Belevenissen van een arbiter: Voorjaarsschoonmaak
Het is er dan toch van gekomen. Ook ik behoor nu tot het leger van smartphonebezitters. Meestal lig ik jaren achter met de aanschaf van nieuwe technische ontwikkelingen. Soms wordt het dan hoog tijd om een inhaalslag te maken. In het bezit komen van een smartphone was een logische volgende stap. En dat is nu gelukt! Dus ook ik ga nu whatsappend en surfend met mijn mobiel door het leven. Nog niet zo veel als de gemiddelde Nederlander – ik ben afhankelijk van wifi – maar ik ben weer aardig bij. De eerste aanzet tot deze actie werd gegeven door een gebeurtenis tijdens de vierde ronde van de KNSB-competitie, begin januari in het Denksportcentrum in Leiden. Als wedstrijdleider van de meesterklassewedstrijd LSG – Voerendaal heb ik net de partijen laten beginnen en ik ben net begonnen met het invullen van de wedstrijdformulieren aan een tafel in de zaal, waar die middag nog twee andere teamwedstrijden worden gespeeld. Je kunt een speld horen vallen totdat… een muziekje van een afgaande mobiel de vredige rust ruw verstoort. En tot mijn ontsteltenis is het nog die van mij ook! Helemaal vergeten uit te zetten vlak voor het begin. Ik druk het gesprek snel weg en wil hem helemaal uitschakelen, maar door de zenuwen druk ik op een verkeerde knop en lukt dit niet. Met een rood hoofd loop ik haastig naar de uitgang, bang dat ik weer gebeld word. Tegelijk met de schaamte voor de veroorzaakte overlast besef ik ook dat de mobiel in mijn hand niet meer van deze tijd is. Hij functioneert nog prima, mijn Samsung-‘uitschuiver’, maar het wordt toch wel eens tijd voor een wat modernere versie. Net buiten, word ik inderdaad weer teruggebeld en als ik weer naar binnen loop met een uitgeschakelde mobiel, beloof ik mijzelf om binnen niet al te lange tijd eens achter een andere mobiel aan te gaan. Door het naderende Tata Steel Chess Tournament wordt deze gedachte weer voor een tijdje wat naar de achtergrond verdrongen. Maar dan gebeurt er iets wat dit onderwerp weer volop in de schijnwerpers zet.
Als de eerste tekenen van de lente zich in het vroege voorjaar aankondigen, krijgen de meeste vrouwen last van het ‘voorjaarsschoonmaakvirus’. Zo ook mijn vrouw, al geeft zij aan deze term een andere invulling dan de meeste vrouwen doen. Waar anderen de kriebels krijgen om te gaan soppen en poetsen, daar heeft mijn vrouw de neiging om dingen te vervangen en te vernieuwen in plaats van schoon te maken. Het zal wel te maken hebben met het feit dat ‘het huishouden doen’ nou niet bepaald haar grootste hobby is. Wij hebben al een aantal jaren een vrij compleet servies van de Friese kunstschilder Wiebe van der Zee. Op elk bord, schaaltje, kopje en glas is een typisch Hollands tafereel geschilderd, meestal groene weilanden met voornamelijk koeien erop. Op een zonnige dinsdag laat ze mij weten dat ze best een ander servies zou willen. Een vierkant wit servies heeft haar voorkeur. Ze heeft het er wel eens meer over gehad. “Ach, dan kijk je er toch een keer naar als je weer in Naaldwijk bent”, antwoord ik, met de gedachte dat het ook deze keer wel weer over zal waaien. Maar daar vergis ik mij dit keer in. Als ik woensdag thuis kom van mijn werk staat het Wiebe van der Zee-servies volledig ingepakt in een doos in de kamer en staat het al op marktplaats te koop aangeboden. Het nieuw aangeschafte, witte, vierkante servies heeft zijn plaats in de kasten al gevonden en het eerste bord daarvan staat al gebruikt en vuil op het aanrecht! Op woensdagavond meldt zich al een koper, die in de loop van donderdag de doos vol Hollandse nostalgie komt ophalen.
Maar daarmee is haar voorjaarsschoonmaak nog niet ten einde. Diezelfde donderdag dat Wiebe van der Zee definitief het veld heeft geruimd in ons huis, overvalt mijn vrouw mij om half drie ’s middags met een sms: ‘Wil jij mijn oude telefoon hebben voor 45 euro?’ Hoe dat nu zo opeens? Een telefoontje brengt opheldering. Over niet al te lange tijd loopt haar contract met de provider af en ze weet al langer welke mobiel zij dan wil. Zij mag echter nu al een ander uitkiezen dus waarom dan nog langer gewacht? Zij staat in de telefoonwinkel en moet nu beslissen of zij haar geleasede mobiel wil houden voor 45 euro of inleveren. Zo’n kans mag ik niet laten lopen. Hij is wel al bijna twee jaar oud, maar voor mij is het een lichtjaar vooruit in de moderne tijd! Als ik na mijn werk thuis kom toont mijn vrouw trots haar nieuwe, al volledig met haar gegevens geladen mobiel aan mij en krijg ik haar oude, naar de fabrieksinstelling teruggezette mobiel in mijn handen gedrukt.
Zodoende behoor ik nu ook – net zoals zovelen – tot de ‘schermpjes-tuurders’ in het openbaar vervoer en ik moet zeggen: het bevalt goed. En ook al is hij nu twee jaar oud: ik ben toch een beetje zuinig op mijn mobiel. Dat kan je niet van iedereen zeggen. Heel wat jaren terug – de eerlijkheid gebied te zeggen dat er toen nog geen smartphones waren – was ik bij het OKU, het altijd gezellige weekendtoernooi van Paul Keres, toen nog in denksportcentrum Den Hommel in Utrecht. Ergens in de loop van het toernooi is er ineens in een doodstille zaal het bekende geluid van een afgaande mobiel te horen. Het gebeurt bij het eerste bord van groep B. Ik zit er vlakbij en de tegenstander kijkt mij al verwachtingsvol aan. Er is geen ontkomen aan en ik moet een nul uitdelen. Als de betreffende speler dit hoort, staat hij boos en gefrustreerd op en smijt zijn mobiel als een volleerd honkbalwerper door de zaal richting de hal, waar Erika Sziva van schaakboekenverzendhuis De Beste Zet nietsvermoedend haar waar aan de man probeert te brengen. Wat zou Erika gedacht hebben? Een nieuwe vorm van communicatie om een boek te bestellen? Twee jaar terug ben ik hem weer tegengekomen toen ik op bezoek was bij het NK Bedrijvenschaak in Den Haag. Ik herkende hem niet, maar hij mij wel! Hij verklaart daar alsnog zijn reactie van toen: hij was toen niet op de hoogte dat het afgaan van zijn mobiel een nul betekende. Ik ben nog vergeten te vragen of hij hem toen nog opgeraapt heeft en of hij nog wel werkte. En of hij toen nog eigenlijk een boek gekocht heeft bij Erika. Die had nog wel wat in de aanbieding voor hem: Common sense in Chess van Emanuel Lasker!