Schaakrubrieken weekend 10 mei 2014
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
| Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Een eigenzinnige jongen
Ik hield mijn hart vast toen ik zag dat Lajos Portisch het vorige weekeinde in Boedapest een tweekamp van vier rapidpartijen had gespeeld tegen Richard Rapport. Oud tegen jong, dat gaat meestal niet goed voor de oudere schaker.
Portisch was tientallen jaren een van de sterkste schakers van de wereld en Rapport moet nog maar zien dat hij het zo ver brengt, maar het leeftijdsverschil was wel erg groot; Portisch is 77 en Rapport is 18 jaar, jong maar niet onervaren, want hij was al grootmeester toen hij 13 was. Bovendien gewiekst in het rapidschaak; vorig jaar was hij er kampioen van Europa in.
Het ging in Boedapest ongeveer zoals te verwachten viel: Rapport won de match met 3,5-0,5.
Portisch grapte dat er tussen hem en Rapport vele generaties waren en dat de Hongaarse schakers van de tussenliggende generaties misschien niet tegen Rapport durfden te spelen. Hij zelf speelt nog af en toe een toernooi en hij zingt ook nog steeds. Aan het eind van de match gaf hij een concert.
Rapport is een schaker die graag ongewone openingen speelt. In Wijk aan Zee won hij dit jaar een mooie partij tegen Gelfand met het min of meer respectabele Boedapester gambiet, maar vaak gaan zijn experimenten over de rand van de waanzin. Een kras voorbeeld is Kjartarsson – Rapport, Reykjavik Open 2014: 1. Pf3 e6 2. g3 g5. Rapport won die partij.
De opgave van deze week komt uit de derde matchpartij tussen Portisch en Rapport en helaas moet ik zeggen dat de oplossing niet moeilijk is. Bij de hier volgende partij uit het Neckar Open schreef het Duitse tijdschrift Schach: „De 18-jarige Hongaarse excentriek speelde zijn tegenstanders niet alleen bliksemsnel de grond in, maar leverde ook de bijbehorende show: hij kwam bij iedere partij te laat, bemoeide zich meer met zijn vriendin, die ook meespeelde, dan met zijn eigen partijen en wandelde graag door de toernooizaal als hij aan zet was.”
Axel Bachmann – Richard Rapport, Neckar Open 2014
1 .d4 e6 2. Pf3 f5 3. c4 Pf6 4. g3 Le7 5. Lg2 0-0 6. d5 Pe4 7. Pbd2 Pxd2 8. Lxd2 Lf6 9. Dc2 Pa6 10. 0-0 Pc5 11. Lc3 d6 12. Pd2 Lxc3 13. Dxc3 e5 14. b4 Pd7 15. f4 Nu wordt zijn loper afgesloten. Er was niets tegen het natuurlijke 15. c5 Pf6 16. Pc4. 15…e4 16. Pb3 Pf6 17. Tfd1 Ld7 18 .e3 La4 19. Lh3 g6 20. Td2 Lxb3 21. axb3 a6 22. Lf1 g5 Schach schrijft: „Rapport wierp deze zet op het bord als een pokeraar zijn chips, draaide zich, bijval zoekend, naar alle kanten en sprong van zijn stoel.” 23. fxg5 Het pionoffer aannemen was niet nodig, maar verkeerd is het ook niet. 23…Pg4 24. h4 Pe5 25. Tg2 h6 26. gxh6 Df6 27. Tc1 Dxh6 Zwart heft een mooi paard, wit een pluspion. 28. Kf2 Hij maakt zich te veel zorgen. Gewoon 28. Le2 gevolgd door 29. c5 was goed mogelijk. 28…b6 29. Ta1 Dg7 30. Dd4 Kh7 31. Le2 Kh8 Zwart bereidt de volgende actie voor: 32…f4 33. gxf4 Txf4+ , waarna 34. Kg1 zou verliezen wegens het mooie dame-offer 34…Tg8, maar 34. Ke1 nog goed speelbaar zou zijn voor wit. 32. Tgg1 Alles was beter dan dit, zelfs een beurt overslaan.
