Thriller in Tilburg bij Stukkenjagers-HWP/Sas van Gent
Afgelopen zaterdag mocht De Stukkenjagers proberen te bewijzen dat zij terecht een punt voorstonden op Het Witte Paard/Sas van Gent. Hadden de Zeeuwen, een van de favorieten in klasse 1B, niet al in de eerste ronde averij opgelopen tegen Schaakstad Apeldoorn?
En als er een kans was om de nummer twee in de klasse pootje te lichten, was het wel op deze zaterdag. Want GM Paul Motwani en de sterke Tom Piceu vielen niet te ontdekken onder de mensen die de mooie zaal van De Harmonie in Tilburg binnenwandelden.
Het eerste team had zich, zoals gewoonlijk, bij een van de teamspelers voor de wedstrijd afgezonderd. Ditmaal kwam een aantal bijeen om het zojuist betrokken appartement van Anne Haast te bewonderen. De Dongense is sinds vorige week tot Tilburgs inwoner gebombardeerd. Anne had een heuse bartafel klaargezet en mede door het uitstekende kokkerellen van Mart Nabuurs en Bianca Muhren kon een copieus ontbijt naar binnen worden gewerkt.
Daarna toog het hele gezelschap naar de speelzaal, waar met goede moed aan de wedstrijd begonnen kon worden. En zoals eerste bordspeler en verslaggever namens Het Witte Paard al aangaf: het werd een ware thriller.
De Sassenaren hadden twee IM’s op de eerste twee borden neergepoot: respectievelijk Steven Geirnaert en Helmut Cardon. Een sterke FM, maar wel met de rating van een IM (meteen de hoogste van de hele zaal), Thibaut Vandenbussche moest het vuile werk opknappen aan bord drie.
Om maar meteen met de laatste te beginnen. De Belg kwam met een vroegtijdige doorbraak in het centrum tegen Mart Nabuurs, maar die had uitstekend ingeschat dat het er gevaarlijker uitzag dan het in werkelijkheid was. De partij kabbelde daarna naar een remise-achtig eindspel waarin beiden een toren en een loper hadden. Of het bewust was of niet, feit was dat Nabuurs in een penning terechtkwam die hem de kwaliteit kostte. Gelukkig kreeg hij er nog een heel belangrijke pion voor terug en daarmee bleek hij de partij te kunnen redden. Sterker nog: er waren zelfs na deze afwikkeling nauwelijks winstkansen te bespeuren voor de witspeler. Een nuttig halfje.
Nog een nuttig halfje viel op bord vijf tussen IM Koen Leenhouts en Mark Haast. De broer van Anne moest de gehele partij verdedigen in een wat onaangename stelling. Uiteindelijk won Leenhouts een pion en kon hij afwikkelen naar de dame-eindspel, maar Mark Haast had goed gezien dat hij geen enkel gevaar liep. Daarmee was een tweede IM met de zwartkleur aan Stukkenjagerskant geneutraliseerd. Daarvoor was er ook al een halfje tot stand gekomen tussen Hans Groffen en Bianca de Jong-Muhren. Die laatste had ook al zwart en kon geen ijzer met handen gaan breken.
(Bianca aan het denken, maar het lijkt erop dat ze tegen een geest speelt…
In elk geval kan tegenstander Hans Groffen zeggen dat hij op deze dag letterlijk geen schim van zichzelf was!)
Zo te zien leek de wedstrijd heel gelijk op te gaan. Aan het eerste bord hadden Geinaert en Anne Haast een heksenketel op het bord gezet waar geen touw aan vast viel te knopen. Het was mij duidelijk dat dit alle kanten op kon.
Aan het belendende bord zat Stefan Beukema een op het oog kansrijk dubbeltoreneindspel te behandelen tegen Helmut Cardon. Maar omdat de Zeeuw te boek staat als iemand met een aardige techniek in het eindspel, leek me het voordeel te klein om daadwerkelijk een vol punt in kunnen incasseren.
Wel maakte ik me zorgen op het bord tussen Bram van den Berg en FM Johan Goormachtigh. Er liep in het vroege middenspel plotseling iets mis voor de witspeler waardoor hij een kleine kwaliteit moest inleveren. Ineens moest Van den Berg opboksen met twee torens tegen toren plus loperpaar voor zwart. Dat werd hem al snel te veel, waardoor de stukken ineens in de beginstelling stonden opgesteld, met de zwarte koning fier naar voren gezet. Een 0-1-voorsprong voor de Zeeuwen die nog meer pijlen op hun boog bleken te hebben.
