Biecht van een domme dammer
HSG klimt een plaats na gelijkspel in Amstelveen
Dat is meteen ook al het goede nieuws. Het zal waarschijnlijk niet voldoende zijn om degradatie te ontlopen, maar in theorie kan het nog wel. Het was de derde mustwin-wedstrijd van HSG van dit seizoen, maar het werd tegen Amstelveen 2 een 4-4 gelijkspel, net zoals in de eerdere cruciale duels tegen Kennemer Combinatie 2 en Groninger Combinatie 3.
Dat het een gelijkspel is geworden, mag op zich al een wondertje heten, want Amstelveen 2 liep vlot uit naar een 3,5–0,5 voorsprong. Kees Nagtegaal, Jorgen Henseler en Vincent Pandelaar deden iets terug: 3,5-3,5, met de partij van Klaas Harmsen nog te gaan. Duidelijk was dat Klaas niet zou gaan verliezen, maar kon hij winnen en daarmee de belangrijke wedstrijdpunten binnenhalen? Het lukte net niet in een eindspel van Koning, Toren en randpion tegen Koning Loper en randpion. Klaas kwam een tempo tekort, kon de koning van zijn tegenstander niet nog een rij verder afsnijden. Deze koning kon zich handhaven op de drempel van het vierkant, belangrijk om de pion tegen te houden na het kwaliteitsoffer van Toren tegen Loper.
Soms zijn zulke stellingen net gewonnen, soms net niet, dit seizoen zijn ze voor ons steeds net niet gewonnen, we zijn wel steeds de bovenliggende partij. Het mag niet meezitten.
In de teambeleving besliste deze slotpartij over de wedstrijduitslag: gelijkspel of twee matchpunten. Bij het invoeren van de zetten van mijn eigen partij kwam ik tot een schokkende andere conclusie. Uit schaamte heb ik overwogen om het stil te houden, er niets over te zeggen, net te doen alsof ik het niet gezien heb. Tijdens de partij zag ik het niet, mijn tegenstander, een sterke IM, ook niet, bij de analyse ontdekten we de zet ook niet. Maar wat zegt de computer: plus drie voor wit!
Dus voor de draad ermee, met de billen bloot. Het gaat om de volgende stelling:
Zwart moet hier met 20 …, Txe3 een kwaliteit offeren, krijgt hiervoor compensatie, maar niet voldoende.
In plaats daarvan verraste mijn tegenstander mij volkomen met 20 …, Pd3?. Kan dat, dat paard staat immers gepend? De zet heeft wel een tactische rechtvaardiging: na de algehele afruil 21 Lxb6 Txe1 22 Dxd1 Pxd1 23 Txd1 axb6 staat zwart iets beter in het eindspel. Helaas gedroeg ik me als een domme dammer voor wie slaan verplicht is. Ik nam de Dame op b6. Het eindspel verloor ik kansloos na een paar mindere zetten. Wat in Amstelveen totaal onopgemerkt bleef, was dat wit op slag kan winnen na 20 …, Pd3. Zie het volgende diagram:
Ik keek nog wel naar 21 Dd2, maar na een zwarte damezet vond ik de witte stelling niet prettig. Wit heeft een veel betere zet: 21 Le4! Deze door iedereen gemiste tussenplaatser lost alle problemen op: zwart verliest materiaal. Een variant is: 21. …, Txe4 22 Pxe4 Dd8 23 Dxd3 d5 24 Pf6+ gxf6 25 f5+-. 20 …, Pd3 was een cadeautje, helaas niet aan mij besteed, sorry teamgenoten.
Nog twee mustwin-wedstrijden te gaan. Over twee weken komt Westland, de nieuwe nummer 10 in 2B bij ons op bezoek. De verliezer degradeert, het zal dus wel weer 4-4 worden. Daarna gaan we op bezoek bij de nu nog nummer een en waarschijnlijke kampioen, de Wijker Toren. Moet het daar dan gebeuren?
Wim van der Wijk