David Klein grootmeester
David Klein is de 32e grootmeester van Nederland. Dat bereikte hij deze week tijdens een vakantietoernooi in Frankrijk, waar hij relaxed de Elo-grens van 2500 passeerde. Zijn grootste prestaties had hij vooral behaald in het jaar tussen zijn gymnasiumexamen en de start van zijn studie scheikunde: 2011-2012.
Het definitief binnenhalen van de grootmeestertitel, op de camping van Julius Armas, kostte David Klein niet veel moeite.
David Klein werd op 20 december 1993 geboren in Haarlem. Daar doorliep hij het Stedelijk Gymnasium en schaakt hij sinds zijn twaalfde bij Kennemer Combinatie en voorlopers daarvan. Na in het voorjaar van 2011 zijn diploma te hebben behaald, besloot hij scheikunde te gaan studeren, maar eerst een jaar te schaken. Dat doen meer Nederlandse schakers, maar zelden leverde zo’n schaakjaar zo veel succes op als dat van Klein. Relatief succes, want hij moest nog meester worden. Voor andere vwo’ers ligt de lat vaak hoger.
In augustus 2011 won Klein de tweede groep van het Haarlemse BDO-toernooi met een score van 7 uit 9. Het was zijn eerste meesternorm. De tweede volgde in november in het Cultural Village Tournament in Wijk aan Zee, ook al dicht bij huis. Hij scoorde 5 uit 9 en versloeg onder anderen grootmeester Sethuraman. Het eerste teken dat de meestertitel niet zijn eindstation hoefde te zijn. In Groningen in december scoorde hij weer goed.
In januari 2012 behaalde Klein een resultaat dat beslist ook genoemd moet worden. Hij won het eindspelstudietoernooi in Wijk aan Zee, voor experts als John Nunn. Kenners waarderen dit resultaat hoog, het is een blijk van groot schaakinzicht.
Het absolute hoogtepunt in de schaakcarrière van David Klein was het Europees kampioenschap in Plovdiv, Bulgarije, in maart 2012. In elf partijen kreeg hij louter grootmeesters tegen zich, waartegen hij begon met 4,5 uit 8. Daarmee was niet alleen de derde en beslissende meesternorm binnen, maar ook de eerste grootmeesternorm. Mits hij ook voor de negende partij aan het bord zou verschijnen, moet je er formeel bij zeggen. Dat deed Klein, maar hij verloor wel zijn laatste drie partijen. De schok was misschien te groot. Het was een goed toernooi geweest, waarin hij de grootmeesters Saric en Sulskis versloeg en andere zeer sterke grootmeesters op remise hield.
Omdat het een EK was, telde het resultaat als twee grootmeesternormen. Een merkwaardige regel, vind ik, maar het resultaat van Klein mocht ook wel dubbel tellen. Een meester (dat was hij nog niet eens) die een grootmeesternorm scoort, doet dat meestal door goed te scoren tegen meesters en titellozen, en tegen drie grootmeesters bij elkaar een punt te pakken. Klein kreeg zoals gezegd alleen maar grootmeesters tegen zich en hield zich geweldig overeind.
Iets minder woordspelingen, meneer Hut!
In mei 2012 won Klein het Pinkstertoernooi in Bussum, het weekendtoernooi van BSG. Hij deelde de eerste plaats met onder andere Yochanan Afek, die op dat moment zijn trainer was. Klein had hem in de onderlinge partij verslagen, waarop Afek opmerkte: “Hij kan nog veel van me leren, maar ik geef toe dat hij inmiddels wel sterker is dan ik.”
Er volgden goede resultaten in het SPA-toernooi Amsterdam en de hoofdgroep van het BDO-toernooi, waarna David Klein zich op de scheikundestudie stortte. Resultaat van het schaakjaar: ruim binnen dat jaar meester geworden en een dubbele grootmeesternorm op zak. Toekomstplan: in de eerste plaats de universitaire studie goed volgen, daarnaast ooit een keer een derde grootmeesternorm scoren en de daarbij behorende rating van 2500 bereiken.
