De ‘Berlijnse Muur’ blijft fier overeind
De negende partij in de WK-tweekamp tussen Carlsen en Anand is geëindigd in een bloedeloze remise. De wereldkampioen, die met wit speelde, kwam niet door de zogenaamde ‘Berlijnse Muur’ heen die Anand voor hem opgeworpen had. Sterker nog: Anand had een fikse verbetering op een bestaande partij gevonden en Carlsen slaagde er niet in om daar achter het bord iets op te vinden waarmee hij mogelijk in het voordeel zou kunnen komen. Bij de 16de zet diende zich een zetherhaling aan, die door de Noor aangegrepen werd om zo snel mogelijk via de achterdeur te verdwijnen.
Tenminste, zo moet hij zich gevoeld hebben, want hij had van zijn witpartij niets weten te maken. Zoals altijd schoven de heren aan bij de plichtmatige persconferentie.
Carlsen heeft wel geleerd zich beleefd op te stellen, maar je kon aan alles merken dat het hem niet lekker zat, hoe deze partij gegaan was.
Anand daarentegen weet natuurlijk ook niet precies wat hij hiermee opschiet. Hij heeft met zwart weliswaar gemakkelijk remise gemaakt, maar elk halfje brengt zijn tegenstander dichter bij het behoud van de titel. Het enige wat nu voor hem pleit is dat hij nog twee witpartijen voor de boeg heeft en daarin zal hij ongetwijfeld tot het uiterste gaan om deze achterstand nog om te buigen.
Stelde de partij dan helemaal niets voor? Nee, want er zit bij deze heren altijd veel onder de oppervlakte dat soms niet naar boven komt, omdat de ander dat verhinderd heeft. Omdat die ‘Berlijnse Muur’ zo vaak op het bord komt op topniveau, leek het mij een mooi moment om eens wat achtergronden van deze opening op tafel te leggen. Daarbij mogen we niet vergeten dat de ‘Berlijnse Muur’ niet zonder reden tot het bot wordt afgekloven. Het is begonnen met de tweekamp tussen Kasparov en Kramnik in 2000. De uitdager, Kramnik, had in zijn voorbereiding bedacht dat het heel belangrijk was om iets op het bord te brengen tegen 1. e4 dat moeilijk te kraken is. Zeker tegen Kasparov was dat van het hoogste belang, want juist hij was de speler die de openingstheorie tot een wapen had verheven. Kramnik had het uitstekend ingeschat. Kasparov kwam er niet door, hij wist zelfs geen enkele partij met wit te winnen en dat was voor hem een unicum.
Als we in de tegenwoordige databases een blik werpen, dan zien we dat vrijwel de gehele wereldtop zich met deze problematiek bemoeit. Sterker nog: vrijwel elke topspeler speelt de stelling zowel met wit als met zwart. Het is net alsof men voelt dat de ‘Berlijnse Muur’ het krachtige antidotum is tegen 1. e4. En daar wil men graag een bijdrage aan leveren. Want als inderdaad zou blijken dat zwart altijd remise kan maken, moet dan echt iedereen ineens tegen wil en dank naar 1. d4 uitwijken? Omdat deze discussie ergens over gaat, heb ik een summier overzicht gemaakt en wat illustratieve partijen toegevoegd. En ook als u zich niet interesseert hierin – sommige mensen verfoeien deze variant – dan kunt u nog altijd deze partijen bekijken, want ze zijn instructief om uw eindspelbehandeling wat te verbeteren!
De analyse van de negende partij Carlsen-Anand via de viewer:
Carlsen, Magnus – Anand, Viswanathan
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5
3…Pf6
Het kenmerk van wat zo dadelijk de ‘Berlijnse muur’ gaat worden. Wil zwart dat zo spelen, mag hij niet het in het Spaans automatische 3… a6 spelen. We zien dadelijk waarom dat is.
