Afgelopen weekend was het traditionele weekend in Nunspeet. Op zaterdag vond het Open Nederlandse Oploskampioenschap (ONOK) plaats en op zondag was het Arves eindspelstudies toernooi. Daaromheen werden er nog allerlei activiteit georganiseerd zoals een lezing van Afek en de ledenvergadering van de Nederlandse Bond van Schaakprobleemvrienden.
De oplossers aan het werk.
Zaterdag begon met het ONOK. Er was een sterk deelnemersveld met onder anderen oud-wereldkampioenen Pfannkuche (GER), Paavilainen (FIN) en Caillaud (FRA). Paavilainen won met een ruime voorsprong, voor Caillaud en Dolf Wissmann. De Fin had bijna alles goed. Behalve de helpmat in 5, maar die had niemand goed. Zelf zag ik de moeilijkheid van deze oplossing niet echt aankomen en raakte hier veel tijd kwijt.
De Finse oplosmachine
In een helpmat in 5 werken beide kleuren samen, begint zwart, en nadat beide kleuren 5 zetten gedaan heeft, staat zwart mat.
Deze opgave gaat mijn pet te boven, maar ik zal toch een poging doen om uit te leggen hoe je zo’n opgave oplost. Je moet proberen een matbeeld te vinden en dan te ontdekken of je die stelling kan bereiken. Bijvoorbeeld de zwarte koning op e3, de witte koning op g4, en dan de velden d2,e2,f2 bezet door zwarte stukken en de zwarte pion op h2. Of de zwarte koning op f4, de witte koning op f6, en dan uiteindelijk Pg2 mat. Dit lukt helaas ook niet. Ik heb zelf niet serieus overwogen om de koning op de eerste rij mat te zetten. Misschien met de koning op d1, en dan ingesloten door eigen stukken. Met enig gepuzzel zou je dan tot de conclusie kunnen komen dat er een matbeeld is met een zwarte Kd1, Td2, De1, Pc1 en dan een witte Kf3 en Pe3. Vervolgens is het niet al te lastig om te ontdekken hoe je zover kan komen: 1.Pxd3 Pg2 2.De1 f4 3.Td2 Kf3 4.Kd1 e4 5.Pc1 Pe3#. Ja, bij een helpmat wordt een andere notatie gebruikt, daar zwart begint.
Caillaud (2), Paavilainen (1), Wissmann (3)
Er waren ook opgaves die door de meesten wel opgelost konden worden, zoals het eerste mat in 2:
Een fraaie opgave! Een goede eerste stap bij het oplossen van een mat in 2 is te kijken welke matten er al in de stelling zitten. Laten we eens kijken:
1..f6 2.De2# (koning kan niet meer naar f6)
1..e6 2.Da1# (koning kan niet meer naar e6)
1..Lh7 2.Pf7# (loper dekt f7 niet meer)
1..f4 2.Txh5 of Pg4 mat
1..fxg6 2.Pxg6#
1..Pe1-xx 2.Pf3#
1..Ph5-xx 2.Lf4#
1..c4
Het enige probleem is dat er geen mat in de stelling zit na 1..c4. Hier moet je dus een mat voor vinden, terwijl je de zogenaamde schijnmatten zoveel mogelijk intact houdt. Na bijvoorbeeld 1.Db6 komt 1..f6, waardoor wit geen mat meer heeft op de e-lijn. Ook na 1.d3 heeft wit geen mat na 1..f6. De sleutel tot de oplossing is om na te gaan welke stukken op een ander veld geen schijnmat uit de stelling haalt, terwijl het een mat heeft op 1..c4. Bijvoorbeeld 1.Td7 houdt alle schijnmatten intact, maar na 1.c4 is 2.Txe7 helaas geen mat. De toren op h4 is alleen nodig om f4 te controleren in 1..Ph5-xx 2.Lf4#. De pion blokken met 1.Tc4 heeft het nadeel dat de dame niet meer naar e2 kan. De toren op a4 zetten heeft als nadeel dat de dame niet meer naar a1 kan. Dus is 1.Tb4 de juiste oplossing. Zwart heeft als extra mogelijkheid nu 1..cxb4, waarna 2.d4 mat is. En op 1..c4 komt natuurlijk 2.Tb5#. Een leuke opgave om erin te komen!
Voor de reguliere clubschaker is de volgende eindspelstudie uit de A-groep wellicht nog leuk om op te lossen:
Wit heeft een groot materiaalvoordeel, maar momenteel hangt de loper en dreigt Kc5+. De uitdaging is om de stukken bij elkaar te houden. 1.Lf1 is logisch, valt de zwarte toren aan. Na 1..Tb7 behoudt zwart de dubbele aanval. Wit speelt dan 2.Th6, om het paard en de toren veilig te spelen. Dan heeft zwart weer een tegenaanval nodig. 2..Kc3+ 3.Kc1 Ta7 is veruit de beste poging, daar Ta1+ een vervelende dreiging is. 4.La6 f2 is problematisch voor wit, dus moet wit 4.Tc6+ proberen. Na 4..Kc4 blijven er problemen, dus nog maar een schaakje: 5.Tc4+ Kd3. De zwarte koning moest naar d3, anders kwam Ld3.Wit heeft nog steeds een probleem, en nu is er wat hardnekkigheid voor nodig om de juiste oplossing te vinden. 6.Pg5!. Zwart kan het stuk winnen met 6..Ta1+ 7.Kc2 Txf1 maar na 8.Pg4+ Ke2 9.Te4 is het mat!