Want het opgetrommelde jeugdtalent, Renzo Ducarmon (jawel, de jongere broer van IM en bijna GM Quinten Ducarmon) zat onze speler Mark Clijsen helemaal zoek te spelen. Maar net toen niemand meer een cent voor de stelling van Clijsen gaf, ging Ducarmon lelijk in de fout. Hij liet zich de kaas van het brood eten, zodanig zelfs dat hij zijn blunder met een nul moest bekopen. Dat was 1-1 (met wat remises).
Beter nieuws voor ons werd zichtbaar aan bord zes, waar Nick Bijlsma wederom een voortreffelijke partij zat af te leveren. Hij won na mooi positiespel materiaal tegen Tieme Verlinde en maakte het risicoloos – aan het eind zelfs met een fraaie wending – efficiënt af. Hierbij een fragment van deze vlekkeloze partij, met commentaar van Nick zelf:
Deze stelling is nog bekend uit de theorie.
12. Pd2
Ik voerde mijn eigen plan uit, maar is waarschijnlijk niet het nauwkeurigste.
12. a5 is de meest gespeelde zet en waarschijnlijk de beste. 12…b5 [12…Te8 13. Le3 g6 14. h3 h5 15. Pc1 Svidler heeft een andere paardmanoeuvre in gedachten dan de normale Nb3-d2-f1-e3. 15…Ph7 16. Pd3 Lg5 17. Pb4 Lxe3 18. Txe3 Tc5 19. Dxd6 Txa5 20. Td1 Db6 21. Dxb6 Pxb6 22. b3 Kg7 23. Pcd5 Pd7 24. Pc7 Te7 25. Pbd5 Lxd5 1-0 Svidler,P (2722)-Nepomniachtchi,I (2720)/Moscow 2010/EXT 2011] 13. axb6 Dxb6 14. Pa5 Vind ik wel prettig spelen voor wit.
12…Pb6
Ik dacht hier dat zwart hierna echt 13…d5 van plan was. Daarop bereidde ik me voor, maar mijn tegenstander speelde iets anders.
13. Pf1
13. a5 Had ik als alternatief, maar ik vond zwart hier toch wel wat tegenspel krijgen. 13…Pc4 14. Pxc4 Txc4 15. Le3 Dc7 [15…Dc8 16. Dd3 Td8 17. Lb6 Td7 18. h3 h6 Ik denk dat het ongeveer gelijk staat hier.] 16. Lb6 Dc6 [16…Db8 17. Dd3 Tfc8 Is ook prima speelbaar voor zwart.] 17. Dd2 Tc8 18. Pd5 Lxd5 19. exd5 De8 20. c3 Ta4 21. Tac1 Db5 22. c4 Db3?! 23. c5! dxc5 24. d6 Td4 25. Dc3 Dxc3 26. bxc3 Txd6 27. Txe5 Td7 28. g4 h6 29. h4 Ld6 30. Tf5 Te7 31. Td1 Le5 32. g5 hxg5 33. hxg5 Pe8 34. Lxb7 Txb7 35. Txe5 c4 36. Td4 <groot voordeel voor wit> f6 37. Tee4 fxg5 38. Txc4 Tbb8 39. Txc8 Txc8 40. Te7 Pd6 41. Ta7 Txc3 42. Txa6 Ta3 43. Ta8+ En later 1-0 in Almasi,Z (2685) -Safarli,E (2587)/Paks 2009/ CBM 133 (80)
13…Pc4?!
Zwart kiest niet het goede plan. Nu kan wit zijn stelling rustig verbeteren.
13…d5! De kritieke variant. 14. exd5 Pbxd5 15. Pxd5 Pxd5 De beste.
