Ton Timman: schaken kan ook een hobby zijn
Hij was een van de grote mannen van zesvoudig landskampioen Watergraafsmeer en in 1972 nam hij deel aan het Nederlands kampioenschap. Het lot van de sterke schaker Ton Timman is echter dat hij altijd zal worden herinnerd als ‘de broer van’. En dat hij broer Jan in 1972 niet aan zijn eerste Nederlandse titel hielp. Zondag overleed de oudste broer Timman, geheel onverwachts, op 66-jarige leeftijd.
(Ton Timman in 1970)
Ton Timman, geboren in Amsterdam en als kind verhuisd naar Delft, ging schaken bij de Delftsche Schaakclub. Jeugdtoernooien wonnen hij en zijn broer Jan soms om en om. In 1965 werd Ton kampioen van Delft, Jan behoorde toen al tot de Nederlandse jeugdtop. Tijdens zijn studie in Amsterdam speelde Ton Timman eerst bij VAS, maar in 1969 stapte hij over naar Watergraafsmeer. Daar werd de ploeg in zijn eerste seizoen (1969-70) kampioen van Nederland. Dat herhaalden de Amsterdammers in 1972, 74, 75, 76 en 81. In 1988 werd Desisco/WGM, zoals het toen heette, nog tweede achter Volmac/Rotterdam. Het softwarebedrijf Desisco werd dat jaar echter overgenomen door Volmac en Volmac-baas Joop van Oosterom vond het te gek om twee hoofdklasseteams te sponsoren. Timman, die geen profschaker was maar wel 150 gulden per wedstrijd kreeg, besloot er op dat moment mee te stoppen, net als kopman Coen Zuidema. Watergraafsmeer werd het jaar erop zevende en een jaar later tiende, waarmee het uit de hoofdklasse degradeerde. De topscores van het team zagen er in alle hoofdklassejaren als volgt uit:
1. Coen Zuidema 87 – 141 61,7%
2. Ton Timman 84,5 – 136 62,1%
3. Rob Witt 69 - 132 52,3%
4. Rob Hartoch 64 - 106 60,4%
5. Piet van der Weide 63 - 113 55,8%
Coen Zuidema en Ton Timman waren dus de twee grote mannen van Watergraafsmeer. Dat Ton Timman tussen 1975 en 2005 bijna geen schaakstuk meer aanraakte, zoals later in Matten en Schaakmagazine (zie verderop) stond, is hiermee overtuigend ontkracht.
Zuidema, die net als velen geschokt is door het overlijden, schrijft per e-mail desgevraagd over Timman als teamspeler: “Dikwijls vluggerden wij even voor de partij. Watergraafsmeer was een fijn team, waarin eigenlijk iedereen zich als clubman opstelde en het resultaat van het team belangrijk was. Daardoor konden we ook regelmatig kampioen worden.”
Beroemde partij
Zuidema en Timman streden zij aan zij, maar Zuidema was ook de tegenstander in de beroemdste partij die Ton Timman ooit heeft gespeeld. Het Nederlands kampioenschap van 1972 in Leeuwarden ging de slotronde in, met Zuidema op 7,5 punten en Jan Timman op 7. Andere titelkandidaten waren er niet meer. Programma voor de slotdag: Jan Timman met zwart tegen zijn vriend Hans Böhm, Coen Zuidema met wit tegen… Ton Timman.
Journalist John Kuipers interviewde Jan veelvuldig en Ton soms voor zijn biografie van Jan Timman, die verscheen in 2011. In het tijdschrift Matten verscheen in 2009 een verhaal van zijn hand over Jan en Ton. Grote delen daaruit komen terug in de biografie.
Ton Timman: “De avond voor die laatste ronde was ik ziek, zwaar verkouden. Ik wilde vroeg naar bed, maar wie stapten binnen? Mijn broer Jan en Hans Böhm, en ze kwamen echt niet op ziekenbezoek. Ze hadden een kratje Amstelbier bij zich. Mijn broer was niet gek, die kwam mij een dringend en dwingend advies geven over hoe ik Zuidema een dag later moest aanpakken. Hij adviseerde me een bepaalde variant van het Frans te spelen. Samen met Böhm liet hij de finesses op een schaakbord zien.”
Jan moest voor het eerst kampioen van Nederland worden, maar Böhm was zowel vriend als tegenstander. Hij knokte voor zijn leven, maar Jan won. De situatie op het andere bord was hoopgevend. Ton: “Ik stond beter, veel beter. Maar ik voelde me steeds beroerder. De verkoudheid en de gevolgen van dat kratje bier.”
De partij kan ik het beste weergeven aan de hand van een diagram, maar mijn diagrammenmaker accepteert dat niet. Daarom maar een plaatje uit het tijdschrift Schaakbulletin:
Het zal duidelijk zijn, de witte koning van Zuidema werd opgejaagd, maar werd in het eindspel zijn sterkste stuk. Volgens alle deskundigen had Ton Timman gewonnen gestaan, maar Zuidema won en werd kampioen. Gezegd moet wel worden dat Zuidema, zes jaar ouder dan Timman en al twee keer gedeeld eerste op het NK, bekend stond als degelijk, ervaren en behept met een stevig zitvlees. Wim Andriessen, hoofdredacteur van Schaakbulletin, schreef in zijn blad over de slotstelling: “Op dit moment stond Ton Timman op, wendde zich tot het publiek, hief zijn armen theatraal omhoog, ging weer zitten en gaf de partij op.”
