Brons bij BDO (1)
Het BDO-toernooi was deze keer in de herfstvakantie. Daar kwam natuurlijk kritiek op, want zo was het tegelijk met Hoogeveen, terwijl er spelers zijn die misschien beide toernooien zouden willen spelen (en publicitair zou het toernooi ook last van Hoogeveen kunnen hebben). De toernooiorganisatie had moeite om de beide tienkampen gevuld te krijgen: ik nam zelf hun uitnodiging vrij snel aan (ondanks dat ik voordat ik de uitnodiging kreeg overwoog om in Hoogeveen te gaan spelen) maar het lukte pas drie weken van tevoren om het deelnemersveld rond te krijgen. Ook had het open toernooi iets minder deelnemers dan vorig jaar.
Maar had de organisatie deze problemen dan niet zien aankomen? Natuurlijk wel, ze zijn niet gek, maar de verhuizing naar de herstvakantie maakte een belangrijke verbetering mogelijk. Vorig jaar werd er gespeeld in klaslokalen en dat was niet ideaal, zo vonden veel mensen. Dit jaar was (in de herfstvakantie) de aula van het Stedelijk Gymnasium beschikbaar en dat bleek een prima speelzaal. Genoeg ruimte, alle groepen bij elkaar, een podium voor de hoofdgroepen, een groot scherm met liveborden, wc’s in de buurt, aparte analysruimte, vlakbij de Grote Markt, op loopafstand van het station, en er was vast ook een goede catering voor de open groepen maar dat kan ik u niet vertellen (voor de meestergroepen was er eten en drinken achter een gordijn). Volgend jaar weer dus! Dat valt tenminste te hopen, want vanwege personele wijzigingen bij BDO (de details weet ik, maar ik weet niet wat daarvan openbare informatie is) is het niet zeker of het toernooi volgend jaar wel doorgaat. Maar aan de organisatie zal het niet liggen.
Dan mijn toernooi. Ik trof het niet bij de loting, nummer 6, en dat betekende dat ik met twee zwartpartijen zou beginnen. De eerste daarvan was tegen de nummer 2 van het WK t/m 16, die inmiddels over de 2500 gegaan was. Dat leek best lastig, maar hij speelde eigenlijk niet zo goed tegen mij, en dacht ook nog lang na. Daar wist ik van te profiteren:
Mijn tegenstander had op zet negen gerokeerd en ik verwachte dat hij vervolgens met zijn koningsvleugelpionnen ten aanval zou trekken. Dat leek me ook best gevaarlijk voor zwart. Maar hij was blijkbaar de anti-Bosboom, want er gebeurde niets aan mijn linkerkant (voor de kijker rechts). In plaats daarvan gaf hij mij een vrijpion en het loperpaar, wat ik met genoegen aanzag.
18. Ld3 e4 19. fxe4 fxe4 20. Le2 Pg4 21. Lxg4 Lxg4 22. Td2 Tad8 23. Txd8 Txd8 24. h3 Td3 25. Te1 Lf5 26. Kb1
Ik ging met alle vertrouwen deze stelling in: naast de al genoemde voordelen staan mijn stukken ook nog actief, en ik zou aanval kunnen krijgen. Ik had al varianten gezien waarin ik op a3 zou kunnen slaan, al maakte mijn tegenstander dat met zijn laatste zet minder aantrekkelijk. Maar terwijl ik naar een zet zocht werd ik wat minder tevreden over mijn stelling. Als wit kan consolideren kan b.v. a7 zwak worden, Df2 komt er wellicht aan, en hoe versterk ik mijn stelling? Maar toen zag ik een truc. Na enig rekenwerk ging ik ervoor.
26… Ld4!?
Hij had hier weinig tijd dus deze zet was sowieso kansrijk, maar objectief gezien niet de beste zet. Na simpel 26… g5! is het moeilijk voor wit om iets te verzinnen, b.v. 27. Df2 De5 28. Ka2 Le6 29. Dc2 Dg3 30. Lf2 Dxg2 en wint.
27. Lxd4 e3!
Dat is het idee: er dreigt damewinst. Hij had minder dan een minuut om daartegen iets te verzinnen.
28. Lc5?
Dit hadden vast veel mensen gedaan: een aangevallen stuk wordt met tempowinst weggezet. Het blijkt echter te verliezen. Wit kon het nog spannend houden met 28. g4! Dh4 29. gxf5! Dxe1+ 30. Ka2 Dd2 (30… Txd4 31. fxg6+ Kg7 32. Df5 is ook niet zo makkelijk) 31. fxg6+ Kg8 32. Db1 e2 33. Lf2 en zwart wint waarschijnlijk wel een stuk met zijn e-pion, maar het is de vraag of hij voldoende pionnen overhoudt om te winnen.
28… Dh4!
Er blijkt nog een stuk ongedekt te staan, met schaak nog wel.