32… f4 Door wits vorige zet is dit nu direct beslissend. 33. g4 Niets helpt meer. Ook na 33. exf4 Pg4+ of 33. gxf4 Txf4+ 34. exf4 Pg4+ wint zwart. 33…Pd3+ Wit gaf op. Hij verliest een stuk na 34. Kg2 f3+ of de dame na 34. Lxd3 fxe3+.
Opgave
Lajos Portisch – Richard Rapport, Boedapest 2014. Zwart begint en wint.
Oplossing: 1..Pxe4 2. fxe4 (ook na 2. Lxe7 Pf2+ of 2. Lxe4 Txe4 of 2. Txe4 Txe4 wint zwart) Txe4 3. Txe4 Txe4 en wit gaf op. Hij gaat mat.
Kip met de gouden eieren is van de leg geraakt
De wereldschaakbond FIDE verkeert in staat van lichte paniek omdat de kip met de gouden eieren van de leg is geraakt. Voor de WKmatch tussen Carlsen en Anand, die in november plaats dient te vinden, heeft zich nog geen kandidaat-organisator gemeld. Op 30 april verliep de eerder al met anderhalve maand opgerekte uiterste datum waarop aanbiedingen konden worden ingediend.
Het is een tegenslag waarop niet was gerekend. In het recente verleden kostte het weinig moeite onderdak te vinden voor de WKmatches van Anand. Vorig jaar sloeg de FIDE zelfs een bod van Parijs af dat hoger was dan dat van Chennai, de stad die gastheer was van de eerste ontmoeting tussen Anand en Carlsen.
Een WK-tweekamp is duur. Chennai was ongeveer 3,2 miljoen euro kwijt aan organisatie- en prijzengeld en de FIDE-belasting van 20 procent van het prijzenfonds. Het is misschien onrealistisch te verwachten dat ieder jaar organisatoren in staat zijn een dergelijk bedrag bijeen te brengen.
Toch leek er ditmaal geen reden voor bezorgdheid. Er werd gezegd dat in Noorwegen de sponsors elkaar verdrongen om de wereldkampioen een thuiswedstrijd te laten spelen. En in geval van nood zou allicht een beroep kunnen worden gedaan op Saint Louis, de stad waar Carlsen vorig jaar zijn laatste voorbereidingstoernooi voor de WK-match speelde.
Het zijn loze geruchten gebleken. In Noorwegen, dat dit jaar al een elitetoernooi in Stavanger en de Olympiade in Tromsoe onder zijn hoede heeft, is het budget voor schaken even opgedroogd. In de rest van de wereld staan sponsors niet te springen om een tweekamp te adopteren die misschien een herhaling zal zijn van het eenzijdige gevecht dat vorig jaar in Chennai werd geleverd.
Het zal uiteindelijk wel in orde komen, al is het mogelijk dat Carlsen en Anand elkaar niet in november, maar pas volgend voorjaar zullen treffen. Het is niet erg. Vroeger, voor 1984, werd om de drie jaar een WK-match gehouden. Eens per twee jaar is een alleszins redelijk alternatief. Carlsen nam rust na de door hem gewonnen Gasjimov Memorial in Sjamkir, maar dat gold niet voor andere deelnemers aan het toernooi. Caruana en Nakamura reisden naar Condino om voor een club uit Padova deel te nemen aan de slotronden van het Italiaans teamkampioenschap. Met deze kanonnen aan de topborden kostte het Padova geen moeite de titel te veroveren.