Het aantal toernooien werd dus minder, successen waren er wel. In januari 2013 scoorde Klein 7 uit 13 in de C-groep van Tata Steel, met onder andere een overwinning op oud-wereldtopper Romanisjin. In augustus volgde de tweede grootmeesternorm, die dus als derde gold. In ‘zijn eigen’ BDO-toernooi behaalde hij een ongedeelde tweede plaats achter Erwin l’Ami. Hij speelde remise tegen l’Ami, Benjamin Bok en Erik van den Doel en versloeg Manuel Bosboom. Het EK was geen uitschieter geweest, de Nederlandse topspelers moesten echt rekening houden met David Klein.
Drie grootmeesternormen, nu nog de rating op 2500 brengen. Daarvoor maakte Klein geen haast, hij zocht er geen extra toernooien voor uit. In de KNSB-competitie 2013-14, met Kennemer Combinatie in de eerste klasse, scoorde hij 8,5 uit 9. Daarmee kroop zijn rating omhoog. Per 1 augustus, vorige week dus, stond hij met 2498 op de twintigste plaats van de Nederlandse ranglijst, als tweede niet-grootmeester achter Twan Burg. Het moest er nu maar eens van komen.
David Klein tijdens het BDO-toernooi 2013, waar hij zijn derde grootmeesternorm scoorde. Foto: Zhaoqin Peng.
Het kwam ervan, deze week, op de schaakcamping la Rochade van Julius Armas in Frankrijk, waar ieder jaar een vakantietoernooi wordt georganiseerd. Eerst tilde Klein zijn rating naar 2499,6 en schreef op Facebook dat hij grootmeester was. Toen een schaakjournalist uit Baarn waagde te betwijfelen of decimalen door de FIDE wel naar boven worden afgerond, maakte hij nog de sprong naar 2503,1. Op de vraag of hij weer zou meedoen aan het BDO-toernooi (dit jaar overigens in de herfstvakantie), antwoordde hij met de hem kenmerkende humor: “Dat weet ik nog niet, ik moet eerst wennen aan het feit dat ik 2503,1 heb.”
David Klein is grootmeester. De 32e van Nederland, de eerste van Haarlem (toch een belangrijke schaakstad in Nederland), de eerste die is opgeleid bij Kennemer Combinatie.
Felicitaties aan GM Klein.
Wie zijn die andere 31 grootmeesters? Zijn die allen nog in leven?
En als de overleden Nederlandse grootmeesters ook worden meegeteld, hoeveel zijn er dan?
Om antwoord te geven om mijn eigen vraag: er zijn momenteel 31 levende grootmeesters met de Nederlandse nationaliteit, waarvan 5 inactief.
Hieronder de namen van deze 31 grootmeesters, met huidige Elo en geboortejaar. i = inactief.
Ik probeer nog een lijst van overleden Nederlandse grootmeesters te vinden.
GM Giri, Anish 2745 1994
GM Tiviakov, Sergei 2664 1973
GM Van Wely, Loek 2662 1972
GM Sokolov, Ivan 2646 1968
GM Van Kampen, Robin 2638 1994
GM L’Ami, Erwin 2631 1985
GM Piket, Jeroen 2624 1969 i
GM Smeets, Jan 2619 1985
GM Timman, Jan H 2610 1951
GM Stellwagen, Daniel 2605 1987
GM Reinderman, Dimitri 2590 1972
GM Bok, Benjamin 2587 1995
GM Spoelman, Wouter 2581 1990
GM Ernst, Sipke 2566 1979
GM Van Den Doel, Erik 2554 1979
GM Brandenburg, Daan 2534 1987 i
GM Nijboer, Friso 2528 1965
GM Solleveld, Maarten 2521 1979
GM Sosonko, Gennadi 2520 1943 i
GM Pruijssers, Roeland 2517 1989
GM Werle, Jan 2511 1984
GM Swinkels, Robin 2493 1989
GM Van Der Sterren, Paul 2475 1956
GM Janssen, Ruud 2467 1979
GM Visser, Yge 2465 1963 i
GM Jonkman, Harmen 2425 1975 i
GM De Vreugt, Dennis 2424 1980
GM Van Der Weide, Karel 2422 1973
GM Van Der Wiel, John T.H. 2406 1959
GM Peng, Zhaoqin 2391 1968
GM Ree, Hans 2341 1944
De lijst van overleden Nederlandse grootmeesters is kort:
GM Jan Hein Donner 1927 – 1988
GM Max Euwe 1901 – 1981
GM Lodewijk Prins 1913 – 1999
Strikt genomen wordt David Klein dus niet de 32ste maar 35ste grootmeester van Nederland.