Ter vergelijking van het nevenstaande begint het ‘gewone’ Spaans altijd met de volgorde 3…a6 4. La4 [Hier kan wit ook kiezen voor de ‘Ruilvariant’ van het Spaans. 4. Lxc6 dxc6] 4…Pf6 5. O-O Een daarvan is het ‘Open Spaans’. 5…Pxe4 Om te beginnen ‘dreigt’ zwart het witte loperpaar afhandig te maken met … Pe4-c5, vandaar dat hier vrijwel altijd 6. d4 gespeeld wordt. 6…b5 Zwart wil graag het paard op e4 stabiliseren en jaagt daarom de loper weg. 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 (zie analysediagram)
en hier hebben we de uitgangsstelling van het Open Spaans.
4. O-O Pxe4
Analoog aan het Open Spaans slaat zwart de pion op e4. Nimzowitsch zei het vroeger al: elke centrumpion van de tegenstander die ongestraft geslagen kan worden, dient onmiddellijk genomen te worden!
5. d4
Wederom bevrijdt wit zijn spel met deze logische opstoot. Maar nu komt aan het licht waarom zwart geen … a7-a6, Lb5-a4 heeft ingelast. Hij wil graag het paard (dat natuurlijk kwetsbaar staat op de e-lijn) met tempo terugtrekken.
5…Pd6
Zo dwingt hij wit zijn loperpaar in te leveren.
6. Lxc6 6. La4 Het terugtrekken van de loper komt nauwelijks in aanmerking want na 6…e4 7. Te1 Le7 moet wit toch flink zijn best doen om compensatie voor het pionverlies waar te maken.
6…dxc6
De stelling heeft iets weg van de ‘Ruilvariant’ van het Spaans.
7. dxe5
Net als in de Ruilvariant krijgt wit een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel. Maar daar staat tegenover dat zwart het loperpaar in handen heeft gekregen en wat misschien wel belangrijker: de suprematie over de witte velden. Vooral veld f5 is een cruciaal veld in de komende strijd.
7…Pf5 8. Dxd8+ Kxd8
De dames zijn snel van het bord verdwenen en we zitten meteen al in een middenspel zonder dames. Deze stelling is al een hele tijd onderwerp van discussie. Omdat de zwarte stelling zo moeilijk te kraken is en er een hoog remisepercentage is, kreeg het de naam ‘De Berlijnse Muur’. Dat had ook te maken met de tweekamp tussen Kasparov en Kramnik in 2000. Dat was een WK-match uitgeschreven door de PCA, de wilde bond van Kasparov en Short, die buiten de Fide om een eigen WK aan het spelen waren. Kasparov maakte daar de dienst uit en hij ging er vanuit dat hij nog jaren wereldkampioen zou blijven. Maar Kramnik bleek destijds een lastig te nemen horde. De veel jongere Rus had een zwakte in het spel van Kasparov gevonden: middenspelen zonder dames. Dus ging Kramnik op zoek naar openingsvarianten waarin dat zou ontstaan. En daar was de ‘Berlijnse Muur’ er een van. Kasparov slaagde er met wit niet eenmaal in om door de taaie verdediging van Kramnik heen te komen. En met zwart verloor hij tweemaal waardoor hij zijn titel kwijtraakte. Als hij gedacht had dat Kramnik naar zijn pijpen zou gaan dansen, kwam hij bedrogen uit. Kramnik, als regerend wereldkampioen, schreef zijn eigen regels en hij construeerde een kandidatentoernooi waarin Kasparov voorronden moest gaan spelen. Dat vertikte de laatste, eigenwijs als hij was. Een paar jaar daarna kondigde hij zelfs zijn vertrek uit de actieve arena aan. Kortom: ook achter deze ‘Berlijnse Muur’ gaat een heel verhaal schuil! Terug naar de diagramstelling waar diverse pogingen zijn gedaan om ‘De Muur’ te slechten.
