De match
De match tegen Jorden van Foreest was voor mij een nieuwe ervaring. Ik had eerder wel matches over twee partijen gespeeld, en ook snelschaakmatches, maar geen langere matches in ‘serieuze’ partijen. Toen me een paar maanden voor de match voor het programmaboekje gevraagd werd hoe ik me zou voorbereiden kon ik ook geen duidelijk antwoord geven, al was ik sowieso niet van plan mijn tegenstander wijzer te maken. Natuurlijk was ik van plan (zijn) openingen te gaan bekijken, maar ik hoopte ook zwakke plekken van hem te kunnen vinden. Dat was min of meer gelukt: het viel me op dat zijn openingskennis beperkt was. Had ik dus net zo goed meteen aan de openingsvoorbereiding kunnen beginnen! Verder viel het me op dat hij relatief veel punten liet liggen tegen zwakkere tegenstanders, terwijl hij tegen 2600+ het goed deed. Dat laatste had ik liever anders gezien, al zag mijn teamgenoot Friso Nijboer (die in Wijk aan Zee een match tegen Jorden zou spelen, wat niet doorging omdat Jorden op het laatste moment afzegde) het probleem niet: "Je hebt toch geen 2600+ meer? Nou dan!"
Zijn zwakte in openingen is overigens min of meer een bewuste keuze, trainer Tiviakov besteedt er geen tijd aan. Dat is op zich goed, maar inmiddels is Jorden wel op een niveau gekomen waar openingsstudie ook belangrijk begint te worden. Je kunt met weinig openingskennis best 2450 halen, zie Bosboom, maar een stap verder komen wordt lastig, zie ook Bosboom (al lukt een enkel uitzonderlijk talent het wel). Openingsstudie is wel iets wat je goed zelf kunt doen: openingsboeken genoeg tenslotte. Het is overigens ook iets wat prima op latere leeftijd nog te doen valt, daarom is het wel een logische keuze om bij jeugdspelers de nadruk op tactiek, middenspel en eindspel te leggen.
Mijn openingsvoorbereiding was op zich wel een succes: in al mijn witpartijen en zelfs in een zwartpartij kwam ik met voordeel uit de opening, en meestal pakte ik ook een halfuur tijdsvoorsprong. Maar ook de voorbereiding van Jorden was succesvol: hij was samen met broer Lucas een weekje bij Chuchelov geweest om scherp voor de match te zijn en dat lukte. Mijn nipte overwinning was ook best een ok resultaat, helemaal als je kijkt naar de resultaten van Jorden in Basel: 4 uit 4 met overwinningen tegen o.a. Delchev en Bok! Toch was ik na afloop niet heel tevreden. Zoals een voetbaltrainer zou zeggen: "Als je twee punten voorstaat moet je gewoon consolideren en mag je nooit met wit verliezen." Ik dacht de laatste partij dat ik weer zou gaan winnen. De winst was echter moeilijker dan ik dacht maar die partij had ik natuurlijk niet mogen verliezen. Anderzijds zat het soms ook mee, en 4.5-1.5 was wel geflatteerd geweest.
Ik begon de match voorzichtig door met zwart de Rubinsteinvariant van het Frans te spelen. Dat was ook een beetje om te testen hoe zijn voorbereiding was: had hij het bekeken of niet? Dat laatste leek het geval te zijn en ik kreeg comfortabel spel totdat ik door een hallucinatie zomaar een vol tempo weggaf. Ik verloor een pion, leek toch genoeg tegenspel te krijgen, pakte later heel riskant een pion op a3 waardoor hij kon winnen, maar vond de enige verdediging tegen een zet die sterk leek maar het niet was. Daar kwam ik dus goed weg.
Voor wit had ik het een en ander voorbereid, maar ik begon weer voorzichtig met 1.f4. Dat was wel een succes: ik kreeg een stelling die ik wilde met een licht voordeel. Hij verdedigde zich echter goed en op een gegeven moment moest ik kiezen tussen eeuwig schaak of een eindspel dat niet zonder risico voor mij was. Ik koos het laatste en dat pakte goed uit toen hij meteen een stuk blunderde… weer een gelukje, maar ik stond voor!