In de laatste wedstrijd van het toernooi stond Caruana in zijn partij tegen de Bulgaar Vladimir Georgiev voor een bekend probleem: hoe versla ik als sterkere speler met zwart een solide tegenstander van grootmeestersterkte:
Georgiev – Caruana Condino 2014
1. Pf3 d6 2. d4 g6 3. e4 Lg7 4. Lc4 a6 5. 0-0 e6
Caruana kiest een variatie op wat in sommige kringen hetNijlpaardensysteem wordt genoemd. Laat u niet verleiden zijn
voorbeeld te volgen. Alleen zeer sterke spelers komen er mee weg.
6. Te1 Pe7 7. c3 0-0 8. Lb3 Pd7 9.Pbd2 b5 10. a4 Lb7 11. De2 Tb8 12. axb5 axb5
Tot nu toe heeft wit keurig gespeeld. Maar zijn volgende aanvalszet uit de losse pols is misplaatst. Het zou verstandiger zijn te kiezen voor het kalme 13. Lc2 c5 14. Pb3 met licht voordeel voor wit.
13. h4 c5 14. h5 Pc6 15. hxg6 hxg6 16. d5 exd5 17. Lxd5
Nu wordt veld d3 een zwak punt in wits kamp. Misschien kwam 17. exd5 Pce5 18. Pxe5 Pxe5 19. Pe4 (19 … c4 20. Lc2 Lxd5 21. Lf4) meer in aanmerking.
17 … c4! 18. Pf1 Pce5
19. Lf4
Van kwaad tot erger. Na 19. Pxe5 Pxe5 20. Pe3 blijft de schade beperkt.
19 … Lxd5 20. Lxe5 dxe5 21. exd5 Pc5 22. Ted1 e4 23. Pd4 Lxd4 24. cxd4 Pd3 25. Pe3 Df6 26. b3 Dxd4 27. bxc4 bxc4 28. Ta4 Tb2
29. Td2
En voordat zwart de kans kreeg 29… Pf4 te spelen, gaf wit op
Schaken in gevangenschap.
‘7 januari 1941 – juni 1941; cel 529. Mijn celgenoot, die zelf niet kon schaken, stond -soms langer dan een uur- met zijn oor tegen de celdeur om te horen of er een bewaker langs kwam. Vooral die ene Roemeense SS-er was gevaarlijk en kwaadaardig, maar mijn celgenoot had een scherp gehoor. Ik schaakte dan met een gevangene in de cel naast ons. We zeiden via het balkje in de tussenmuur, waaraan onze tafeltjes bevestigd waren, zachtjes met ons hoofd op het tafeltje onze zetten. Dat was niet zo gemakkelijk en we brachten het dan ook niet zo ver, maar we leerden wel aan. Na enkele weken kwamen we tot ongeveer 7 zetten in de blinde. Aldoende vorderden we, maar verder dan 7 of 8 zetten kwamen we niet. Ik heb de vriend-schaker na mijn vrijlating nooit meer ontmoet.’
Een van de vele verhalen waarbij de schaaksport enige verlichting brengt in donkere tijden. In deze tijd waarin we stilstaan bij de vrijheid van handelen en denken en dat vieren, googlede ik wat naar ‘schaken in gevangenschap’. Dit verhaal staat op de site www.oranjehotel.org/historie/verhalen/ maar er zijn er veel meer.
De schaaksport is bij uitstek geschikt voor achter de tralies, het doet de muren verdwijnen. Het moet in 1974 geweest zijn toen Jan Timman wegens een soort van dienstweigering werd meegenomen door de marechaussee direct na de prijsuitreiking van het NK. Wij waren in die tijd nogal veel onderweg en het Ministerie van Defensie had de sportkaternen goed bijgehouden want ze wisten precies wanneer en hoe laat Jan kampioen werd.