9. h3
Carlsen komt opnieuw het zetje dat hij de vorige partij in deze match ook al hanteerde. Wat is nu globaal gezien de problematiek in deze stelling? Wit wil op den duur zijn pionnenmeerderheid naar voren zien te krijgen. Daartoe zal hij zijn paard van f3 moeten wegspelen om te komen met f2-f4, g2-g4 en f4-f5. Als alles lukt, krijgt hij een vrijpion die zwart in de problemen zou kunnen brengen. Essentieel is de blokkade die zwart heeft opgeworpen op veld f5. Dat is een wit veld en juist dat veld is voor wit bijzonder lastig onder controle te krijgen. Alles hangt er min of meer vanaf of zwart de controle over dit veld kan houden en hij op de lange duur zijn witveldige loper kan inzetten. Zolang pion e5 op die kleur blijft vastliggen, is de witte loper van c1 niet zo best.
De meest gespeelde zet is 9. Pc3
Als het zo belangrijk is om die meerderheid naar voren te krijgen, zou je je kunnen afvragen waarom wit dat dan niet meteen doet. Dat kan namelijk met 9. g4 Pe7 10. h3 h5 De witte velden dreigen aangetast te worden, maar wit heeft een oplossing voor dit probleem: 11. Pg5 Ke8 12. f3 (zie analysediagram)
En alles is gedekt. Het is wel duidelijk dat een eventueel f3-f4-f5 voorlopig nog niet aan de orde is. Zwart antwoordt op zijn best met 12…Pg6 en dat kwam al op het bord in een simultaanpartij Lasker-Hesse uit 1901. Maar zelfs de wereldkampioen voelde zich niet happy in deze stelling, want veel later ging hij zelfs ten onder.
9…Ke8
De hoofdvariant van dit zijsysteem. De bedoeling is om dat eventuele Pf3-g5 uit de stelling te halen, zoals we zojuist al zagen. Anand dacht er 10 minuten over na. Carlsen heeft ook al eens met zwart deze stelling op het bord gehad en wel tegen dezelfde tegenstander, Anand, die toen met wit speelde. Dat was in hun vorige WK-tweekamp en toen speelde de Noor 9…Ld7
10. Pc3 h5
Daarmee ontkracht zwart de opmars van wits g-pion.
11. Pe2
Carlsen heeft een voorkeur voor deze voortzetting. Misschien ingegeven door zijn mooie overwinning op Jakovenko in 2009. Hij is overigens in goed gezelschap want ook Grischuk en Karjakin hebben hem op hun repertoire staan. De bedoeling is om wat stukken op de koningsvleugel te concentreren om straks de strijd rond veld f5 aan te gaan. 11. Lg5 wordt vooral gespeeld door Aronian, Anand, Caruana en Karjakin. Maar vrijwel alles op topniveau wordt remise, met vooral Kramnik als de belangrijkste vertegenwoordiger van dit remisewapen. De eerste partij – volgens mijn database – op het hoogste niveau die door een witspeler is gewonnen is de partij Navara (2722) – Kryvoruchko (2635). Daar krijgt wit met veel geduld toch langzaam zijn pionnenmeerderheid naar voren en als hij zwart tot een passieve rol heeft gedwongen, slaat hij zijn slag in een pionneneindspel. Een bijzonder leerzaam en instructieve partij om na te spelen!
11…b6
Ook Kramnik heeft dit subtiele pionzetje eenmaal gespeeld en wel tegen McShane in 2010. Karjakin won er zelfs mee van Kurnosov in 2010. Deze partij laat de kansen van zwart heel goed zien. Het zwarte loperpaar en later de strijd van loper tegen paard met pionnen op twee vleugels, illustreert heel duidelijk waar zwart het van kan hebben. Het is weer Kramnik die vrijwel uitsluitend verder gaat met 11…Le7 maar ook spelers als Aronian en frappant genoeg Karjakin bedienen zich van deze zet. Het frappante is dat vrijwel alle topspelers zich zowel met wit als met zwart op deze stellingen inlaten. Men is kennelijk aan het onderzoeken hoe stevig die muur nu eigenlijk gebouwd is. Het is bepaald niet onbelangrijk, want als zwart standhoudt, heeft wit een groot probleem als hij 1. e2-e4 opent, zoals Kasparov dat met Kramnik had.
