Lief en leed in laatste KNSB-ronde
Alle kampioenen en degradanten zijn bekend, acht spelers scoorden een meesternorm en Harold van Dijk (Krimpen aan den IJssel) scoorde als enige 9 uit 9. Dat gebeurde na een slotronde waarin te veel borden leeg bleven. Bij velen was het zo dat de competitie na acht ronden wel gespeeld was en vervolgens als een nachtkaars uitging. Hieronder een overzicht van de laatste ronde waarin natuurlijk ook nog wel veel moois gebeurde.
Arthur Rongen (rechts) kwam naar Bunschoten om als KNSB-bestuurslid de beker uit te reiken, maar kreeg ’s morgens te horen dat hij eerst moest invallen bij SO Rotterdam. Hij speelde remise tegen Arie van Diermen (En Passant). Alle foto’s bij dit verslag zijn genomen door Zhaoqin Peng.
En Passant was al kampioen en dat was maar goed ook, want een hele trits grootmeesters had voor de laatste ronde afgezegd. Dat kon teamleider Guido Romph gedeeltelijk oplossen, maar hij en zijn technische commissie besloten geen extra geld uit te geven. De landskampioen speelde met maar liefst vier invallers uit het tweede team, dat nou eenmaal vijf klassen lager speelt. Toch werd het voor SO Rotterdam geen walk-over, omdat dat team ook drie invallers had. Onder hen Arthur Rongen, die op het laatste moment moest invallen voor een zieke speler. Rotterdam won met 6-4 en bleef door die gelukkige overwinning derde, voor HMC Calder, dat ‘normaal gesproken’ derde was geworden. Daarbij mag worden aangetekend dat Rotterdam van HMC heeft gewonnen.
LSG behield de tweede plaats dankzij een overwinning op Accres Apeldoorn. Een knappe prestatie van de Leidenaren. Apeldoorn degradeert, met ongeveer dezelfde ploeg die vorig jaar nog tweede werd. Daarmee levert het de omgekeerde prestatie van LSG, dat vorig jaar uit de eerste klasse naar de Meesterklasse promoveerde. De verschillen tussen de nummers twee en negen zijn kennelijk klein.
BSG was door het resultaat van Apeldoorn verzekerd van de veilige achtste plaats, maar won voor de zekerheid zelf ook nog van ESG Dr. Max Euwe.
Meesternormen
Een opvallende meesternorm was er voor Jan Willem van de Griendt (SO Rotterdam), die daarmee de meestertitel mag aanvragen. Opvallend, omdat hij zijn eerste normen zo’n 25 jaar geleden scoorde.
Rudy van Wessel, een van de weinige niet-meesters van LSG, scoorde ook zijn beslissende norm. Andere normen waren er voor Jasper Broekmeulen (HMC Calder), Vincent Diepeveen (Utrecht), Jasper Geurink (Groninger Combinatie) en Arthur Pijpers (LSG). Pijpers had één keer geen tegenstander, uiteraard buiten zijn schuld, maar een nieuwe regel bepaalt dat hij daarmee toch een norm scoort over acht ronden. Voorheen kon je in de competitie alleen maar een norm over negen ronden scoren. Voor de meestertitel moet je minimaal twee normen scoren over in totaal 27 ronden. Dus als Pijpers met drie normen meester wil worden, moet hij deze norm over acht ronden compenseren met een norm in een twaalfkamp of veertienkamp, bijvoorbeeld bij het Tata-toernooi.
Broekmeulen en Diepeveen hadden voor de norm elk nog een half punt nodig en werden daarom in overleg tegen elkaar ingedeeld. De partij eindigde na één zet van beide spelers in remise. Zo gaat dat en zo gaat dat vaker, ook in toernooien. Laten we zeggen dat ze een goed seizoen gespeeld hebben.
Jan Willem van de Griendt (midden) scoorde zijn beslissende meesternorm en was na afloop uiteraard in opgewekte stemming.