Dolf Wissmann eindigde derde, waarmee hij niet alleen de beste Nederlander was, maar ook nog eens voor de dertiende keer Nederlands oploskampioen! Peter van den Heuvel eindigde tweede, en zelf bereikte ik in mijn debuut ook een ereplek, een halfje voor kampioen van vorig jaar Hans Uitenbroek.
Het NK-podium. Twan Burg (3), Dolf Wissmann (1) en Peter van den Heuvel (2)
De B-groep werd gewonnen door Arjen Kouwenhoven, die 50 van de 60 punten behaalde. De B-groep had ook enkele leuke opgaves, zoals deze mat in 2:
Een leuke stelling die wat weg heeft van de beginstelling, maar hoe dan ook is het een goede start om het schijnspel te bestuderen:
1..d6 2.cxd6#
1..e6 2.Dc6#
1..Lxb7 2.Dxd7#
Wat is dit? Zwart heeft maar drie legale zetten maar wit heeft overal een mat klaarliggen! Een zet verliezen zou goed uitkomen, omdat het dan zugzwang zou zijn. Dit blijkt echter niet zo makkelijk te zijn. Laten we eens kijken:
Een zet met de koning laat 1..e5 toe.
De dame controleert veel cruciale velden, zoals b7, c6 en d7, dus de dame wegzetten kan het ook niet zijn.
Een zet met het paard van a4 zorgt ervoor dat wit na 1..d6 geen 2.cxd6 mat heeft, omdat de koning dan naar b6 kan.
De toren van a8 wegzetten laat het veld b8 in de steek.
De loper van b5 of de toren van f7 wegzetten heeft ook weinig zin, want die staan optimaal
Het paard van b7 kun je wegzetten. Als de koning naar d8 gaat is Dxd7 mat, maar zwart heeft 1..e6 en er is geen mat
Een van deze bezwaren is niet helemaal waterdicht, en met wat hardnekkigheid en creativeit kom je erachter dat de laatste observatie te bestrijden valt. Wanneer je namelijk je paard naar d8 speelt met 1.Pd8! kan zwart wel 1..e6 spelen, maar dan is 2.Pxe6 mat. Op 1..Kxd8 komt 2.Dxd7 mat.
De top 3 in de B-groep. Henk Prins(2), Sjoerd Hoekstra (3) en Arjen Kouwenhoven (1).
Zondag was het Arves oplostoernooi. Geen gekke matjes, maar wit speelt en wint of wit speelt en maakt remise. Eindspelstudies dus. Hierin zijn de gespecialeerde oplossers niet ongenaakbaar, omdat sterke bordschakers dit vaak ook goed kunnen. Marcel van Herck won, voor Wouter van Rijn en Yochanan Afek.
Toernooiwinnaar Marcel van Herck in actie.
In de bijlage kunt u de opgaves terugvinden. 2 uur voor 6 opgaves, en 16 punten per opgave. Er konden ook nog punten verdiend worden door de juiste componist bij de juiste opgave te plaatsen. Zie hieronder de eindstand, waarmee u zich kunt meten!
ONOK Paavilainen had het zondag een stuk lastiger.
Officiële uitslag van het ARVES oplostoernooi 2014.
1. Marcel van Herck 85 punten
2. Wouter van Rijn 84 punten
3. Yochanan Afek 84 punten
4. Michale Pfannkuche 80 punten
5 Jorma Paavilainen 80 punten
6. Hans Uitenbroek 72 punten
7. Peter van den Heuvel 69 punten
8. Dolf Wissmann 66 punten
9. Ed van de Gevel 65 punten
10. Michel Caillaud 65 punten
11. Harold van der Heijden
12. René Olthof
13. Koen Versmissen
14. Johan de Boer
15. Ed Hoes
Olthof: "Wouter en Pfannkuche zijn 2 en 4 omdat ze de opgaves sneller inleverden dan Yochanan en Paavilainen. Yochanan liep de overwinning mis doordat hij in een opgave een onmogelijke zet had opgeschreven (pion a6-a4), en daar ook verder mee had opgelost. Dat kostte twee punten, en de overwinning. De moeilijkste opgave was opgave 4, die alleen maar door Wouter corect werd opgelost. Wouter was vergeten de namen van de componisten te raden. Dat hielp hem niet."
Met dank aan René Olthof en Peter van den Heuvel voor de foto’s!
Deel dit artikel
Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.