[15…Lxd5?! 16. Lxd5 (16. Txe5 Lxf3 17. Dxf3 Txc2 18. Dxb7 Ld6 19. Te1 Pg4 En zwart heeft genoeg compensatie voor de pion.) 16…Pxd5 (16…Dxd5? 17. Dxd5 Pxd5 18. Txe5 Tfd8 19. c3 <groot voordeel voor wit> ) 17. Txe5 Pb4 18. Dxd8 Lxd8 19. c3 Lf6 20. Te4 Pd3 21. Tb1+=]
16. Txe5 [16. c3 Ik was van plan om deze zet te spelen. Geeft wit misschien een prettigere stelling. Vooral de loper op f3 is een beest.] 16…Pb4 En ik vond hier zwart veel tegenspel krijgen. De witte stukken zijn niet goed ontwikkeld. 17. c3 Pd3
[17…Dxd1 18. Lxd1 Pd3 19. Te2 Pxc1 (19…Lc4) 20. Txc1 Lg5 21. Pe3 Tfd8 22. Lc2 g6]
18. Te2 Lc4 19. Pe3! Deze zet en het (diepe) vervolg heb ik gemist. Ik dacht dat zwart hier gewoon op c1 kon slaan, maar wit heeft een tussenzet: 19…Pxc1 20. Td2! Makkelijk te missen. 20…Pb3 Deze dan ook… 21. Txd8 Tfxd8 22. De1 Pxa1 23. Pxc4 En deze ook wel… 23…Pb3 24. Pb6 Tb8 25. g3 <groot voordeel voor wit> En wit heeft zijn stukken beter staan.
14. b3 Pa5 15. Lb2
Ik vond mijn stelling hier wel prettig. Zwart heeft weinig tegenspel en wit houdt alle controle over veld d5.
15…Db6 16. Pe3 Tc7
Een logische zet, maar wel riskant. De zwarte toren en dame kunnen nu wel een paardvork verwachten op d5. 16…Pc4?? 17. Pxc4 Lxc4 18. a5+-
17. g4!?
Over deze zet ben ik best tevreden. Wit dreigt g4-g5 met controle over veld d5. De pion op g4 houdt een toekomstig …f7-f5 tegen, ook al geeft wit de zwarte velden op. Als zwart g4-g5 tegenhoudt met …h6 had ik de keuze om Ncd5 of Nf5 te spelen.
17. Dd3 Dd4 [17…Tfc8] 18. Pcd5 Dxd3 19. Pxe7+ Txe7 20. cxd3 Pxb3
17…h6
Een logische reactie. 17…Tfc8 De kritieke variant, maar is voordelig voor wit. 18. g5 Txc3 19. Lxc3 Txc3 20. gxf6 Lxf6 21. Lg4 En zwart heeft niet genoeg tijd om met …Na5-c6-d4 gevaarlijk te worden.
18. Pcd5
Mooi op tijd. Ook al kan ik op d5 niet terugslaan met een stuk, ik krijg wel ruimtevoordeel met een ingesloten paard op a5.
18. h4?! Wie A zegt… Dit vond ik echter niet duidelijk. 18. h4 verzwakt de stelling nog eens extra. Ik vond dat zwart na 18…Rfc8 wel genoeg tegenspel zou krijgen. 18…Tfc8 19. g5 Txc3 20. Lxc3 Txc3 21. gxf6 Lxf6 22. Lg4 Dc5 23. Lxe6 fxe6 24. Dg4 Kf7 25. Tad1 Pc6 En zwart staat best solide en heeft alle velden onder controle.
18. Pf5 Was het alternatief, maar niet zo overtuigend dan 18.Ncd5. 18…Lxf5 19. exf5 Tfc8 20. Te3 Dd4 En zwart heeft genoeg tegenspel.
18…Lxd5 19. exd5 g6?!
Te langzaam. 19…Tfc8 Is wat sneller en dus beter.
20. Ta3!?
Waarschijnlijk niet de beste, maar zeer effectief! Ik wilde hier c2-c4, Bc3 en Qd2 gaan spelen. Het doel is om het paard op a5 te winnen. Hiervoor moet ik pion b3 extra dekken.
20…Pd7 21. c4 Pc5
21…Lf6 Geeft de computer aan als beste voortzetting. 22. Le4 Tcc8 23. Lc3 Dc7 En wit heeft niet genoeg tijd om het zwarte paard te winnen. Toch blijft wit een prettigere stelling overhouden.
22. Lc3!
En zwart kan nu niet op b3 slaan, terwijl Qd2 echt een dreiging is geworden.
22…Paxb3?!
Zwart doet een wanhoopspoging. 22…Lg5 Is volgens de computer de beste, maar nog steeds blijft wit voordeel behouden op de damevleugel. 23. Db1 Lxe3 24. fxe3 Pd7 25. Ld2 Tcc8 26. Tc1->
23. a5 Da7 24. Txb3 Pxb3 25. Dxb3
Wit staat een kleine kwaliteit voor en behoudt een mooie stelling. De vraag is nu nog alleen: hoe komt wit verder?
