De (fysieke) wonderen zijn de wereld nog niet uit
Indrukken van de eerste KNSB-competitie wedstrijd in het nieuwe Apeldoornse Denksportcentrum Noord: mooi weer, zo laat in het jaar, 1 november. Hoe zetten we de tafels, ach ze staan toch goed zo. Hoe houden we het hier koel. Klokken instellen, borden en stukken klaarzetten, koffie. Die ballen gehakt stinken, ik wil bitterballen! Wat is BAT, ja die is kapot, Henk! Bordnummers, verloren gegaan bij de verhuizing. Mick raffelt zijn partij af, André wint nog sneller. Zoveel mannen en geen vrouwen en toch zijn al die mannen stil aan het schaken. Kabbie is de Birdman. Nee, dit is bord 10, je moet aan de andere kant beginnen.
Het was de eerste keer dat we in het nieuwe denksportcentrum een competitiewedstrijd speelden voor de KNSB en dan mag je natuurlijk niet gelijk in het stof bijten. En dat waren we ook niet van plan, maar daar hebben onze tegenstanders van deze dag (Amersfoort) geen boodschap aan. Die willen net als wij winnen, mede omdat ook zij in de eerste ronde verloren hadden. Het verschil in sterkte als je naar de ELO-puntjes kijkt is precies 1 in ons voordeel. Nou, daar kun je wel wat mee, NOT! Omdat Maarten Beekhuis niet mee kon spelen hadden we om ’tactische redenen’ Theo Visschedijk op het eerste bord neergezet. Die wilde wel de klap opvangen, alhoewel hij vol overgave de strijd aanging. Het bleek dat Amersfoort ook een aderlating moest doen, teamleider Peter Reedijk was ziek thuis gebleven, dat zorgde ervoor dat de balans vooraf in evenwicht was.