Echte en nog echtere wereldkampioenen

Hoe zat het ook alweer, met al die wereldkampioenen? Vroeger kon menig schaakliefhebber ze allemaal opnoemen, maar na 1993 raakten we een beetje de draad kwijt. We vroegen ons ook af wie er echt wereldkampioen was en wie nog echter. En wat was ook alweer het Pact van Praag? Magnus Carlsen is nu gewoon echt kampioen en Viswanathan Anand is dit jaar zijn uitdager. Wat een revanchematch is, al heet het niet zo.

Ik ben even in de geschiedenis van de afgelopen 21 jaar gedoken en heb alles nog eens op een rijtje gezet.

Anand en Kramnik, twee van de hoofdrolspelers in de afgelopen 21 jaar, hier tijdens het Corus-toernooi in 2001

1993: De breuk

In 1993 was Gari Kasparov gewoon wereldkampioen. Dat was hij al sinds 1985. Nigel Short werd zijn nieuwe uitdager, na in de kandidatenmatches eerst Anatoli Karpov en toen Jan Timman te hebben uitgeschakeld. Timman had de kandidatenfinale bereikt door in de halve finale Artur Joesoepov te verslaan. Short won de finale met 7,5-5,5.

Kasparov en Short speelden inderdaad hun match, maar buiten de FIDE om. Ze richtten de Professional Chess Association (PCA) op, waarvan ze hoopten dat die meer prijzengeld zou genereren en dat er minder geld aan de strijkstok van de FIDE zou blijven hangen. Kasparov begon de match al vernietigend met 3,5-0,5 en won uiteindelijk met 12,5-7,5.

De FIDE erkende de match uiteraard niet en organiseerde haar eigen WK-match, waarvoor ze niemand anders dan de verliezers Karpov en Timman kon uitnodigen. In de Canon hier op Schaaksite is de geschiedenis te lezen van deze match, die door Karpov met 12,5-8,5 werd gewonnen. Hij werd daarmee opnieuw de wereldkampioen van de FIDE, zonder Kasparov daarvoor te hoeven verslaan.

Timman en Karpov in 1999 in Hoogeveen: napraten over zes jaar eerder?

Anand en twee cycli

Zowel de FIDE als de PCA startten daarop een cyclus om een nieuwe uitdager te bepalen. Die van de FIDE was natuurlijk verreweg het langst, met zonetoernooien, interzonetoernooien en kandidatenmatches. Anand was een van de spelers die aan beide cycli meededen en zei: “Mijn manier om de tweedeling in de schaakwereld op te heffen is door in beide kampen wereldkampioen te worden.” Goed plan maar het lukte niet.

In de PCA-cyclus won Anand van Oleg Romanisjin, Michael Adams en Gata Kamsky, waarmee hij het recht verwierf Kasparov uit te dagen. Anand begon de match in New York hoopvol, na acht remises won hij de negende partij. Daarna maakte Kasparov echter een tussensprint van 4,5 uit 5, gevolgd door vier remises: 10,5-7,5.

Kasparov bleef nog even wereldkampioen. Hier legt hij iets uit aan journalisten, Wijk aan Zee 2001

Van Wijk aan Zee naar Elista

In de cyclus van de FIDE had onze landgenoot Paul van der Sterren zich via het interzonetoernooi verrassend geplaatst voor de kandidatenmatches. Die werden in januari 1994 in Wijk aan Zee gespeeld, gelijktijdig met het Hoogovenstoernooi. Van der Sterren werd uitgeschakeld door Kamsky. Jan Timman, die zich niet hoefde te kwalificeren, won van Joël Lautier, maar werd vervolgens uitgeschakeld door Valeri Salov.

Anand won van Joesoepov, maar werd een ronde later uitgeschakeld door Kamsky, die hij in de PCA-cyclus nog had verslagen. Die match werd gespeeld in India, net als de WK-match vorig jaar tegen Carlsen, die Anand ook verloor. Goede herinneringen aan thuiswedstrijden heeft hij dus niet.