12. Td1 La6 13. Pf4
13…Lb7!?
Het nieuwtje en vermoedelijk een enorme verbetering! Het team van Anand heeft bepaald niet stilgezeten. Men heeft ontdekt dat de loper op de lange diagonaal het beste staat. Zoals eerder opgemerkt heeft wit weinig anders dan het plan om ooit met g2-g4 te komen. Maar dat wordt met een loper op b7 en een toren op h8 wel heel onaantrekkelijk nu! Carlsen dacht nu 16 minuten na en hij besluit om de structuur drastisch te veranderen. 13…Td8 was nog bekend uit Dominguez-Ponomariov, 2012. Een heel instructieve partij overigens. Want als je ziet hoe een sterke speler als Ponomariov in een volkomen hopeloos eindspel wordt gemanoeuvreerd, dan is dat ronduit indrukwekkend te noemen.
14. e6
Op zichzelf zou je zeggen dat wit erop vooruit gaat als hij deze pion kan opspelen. Zijn loper wordt er beter door. Maar het grote nadeel is dat de stelling open komt en dat komt het zwarte loperpaar ten goede.
14…Ld6 15. exf7+ Kxf7 16. Pg5+
Wit moet zijn troeven blijven uitspelen.
16…Kf6
Anand brengt als het ware hiermee een remise-aanbod. Minder goed is inderdaad 16…Kg8 want dan staat de koning wat afzijdig terwijl zijn torens niet verbonden zijn. Zwart kan dan niet opponeren op de e-lijn als wit daar een toren posteert.
17. Pe4+ Kf7 18. Pg5+
Carlsen gaat erop in, mede ingegeven door de stand in de match, vermoed ik. Wit kan ook het loperpaar terugpakken met 18. Pxd6+ maar na 18…cxd6 is de zwarte pionnenstructuur weer in tact. Door de aanwezigheid van de ongelijke lopers zijn wits winstkansen ook miniem.
18…Kf6 19. Pe4+ Kf7 20. Pg5+ 1/2-1/2
(Foto’s zijn genomen van snapshots van de commentaarsessie)
Het "nieuwtje" is helaas geen echt nieuwtje. Het is al bekend uit 2 Correspondentie partijen (2500+) uit 2012. De hele partij is zelfs al eens op het bord geweest (met invoeging van 14. b3 Le7).
Daar ik aan neem dat op dit niveau serieus gekeken word naar Correspondentie partijen mag gesteld worden dat het idee van de loper op de lange diagonaal slechts geleend is ipv "ontdekt".
Ik wil er op wijzen dat sinds eind 2012 ICCF zijn database afgeschermd heeft van het publiek. Hierover schreef ik een blogartikel: schaken-brabo.blogspot.be/2013/10/iccf.html
Nu ik omzeil dit probleem door een bevriende correspondentiespeler regelmatig te contacteren zodat hij de nieuwe partijen kan opzenden. Ik kan niet begrijpen dat niet iedereen dit doet want je krijgt er op openingsgebied een enorm voordeel mee. Ik ben er zeker van dat Anand dit ook doet of tenminste zijn secondanten. Feit dat Carlsen de zet niet kende, doet mij het ergste vermoeden. Mijn volgend blogartikel zal trouwens bespreken hoe je jezelf op een optimale wijze kunt bewapenen en dit vervolgens ook efficiënt in de praktijk kunt gebruiken.
Of je wordt voor twee tientjes per jaar zelf lid van de NBC. Dan kun je die partijen naar believen gewoon zelf downloaden.