Er was geen ontkomen aan. Het was een principe-dingetje geworden voor het Ministerie want Jan had hun post al een paar jaar ongelezen terzijde gelegd. Toen ik hem later opzocht in de Nieuwersluis gevangenis had hij daar een bijzondere positie. “Aan het eind van de gang vindt u een cel waarvan de deur altijd open staat want meneer wil er ook niet uit met luchten want dan is hij aan het studeren of zo”, zei de vriendelijke portier. “Meneer hoort hier helemaal niet”, mompelde hij er nog achteraan. In de cel liet Jan me een paar mooie ideeën voor studies zien die hij later zou vervolmaken. Ik mocht wat langer blijven dan het bezoekuur. Een weekje later was hij gelukkig weer vrij man, men had zijn punt gemaakt, het had de pers gehaald en meer zat er niet in.
Wit speelt en maakt remise.
Gedurende het radioprogramma Man en Paard (KRO, 1978-1992) hadden we een seizoen wekelijks contact met een van de gedetineerden in de 63 penitentiaire inrichtingen die ons land rijk is. Men reageerde schriftelijk op opgaven en in de uitzending hadden we dan live telefonisch contact. Toen bleek al hoe functioneel de schaaksport was, ongeacht het niveau.
Jaren later stond er ergens ineens een reus van een vent voor me, die een enorme hand toestak met de mededeling: “Bedankt, ik ben net los maar dat schaken heeft me enorm geholpen”. Fred Teeven, onze staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, is al jaren een pleitbezorger van schaken in gevangenissen van uit de gedachte dat meer vooruitdenken beter is voor iedereen. Hopelijk vindt hij voor het eind van zijn periode wat middelen en enthousiaste ambtenaren, die dit goede en niet dure idee tot uitvoering brengen.
Wit speelt en maakt remise.
De eerste studie is van Jan Timman uit 2010, geïnspireerd op een studie van Josef Hasek uit 1951. Het thema is een vorm van zelf-opsluiting, een fort om je heen bouwen waar niemand binnen kan komen. Wit begint met
1.d3+ Kd4 2.Kd2 e4 3.e3+ ke5 4.d4+ Kf6 5.Pe8+! Lxe8 6.Lh2 Dd7 7.Th1! Dc8 8.Ke1 Da8 9.Kf1 Ke7 10.Kg1 Kd7 11.Kf1 Da6+ 12.Kg1 Db5 De enige manier om de opsluiting te doorbeken.
13.axb5 cxb5 14.Kf1 Kc6 15.Ke1 b4 16.Kd2 Kb5 17.Tc1! Lc6 18.Kc2
‘En er is geen manier voor zwart om vorderingen te maken’, schreef Jan in The art of the endgame, New in Chess 2011. Een variant om dat te illustreren is 18…Kc4 19.Kd2+ Kb3 20.Kb1+ Ka2 21.Kc2 La4+ 22.Kc1 b3 23.Tb2+ Ka3 24.Tb1 Lc6 25.Ta1+ Kb4 26.Kb2 a4 27.Lg1 Kc4 28.Td1 en zwart komt niet verder.
De tweede studie is van Johann Berger, uit Theorie und Praxis der Endspiele 1890. De a-pion is niet meer te stoppen. Toch is er redding want de witte pionnen kunnen een onneembaar fort rond de koning bouwen.
1.f4 a5 Na gxf 2.h4 wint wit.
2.fxg5 a4 3.Kg3 a3 4.Kh4 a2 5.g3 a1D met remise door pat. Het thema ‘fort bouwen’ wordt hier in al zijn eenvoud en schoonheid gepresenteerd. De koning is door zijn pionnen precies op tijd gebalsemd en ingemetseld.
Bij ieder nieuw nummer van Chess Informant (www.sahovski.com) denk ik dat ze daar in Belgrado iets gebrouwen hebben wat niet meer te overtreffen is maar ook 119 is weer helemaal top, met dank aan o.a. de heren Matanovic en Asik.Een zgn Viking-editie (isbn 978-86-7297-070-8) met veel rood en blauw, alles ter ere van Magnus Carlsen wiens prestaties uitgebreid aan de orde komen, o.a. met excellent commentaar van Atalik.
