Giri mist kans op koppositie, verliest marathonpartij zelfs na blunder
Anish Giri heeft een goede kans gemist om de gedeelde koppositie te pakken in het logoloze toernooi in Noorwegen. Nadat hij in de zesde ronde een keurige plusremise had gespeeld tegen Aronian, kreeg hij in de zevende ronde goede kansen tegen Karjakin om het volle punt te pakken. Na veel heen-en-weergeschuif had hij op zet 120 (!) kunnen toeslaan. Toen hij dat naliet leek de partij remise te worden, maar op zet 130 beging de voormalige Nederlands kampioen een fatale blunder en was het ineens ondekbaar mat. En dat had nogal consequenties voor de stand: in plaats van gedeeld eerste staat Giri nu gedeeld laatste. Voor Karjakin geldt het omgekeerde: samen met Kramnik, Caruana en Carlsen staat hij bovenaan.
In de zesde ronde kreeg Aronian tegen Giri een bekende positie met een geïsoleerde pion. De laatste speelde het slim, wist wat stukken te ruilen en zelfs een pion te winnen. Er ontstond een eindspel met torens en ongelijke lopers, maar helaas was het niet mogelijk voor zwart om zijn toren te activeren. Dat betekende dat er niet meer dan remise inzat voor hem.
Aronian – Giri
1. Pf3 c5 2. c4 Pf6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e3 e6 6. d4 Pc6
7. Lc4 cxd4 8. exd4 Le7 9. O-O O-O 10. Te1 Lf6
Het bijzondere aan deze stelling is dat als je partijen ermee zoekt in de database, je minstens tien zetvolgordes vindt om ‘m te bereiken. Ik heb ‘m zelf een paar keer gehad via de Panov.
11. Pe4 b6 12. a3 Lb7 13. Dd3 Pce7 14. Ld2 Tc8 15. Tac1 Pg6
Een slimme manoeuvre wel, Pc6 naar g6. Het lokt g3 uit, waardoor de loper op b7 blijer wordt, die toch al blij is dat het paard niet meer in de weg staat waardoor ook d5 beter onder controle is. Verder gaat zwart nu minder snel mat op h7. Nadeel is wel dat het paard op g6 verder niet zo veel doet.
16. g3 Le7 17. h4
Aronian gaf achteraf aan 17.Pfg5 te moeten doen, maar na 17…h6 moet het paard volgens mij weer terug, dus ik snap het niet helemaal. 17.Peg5 lijkt me beter, want dan kan wit op e6 slaan na 17…h6.
17… Pf6!
Stukkenruil is in principe goed voor zwart, bovendien komt nu veld e7 vrij voor het paard.
18. Pxf6+ Lxf6 19. Lb4 Pe7
Nu kan zwart zelfs aan voordeel denken. Aronian zat inmiddels ook te denken aan hoe die remise moest maken.
20. Pe5 a5 21. Lxe7 Dxe7 22. La6 Txc1 23. Txc1 Dd6!
Wint een pion, al is het niet genoeg voor winst.
24. Lxb7 Lxe5 25. Tc6! Dxd4 26. Dxd4 Lxd4
Om een serieuze kans op winst te maken moet zwart de torens op het bord houden, maar dat gaat moeilijk omdat wit zijn toren op c8 kan zetten.
27. b3 Lc5 28. b4 axb4 29. axb4 Lxb4 30. Txb6 La5 31. Tc6 g6 32. Tc8 Ld8
Zo vermijdt zwart torenruil. Het plan is nu loper dekken, toren van de onderste rij af, loper weg. Dat tegengaan is echter niet lastig voor wit: hij geeft gewoon schaak zodra de koning op e7 komt. Anish controleert nog even of Aronian het ook ziet en geeft daarna remise.