Topscorers
7,5 uit 9: Bart Michiels (SO Rotterdam)
7 uit 8: Sipke Ernst (Groninger Combinatie)
7 uit 9: Manuel Bosboom (En Passant)
6,5 uit 7: Jan Smeets (En Passant)
Verder noem ik nog Twan Burg (HMC Calder), die 6 uit 8 scoorde en daarmee een TPR van 2608. Net boven de grootmeesternorm, als het over negen ronden was geweest.
Eerste klassen
SISSA en Charlois Europoort spelen volgend seizoen in de Meesterklasse.
De Groningers voelden wel tot het laatst de hete adem van Kennemer Combinatie in de nek, maar behaalden het kampioenschap in 1A toch makkelijk door een grote overwinning op Soest. Spannend om te zien of de sponsor het budget volgend seizoen nog zal opvoeren en SISSA kan meestrijden om de landstitel. Soest, na drie ronden nog koploper, eindigde als negende, doordat Purmerend won van Sopsweps’29. ESG Dr. Max Euwe 2 was al gedegradeerd.
Charlois Europoort was kampioen van Nederland in 1969 en 1973, met Leo Kerkhoff, Cor van Wijgerden en Leo Hofland als sterkste spelers. In 1980 degradeerde de ploeg uit wat toen nog de hoofdklasse heette. Nu zijn de Rotterdammers terug, met enkele jeugdspelers plus Erik van den Doel en enkele Belgen en Fransen. Ook Loek van Wely speelde twee keer mee.
DD, dat al heel lang in de eerste klasse speelt, redde zich door in de slotronde Venlo te verslaan en net achtste te worden. Venlo degradeert daardoor, samen met RSR Ivoren Toren.
Meesternormen
Ook meesternormen in de eerste klasse. Althans, volgens de KNSB-site en dat zullen we dan maar geloven. Mees van Osch (De Toren Arnhem-VSV) behaalde een mooie score, maar had onder zijn tegenstanders een GM, een IM, een FM, een WIM en vijf titelloze spelers. Ik ben benieuwd welke regel er nu weer is veranderd waardoor dat toch een meesternorm is.
Stefan Beukema (De Stukkenjagers) scoorde ook een meesternorm. Hij speelde onder andere remise tegen Paul van der Sterren.
(Aanvulling 19 mei: de meesternorm van Mees van Osch was een fout op de KNSB-site en is inmiddels gecorrigeerd. Hij voldeed inderdaad niet aan alle vereisten.)
Topscorers
8,5 uit 9: David Klein (Kennemer Combinatie)
8 uit 8: Jan Timman (Wageningen VLG Advocaten)
7,5 uit 9: Stefan Docx (Charlois Europoort)
7 uit 8: Gert Ligterink (SISSA)
7 uit 9: Sybolt Strating (Zukertort Amstelveen), Erik-Jan Hummel (SISSA) en Paul Motwani (HWP Sas van Gent)
Dat is een mooi lijstje dat David Klein aanvoert. Op Facebook schreef hij dat hij als cadeautje graag 2 Elo-punten zou krijgen. Dan wordt hij namelijk tot grootmeester benoemd. Wellicht zullen die punten in de zomertoernooien volgen.
Tweede klassen
2A: Groninger Combinatie 2 was al kampioen en kon zich een gelijkspel tegen De Waagtoren veroorloven. Bijzonderheid: de kampioen liet een bord leeg en het derde team van dezelfde club liet in 2B zelfs twee borden leeg. Utrecht 2 liet ook twee borden leeg. Een slechte ontwikkeling.
2B: Caïssa-Eenhoorn had in de vorige ronde het kampioenduel van De Wijker Toren gewonnen, waarna de volgorde in de slotronde gelijk bleef.
2C: LSG 2 was al officieus kampioen en is dat nu officieel.
2D: Het kon niet meer misgaan voor Vianen DVP, maar het verloor wel krap van UVS. Op bordpunten bleef het Eindhoven ruim voor, dat kon echt niet mis.