Toen waren er nog drie spelers over en gek genoeg werd verdedigend kampioen Karpov daaraan toegevoegd. Al in de halve finale, een unicum in de WK-geschiedenis. Hij versloeg Boris Gelfand en in de finale in Elista Kamsky met 10,5-7,5, na een overweldigende start met 6,5-2,5.

Van Groningen naar Lausanne

In 1997 nam de FIDE een omstreden besluit. Geen lange WK-cycli meer, maar een man of honderd bij elkaar zetten en een kandidatentoernooi met knock-outmatches spelen, waarvan de eerste maar twee partijen omvatten. De eerste editie werd in december 1997 in Groningen gespeeld. Loek van Wely speelde een mooie rol, maar Anand won het toernooi, door in de finale Michael Adams te verslaan. Na vier remisepartijen en vier rapidpartijen die ook remise werden, werd de strijd beslist in een vluggertje, waarvan de winnaar 614.000 dollar zou krijgen en de verliezer 300.000. De partij staat sindsdien bekend als het duurste vluggertje in de schaakgeschiedenis. Anand won en werd daarmee uitdager van Karpov, in een match die… drie dagen later in Lausanne begon. Karpov, die de vermoeide Anand in Zwitserland uitgerust zat op te wachten, hield de match op 3-3 en won de barrage van rapidpartijen. Karpov bleef de wereldkampioen van de FIDE.

In de Canon hier op Schaaksite is een langer verhaal over het toernooi in Groningen te lezen.

Geld boven sport

Kasparov zat intussen ook niet stil. De ‘echte’ wereldkampioen bepaalde zelf hoe zijn uitdager zou worden bepaald. Niet door een lange cyclus, want eigenlijk waren er maar twee schakers die een kans tegen hem hadden en dat was Vladimir Kramnik. O wacht, twee. Nou, doe dan ook maar Alexei Sjirov. Niet Anand, die had hij immers al een keer verslagen.

Kramnik en Sjirov zouden een match tegen elkaar spelen en de winnaar van die match, dus Kramnik, zou een WK-match tegen Kasparov spelen.

Er volgde een kink in de kabel: Sjirov won de match tegen Kramnik. Vervolgens werd er geen sponsor gevonden die Kasparov een miljoen wilde geven om van Sjirov te winnen. Geen probleem, want het bedrijf Brain Games wilde wel veel geld op tafel leggen voor een match Kasparov-Kramnik. Ik schrijf het nu een beetje sarcastisch op, maar ook dit was een unicum in de WK-geschiedenis. De winnaar van de kandidatenfinale werd vervangen door de verliezer omdat de wereldkampioen en de sponsor dat wilden.

Het werd in Londen een match met veel remises en met overwinningen van Kramnik in de tweede en tiende partij. De match die over zestien partijen zou gaan, eindigde daarom na vijftien partijen in een 8,5-6,5-overwinning van Kramnik. Kasparov was na zestien jaar onttroond.

Kopzorgen voor Sjirov. Al is de foto in 1999 genomen in de Vondelkerk in Amsterdam tijdens een blindsimultaan.

Knock-outkampioenschappen

De FIDE ging door met de knock-outtoernooien, maar wel met een belangrijke verandering. Kennelijk na de kritiek op Groningen/Lausanne besloot de bond dat het geen kandidatentoernooi, maar een wereldkampioenschap zou worden. Karpov zou dus moeten meedoen om zijn titel te verdedigen. Dat deed hij niet, want de Rus stond op het standpunt dat hij zijn titel alleen in een match op het spel hoefde te zetten. Dit was het einde van de innige band van Karpov met de FIDE en het einde van Karpovs rol op het WK-podium.

Het WK van 1999, in Las Vegas, kreeg een onverwacht verloop. De toen nog niet zo heel bekende Liviu-Dieter Nisipeanu schakelde Sjirov uit, maar verloor vervolgens van Alexander Khalifman. Adams schakelde Kramnik uit (dit was nog voordat Kramnik wereldkampioen van de andere ‘cyclus’ werd), maar verloor vervolgens van Vladimir Akopian. De finale Khalifman-Akopian zal door niemand zijn voorspeld.