33. La6 Kg7 34. Lc4 h6 35. Kg2 g5 36. hxg5 hxg5 37. Ta8 Kf6 38. Le2 Th8 39. Tb8 Ke7 40. Tb7+ Kf6 41. Tb8 Ke7 42. Tb7+ Ke8 43. Lb5+ Kf8 44. Tb8 Ke7 45. Tb7+ Kf6 46. Tb8 Ke7 47. Tb7+ Kf6 48. Tb8 1/2-1/2
En dan het drama. Wit kreeg na de opening een statisch plusje door een zwarte geïsoleerde dubbelpion, maar het was onduidelijk hoe hij dit voordeel moest uitbouwen. Beide spelers schoven wat heen en weer met hun stukken zonder ogenschijnlijk een plan te hebben, en het leek er zelfs even op dat het met een bord vol stukken remise zou worden door de vijftigzettenregel. Op zet 55 werd er toch opeens een stuk geruild. De zwarte pionnenstelling werd hierdoor gerepareerd, maar in plaats hiervan kreeg zwart een opgesloten toren. Na een fout van zwart werd die zelfs geslagen door een wit paard, maar het was onduidelijk of wit met een kwaliteit meer door de zwarte stelling kon komen. Weer werd er lang heen en weer geschoven, beide spelers met weinig tijd op de klok, tot met 116.g4! de stelling geopend werd. Onder tijdsdruk reageerde Karjakin niet goed en met 120.Dd7! kon wit winnen. Toen hij dit naliet verloor wit met schaak een pion en kreeg zwart twee vrijpionnen, maar de kans op eeuwig schaak was wel heel groot. Iedereen verwachtte dat het remise zou worden maar toen kwam de blunder op zet 131… het was meteen over. Tragisch!
Giri – Karjakin
1. Pf3 Pf6 2. c4 c5
3. Pc3 Pc6 4. g3 d5 5. cxd5 Pxd5 6. Lg2 Pc7 7. a3 g6
Het witte idee was 7…e5 8.b4! en als zwart die pion twee keer slaat kan wit op e5 slaan.
8. h4 h6 9. d3 Lg7 10. Le3 Pe6 11. O-O O-O 12. Pa4 Pcd4 13. Tc1 Dd6
Hoewel ik betwijfel of het inlassen van h4 h6 handig is voor wit, staat wit wel iets comfortabeler hier.
14. Pd2 Ld7
Nu hangt pion e2.
15. Lxd4!
En zo lost wit dat op, want na 15…Pxd4 16.Te1 hangen zowel c5 als b7.
15… Dxd4 16. Pc3 Tab8 17. Pc4 Lc6
Dat is geen fijne zet om te doen, maar na 17… b6 18. e3 Df6 19. Pd5 is zwart zomaar de dame kwijt!
18. Lxc6 bxc6
De computer geeft wit hier een klein voordeeltje, Short dacht dat wit hier aanzienlijk beter staat. Op het eerste gezicht is dat ook wel zo, maar wat is het plan? Je kan de c-pionnen aanvallen, maar zwart kan die dekken, en hoe dan verder? Bovendien heeft zwart tegenspel op de b-lijn.
19. e3 Dd7 20. Dc2 Tfd8 21. Tfd1 h5 22. De2 Tb3
Nu volgt een lange periode van surplace, waarbij het record van 63 minuten makkelijk verbroken wordt.
23. Pa5 Tb6 24. Tc2 Dc7 25. Pc4 Tb3 26. Pd2 Tb7 27. Pc4 Tb3 28. Tdc1 Tb7 29. Td2 Tb3 30. Dd1 Tdb8 31. Pe4 Dd8 32. Pc3 Dc7 33. Kg2 Dd8 34. Tdc2 T3b7 35. De2 Td7 36. Td2 Tb3 37. Dd1 Tdb7 38. Df3 Dd7 39. Tcc2 Tb8 40. Dd1 Dd8 41. Kh2 Pf8 42. Pe4 Pe6 43. Kg1 T8b7 44. Kh2 Td7 45. Pc3 Tdb7 46. Df3 Dc7 47. Pe2 Tb8 48. De4 Td8 49. Pc3 Pf8 50. Kg2 Tdb8 51. Pa4 T3b5 52. Td1 Lf6
Bent u er nog? In de laatste dertig zetten is de stelling nauwelijks veranderd en er werd al naar de vijftigzettenregel gekeken. Vaak als je op de ene vleugel de tegenstander tot verdediging gedwongen hebt kun je op de andere vleugel toeslaan, en in deze stelling zou dat met g4 moeten, en als zwart pakt, terugpakken, f4, h5. Waarschijnlijk had Giri zoiets gedaan als zwart was blijven afwachten, maar Karjakin ziet zijn kans schoon tot een ogenschijnlijk voordelige ruil.
53. Tb1 Pd7 54. Th1 Pb6!? 55. Paxb6 axb6
De zwarte pionnenstelling ziet er een stuk beter uit! Maar nu krijgt zwart wel een ander probleem.
56. Tb1! Dd7
Ook 56… Tb3 57. Pd2 Tb5 58. b4 geeft wit een initiatief.