Topscorers
8 uit 9: Alje Hovenga (Caïssa 2)
7,5 uit 9: Rick Lahaye (Spijkenisse) en Bas van de Plassche (Eindhoven)
7 uit 8: Rick Duijker (De Wijker Toren)
7 uit 9: Bart Gijswijt (HWP Haarlem), Peter Wilschut (Voorschoten), Raoul van Ketel en Eelco Kuipers (beiden LSG 2)
In het midden Schaaksite-reporters Richard Vedder (met bier) en Johan Hut (met opschrijfboekje), geflankeerd door KNSB-bestuurder Arthur Rongen (links) en arbiter Aart Strik.
Derde klassen
3A: Assen bleef winnen: de maximale score en vijf matchpunten voorsprong.
3B: Almelo speelde gelijk tegen De Toren Arnhem-VSV 2, maar was al kampioen.
3C: Hier wel een spannende slotronde. Messemaker 1847 en ZSC-Saende wonnen beide, kwamen beide op 16 matchpunten, ZSC-Saende won de onderlinge wedstrijd maar Messemaker 1847 heeft meer bordpunten en is dus kampioen.
3D: Accres Apeldoorn heeft net als Assen in 3A de maximale score en vijf punten voorsprong.
3E: DSC Delft 2 moest na een goed seizoen de laatste wedstrijd nog wel even minstens gelijkspelen tegen De Giessen en Linge. Het werd een 5-3 overwinning.
3F: De Zeeuwen van S. Landau Axel moesten tegen de nummer tien DSC Delft tenminste gelijkspelen. Het werd een 6-2 overwinning.
3G: De Stukkenjagers 2 was al kampioen en voegde er nog een overwinning aan toe.
3H: DJC Stein is de derde derdeklasser met de maximale score, maar was nog geen kampioen. Dat werd het uiteraard wel met de negende overwinning.
Topscorers
Hier als enige een speler met de maximale score.
9 uit 9: Harold van Dijk (Krimpen aan den IJssel)
8,5 uit 9: Collin Boelhouwer (Souburg)
8 uit 8: Mark van Schaardenburg (ZSC-Saende)
8 uit 9: Pieter Tromp (Assen)
7,5 uit 8: Arthur Hogaert (S. Landau Axel)
Peter Wildschut uit het bekende Voorhoven?
Ja, soms typ ik te snel. Voorhoven is natuurlijk heel slordig, maar Wilschut verbaast me echt. Ik zou er volgende keer zo weer een d tussen zetten.
Ik corrigeer het.
Dat een landskampioen in de laatste ronde de competitie vervalst om "geen extra geld uit te geven" vind ik behoorlijk triest. Het ging immers voor LSG, HMC en Rotterdam (tegenstander E.P.) nog om directe kwalificatie voor de ECC. Ik vermoed ook dat En Passant niet anders was komen opdagen als hun tegenstander een degradatiekandidaat was geweest. Helaas staan de regels dit toe.
En sorry, ik geloof er niks van gebrek aan beschikbaarheid van spelers. Het is de zaak van de club om dat op tijd te anticiperen en c.q. fatsoenlijke invallers in te schrijven. Dat kan in NL heel makkelijk.
Baden-Baden doet het in Duitsland—in een veel sterkere competitie—veel beter, en dat al sinds jaren. www.schachbundesliga.de/ligen/aufstellung.php?menuid=93&topmenu=80&keepmenu=inactive
Voorstel voor regelaanpassing: alleen maar een beperkt aantal mensen (16?) mag worden opgegeven, en je moet in elke wedstrijd 6 van de 10 vaste spelers aan het bord hebben.
(Jan Sprenger)
Een reglementswijziging, waarbij een vast team met vaste reserves wordt opgegeven, lijkt me een goed idee. Maar in dit voorstel kun je ook met vier zwakke invallers uit lagere teams spelen. Ik denk daarom dat het daarnaast goed is te bepalen hoe groot het verschil in gemiddelde ELO-punten mag zijn tussen het in de eerste ronde opgestelde team en de teams, die in de volgende rondes opgesteld worden.