met zijn volgende zet toont wit aan dat het altijd link is als een belangrijk stuk zo weinig velden tot zijn beschikking heeft.
1. Pe3 1-0
In de volgende stelling is de zwarte loper op h3 enigszins verdwaald. In dit geval gaan we op zoek naar een manier om het stuk in te sluiten door het aan te vallen en ermee te dreigen de vluchtroute af te sluiten. Dat lukt met:
32. Kh2! Lf5 33. e4 1-0
Het derde voorbeeld is afkomstig uit een bekende openingsvariant van het Siciliaans.
Instructievoorbeeld 3
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. f4 e6 7. Df3 Db6
Met de vroegtijdige dame-uitval wil zwart voorkomen dat wit snel verder kan ontwikkelen.
8. a3!?
Het is duidelijk dat 8. Le3? niet gaat vanwege 8…Dxb2 en er hangen twee stukken bij wit. Dit ‘gemene’ pionzetje heeft als bedoeling om het paard op d4 te laten staan.
Als zwart het van het bord neemt met
8…Dxd4??
wordt de dame ingesloten met
9. Le3 1-0
Een ingewikkelder geval is het volgende diagram dat afkomstig is uit een partij tussen de Nederlandse grootmeesters Reinderman en Van den Doel.
Reinderman speelde in deze stelling:
19. Pf6+!
En zwart gaf het op.
Na 19. Pf6+! is 19…Kh8 min of meer gedwongen. Maar nu wordt de dame ingesloten met [Ook 19…Lxf6 verliest na 20. Lxf6 Dc5+ 21. Kh1 want de dreiging Dh6 is dodelijk.] 20. Tc1 en wit staat op winst.
Wit kan nog geen dame vangen met 19. Tc1? vanwege 19…Dd4+ 20. Dxd4 Lxd4+ en zwart komt zelfs in het voordeel na 21. Kf1 Lxb2.
1-0
Oefeningen
OPGAVE 1
OPGAVE 2
OPGAVE 3
OPGAVE 4
OPGAVE 5
OPGAVE 6
OPGAVE 7
OPGAVE 8
Hoe kan zwart gebruikmaken van het gebrek aan samenwerking tussen de witte stukken?
Alle partijen of fragmenten via de viewer:
(wordt vervolgd)
Leuk artikeltje weer.
Misschien is het wel handig om bij de opgaves aan te geven wie er aan zet is.
Rechts onderin staat bij iedere opgave een wit of zwart blokje om aan te geven wie aan zet is.
Nooit opgevallen dat daar überhaupt een blokje stond.
Het helpt in ieder geval wel met oplossen als je erop gaat letten.
Het stond verkapt in de vragen vermeld, maar omdat het toch inderdaad niet heel duidelijk te zien is, heb ik het er inmiddels bijgezet.