57. b3
Dit is de truc: de toren op b5 kan nu niet weg zonder geslagen te worden! Dat betekent dat wit op de andere vleugel meer materiaal heeft en daar (of in het centrum) op een gegeven moment iets met zijn pionnen wil doen. Makkelijk is het niet, onder andere omdat hij b3 en d3 moet blijven dekken.
57… Td8 58. Td2 Lc3 59. Tdd1 Lf6 60. Kg1 Dc8 61. Kf1 Td5 62. Ke2
Die koning gaat naar c2, dacht ik, en dekt dan b3 en d3. Maar ik had het mis. Opmerkelijk trouwens dat de online engine hier (een heel klein) voordeel aan zwart gaf!
62… Dd7 63. Df3 De6 64. Dg2 Dg4+ 65. f3 De6 66. f4
Nu zou wit iets met e4-e5, of ook iets met f5 kunnen gaan doen.
66… Lg7 67. Df3 Dh3 68. Th1 Dd7 69. e4 Td4 70. Thd1 Dh3 71. Th1 Dd7 72. Thf1 f5
Zwart speelt f5 zodat wit niet deze zet doet. Ondertussen waren beide spelers voornamelijk op de increment aangewezen. Giri had hier ongeveer anderhalf minuut, Karjakin ongeveer vijf minuten.
73. e5 e6 74. Tfd1 Db7?
Dit verliest materiaal. Misschien is het niet eens heel erg, maar het was vast niet de bedoeling.
75. a4! Ta5
75… Tb4 76. Pa3 gevolgd door Pc2 verliest ook de kwaliteit, waarschijnlijk in een slechtere versie omdat zwart dan met d4, b4 en a5 rekening moet houden.
76. Pxa5 bxa5
Er waren hier al fans die het punt voor wit geteld hadden (en de computer is ook erg optimistisch) maar de zwarte stelling is bijna een vesting. Wit heeft drie plannen: offeren op c5 (maar zwart kan die pion afdoende dekken) , een doorbraak met b4 of d4 (werkt meestal ook niet) of g4 spelen om ten koste van een pion een open lijn op de koningsvleugel te forceren. Praktisch gezien zou het ook slim zijn eerst een aantal zetten snel te spelen om tijd te winnen, maar dat lukte helaas niet, Giri bleef rond de 1-2 minuten zitten met zijn bedenktijd.
77. Tdc1 Lf8 78. Tc3 Kf7 79. Dh1 Ke8 80. Tc4 Kd7 81. De1 Db6 82. Dc3 Le7 83. Tc1 Td5 84. Dc2 Kc7 85. Td1 Td4 86. Da2 Td5 87. Tdc1 Kb7 88. Da3 Dd8 89. Td1 Td4 90. Dc1 Dd5 91. Kf2 Dd8 92. Dc3 Db6 93. Ke2 Kc7 94. Td2 Kb7 95. Kd1 Kc7 96. Kc2 Lf8 97. Kb1 Le7 98. Ka2 Lf8 99. Td1 Le7 100. Tc1 Lf8 101. Dd2 Le7 102. T1c3 Lf8 103. Df2 Kb7 104. Dg2 Le7 105. Dh1 Lf8 106. Df1 Le7 107. Tc2 Lf8 108. Td2 Le7 109. Df2 Td5 110. Df3 Td4 111. Tdc2 Lf8 112. T2c3 Le7 113. Dh1 Lf8
De witte koning staat redelijk veilig, de dame staat op de plek waar ze moet staan, nu is het goede moment voor de doorbraak. Die houdt wel een risico in, zwart kan ook kansen krijgen, maar in principe is het voordelig voor wit.
114. Txd4 cxd4 115. Tc4 Lb4 116. g4! hxg4
116… fxg4 117. De4 en g6 gaat eraan.
117. h5 gxh5 118. Dxh5 c5?
Onder tijdsdruk mist zwart de beste verdediging. Na 118… Dc7! is een mogelijke variant 119. De8 Dc8 120. Dxc8+ Kxc8 121. Txc6+ Kd7 122. Tc2 Le1 123. Te2 Lg3 124. b4 axb4 125. Kb3 Lxf4 126. a5 Kc6 127. Kxb4 en misschien wint wit hier wel?
119. Df7+ Ka6 120. Tc2?
Na 120.Dd7! was zwart in een soort zetdwang gekomen! Op een gegeven moment moet de dame zetten en er dreigt ook gewoon Th2 met winst. Zwart moet dus e6 opgeven waarna het nog niet makkelijk is, maar het zou toch moeten winnen voor wit. 120… Dc6!