25…Lg5 26. Lb4 Td8 27. Da3
Goed genoeg, maar de computer vind iets originelers. 27. c5! Ziet er erg onnatuurlijk uit, omdat zwart met tempo iets kan slaan. Toch opent wit hiermee de stelling en is veld c4 vrij voor het paard. 27…dxc5 28. La3 c4 29. Pxc4 Dd4 30. Pxe5 Tc3 Zwart lijkt tegenspel te krijgen, maar wit kan het allemaal verdedigen. 31. Db4 Dd2 32. Td1 Dc2 33. Db2 Dxb2 34. Lxb2 Tc5 35. Ld4 Tcxd5 36. Lxd5 Txd5 Is nog wel een lastig te winnen eindspel.
27…Le7 28. Td1
Hiermee haal ik al het zwarte tegenspel eruit met …Qd4. Verder moest er de 40e zet gehaald worden…
28…Lf8 29. Le4 Db8
30. Dd3
Centralisatie is altijd goed.
30…b5?
Geeft nu de partij weg.
31. axb6 Dxb6 32. Dc3
En drie stukken op dezelfde diagonaal levert een groot probleem op voor zwart.
32…Ta7 33. La5 Db8 34. Tb1 Dc8 35. Lxd8 Dxd8 36. c5!
Nu wel!
36…dxc5 37. Pc4 h5 38. Dxe5 Te7 39. Df4 hxg4 40. d6 Te6 41. Td1
Simpel spel. Wit staat een stuk voor en heeft een winnende vrijpion.
41…Tf6 42. Dg5 Kg7 43. De5 Kg8 44. d7 Te6 45. Dd5 Le7 46. Pe5 Ld6
47. Dxe6! fxe6 48. Txd6
Een mooie finish!
1-0
Daarmee hadden we plotseling de leiding: 3-1 in de tussenstand bij een aantal remises. Met nog vier partijen te gaan. Omdat de stelling aan het eerste bord nog altijd alle kanten op kon, leek het voor ons prettig als ons jeugdtalent, Joris Gerlagh, zijn droomstelling in winst zou kunnen zetten. Maar tegenstander CM Adrian Roos was bepaald niet genegen om mee te werken. Sterker nog: in tijdnood liepen er heel wat zaken uit de hand bij onze jeugdspeler en plotseling moest hij zelfs de wapens neerleggen toen een witte a-pion de beslissing bracht.
Dat was een tegenvaller (3-2), maar daar stond weer een meevaller tegenover.
Helmut Cardon had in het eindspel helemaal misgetast en ineens stond Beukema op winst. Hij moest nog wel nauwkeurig spelen, maar dat bleek hem toevertrouwd. Hier is de partij met mijn analyses:
Beukema, Stefan – Cardon, Helmut
1. e4 c6 2. d4 d5 3. exd5 cxd5 4. c4 Pf6 5. Pc3 Pc6 6. Pf3 Lg4 7. cxd5 Pxd5 8. Db3 Lxf3 9. gxf3 e6 10. Dxb7 Pxd4 11. Lb5+ Pxb5 12. Dc6+ Ke7 13. Dxb5 Pxc3 13…Dd7 is de hoofdvariant.
14. Dc5+ Ook 14. bxc3 is bekend.
14…Dd6 15. Dxc3 Da6 16. Le3 Tc8
17. Dd4
De sterkste zet; hij was nog bekend uit o.a. Bindrich-Schneider, 2010.
17…Tc2 18. Dxa7+ Dxa7 19. Lxa7 Txb2 20. a4
Er is nog een partij bekend met deze stelling, Dehmelt-Balakrisknan, 2013.
20…e5!
Zwart wil de koning graag op e6 hebben.
21. O-O Ke6 22. f4!?
Interessant gespeeld. Wit heft de dubbelpion op en probeert tegelijkertijd de zwarte koning te belagen.
22…Ld6 23. fxe5 Lxe5 24. f4
24…Tb7 Ik denk dat het wel meevalt voor zwart na 24…Lc3
25. Tfe1 Txa7 26. Txe5+ Kf6 27. Tb1 g6 27…Txa4?? 28. Tb6#
28. a5 Tc8 29. Tb6+ Kg7 30. Kf2 Tc3 31. f5 Td7 31…g5 gaat ook nog voor zwart.