In de derde partij pakte de O’Kelly ook goed voor me uit en ik kreeg een comfortabele stelling. Ik gaf hem de gelegenheid om een aanval op te bouwen, wat objectief gezien niet zo slim was, maar ik dacht dat ik bezig was de aanval over te nemen. Paard naar d4, torens op g- en f-lijn, pion naar f5, en wit geen tegenspel. Ik miste echter een tempo om dat voor elkaar te krijgen en er bleek een groot tactisch gat in mijn berekeningen te zitten. Daarna verdedigde ik het ook niet meer optimaal en het stond weer gelijk.
Gelukkig koos Jorden in de vierde partij voor het Konings-Indisch. "Een riskante openingskeuze tegen Dimitri omdat hij het met beide kleuren speelt en er goede scores tegen heeft. Ik echter was benieuwd wat er zou gebeuren en wilde ook graag leren van de match." zo schrijft hij in zijn verslag. En dit gebeurde er:
Reinderman,Dimitri – Van Foreest,Jorden
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 0-0 6.Le2 e5 7.0-0 Pc6 8.d5 Pe7 9.Pe1 Pd7 10.Le3 f5 11.f3 f4 12.Lf2 g5 13.g4 h5 14.h3 Pg6 15.Pd3
15…Tf6?
Deze zet verklaarde Jorden na afloop met dat hij dacht dat deze zet in zijn bestand stond. Waarschijnlijk werd daar 14…Tf6 gegeven. Maar hij heeft het dan op een verkeerde manier onthouden: als je onthoudt ‘Na 13.g4 speelt zwart zijn toren naar h6 via f6 en vervolgens zijn paard naar g6’ maak je deze fout niet. En wie zonder voorbereiding deze stelling ziet zal waarschijnlijk 15…Tf7 doen zodat de toren naar h7 kan.
16.c5 Lf8
Zwart had nog kunnen proberen iets van de toren op f6 te maken door op c5 te slaan.
17.c6
En nu kan tot overmaat van ramp het paard niet naar f6. De rest is dus een kwestie van techniek.
17…Pb6 18.Pb4 De7 19.Kg2 Df7 20.cxb7 Lxb7 21.Tc1 a5 22.Pb5 Tc8 23.Pc6 Lxc6 24.Txc6 Ph4+ 25.Lxh4 gxh4 26.Dc2 Pa8 27.Dc3 hxg4 28.fxg4 f3+ 29.Txf3 Tf4 30.Dxa5 Le7 31.De1 Txf3 32.Lxf3 Tf8 33.Tc3 Df4 34.a4 c6 35.dxc6 d5 36.Td3 Pb6 37.Pc3 Lb4 38.exd5 Pc4 39.Le4 Pxb2 40.Tf3 Pd3 1-0
Dat was prettig. Ik sliep inmiddels ook wat beter dan voor de kerstdagen (goed slapen in hotels is helaas vaak een probleem) en ik ging er daarom in de vijfde partij vol voor. Mijn voorbereiding was weer een succes.
Van Foreest,Jorden – Reinderman,Dimitri B33
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e5 6.Pdb5 d6 7.Lg5 a6 8.Pa3 b5 9.Pd5 Le7 10.Lxf6 Lxf6 11.c3 Pe7
In de match Giri-Shirov volgde de zwartspeler braaf de hoofdvariant die door Giri tot winst voor wit geanalyseerd was. Daar had ik niet zo’n zin in, dus had ik een goed speelbare zijvariant voorbereid. In de voorbereiding was me opgevallen dat een van de plausibele varianten zelfs goed voor zwart was en tot mijn geluk kwam die op het bord.
12.Pxf6+ gxf6 13.Pc2 Lb7 14.Ld3 d5 15.exd5 Dxd5 16.Pe3 De6 17.a4?!
Dit is de meest gespeelde zet en ook de eerste keus van de computer, maar witspelers kunnen het voortaan beter bij 17.Dh5 houden.
17…Td8 18.Dc2 e4 19.Le2 0-0!
Dit was eerder alleen door Krasenkow en wat amateurs gespeeld. 19…f5 20.axb5 f4 21.bxa6 Lc6 scoort goed voor zwart, maar niemand heeft hier kort gerokeerd, en dan zouden de drie pionnen wel eens sterker dan het stuk kunnen zijn.
20.axb5 axb5 21.Lxb5 f5
22.De2
Ik had in de voorbereiding nog naar 22.g3 Pg6 gekeken en het viel me op dat de computerwaardering steeds meer naar zwart doorsloeg als je wat zetten invoerde. De tekstzet voorkomt 22…f4 wegens 23.Dg4+ maar na de volgende zet (die zwart toch wil doen) dreigt f4 weer.