Ton Timman 37 jaar later in Matten: “Ik ben er tegen Jan niet meer op teruggekomen, want het was vervelend genoeg. Nooit met hem over gehad.”
Jan in datzelfde dubbelinterview: “Ja, dat was erg vervelend natuurlijk. Maar het is waar, we hebben er nooit meer over gesproken. Wat was de zin daarvan geweest?”
(Het deelnemersveld van het NK 1972. Van links af: Ton Timman, Hans Böhm en Jan Timman.)
Had Ton Timman zijn broer eigenlijk schaken geleerd? In mijn eerste bericht over het overlijden schreef ik dat hij zich dat niet meer herinnerde. Dat zei hij tegen Renzo Verwer, voor een interview in 2005 in Schaakmagazine, dat nog op het weblog van Verwer is te lezen.
In gesprek met Kuipers wist Ton het wel weer. Ton hield van schaken, Jan van dammen en monopolie. Op een gegeven moment bereikten ze een compromis: vijf spelletjes monopolie in ruil voor één potje schaak. En dat schaken, dat had Ton zijn twee en een half jaar jongere broer inderdaad geleerd. Dammen was niet meer aan de orde.
Kuipers: “Ton gebruikt oude Succes Agenda’s van zijn vader om aantekeningen over openingen in te noteren. Hoe nonchalant Jan ook kan lijken en misschien ook wel is als het om spullen gaat, die agenda’s van zijn broer heeft hij nog steeds in zijn bezit. Jan: ‘Ik vond wat Ton deed allemaal heel frappant. Hij was op een of andere manier heel fanatiek en gedreven bezig. Hij speelde ook partijen tegen mijn vader, die ik later, toen ik inmiddels zelf al schaakte, dan noteerde. Het was allemaal spannend, opwindend.’”
Korte comeback
In 2005 keerde Ton Timman voor korte tijd terug aan het schaakbord. In het Amsterdam Chess Tournament speelde hij zelfs een partij tegen Ivan Sokolov. Renzo Verwer interviewde hem bij die gelegenheid zoals gezegd voor het bondsblad. Ton Timman:
“Ik heb destijds wel eens overwogen om professional te worden. Maar dat ik een jongere broer had die beter schaakte, heeft me wellicht weerhouden van die stap.” Hij volgde diverse universitaire studies en werd onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer. Voor zijn kinderen hoopte hij ook op een maatschappelijke carrière.
“Mijn zoon wilde op zijn zesde, na een bezoek aan oom Jan, wereldkampioen schaken worden. Hij was en is een intelligente jongen en ik maakte me zorgen. Ik wilde het toch een beetje ontmoedigen. Ik heb hem een dame voorgegeven en een stuk of tien keer achter elkaar van het bord gehakt. En nu? In plaats van zijn huiswerk goed te doen, is hij (14 jaar oud) veel met webdesign bezig – hij had dus net zo goed kunnen gaan schaken! Schaken kan natuurlijk ook een hobby zijn, maar dat realiseerde ik me toen niet zo.”
Tot slot twee leeftijdsgenoten, als reactie op zijn overlijden.
Arend van Dop, ook deelnemer aan het NK 1972, onder mijn eerste bericht:
“Ton was een sympathieke persoonlijkheid. Plezant in de omgang.”
Max Viergever op Utrechtschaak:
“Wars van conventies, humoristisch, intelligent. Leuke vent, sterke schaker.”
Ik meen me te herinneren dat we met HSG bekerden (tegen Caissa, meen ik, met ook Langeweg) en dat Ton iets heel aardigs deed. Moet ik eens opzoeken. De laatste tijd vroegen velen zich af of het niet of weinig meer spelen van Ton te maken zou kunnen hebben gehad met een zeer wrange mobiele telefoon-nul in Leiden, waar HSG overigens tegen LSG 1 speelde. Ton kwam iets te laat en zette, de speelzaal in rennend, zijn telefoon uit die daarbij een fataal geluid maakte. Net doen alsof je niks hoort is dan kennelijk niet aan de orde.
Aaah, dat was op 17 december 2006 LSG2 Vas 1, dan zal die bekerwedstrijd ook wel met VAS zijn geweest.
Wie zijn die andere 9 schakers op de foto?
Ik herken Hartoch op 4, Scholl op 8 en Ree op 11.
Zuidema, Langeweg, Enklaar, Kuijpers, Van Dop en Van den Berg deden ook mee aan het NK 1972.
Van links naar rechts:
Hartoch – Van Dop – Van den Berg – Kuijpers – Scholl – Enklaar – Zuidema – Ree – Langeweg.
ohan Hut. Het is lang geleden.
Het 42 jaar geleden. Geheugens worden fietsenstallingen, plekken met grote gaten.
Dat merk je pas als je zo’n oude foto ziet.
Dat dunne ventje toen 22 jaar oud, op de vijfde plaats links ben ik, Arend van Dop.
Achste van links is Eddy Scholl. nr tien met baardje is Zuidema,dan Ree en Langeweg. negende is Enklaar. Nr 1=Ton Timman, nr 3=Jan Timman.
Als nr 2 Bóhm is dan is nr 7 Kuipers. Nr 4 is Hartoch. Nr 6 is Ad van den Berg.
Ik heb ze alle twaalf.