Studies archief
WS#8
Composers: Paul Heuäker (1964)
Bron: BCSC door Brian Stephenson
Voor de hand ligt 1.Pxf5, maar na 1..Kg4 2.Dh4+ Kf3 3.Dh3+ Ke4 4.De3+ Kd5 5.Dd3+ Kc6 is de zwarte koning veilig. Andere pogingen na 1.Pxf5 werken ook niet. In studies moet je je echter niet laten verleiden door voor de hand liggende zetten, omdat de schoonheid vaak in de details zit. Maar je moet wel zien dat 1.Pg8+ een serieuze poging is om de dame te winnen. Na 1..Kg3 wint wit de dame vrij makkelijk met 2.Dh2+ Kf3 3.Df2+ Ke4 4.Pf6+. Na 1..Ph4 2.Dc3+ moet het zwarte paard ertussen: 2..Pf3 3.Dxf3+ Kh4 4.Df2+ Kg5 5.De3+. Het schaak geven over de zwarte velden is typisch. Als zwart naar Kh4 gaat wint wit met 6.Dh6+ de dame zoals in de eerste variant. Na 5..Kg6 6.Dh6+ Kf7 7.Dh7+ dwint wit nameruil af. 7..Ke6 8.Dh3+. De moeilijkheid zit hem in deze opgave vooral in het afkeuren van 1.Pxf5 en het openstaan voor andere ideeën!
WS#13
Composer: Gulyaev (1927)
Bron: A.P. Gulyaev; A. P. Grin Chess Endgame Studies door T.G. Whitworth
Wit staat groot materiaal achter, en moet proberen de dame te winnen. Deze kan aangevallen worden met 1.Td8. De dame kan niet gepakt worden vanwege een paardvork, en hetzelfde geldt na 1..Db7 2.Tb8. Na 2..Da6 is het de koning die moet opgejaagd worden om een paardvork te forceren. Dit kan met 3.Pe6+ Kc4 4.d3+ Kc3 5.Tb3+. Na bijvoorbeeld 5..Kxb3 wint wit de dame en de partij met 6.Pc5+. 3.Pd7+? was niet correct, en de reden is dat de koning op het eind dan ook naar d4 kan.
WS#20
Composer: König en Mandler
Bron: Wiener Schachzeitung, 1924
De zwarte torens staan aangevallen, maar dekken elkaar. Als troeft heeft wit nog een vrijpion. Deze wordt opgegeven om matdreigingen te genereren. 1.f7 Kg7 2.f8D+ Kxf8 3.Tf1+ Kg8 4.Tg2+ Kh6 5.Th1+ Th3 6.Teh2!. Het sleutelmotief.Omdat de toren nu twee keer wordt aangevallen, is deze gedwongen een witte toren te slaan. Wit kan terugnemen met schaak en dan blijft de andere toren hangen. 6..Tbc3+ 7.Kb4 Tb3+ 8.Ka4 Txh2 9.Txh2+ Kg5 10.Kxb3.