29. g3 Dxg3 30. Tf1
Wit heeft geen keuze: de toren moet weg. Maar nu heeft zwart wel een ruime keuze. David Klein wees me op de leuke variant 30…Txa3!? 31.Txf5 De1+ 32.Dc1 Ta1+ en wint. Wat ik speelde liet een paar schaakjes toe maar won ook snel.
30… e2 31. Dxe2 Td2+ 32. Txf5 Txe2 33. Tf7+ Kg8 34. Tf8+ Kg7 0-1
Het is prettig met een overwinning te beginnen, dat verlicht de druk op de tweede partij. Ik speelde weer het Hollands (scoorde goed dit toernooi, ook Friso won ermee) en kreeg onderstaande stelling. Voor verder te lezen vraag ik de lezer of deze zelf kan proberen een zet voor zwart te vinden en de stelling te beoordelen.
Heeft u al een zet (of zelfs een plan) gevonden? Ik zal eerst de stelling bespreken.
De zwarte stukken hebben niet veel bewegingsvrijheid. De torens staan op zich wel goed, maar doet niet zo veel. Voor de lopers geldt hetzelfde. De dame kan eigenlijk nergens heen. En het paard, dat kan alleen maar terug. Mijn tegenstander dacht hier ook goed te staan, maar had dat niet goed ingeschat. Hij heeft een achtergebleven e-pion en een gat op e4, voor hem is het ook niet makkelijk om progressie te boeken (wellicht kan hij met e4 zijn e-pion oplossen, maar dan wordt de f-pion weer zwak) en eigenlijk is het mooie van de stelling vooral het paard op d5. Maar zwart kan dat paard niet wegjagen zolang het paard op c6 staat. Daarom:
19… Pb8!
Het paard maakt plaats voor de pion! En het heeft bovendien een doel: via d7 en f6 naar e4 gaan.
20. b3 c6 21. Pb4 Dc7
Op gevoel. Meteen 21…Pd7 kan ook, maar op c7 heeft de dame wat meer bewegingsvrijheid.
22. Pd3 Pd7 23. Db4 Pf6
In de volgende zetten gaat wit het actief spelen, maar dat blijkt zijn stelling alleen maar kwaad te doen. Passief spel was beter geweest, al staat zwart dan prettig.
24. Pe5 Pe4 25. Lxe4 fxe4 26. Dd6 Dc8!
Ik had ook gekeken naar dameruil en pion winnen op e5, waarna zwart een beter eindspel heeft. De vraag was of 26…Dc8 meer zou opleveren: ik zag in ieder geval niet hoe wit zich nu nog zou moeten verdedigen. Vanaf c8 is de dame heel snel bij de witte koning: loper naar h3, paard op e5 slaan, dame naar g4 en het is al bijna mat.
27. Tf2 Lh3 28. Dd2
28. Tdd2 leek me een betere verdediging, waarna ik 28… g5! had gepland. Dat wint: 29. Lg3 (29. Lxg5 Lxe5) 29… gxf4 30. Lxf4 Td8 31. Dc5 Txd2 32. Txd2 Lxe5 33. Dxe5 Dg4+ en mat. Na de tekstzet was de winst niet moeilijk te vinden:
28… Lxe5 29. fxe5 Dg4+ 30. Lg3 Txf2 31. Kxf2 Df3+ 32. Kg1 Tf8 0-1
Opgegeven, op 33.Lf4 wint g5 een stuk waarna mat snel volgt. Op andere manieren is het mat op f1 niet te dekken omdat g2 ook gedekt moet blijven.
In de derde ronde kreeg ik voor het eerst wit, tegen Schaaksitecollega Twan Burg. Ik won in de opening een pion, maar dit was (bij mij in ieder geval) bekend: zwart krijgt compensatie door het loperpaar, maar wit mag bij goed spel op enig voordeel hopen. Ik speelde echter een paar onnauwkeurige zetten en nam daarom maar zijn remiseaanbod op zet 22 aan voordat het verder uit de hand zou lopen (de stelling was ook redelijk vervlakt inmiddels).
In de vierde ronde dacht ik met zwart tegen Friso Nijboer op een gegeven moment een plusje te krijgen in een Carlsbadstructuur (met de bekende minoriteitsaanval als plan). Dat gecombineerd met zijn tijdnood gaf me enige hoop dat ik kansen zou krijgen, maar hij verdedigde zich goed en toen ik niet meer zag dan een zetherhaling bood ik remise aan (er zat ook niet meer in). Toch was ik dicht bij de overwinning:
Met nog acht minuten op de klok zag ik hem met zijn hand naar de dameloper grijpen. 26.Ld6 ziet er natuurlijk heel verleidelijk uit, daarna lekker plomberen op c5, maar het was precies waarop ik hoopte: 26…Pxd4! en zwart wint! Hij zag het voordat hij de loper aanraakte, trok zijn hand terug, dacht nog een paar minuten na, speelde 26.Dd3 en stevende uiteindelijk onbedreigd op de toernooioverwinning af. Ja, 1 moment kan een grote invloed op een toernooi hebben! Of bij mijn toernooi twee momenten: over het andere moment in het tweede verslag meer.
prachtig verslag, dank!