Voor het eerst zou een volstrekte outsider wereldkampioen worden. Ik herinner me dat de Nederlandse toernooiorganisator Jeroen van den Berg in de wandelgangen zei: “Het is voor de FIDE te hopen dat Khalifman wint. Want Akopian is gewoon een heel erg sterke grootmeester, terwijl Khalifman tenminste nog de naam heeft geniaal te zijn.” Khalifman won inderdaad, met 3,5-2,5. Op opmerkingen dat hij toch niet de sterkste schaker van de wereld was, was in de daaropvolgende jaren zijn steevaste antwoord: “Wereldkampioen is de winnaar van het wereldkampioenschap.” Toegegeven, daar is geen speld tussen te krijgen.

Khalifman (Hoogeveen 2000) en Kasimdzjanov (Wijk aan Zee 1999), twee wereldkampioenen die eigenlijk niet de sterkste schakers van de wereld waren.

Outsiders als wereldkampioen

In 2000 mengde Anand zich weer in de WK-strijd van de FIDE. In New Delhi versloeg hij in de halve finale Adams, een koele kikker die altijd ver kwam in knock-outtoernooien. Sjirov schakelde Grisjoek uit. In de finale, die vreemd genoeg in Teheran werd gespeeld, hoefden niet eens alle zes de partijen gespeeld te worden. Anand verpletterde Sjirov met 3,5-0,5.

In de volgende editie rond de jaarwisseling 2001/02 in Moskou werd Anand in de halve finale uitgeschakeld door Ivantsjoek. De Oekraïner trof in de finale zijn landgenoot Ruslan Ponomariov, die o.a. Morozevitsj, Barejev en Svidler had uitgeschakeld. Ponomariov won de finale met 4,5-2,5 van Ivantsjoek.

Omstreden was de toewijzing van het WK 2004 aan Libië (Tripoli), omdat de regering van dat land geen visum wilde verlenen aan joodse schakers. Kanshebber Boris Gelfand was het meest prominente slachtoffer, hij mocht domweg niet meedoen.

Rustam Kasimdzjanov werd na Khalifman en Ponomariov de derde outsider die wereldkampioen werd. Cadeau kreeg hij het zeker niet, Kasimdjanov schakelde Ivantsjoek, Grisjoek en Topalov uit en won in de finale met 4,5-3,5 van Adams. Een indrukwekkend rijtje.

Pact van Praag

Om een einde te maken aan de tweedeling, werd in 2003 op initiatief van Yasser Seirawan het beroemde ‘Pact van Praag’ gesloten. Normaal zou zijn, om een match te organiseren tussen de twee wereldkampioenen Kramnik en Ponomariov. De gedroomde match was echter opnieuw Kramnik-Kasparov. Aangezien beiden tot het niet-FIDE-kamp behoorden, zou dat geen herenigingsmatch zijn. Het idee werd als volgt. In Dortmund zou buiten de FIDE een kandidatentoernooi worden gespeeld. Dat gebeurde inderdaad, en werd gewonnen door Peter Leko. Die zou een match spelen tegen Kramnik, terwijl Kasparov tegen FIDE-kampioen Ponomariov zou spelen. De winnaars van de twee matches zouden een WK-match tegen elkaar spelen, waarna de FIDE de organisatie voortaan weer in handen mocht nemen.

Goed plan, maar er kwam niets van terecht. De match van Kasparov tegen Ponomariov kwam niet van de grond, terwijl de FIDE er ook niet in slaagde een match te organiseren tussen Kasparov en de volgende wereldkampioen Kasimdzjanov.

Wel werd er in 2004 in Brissago (Zwitserland) een match gespeeld tussen Kramnik en Leko. Na dertien partijen stond Leko met 7-6 voor, maar Kramnik won de laatste partij. Volgens de oude regel dat een wereldkampioen bij een gelijkspel zijn titel behoudt, werd Kramnik na 2000 dus ook de wereldkampioen van 2004. Maar een herenigde schaakwereld was nog geen stap dichterbij gekomen.

