HSG smaakt eindelijk weer eens het zoet der overwinning
Na een lange rit kwamen wij aan in de catacomben van cultureel centrum De Mallemolen. PION teamcaptain Theo Wijnhoven verwelkomde het team buiten met een consumptiebon. Nadat KNSB wedstrijdleider Ton van Roon de spelers aan de borden had gezet en alle regels nogmaals had verteld kon de eerste ronde van de competitie van start gaan. HSG, dat na vier landstitels op rij en drie daaropvolgende degradaties misschien wel wereldkampioen extreme uitslagen is, staat fier boven aan in Klasse 3d! Het openingsduel in Hilversum tegen Amsterdam West werd gewonnen met 5,5-2,5, waarmee we in de tussenstand een vol bordpunt meer hebben dan de dappere debutant op dit niveau: Ons Genoegen uit Amersfoort die verrassend het ervaren BSG 2 versloeg.
Op papier lijkt de Hilversumse zege overtuigend, met niet een verliespartij, maar op de terugreis naar de hoofdstad zullen de gasten opgemerkt hebben dat er best meer voor hun had in gezeten.
Een juiste conclusie, vooral op de twee topborden lieten de Amsterdammers kansen liggen, het had ook een uitslag van rond de 4-4 kunnen zijn. Voor nu eens lucky HSG is het in ieder geval een zalvende overwinning, na het dramatische vorige seizoen in de tweede klasse, waarin niet een keer kon worden gewonnen.
Drie overwinningen, vijf remises, nul nederlagen, da’s natuurlijk een lekker begin. Met enige zorgen van logistieke aard leefde HSG toe naar dit duel, omdat het technisch en juridisch kader massaal een verlofdag had opgenomen. Dan blijkt maar weer eens hoe belangrijk het is dat er mensen binnen de club zijn die zorgen dat het materiaal beschikbaar is, dat de klokken goed zijn ingesteld en dat er een wedstrijdleider is.
Wedstrijdleider? Ja, daar moet je in de derde klasse als thuisspelende vereniging zelf voor zorgen, en het mag niet de (waardnemend) playing-captain zijn. Een dringende oproep afgelopen donderavond van voorzitter Martin Koekkoek leverde niet veel respons op. Paul Mars zou de bar doen, die moest dus maar multitasken: het wedstrijdleiderschap erbij.
Gelukkig trad Rob van der Waall naar voren, dr. Rob van der Waall wel te verstaan, die ooit als wiskundige promoveerde met de pretstelling dat ´het Siciliaans niet speelbaar is voor zwart´. Dat heeft hij in de interne competitie in zijn witpartijen vaak bewezen, maar er was natuurlijk ook wel een beetje leedvermaak als het een keer fout ging.
Als wedstrijdleider van dienst had hij zich voorbereid met de reglementen uit 1997 die hij nog thuis had liggen. Gelukkig had ik wat actueel spul gedownload en geprint. Na wat instructies zou het vast wel gaan. De wedstrijd verliep zonder incidenten en Rob deed het goed, had er zelfs duidelijk schik in.
In het laatste speeluur hoorde ik nog wel een telefoon afgaan. Tot mijn opluchting betrof het geen teamgenoot, maar iemand anders – die vermoedelijk al klaar was met zijn parti. Hij spoedde zich naar buiten om het telefoontje discreet te beantwoorden. Iedereen haalde z´n schouders op en ging weer over tot de orde van de schaakdag.
In het team van HSG twee nieuwkomers, van wie een eigenlijk een oudkomer: correspondentieschaak-grootmeester Carol-Peter Gouw, die na zeven jaar is teruggekeerd bij HSG. Hij won, welkom terug Carol-Peter!
De andere échte nieuwkomer is jeugdspeler Guido Wagenvoorde die als invaller zijn debuut in HSG 1 maakte. Hij vroeg na een uurtje spelen of hij het remiseaanbod van zijn tegenstander mocht aannemen. Dat mocht. Ik had misschien moeten zeggen dat je niets leert van zulke korte remises, maar als hij bij een brilstand een halfje toevoegt tegen een tegenstander met 200 elopunten meer, dan is dat natuurlijk prima! Op de overige tafels had HSG een duidelijk elo-overwicht. Dat kwam wel tot uiting in de einduitslag maar niet altijd op de borden, dat is nog een verbeterpuntje.
Proficiat!