Er zijn weer veel nieuwe columnisten, o.a.de Braziliaanse kampioen Leitao, al ontbreekt Kasparov even vanwege zijn campagne voor FIDE-president die hopelijk gaat slagen zodat de schaakwereld verlost wordt van het huidige individu die zich dan verder kan bezighouden met het bezoeken van dictators all over the World. Er zijn te veel interessante artikelen, ook over openingen, om ze allemaal op te noemen maar daarnaast natuurlijk ook waarmee het ooit begonnen is, de partijen, later aangevuld met de partijstellingen, eindspelen, studies,problemen e.d. De traditionele rubriek
De beste partij van het vorige nummer, gekozen door een select gezelschap van grootmeesters had voor het eerst sinds mensenheugenis weer eens een Nederlandse winnaar: het werd de partij Anish Giri – Michael Prusikin uit de Duitse Bundesliga waar menig grootmeester zichzelf van een leuk zakcentje voorziet al krijgen ze er geen paling bij zoals bij de Nederlandse kampioen En Passant uit Spakenburg.
Dan nu de partij: 1.c4 e5 2. Pc3 Pc6 3.g3 Lc5 4. Lg2 a6 5.e3 d6 6. Pge2 La7 7.d3 h5 8.h3 f5 zwart, met ongeveer 200 Elo minder, probeert kennelijk met dit soort zetten verwarring te stichten 9.h4 Pf6 10.d4 0-0 11.b3 toch wat te makkelijk gespeeld want nu komt zwart met het verrassende 11..f4 12.dxe Giri onderschat de zwarte zet, beter gxf4, want nu komt 12..f3! 13. Lxf3 Pxe5 14. Lg2 Lg4 15. Lxb7? wint weliswaar een pion maar zetten als 0-0 en f4 lijken beter gezien 15..Pf3+ 16. Kf1 Dd7 dreigt mat 17. Kg2 Tab8 18. Ld5+ ( 18. Lxf3 Lxf3+ 19. Kxf3 Dc6+) Kh8 (Pxd5 geeft moeilijke verwikkelingen waarin wit goed uit moet kijken) 19. Lb2 Tbe8 hier had de toren eigenlijk al op zet 17 naar toe gemoeten 20. Pf4 In een zeer problematische stelling speelt Giri op een voor de hand liggende misser van zijn tegenstander en die trapt er in: Pxh4+ (wit zou minder vrolijk kijken na 20..Pe5 21. Pce2 Pxd5 22.cxd Lf3+ 23. Kg1 Txf4 24.exf Pg4) Wint weliswaar de dame maar wit heeft voldoende compensatie. 21. Txh4 Lxd1 22.Txd1 g5 ligt voor de hand maar: 23. Pe4! gxh4 consequent 24. Lxf6+ Kh7 25. Th1 Txe4 (de beslissende fout maar na Df5, het beste, is het ook uit na bijv. 26. Pg5+ Kh6 27. Txh4 Txf6 28. Txh5+ Kg7 29. Pge6+ Dxe6 30. Pxe6+ Txe6 31. Lxe6 Txe6 32. Ta5) 26. Lxe4+ Kg8 27. Ld5+ Kh7 28. Pxh5 Kg6 29. Le4+ Kf7 30. Txh4 c6 31. Tf4 Kg8 32. Lf5 en zwart gaf op. Inderdaad een waar spektakelstuk en nu maar wachten wat Chess Informant volgende keer voor ons in petto heeft.
Probleem 2476 is een driezet van Havel.
En de sleutelzet van probleem 2474, het mat in 1, was hxg5e.p. want zwarts laatste zet moet wel g7-g5 geweest zijn. bv La2 of Pc8 kunnen niet gespeeld hebben want dan had wit schaak gestaan. Zo ook Pg8.
