Erwin l’Ami in mondiale top honderd
Erwin l’Ami staat voor het eerst in zijn leven in de top honderd van de wereld. Loek van Wely staat niet ver boven hem, na in Australië 31 Elo-punten te hebben verloren. Benjamin Bok blijft maar stijgen. Op de wereldranglijst van de junioren behoort Nederland tot de drie sterkste landen! Dat zijn de opvallendste feiten op de Elo-lijst van de FIDE per 1 mei.
(Erwin l’Ami vorige zomer in Vlissingen. Foto: Harry Gielen.)
Hier de Nederlandse top honderd bij de mannen.
Anish Giri bleef vrijwel gelijk en staat op plaats zeventien van de wereldranglijst. Volgende maand in Noorwegen zou hij wel eens een sprong richting top tien kunnen doen. Als hij daar net als in Wijk aan Zee ongeslagen blijft, wint hij een sloot Elo-punten.
Sergei Tiviakov deed wat hij zo vaak deed. Hij won toernooien in Jakarta (7,5 uit 9) en Kuala Lumpur (7 uit 9), maar won daar slechts zes Elo-punten mee. De tegenstand was op papier dus niet zo sterk. Niet getreurd, toernooiwinsten zijn mooier dan ratingwinsten.
Ook Loek van Wely was ver van huis, hij speelde twee toernooien in Australië. Met een score van 12 uit 18 verloor hij er maar liefst 31 Elo-punten. Opvallend was dat hij 1,5 uit 3 scoorde tegen spelers boven de 2600, maar te veel punten liet liggen tegen veel zwakkere spelers.
Erwin l’Ami won welgeteld 1,6 Elo-punt in de competitie, maar kwam daarmee voor het eerst in de top honderd. Hij staat op de gedeelde 98e/100e plaats.
Van Ivan Sokolov en Robin van Kampen werden geen partijen verwerkt, terwijl Jan Smeets en Dimitri Reinderman vrijwel gelijk bleven.
Jan Timman verloor vijf punten, met name door een nederlaag tegen Maarten Solleveld in de Bundesliga.
Daniel Stellwagen, die nog steeds inactief is, zakte naar de tiende plaats, die hij nu deelt met Benjamin Bok. Die is juist heel actief. In Fagernes (Noorwegen) won hij vijf Elo-punten, in Skopje (Macedonië) won hij er tien. Daarmee komt hij voor het eerst boven de 2600 en voor het eerst in de top tien.
Met Benjamin Bok komen we ook bij de wereldranglijst voor junioren. Misschien niet zo bekend, maar Nederland doet het daar al een tijdje beter dan op de grote wereldranglijst:
1. Anish Giri
8. Robin van Kampen
17. Benjamin Bok
46. Quinten Ducarmon
76. Jorden van Foreest
Wat moeten we hier voor conclusie uit trekken? Dat Nederland een geweldig jeugdschaakland is? (Waar – eerlijk is eerlijk – Giri geen product van is.) Of dat Nederland het bij de jeugd goed doet, maar die lijn niet doortrekt naar de echte groten?
Bij de Nederlandse vrouwen deze keer nauwelijks mutaties in de top. Twee speelsters verloren meer dan tien punten.
Anne Haast verloor er twaalf, door twee nederlagen in de KNSB-competitie, tegen John van der Wiel en Xander Wemmers. Kan gebeuren.
Desiree Hamelink overkwam ongeveer hetzelfde, negentien punten verlies in twee KNSB-potjes. Zij verloor van Joop Piket en Ludo Tolhuizen.