De dame staat erg goed hier: dekt e6, dekt ook eventuele schaakjes op c8 of a8, ondersteunt de vrije g-pion, kan eventueel naar g2/h1 gaan en kijkt ook nog naar a4, wat snel relevant wordt. De volgende zet van Giri is niet de beste maar je moet toch een zet doen.
121. Dg6 c4!
Nu zou het na 122.bxc4 Dxa4+ eeuwig schaak zijn, terwijl na 122. dxc4? d3 zwart goede kansen krijgt.
122. Txc4 Dg2+
Ook nu kan zwart eeuwig schaak geven, maar wit moet zelfs een beetje oppassen.
123. Kb1 Df1+ 124. Tc1
Een manier om remise te forceren is 124. Ka2 De2+ 125. Ka1 Dd1+ 126. Kb2 Dd2+ 127. Tc2 Lc3+ 128. Ka3 Dxc2 129. Dxe6+ 124… Dxd3+
125. Ka2
En hier iets handiger: 125. Kb2 Lc3+ 126. Ka2
125… De2+ 126. Kb1 De4+ 127. Ka2 Dg2+ 128. Ka1 Dd5
Dekt e6 met tempowinst en zo kan zwart het nog even proberen.
129. Ka2 Dg2+ 130. Kb1 Dd5 131. Tc4??
Ach en wee. Na 131. Ka2 denk ik dat Karjakin 131… Dd7 had geprobeerd in plaats van de remise te pakken. Na 132. Dg8 Kb7 133. Th1 Dc6 134. Th7+ Ka6 135. Th2 d3 136. Dd8 d2 137. Dd3+ Kb6 138. Th6 is het nog best een spannende stelling en alle resultaten zijn nog mogelijk, maar remise is het meest waarschijnlijk.
131… Lc3 0-1
Mat is niet meer te voorkomen, alleen een paar zetten uit te stellen. Er was slechts één kleine troost voor Giri: commentatoren Ten Geuzendam en Short hadden het einde van de partij niet gehaald en hij kon dus meteen naar zijn hotelkamer, zonder de 5000 euro boete te krijgen die daar contractueel voor schijnt te staan. En de rustdag morgen komt vast ook goed uit.
Bedankt voor het commentaar! Ik kan me zo voorstellen dat het lastig is om objectief commentaar te geven als er voortdurend een (soms tegenintuïtieve) zich opwindende engine onder het bord staat, maar toch werden er wat globale plannen gegeven. Dat soort plannen vind ik (en met mij menig clubschaker, vermoed ik) altijd moeilijk te bedenken, dus dat is het meest leerzame commentaar, wat mij betreft.
De engine maakt het zowel makkelijker (varianten) als moeilijker (eigen oordeel). En om het laatste geef ik liever plannen dan varianten (al zijn varianten wel nodig).
Hoe zou die partij van Giri tegen Karjakin zijn geëindigd wanneer er volgens een traditioneel speeltempo zou zijn gespeeld – bijvoorbeeld 20 zetten per uur? Remise, vermoed ik. Het is treurig dat zulke mooie partijen tegenwoordig met een soort Russische roulette worden beslist. Mij spreekt dat niet aan.
Ze begonnen om half vier en waren gisteren na half elf klaar. Dik zeven en een half uur gespeeld dus. Voorheen duurde zo’n partij maximaal zes uur en dan was een vlag gevallen. Door de hoeveelheid zetten is er zoveel increment bijgekomen dat er meer bedenktijd was dan bij 40 in 2 en 1 uur voor de rest.
Giri’s blunder komt mijns inziens door vermoeidheid en (daardoor) concentratieverslapping. Niet door het speeltempo.
"Dik" moet zijn "Bijna"
Nu ja, je kunt het speeltempo wel de schuld geven, maar dan hadden ze net als vroeger de partij af moeten breken! Konden ze hedenochtend weer fris en fruitig doorgaan…
"De voormalig Nederlands kampioen."
Ha ha ha, Dimitri geeft het ANP, de Volkskrant en Trouw een subtiele tik op de vingers.