Je zou misschien denken dat er de laatste jaren steeds sneller Nederlandse grootmeesters bij komen, maar de vraag is of dat waar is. Wanneer je de 35 Nederlandse grootmeesters sorteert op geboortejaar, dan krijg je dit:
1901 GM Max Euwe
1913 GM Lodewijk Prins
1927 GM Jan Hein Donner
1943 GM Sosonko, Gennadi
1944 GM Ree, Hans
1951 GM Timman, Jan H
1956 GM Van Der Sterren, Paul
1959 GM Van Der Wiel, John T.H.
1963 GM Visser, Yge
1965 GM Nijboer, Friso
1968 GM Sokolov, Ivan
1968 GM Peng, Zhaoqin
1969 GM Piket, Jeroen
1972 GM Van Wely, Loek
1972 GM Reinderman, Dimitri
1973 GM Tiviakov, Sergei
1973 GM Van Der Weide, Karel
1975 GM Jonkman, Harmen
1979 GM Ernst, Sipke
1979 GM Van Den Doel, Erik
1979 GM Solleveld, Maarten
1979 GM Janssen, Ruud
1980 GM De Vreugt, Dennis
1984 GM Werle, Jan
1985 GM L’Ami, Erwin
1985 GM Smeets, Jan
1987 GM Stellwagen, Daniel
1987 GM Brandenburg, Daan
1989 GM Pruijssers, Roeland
1989 GM Swinkels, Robin
1990 GM Spoelman, Wouter
1993 GM David Klein
1994 GM Giri, Anish
1994 GM Van Kampen, Robin
1995 GM Bok, Benjamin
De eerste helft van de 20ste eeuw werd er dus gemiddeld elke 10 jaar 1 Nederlandse grootmeester geboren. Vanaf de jaren ’50 begint deze frequentie te stijgen. Maar in tegenstelling tot wat ik verwacht had, blijkt dat de GM-geboorte-frequentie in jaren ’70 het hoogst te zijn tot dusver. Met als absoluut topjaar 1979 toen maar liefst 4 grootmeesters werden geboren.
In de jaren ’80 wordt deze frequentie van bijna 1 GM/jaar wel ongeveer vastgehouden.
Maar de jaren ’90 hebben tot dusver nog maar 5 grootmeesters opgeleverd, hoewel Twan Burg (geb. 1990) daar binnenkort nog wel aan toegevoegd zal worden. Dan zou je statistisch gezien nog wel een stuk of 3 grootmeesters moeten kunnen verwachten voor de geboortejaren 1996 – 1999.
We houden het in de gaten.
Martijn Dambacher (1979) mist nog in dat rijtje. David is dus (als je de doden niet meerekent) de 33e Nederlandse grootmeester.
Ah, bedankt voor de aanvulling! Dambacher had ik gemist, omdat hij volgens de FIDE website officieel nog geen GM is. De aanvraag staat formeel nog open, maar zo te zien voldoet hij aan alle normen. Er staat nu:
Dambacher, Martijn
FIDE Title Applications
Title: Grand Master
FIDE PB / Congres: 85th FIDE Congress, Tromso, NOR, 4-15 August 2014
Status: Open
GM normen gehaald in 2006(KNSB), 2010(European Club Cup), 2013(KNSB), 2014(Bundesliga)
Dambacher’s rating is nu 2497, maar hij heeft eerder enkele keren op 2500 gestaan, dus dat zal wel in orde zijn.
In mijn telling (inclusief overledenen) wordt Dambacher dan 35ste grootmeester en Klein dus de 36ste.