Peter Leko, hier naast Corus-perschef Tom Bottema (links) in Wijk aan Zee 2000, speelde ook even een belangrijke rol op het WK-toneel.

Herenigingsachtkamp?

Een achtkamp tussen de acht sterkste schakers ter wereld, dat leek in 2005 een prima idee van de FIDE om in één klap alles weer bij elkaar te brengen. Kramnik ging er echter niet mee akkoord. Hij vond de achtkamp prima, maar dan als kandidatentoernooi. De winnaar zou hem mogen uitdagen. Het toernooi ging wel door, in San Luis (Argentinië) als FIDE-WK. Veselin Topalov werd de enigszins verrassende winnaar met een prachtige score van 10 uit 14, voor Svidler, Anand, Morozevitsj, Leko, Kasimdzjanov (titelverdediger), Adams en Polgar.

Topalov was daarmee wereldkampioen van de FIDE, maar hij was tevens bereid tot een match tegen Kramnik om het ‘wereldkampioenschap van de herenigde schaakwereld’. Die match werd in 2006 in Elista gespeeld, de hoofdstad van Kalmukkië, het land van FIDE-president Iljoemzjinov. De match werd een ramp, ontsierd door het beruchte ‘Toiletgate’. Bij een stand van 3-1 voor Kramnik weigerde de Rus aan te treden voor de vijfde partij, omdat hij er door Topalov van was beschuldigd op het toilet een computer te raadplegen. Kramnik ging niet akkoord met een gezamenlijk toilet met toezicht, inderdaad een nogal gênante eis. De arbiter verklaarde de partij daarop voor Kramnik verloren. De match eindigde in 6-6, waarna Kramnik in de verlenging de rapidmatch won. Dat voelde als gerechtigheid, Topalov had immers een punt cadeau gekregen. Minpunt was, dat Kramnik zich hierdoor wel wereldkampioen mocht blijven noemen, maar dat de organisatie nog niet terug was bij de FIDE. Kramnik bleef de baas, vond hij.

Veselin Topalov, hier in 2001 in Wijk aan Zee, won in 2005 op fantastische manier het FIDE-WK in Argentinië.

Toch hereniging

De hereniging kwam dan toch eindelijk in 2007, toen Kramnik overstag ging en deelnam aan een nieuwe achtkamp van de FIDE, in Mexico. Na de tijdelijke hemelbestormers Leko en Topalov was het opeens weer de ‘oude’ Anand die triomfeerde. Hij won het toernooi met 9 uit 14, een punt voor Kramnik en Gelfand. Alle zes partijen tussen de eerste drie waren in remise geëindigd, maar dat mocht voor Anand de pret niet drukken: hij was na 2000 voor de tweede keer wereldkampioen, en nu van de herenigde schaakwereld.

Mocht er nog iemand twijfelen of de echte wereldkampioen wel echt echt was, dan maakte Anand aan die twijfels een einde door in 2008 Kramnik in de revanchematch in Bonn met maar liefst 8,5-4,5 te verslaan.

In 2010 in Sofia won Anand de volgende WK-match tegen Topalov met 6,5-4,5. In Topalovs eigen Bulgarije, Anand scoort beter in uitwedstrijden dan in thuiswedstrijden.

Twee jaar later in Moskou speelde Anand met 6-6 gelijk tegen Gelfand. De regel dat de wereldkampioen bij een gelijkspel zijn titel behoudt, was inmiddels afgeschaft. Anand won echter de daaropvolgende rapidmatch.

In 2013 in India raakte Anand zijn wereldtitel kwijt aan Magnus Carlsen, die de match won met 6,5-3,5. Achttien jaar geleden was het toen, dat de Indiër zijn eerste WK-match speelde. Maar eind van dit jaar volgt weer een nieuwe match tegen Carlsen. Om wat inmiddels weer de echte onbetwiste wereldtitel heet.

Alle foto’s zijn genomen door de schrijver van dit artikel.

6 Reacties

  1. Avatar
    Paul Bierenbroodspot 24 april 2014

    Toiletgate ging wel iets anders dan hier beschreven. Kramnik werd beschuldigd van computergebruik en niet Topalov.