Creativiteit boven Elo-punten
In de wereldtop van de junioren is Nederland een van de drie sterkste landen. Per 1 mei staat Anish Giri op plaats één (dat staat hij al ruim een jaar), Robin van Kampen op acht en Benjamin Bok op zeventien. Net als Nederland heeft ook China drie spelers in de top twintig, zij het dat die alle drie in de top tien staan. Rusland heeft er twee bij de eerste tien en twee bij de tweede tien. In de top honderd is de koek daarmee voor Nederland nog niet op: Quinten Ducarmon staat op 46 en Jorden van Foreest op 76. Bij de junioren doet ons land het beter dan het in de algemene top honderd ooit gedaan heeft.
Zo’n wereldranglijst levert nauwelijks publiciteit op. Het zou voor de schaaksport in Nederland zo mooi zijn als we eens een wereldjeugdkampioen zouden krijgen. Dat is nog nooit gelukt en de laatste jaren laten de sterkste spelers (wereldwijd) het kampioenschap links liggen. Het Nederlands jeugdkampioenschap, dat in de meivakantie in Rotterdam werd gespeeld, is voor de toppers al helemaal niet interessant. Ducarmon deed mee om, als torenhoge favoriet, kampioen te worden en zich voor het WK te plaatsen. Een nederlaag in de laatste ronde tegen Zyon Kollen hield hem echter van de titel af. Outsider Bart von Meijenfeldt, die in de vierde ronde van Ducarmon had verloren, won al zijn overige partijen en werd Nederlands kampioen. Maar ook hij mag niet naar het WK, want het KNSB-bestuur heeft besloten dat de kampioen dat alleen mag als hij mondiaal een kanshebber is. Dat wordt afgemeten aan Elo-punten, waarvan Von Meijenfeldt er niet voldoende heeft.
Bart von Meijenfeldt speelt in Arnhem bij De Toren-VSV en maakt een goed seizoen door, waarin hij ook een meesternorm scoorde in het kersttoernooi in Groningen. Zijn Elo-rating is nog niet geweldig, zijn creativiteit is dat wel, getuige deze partij in de slotronde van het jeugdkampioenschap.
Mollema-Von Meijenfeldt
1.e4 c5 2.c3 d5 3.exd5 Dxd5 4.d4 g6 5.Pf3 Lg7 6.Pa3 cxd4 7.Lc4 De4+ 8.Le3 Ph6
Eenvoudig trucje: 8…dxe3? 9.Lxf7+ Kxf7 10.Pg5+ met damewinst, ook bij 9…Kf8 10.Dd8+ tussendoor.
9.cxd4 0-0 10.Db3 Pc6 11.Ld3 Dg4 12.h3 Dxg2 13.Ke2
De zwarte dame is nu niet meer te redden, maar Von Meijenfeldt had deze variant thuis voorbereid. Een ingestudeerd dameoffer dus.
13…Pg4 14.Tag1
Logisch dat wit dit verkiest boven 14.hxg4 Lxg4 15.Le4 Pxd4+ 16.Lxd4 Lxd4. Ook dat is onduidelijk, maar neem de dame maar, want daarvan is de compensatie nog heel onzeker.
14…Pxe3 15.Txg2
Na 15.Kxe3 is 15…Dxf3+ opeens een koude douche.
15…Pxg2 16.Pc2 Le6 17.Da3 Pf4+ 18.Ke1 Tac8 19.Le2 Ld5 20.Pe3 Le4
Zwart heeft voor de dame een toren, loper en pion plus een prettige stelling waarop wit geen vat krijgt.
21.Tg1 Pxd4 22.Pxd4 Lxd4
23.Dxe7
Geeft zwart nog een mooie torenlijn, maar als zwart e5 en f5 mag spelen kijkt wit tegen een vreselijke muur op.
23…Tfe8 24.Dd6 Lxe3 25.fxe3 Pxe2 26.Kxe2 Tc2+ 27.Kf1 Tec8 28.Tg5 h6 29.Te5 Lg2+ 30.Ke1 Lf3 31.Kf1 Lg2+ 32.Ke1 Lxh3 33.Tb5
Nu gaat het definitief mis, maar zwart stond al klaar om bijvoorbeeld Txb2 te spelen en de torens op de tweede rij te verdubbelen, wat met ondersteuning van de loper tot mat zal leiden.