<brabo
21-11-2014 08:45
Ik wil er op wijzen dat sinds eind 2012 ICCF zijn database afgeschermd heeft van het publiek.>
Voor zover ik weet kun je gewoon een gratis account aanmaken bij de ICCF en dan de partijen binnen halen. Zo doe ik het tenminste 😉
Ik heb daar eens voor gepolst maar toen bleek dat je ook effectief een minimum aantal partijen moest spelen om toegang te krijgen tot de database. Ik ben bereid om te betalen voor de database maar ik heb niet de tijd om correspondentiepartijen te spelen. Iemand vertelde mij dat je toch partijen kunt spelen en je snel kan laten verliezen maar dat vond ik onzin en oneerlijk t.o.v. de tegenstanders die lidgeld betaalden om een serieuze partij te kunnen spelen.
Nu toevallig vond ik zonet dat www.openingmaster.com/ wellicht een veel makkelijkere oplossing biedt. De site is terug opgestart in augustus en lijkt nu een uitstekende service te leveren. Ik was van plan om mijn megadatabase eens grondig te vernieuwen (dus meer dan de twics downloaden) en mogelijks kies ik hiervoor i.p.v. chessbase.
Ik vond het een doodsaaie partij. Maar dit bijzonder informatieve verslag maakt het toch weer boeiend. Volgens Keres was de Berlijnse verdediging in de tweede helft van de 19e eeuw zeer populair. Zie zijn boek over het klassieke Spaans. Nu de voortzetting van wit met 9.h3 te pareren lijkt met de loper naar b7, is een aanbeveling van Vasiukov misschien te proberen 9. Pc3, Ke8;
10. Pe4.
@arjo1982
Bij mij zegt de ICCF site: "To proceed, please select an event from the new events list."
Bij de registratie heb ik opgegeven dat ik vroeger al gespeeld heb bij ICCF maar nog niet op de server. Dus ik heb een id maar geen paswoord. Zonder een event te selecteren, krijg ik geen paswoord.
Ik wil mij niet registreren voor een nieuw event. Heb jij eerst geregistreerd voor een event of was dit als nieuwe speler niet nodig?
In dit boeiende artikel poneert Grooten de volgende stelling:
Het is net alsof men voelt dat de ‘Berlijnse Muur’ het krachtige antidotum is tegen 1. e4. En daar wil men graag een bijdrage aan leveren. Want als inderdaad zou blijken dat zwart altijd remise kan maken, moet dan echt iedereen ineens tegen wil en dank naar 1. d4 uitwijken?
Echter, in de tweede partij speelde Carlsen 4.d3! en won vervolgens op fraaie wijze. De witspeler is dus geenszins gedwongen het optrekken van de Berlijnse muur toe te staan.
Ik begrijp dan ook niet waarom Carlsen 4.d3 nog niet heeft herhaald in deze match. Of, voor mijn part, 4.Pc3 heeft geprobeerd. Alles beter dan die Berlijnse muur.
@brabo…
Volgens mij kon ik ook met een gratis account en zonder 1 partij gespeeld te hebben al de databases downloaden.
Er zijn verder ook zogenaamde "FREE MATCHES" waarin gratis leden tegen elkaar kunnen spelen. Dan hoef je je geen zorgen over de kosten van je tegenstander te maken.
www.iccf.com/EventsAnnouncements.aspx
en dan onderaan…
Maar ik heb de ervaring dat mensen vaak de tijd laten verlopen als ze verloren staan.
@brabo…
Ik zie dat onze berichten elkaar precies hebben gekruist 😉
Of ik me geregistreerd heb voor een event voor ik de database kon downloaden… Dat zou ik zo even niet meer weten. Maar ik heb tot nu toe alleen nog maar de "Free matches" gespeeld, dus het kan iig zonder betaling.
" Het is net alsof men voelt dat de ‘Berlijnse Muur’ het krachtige antidotum is tegen 1. e4. En daar wil men graag een bijdrage aan leveren. Want als inderdaad zou blijken dat zwart altijd remise kan maken, moet dan echt iedereen ineens tegen wil en dank naar 1. d4 uitwijken?"