32. f6+ Kh6
33. a6
Wit combineert kansen tegen de koning met zijn lastige vrijpion, maar als het goed is, zijn de kansen nog altijd in evenwicht. Ook omdat de witte koning geen beschutting heeft.
33…Td2+ 34. Te2 Txe2+ 35. Kxe2
35…Kg5?!
De koning staat hier niet goed. De toren hoort achter de vrijpion en wel meteen! 35…Ta3! Als wit een winstpoging wil doen, moet hij met de koning naar de damevleugel, maar dat is ook riskant. 36. Kd2 g5 37. Kc2 Kg6 38. Kb2 Ta5 39. Kb3 h5 40. Kb4 Ta2 en als wit nu een winstpoging waagt met 41. Kb5 (zie analysediagram)
wordt hij gefopt: 41…g4! 42. Kc6 Txh2! Daar is net genoeg tijd voor. 43. Kb7 Ta2 44. a7 Txa7+ 45. Kxa7 g3 en de zwarte pionnen zijn veel te sterk.
36. Kd2 Ta3 37. Kc2 h5 38. Kb2 Ta5 39. Kb3
39…Kg4?
Cardon, die doorgaans over een goede eindspeltechniek beschikt, wordt hier geplaagd door een hersenschim. De koning staat hier tactisch helemaal verkeerd in verband met een mogelijk te bouwen brug door wit. De enige kans is gek genoeg het passieve 39…Kh6!? 40. Kb4 Ta2 41. Kb5 g5 met hetzelfde idee: pion h2 slaan, toren offeren voor de a-pion en daarna rennen met de twee verbonden vrijpionnen.
40. Kb4
Stefan kiest voor de risicoloze weg naar de winst.
Veel directer was 40. Tb4+! Kh3 41. Ta4 Tb5+ [41…Txa6 42. Txa6 Kxh2 43. Ta7 h4 44. Txf7 h3 45. Tg7 met winst.] 42. Kc4 Tb8 43. a7 Ta8 44. Kb5 Kxh2 45. Kb6 Kg3 46. Kb7 Txa7+ 47. Txa7! h4 48. Kc6 h3 49. Txf7 en het is ook niet moeilijk meer.
40…Ta1 Als hij nog iets had gewild, had hij beter 40…Ta2 kunnen proberen. Maar nu is het ook na 41. Td6! Txh2 42. Td4+ en naar welke rij de zwarte koning ook gaat, er komt altijd een brug op de velden a3 of a5 tot stand.
41. Kb5 Kg5 42. Tc6 Tb1+ 43. Kc5 h4 44. a7
En hier zag Cardon het hopeloze van de hele zaak in. Een door wit voorbeeldig gespeeld eindspel.
1-0
Daarmee was de werkelijke tussenstand op 4½ -3½ gekomen, met nog twee partijen te gaan. Die van mij op bord vier tegen FM Thibaut Maenhout en Steven Geirnaert tegen Anne Haast. Op dat laatste bord was inmiddels duidelijk dat voor Anne remise maximaal haalbaar werd. Ze had een kwaliteit tegen een pion moeten inboeten, maar met toren en één pion tegen loper en twee (vastgelegde) pionnen, leek dat zeer wel haalbaar. De kiebitzer in het café zagen in elk geval geen winst voor wit – tenminste voor zover ik dat kon opvangen terwijl ik daar iets te drinken ging halen.
Maar dat halfje was helemaal niet nodig als ik mijn totaal gewonnen stelling eventjes in winst zou omzetten. Met een aardige combinatie op de 16de zet, kwam ik beslissend in het voordeel. Sterker nog: dat voordeel bleef intact tot de dertigste zet, toen ik voor een belangrijk moment in de partij kwam te staan. Ik zag dat er iets naar veld e4 gespeeld moest worden; dat kon een pion zijn of een toren.