33…Lg4
Dreigt Te2 en Tc1
34.Kf1 Le2+
Wit geeft het op.
|
Voor beginners A6398 Wit aan zet, wat is sterk?
|
Voor gevorderden B6398 Zwart aan zet, hoe moet hij verder?
|
Ter nagedachtenis aan Vugar Gashimov werd vorige maand in de Azerbeidzjaanse stad Shamkir een dubbelrondig grootmeester toernooi gehouden. Vugar Gashimov was een Azerneidzjaanse topgrootmeester die begin dit jaar op 27-jarige leeftijd overleed aan een hersentumor.
Wereldkampioen Carlsen en vijf andere wereldtoppers, Caruana, Nakamura, Karjakin, Mamedyarov en Radjabov maakten er een mooi toernooi van. Carlsen startte goed met twee winstpartijen maar zakte terug door twee nederlagen in de eerste helft van het toernooi. Na de voorlaatste ronde stond Carlsen samen met Caruana bovenaan. In de laatste ronde won Carlsen van Caruana waardoor Carlsen eerste werd en Caruana tweede. Daarna volgden drie spelers met gelijke punten. Laatste werd Mamedyarov. Een korte partij uit de tweede helft van het toernooi die door de winnaar van het toernooi, Carlsen, werd gewonnen.
Mamedyarov – Carlsen
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 d5 5. Pf3 (Beter is 5. cxd5 of 5. a3.) 5. … dxc4 6. Lg5 b5 7. a4 c6 8. g3 (Zwart heeft een pion meer en het is niet duidelijk wat de compensatie is van wit daarvoor.) 8. …Lb7 9. Lg2 Pbd7 10. 0-0 Db6 11. e4 (Mijn computer geeft als advies aan 11. Pe5, waarbij wit een tweede pion geeft. Er kan volgen 11. …Pxe5 12. Lxf6 gxf6 13. dxe5 fxe5 14. Tfd1 en wit staat niet slechter. Ook niet nemen van e5 door zwart is lastig: 11. Pe5 0-0 wegens 12. Le3!) 11… a6 12. Tfd1 h6 13. Le3 O-O 14. d5 c5 15. a5 (Gevaarlijk voor zwart is nu 15. …Lxa5 wegens 16. dxe6 fxe6 17. e5 Pd5 en 18. Lxh6!) 15. … Dd8 16. dxe6 (Niet goed is 16. d6? wegens 16. …Lxc3 en 17. …Pxe4 of 17. …Lxe4 afhankelijk van het nemen op c3. In beide gevallen wint zwart een tempo omdat de dame aangevallen staat.) 16… fxe6 17. Ph4 Lc3 18. bxc3 De8 (Ontpend het paard op d7, dekt e6 en g6.) 19. f4 (19. e5 is nu zinloos geworden, omdat zwart dan 19. …Pd5 heeft.) 19… Td8 20. h3 Tf7 21. Td6 e5 22. f5? (22. Te1 geeft mijn computer aan als beter. Het veld f5 is beter geschikt voor een wit paard.) 22… Pf8! 23. Lxc5? (Een misgreep. Beter is 23. Tad1 Txd6 24. Txd6 Td7 25. Lxc5 Dd8 26. Txd7 P8xd7 27. Lb4 Da8, wit verliest dan wel zijn e-pion maar hij heeft nog genoeg spel om partij te geven.) 23… Txd6 24. Lxd6 Td7! 25. Lxf8 Dxf8 26. Td1 Dc5+ 27. Kh2 Lxe4! 0-1
Zwart wint een belangrijke pion. Nemen op e4 heeft als gevolg dat wit ook nog pion c3 verliest, waarna de zwarte b- en c pionnen gaan doorlopen voor promotie. Wit kon het niet meer aanzien en gaf de partij op.