  2. Avatar
    Johan Hut 24 april 2014

    Ik voelde al dat er iets niet klopte, maar het gekke is dat Kramnik tegen een nul opliep. Ik zal het aanpassen.

  3. Avatar
    Lucas 24 april 2014

    Later werd bekend dat Kramnik darmproblemen had, waar hij liever niet over sprak, maar waardoor hij inderdaad veel naar het toilet ging. Topalov en zijn coach gebruikte dat gegeven om Kramnik vals te beschuldigen, en om bij de wedstrijdleiding een beperking van dat toiletbezoek af te dwingen. Een smerige actie van Topalov.

  4. Avatar
    wimw 25 april 2014

    Uit Wikipedia – 2006: Match Topalov – Kramnik. Van 21 september tot 13 oktober 2006 werd door Kramnik en Topalov een match over 12 partijen gespeeld om de wereldtitel. Op de stand 3-1 voor Kramnik dreigde toiletbezoek spelbreker te worden. Topalov vond het verdacht dat Kramnik zoveel keer per partij het toilet bezocht. Op zijn verzoek kregen beide spelers hetzelfde toilet toegewezen. Uit protest hiertegen kwam Kramnik tijdens de vijfde partij niet opdagen; deze werd reglementair gewonnen door Topalov. Na bemiddeling door FIDE-president Kirsan Iljoemzjinov werd de beslissing over de toiletten teruggedraaid en de match hervat met de stand 3-2 voor Kramnik. Op 13 oktober werd Kramnik wereldkampioen schaken; in de WK-tweekamp met Topalov was na 12 wedstrijden de stand 6-6; de tie-break bestaande uit 4 rapid partijen, werd door Kramnik met 2,5 tegen 1,5 gewonnen.

  5. Avatar
    Pieter_Roggeveen 25 april 2014

    Mooi stuk, maar denk dat 2 correcties op zijn plaats zijn:

    ‘Kasparov zat intussen ook niet stil. De ‘echte’ wereldkampioen bepaalde zelf hoe zijn uitdager zou worden bepaald. Niet door een lange cyclus, want eigenlijk waren er maar twee schakers die een kans tegen hem hadden en dat was Vladimir Kramnik. O wacht, twee. Nou, doe dan ook maar Alexei Sjirov. Niet Anand, die had hij immers al een keer verslagen.’

    Kasparov wilde een match tussen de nrs 2 en 3 van de ratinglijst (Anand en Kramnik) organiseren, maar Anand weigerde deze omdat hij zijn woord al aan Fide had gegeven. Toen kwam nr 4 Shirov in beeld. Shirov weigerde overigens zelf vanwege een in zijn ogen te laag prijzengeld een aanbieding voor een WK-match met Kasparov.

    "Minpunt was, dat Kramnik zich hierdoor wel wereldkampioen mocht blijven noemen, maar dat de organisatie nog niet terug was bij de FIDE. Kramnik bleef de baas, vond hij.

    De hereniging kwam dan toch eindelijk in 2007, toen Kramnik overstag ging en deelnam aan een nieuwe achtkamp van de FIDE, in Mexico."

    Zo was de clausule vooraf bepaald. De winnaar van Kramnik – Topalov was ‘herenigd wereldkampioen’ en de titel was terug bij FIDE. De winnaar zou in 2007 in een achtkamp de titel op het spel zetten, op voorwaarde dat hij met de winnaar (indien niet hijzelf) het jaar erop een WK-match zou plaatsvinden (Kramnik – Anand, Bonn 2008). De verliezer van Kramnik – Topalov zou tegen de winnaar van de World Cup (Kamsky) een kandidatenmatch mogen spelen om de winnaar van de WK-match van 2008 uit te dagen. En zo geschiede – Topalov versloeg Kamsky en mocht tegen Anand spelen om de wereldtitel in Sofia, 2010.

  6. Avatar
    Johan Hut 25 april 2014

    Bedankt, Pieter.

    Het is best lastig om dit allemaal te achterhalen, maar als ik jouw verhaal zo lees, denk ik dat het helemaal klopt.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.