22…Pg6 23.g3
23..Kh8?
Hier mis ik een grote kans. Na 23…Pe5! 24.Dh5 komt wit met zijn paard op f5 en dan zit er meteen mat op g7 in, daarom deed ik dat niet. De computer is echter niet onder de indruk en gaat verder met 24…Pf3+ 25.Kf1 Kh8 26.Le2 f4! 27.gxf4 Td2! en dan staat wit al bijna verloren. Ook goed was hier meteen 23…Db6 omdat wit niet op f5 kan slaan: 24.Pxf5? Pe5 25.Ph4 Pf3+ 26.Pxf3 exf3 27.Dc4 Td5 met stukwinst. Na andere zetten komt Pe5 en Pf3+.
24.Dc4 Db6 25.Db4 f4 26.gxf4 Pxf4 27.Tg1
Nu is de stelling onduidelijk geworden. De witte koning staat niet goed op e1 natuurlijk, en zwart heeft nog steeds het plan om met de pion naar f4 te gaan. De zwarte koning staat echter ook niet veilig. En wit staat nog steeds een pion voor.
27…f5 28.Td1 Df6 29.Txd8 Txd8 30.Dc5 Lc8?
De computer geeft hier 30…Ld5 met gelijkspel, dat is echter wel een rare zet…
31.Dc7?
31.Lc4 geeft wit voordeel. Ik denk dat we beiden de pointe 31…Ph3 32.Tg8+! gemist hadden.
31…Pe6 32.Db6 f4 33.Pg4
Dit verliest, maar 33.Pc4 e3 34.Pd6 f3 is ook geen pretje.
33…Dg7
We waren beiden na afloop verrast dat de computer 33…Dg5 als (nog) beter aangaf. Want wat volgt er op 34.Lc4 ? Een echte computervariant: 34…f3! 35.De3 Pf4 36.h3 Pg2+ 37.Txg2 Da5! 38.Dc1 fxg2 39.Ke2 Lxg4+ 40.hxg4 Da4 41.b3 Dd7
34.Lc4 Anders wint zwart een stuk met 34…h5
34…Dd7!
Dit leek me uit, maar wit kan direct verlies voorkomen.
35.Dxd8+! Dxd8 36.Ph6
Opeens dreigt wit mat.
36…Df8 37.Tg8+ Dxg8 38.Pxg8 Kxg8 39.Ld5
Zo krijgt wit een tweede pion voor het stuk. Zwart houdt echter twee pionnen over, net genoeg om te winnen.
39…Kg7 40.Lxe4 h6 41.Kd2 Kf6 42.b4 Ke5 43.Lc6 Kd6 44.Le4 Pg5
Ik vroeg me af of wit niet kon proberen een stuk te ruilen om de koning te activeren en vervolgens alle zwarte pionnen op te eten. Bijvoorbeeld hier 45.Lg2 45.Kd3 La6+ 46.c4 Lxc4+ 47.Kxc4 Pxe4 48.f3 Pg5 49.Kd4 waarna het witte plan is met de b-pion de zwarte koning af te leiden en te hopen dat om een stelling paard-pion tegen koning zwart niet met zijn paard de pion van achteren kan dekken.
Maar dat laatste lukt hier wel: 49…h5! 50.b5 Pxf3+ 51.Ke4 Pxh2 52.Kxf4 Pg4 53.Kg5 Pf6 en zwart wint.
45…La6
Een andere manier waarop wit remisekansen zou kunnen krijgen is als zijn damevleugelpionnen gevaarlijk worden, maar voorlopig kunnen ze niet naar voren.
46.h4 Pf7 47.Kc2 Pe5 48.Kb3 Le2 49.Le4 Pg4
Ik zag af van het plan ‘damevleugelpionnen blokkeren’ omdat ik had berekend dat dit won.
50.c4 Pxf2 51.c5+ Ke5 52.Lb7 f3 53.b5 Pe4 0-1
Met als pointe 54.Lxe4 Kxe4 55.b6 f2 56.b7 f1D 57.b8D Db1+
De laatste partij speelde ik dus slecht en dat gaf toch een beetje bittere nasmaak. Maar goed, matchoverwinning is matchoverwinning.
Foto’s gemaakt door Bart Beijer.