Dit vind ik onzin. Heel weinig spelers houden zich bezig met een bijdrage te leveren aan de theorie zie schaken-brabo.blogspot.be/2013/02/de-wetenschappelijke-aanpak.html.
De meeste spelers kiezen hun opening in functie van hoe ze optimaal kunnen presteren. Als je 1.e4 speelt dan kun je bijna niet meer rond het Berlijns. 1.d4 of andere openingszetten hebben ook hun problemen dus 1.e4 studeren met het Berlijns hoort er nu eenmaal voor wit bij als topspeler. Als je dan tot de vaststelling komt dat je met wit heel weinig kansen kunt creëren dan is het normaal dat je die kennis ook aanwendt met het zwarte kleur. Het principe van eenzelfde opening te spelen met beide kleuren besprak ik ook al op mijn blog: Zie schaken-brabo.blogspot.be/2013/02/kleuren-omwisselen.html
Tenslotte speelt het gelijk halen in de opening vandaag veel minder een rol dan vroeger. Het is een niet meer een kwestie van welke opening met welk kleur best wordt gespeeld maar wel met welke frisse ideeën je aan het bord kunt komen. De ideeën hoeven helemaal geen weerlegging te zijn maar moeten de tegenstander laten denken. Zelf zoek ik daarom vaak minder bekende partijen op door o.a. niet traditionele databases te raadplegen. Zie schaken-brabo.blogspot.be/2014/07/ideeen.html
Ik vind het overdreven om te zeggen dat de Berlijnse muur de bestrijdingswijze is van 1 e4. Er zijn zoveel andere openingen die je met 1 e4 kan doen. De bestrijdingswijze van het Spaans kun je het wel noemen maar niet elke 1 e4 opening is Spaans.
De stelling van theoretici was (tot dusver) dat na 1. e4 e5 de enige kans op voordeel was om te vervolgen met 2. Pf3 Pc6 3. Lb5.
Natuurlijk kan wit behalve Spaans ook kiezen voor legio andere voortzettingen, zoals Italiaans, Schots, Koningsgambiet, enz. Echter, volgens de theorie leiden al die openingen tot vrijwel gelijk spel voor zwart.
De vraag is of dit nu ook geldt voor Spaans. Als zwart de Berlijnse muur kiest, leidt dit dan volgens de theorie ook altijd tot vrijwel gelijk spel voor zwart? Het antwoord lijkt te zijn: ja.
De stelling van Grooten is dan ook (volgens mij): Als wit een kans op theoretisch voordeel wil hebben vanuit de opening, dan zal hij niet 1.e4? moeten spelen maar 1.d4!
Als je kijkt naar wat er de laatste 4 maanden gekozen werd door + 2700 spelers met wit in een serieuze partij met 1.e4 e5 (en indien 2.Pf3 dan Pc6) dan kom je tot het volgende opmerkelijk overzicht:
Spaans: 50 partijen (met heel veel Berlijnse partijen)
Koningsgambiet: 1 (Rapport)
Philidor in de voorhand : 1 (Jobava)
Loperspel: 1 (Carlsen en hij verloor ermee)
Weens: 2 (Radjabov en Mamedyarov)
Schots: 4 (Lagrave en Nakamura)
Italiaans: 1 (Harikrishna)
Dus op topniveau kan je echt wel stellen dat vandaag het alleen Spaans is dat als kritiek wordt beschouwd. Gewone schakers hoeven zich uiteraard niets aan te trekken hiervan maar Herman is zeker correct om te stellen dat Berlijns een probleem is voor 1.e4 spelers op topniveau.
I.v.m. het concept ideeën, wou ik ook nog even refereren naar de hilarische tweet van Nigel Short: "Looks like a typical condom variation from Magnus: to be used once and thrown away" die hij in de vorige ronde maakte.
Misschien een tip voor Herman. Bord IM’s en GM’s kunnen gratis lid worden van de NBC (Nederlandse Bond van Correspondentieschakers). Recentelijk zijn Robin van Kampen en Tea Lanchava lid geworden.