Toen ik de zet e3-e4 begon te evalueren zag ik onmiddellijk dat die niet kon vanwege een diabolische wending voor mijn tegenstander. Maar na een tijdje rekenen op Te4 zag ik niet meteen een duidelijke winstweg, dus begon ik toch maar naar andere zetten te kijken. Niets beviel me en toen dacht ik ineens: ‘Waarom dan geen e4 gespeeld? En nadat ik hem uitgevoerd had, kon ik meteen de haren uit het hoofd trekken, want de tegenstander kon de stelling via een truc min of meer gelijktrekken. In mijn analyse heb ik gevonden dat e4! een aantal zetten daarvoor wel had gewonnen. Maar mijn gestoorde relatie met deze zet werd nog erger toen ik even later weer een nieuwe kans kreeg om e3-e4 (de voorste van een dubbelpion) te spelen. En ditmaal moest hij zelf een dubbel vraagteken krijgen, waarna de partij definitief verloren ging. Hieronder mijn bevindingen:
Dit wordt een fragment met een opvallende rol voor de pionzet e4. Als 1. d4 -speler doe ik die vaak veel later. Maar vandaag blijk ik geen gelukkige hand te hebben als erom gaat om die zet te spelen. Door een leuke combinatie kom ik huizenhoog gewonnen te staan. Maar tot driemaal toe heb ik ruzie met die e4-zet. Eerst verzuim ik een vrijwel zeker punt veilig te stellen, vervolgens verziek ik mijn stelling met e4 waarna zwart remise kan maken. En als klap op de vuurpijl weet ik ook een totale remisestelling met dezelfde pionzet om zeep te helpen. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit eerder zoveel mot had met deze zet. Misschien moet ik er de volgende keer maar mee openen… Dan nu het fragment. Zwarts laatste zet was … Bc5-d6? maar dat blijkt een flinke misser te zijn. Hier hoopte ik op, mijn tegenstander speelde de zet razendsnel, maar hij zal niet verwacht hebben dat wit hier een onverwachte combinatie tot zijn beschikking heeft.
16. Pc4!
Wel tevreden ben ik met het vinden van deze aardige tactische mogelijkheid. Het is een aardige combinatie die mijn tegenstander vermoedelijk niet heeft zien aankomen.
16…bxc4 17. Txd6 Kxd6 18. Lxb4+ Een tijdlang keek ik ook naar 18. Pxf7+ maar ik kon geen voordeel ontdekken hier.
18…Kc7?
Dit is een ernstige fout. Ik had eigenlijk 18…Kd7 verwacht. Wit gaat dan verder met 19. Pxf7 cxb3! 20. Td1+ Ld5 21. Pxh8 bxa2 22. Pf7 Tb8 23. Lc3 Tb1 maar het lijkt me dat zwart hier niet genoeg compensatie kan hebben voor het stukverlies.
19. Pxf7 Thg8
20. Pd6
Maar ook na deze zet heeft wit een droomstelling. Vrijwel alles wint. Mijn engine geeft 20. bxc4! de voorkeur. Ik heb deze mogelijkheid uiteraard sterk overwogen, maar de tekstzet is ook vrijwel winnend.
20…Tcd8 21. Txc4+ Kb8
22. Pxb7
De ruil van dit paard leek me gunstig. Wit heeft twee ijzersterke lopers plus twee pionnen tegen een kwaliteit. En daarbij zijn veel pionnen van zwart dodelijk zwak. Opnieuw ook gekeken naar 22. e4! en dat is toch wel duidelijk beter dan de door mij gespeelde afwikkeling. Het is de eerste maal dat e4 een uitroepteken moet krijgen. Later in de partij komt de zet e4 (tot mijn schande) er met vraagtekens vanaf. Wit ontneemt veld d5 voor een zwart stuk, hij handhaaft voorlopig zijn ‘octopus’ op d6 waardoor elk tegenspel in de kiem is gesmoor en tegelijkertijd heeft hij het voor uitkiezen hoe hij zijn voordeel kan uitbouwen. Na bijvoorbeeld 22…Td7 geeft wit veld d5 op omdat er iets anders fraai tegenover staat: 23. e5 Pd5 24. Lg4 en na 24…Pc7 25. Lc5 Tgd8 26. h4 (zie analysediagram)
Eerst een luchtgat en dan een aanval tegen de kwetsbare zwarte koning. Het paard op d6 is onaantastbaar.
22…Kxb7 23. La5 Tc8 24. Tb4+ Ka8
25. g3?!
Te slap.
Achteraf gezien was het gepland 25. Lc4! Pd5 26. Ta4 toch veel beter. Wit staat hier nog altijd op winst: 26…Tc6 27. e4 Pf6 [27…Pf4 28. g3 Pg6 29. f4] 28. f3 en zwart heeft geen spoor van tegenspel terwijl alles zwak blijft.