Met een normaal (menselijk) tempo van 20 zetten per uur zouden in een zitting van 7 uur ongeveer 70 zetten zijn gespeeld. En dus niet die bizarre 131 zetten die ze er nu uitgeperst hebben. De stelling zou afgebroken zijn en misschien zonder verder spelen remise zijn geworden. Of misschien ook wel doorgespeeld, maar dan wel op grootmeesterniveau. Ik vraag me af voor wie het leuk of interessant is wanneer een topschaker zo’n eenvoudige zet als 120.Dd7 over het hoofd ziet. Feit is in elk geval dat het aantal actieve schakers ernstig is afgenomen nadat het afbreken werd afgeschaft en schakers gedwongen werden om met steeds abnormalere snelheden te spelen.
Een verband tussen de daling van het ledenaantal en het afschaffen van de afgebroken partij lijkt me wat vergezocht. Zo ben ik zelf niet bepaald rouwig om het feit dat de afgebroken partij tot het (anecdoterijke, dat wel) verleden behoort. Afbreken doe je in noodgevallen. Bij onweer (bij buitensporten) of stroomuitval of brand. Een echte sporter gaat door tot het gaatje!
Soms, zoals gisteren, is schaken een uitputtingsslag. Dan gaan de spelers tot het uiterste. Een mooi argument in een discussie met iemand die schaken geen sport vindt.
Richard, schakers die geen problemen hebben met het hoge tempo, zoals jij, schaken nog steeds. Dat bewijst dus niets. Je zou het dus moeten vragen aan schakers die wél gestopt zijn. Zo’n onderzoek heb ik niet gedaan, maar ik vind het juist een heel plausibel verband. De sfeer op de schaakclubs is in negatieve zin veranderd door het hoge tempo, wat gewoon leidt tot, in intellectueel opzicht, weerzinwekkende partijen.
Op schaakclubs wemelt het van de, intellectueel opzicht, weerzinwekkende partijen. Of ze nu afgebroken worden of niet!
Maar dat de interne ranglijst vuil is doordat er een X-aantal hangpartijen open staan, of dat je weken aan iemands hoofd moet jengelen wanneer er nu eens uitgespeeld wordt… Mooi dat we daar vanaf zijn!
Vroeger was het in de toernooipraktijk ook niet zo ideaal met het systeem van afgebroken partijen, vooral als een speler er nog meerdere had lopen.
Die werden dan op de rustdag ingehaald of op de morgen voorafgaande aan de nieuwe ronde. Dat kon ook bijzonder uitputtend zijn voor de betreffende schaker, want er werd natuurlijk uitvoerig naar die afgebroken stellingen gekeken.
Mijn woordkeuze "in intellectueel opzicht" is verwarrend; ik zal dat wat toelichten.
Wanneer twee spelers met een Elo-rating van 1700 een partij spelen van met een niveau van ongeveer 1700, dan kan dat in intellectueel opzicht buitengewoon boeiend zijn. Een strijd van twee intellecten die aan elkaar zijn gewaagd.
Echter, wanneer een speler van 2700+ Elo (zoals Giri) zetten speelt met een "1700" niveau, zoals de partij tegen Karjakin, dan vind ik dat triest. Niet alleen triest voor de speler zelf, maar ook triest voor het schaakspel. En waarom? Alleen omwille van de beschikbare tijd.
De uitleg van Richard is interessant: schaken als uitputtingsslag. Schaken wordt juist daardoor een echte sport. Daar ben ik het gedeeltelijk mee eens: schaken wordt een sport, maar die sport is dan geen schaken meer.
Jawel, dat blijft dan schaken. Vergelijk het met de wielrenner die na een zware bergetappe zulke verzuurde benen heeft dat hij geen fatsoenlijke eindsprint meer kan produceren. Dat is ook wielrennen.
Goed, dat is een mooie vergelijking. Maar daarmee kom ik nog een keer terug op mijn eerdere stelling over de afname van het aantal actieve schakers:
Door het moderne speeltempo moet de hedendaagse clubschaker eerst een zware bergetappe fietsen (schaken), om vervolgens met verzuurde benen (een moe hoofd) een eindsprint (spelen in tijdnood) te produceren. Voor velen een mooie sport en "verslaving".
Maar vinden alle schakers dat echt leuk? Als je kijkt naar het afkalvende ledenbestand, dan lijkt het antwoord: nee.
Mijn hypothese is daarom dat de meeste schakers dat niet leuk vinden. Die willen gewoon een lekker stuk fietsen (schaken), zónder verzuurde benen en zónder eindsprint. En schaakclubs bieden die mogelijkheid helaas niet meer, waardoor veel (rasechte) schakers hun heil elders gaan zoeken: internetschaak, correspondentieschaak, enz.