25…Tc6
Dit kan het niet zijn, maar wat moest hij? Eigenlijk had ik 25…Tc2 verwacht. Maar dan volgt 26. Lf3+ Pd5 27. Te4! Te8 28. Te5 waarna 28…Tcc8 gedwongen is. 29. h4 en wit bouwt verder, terwijl zwart lijdzaam moet toezien hoe wit zijn stelling verder versterkt.
26. Lf3 Pd5 27. Td4 Tc5 28. b4 Tc1+ 29. Kg2 Tf8
Een belangrijk moment in de partij. Wit staat op winst omdat hij in ruil voor de kwaliteit een machtig loperpaar en twee pionnen heeft. Daarbij staat de zwarte koning uiterst kwetsbaar en zijn de pionnen a6 en e6 heel zwak. Het ging nu ongeveer zo: ik dacht aan twee zetten (30. Re4 of 30. e4). Die laatste verwierp ik meteen omdat zwart een nare tegentruc heeft. Maar vervolgens begon ik de consequenties van 30. Re4 te bekijken. En omdat ik niet direct een geforceerde winst zag en ik het vermoeden had dat het erin moest zitten, kwam ik na een tijdje nadenken weer terug bij mijn eerste twee kandidaatzetten. En toen, verlaten door goede geesten, liet ik het vermaledijde
30. e4??
uit mijn vingers komen. En plotsklaps is wit zijn voordeel kwijt. Grr….
30…Pe3+! 31. fxe3 Tc2+ 32. Kh3 Txf3 33. Td6
De beste zet. Wit kan ook geen remise forceren want met 33. Td8+ Kb7 34. Td7+ Kb8 35. Td8+ Tc8 36. Td6 e5 37. Txa6 Txe3 kan zwart toch op winst spelen.
33…Tf6 33…Kb7 lijkt beter.
34. Td8+?! Waarom niet 34. Txa6+! om in elk geval de potentieel gevaarlijke zwarte pion eraf te halen. Wit staat zeker niet minder, maar remise lijkt de meest waarschijnlijke uitslag.
34…Kb7 35. Td7+ Kc8 36. Txg7 Th6+ 37. Kg4 Thxh2 38. a4 Ta2 39. Tc7+ Kb8 40. Tc6 Th6
41. e5
Dit veld had ik graag voor mijn koning willen bewaren. Nog altijd is er niets aan de hand voor wit, maar mijn halstarrige winstpogingen werken straks averechts.
Hier kon ik het halve punt (en naar later bleek) ook in elk geval 1 matchpunt incasseren met 41. Txa6 Tg6+ 42. Kf3 Tf6+ 43. Kg4 Tg6+ want zwart heeft ook niets beters.
Uiteraard kan 41. Kf4?? niet vanwege de aftrekaanval 41…e5+ 42. Kxe5 Txc6
41…Tf2 41…Txa4 kon ook maar het is en blijft remise na 42. Txa6
42. Ld8?!
Na deze volkomen misplaatste loperzet is het verder huilen met de pet op. Geen van beide kan op winst spelen. Op zet 69 moest ik opgeven omdat de a-pion doorliep… Zo’n beetje de laatste kans om de pion eraf te slaan, die mij aan het eind de kop kost. 42. Txa6= waarna zwart snel een herhaling van zetten moet gaan afdwingen, wil hij niet in de problemen komen.
0-1
Daarmee had ik sowieso één matchpunt verspeeld in plaats van ervoor te zorgen dat we met de overwinning aan de haal waren gegaan. Nu rustte er een zware last op de schouders van Anne Haast om in elk geval nog een gelijkspel uit het vuur te slepen. Maar in dit soort slijtageslagen blijkt Geinaert een sluwe vos te zijn, die bijna voor wonderen kan zorgen.
Leest u mijn afschuwelijke ervaringen tegen hem in een Belgische interklubwedstrijd er eens op na, waarin degradatie voor beide ploegen op het spel stonden.
Uiteraard is dat ook een kwaliteit en wat vele niet zagen, lukte hem achter het bord wel. Hij slaagde erin om Anne in tempodwang te brengen, zodat er nog een tweede matchpunt met de zeeuwen mee ging. Een zuur einde van een heel enerverende middag. Het was in elk geval een ware thriller!
De persoonlijke uitslagen:
(De foto’s zijn van Guus van Heck, waarvoor dank)