Carlsen wint dankzij/ondanks obsessie voor a-pionnen
Je kunt je op verschillende manieren voorbereiden op een toernooi. Je kunt de partijen en openingsrepertoire van je tegenstanders bekijken, en/of zelf een nieuwe opening bestuderen. Nog wat extra tactiek oefenen kan ook geen kwaad, of misschien nog wat eindspelen bestuderen. De voorbereiding van Magnus Carlsen op de Grenke-classic in Baden-Baden was anders: hij las een beroemd gedicht van Hein Donner.
Lieve pion op a5.
Mooi klein ding, randpion ben je, niet meer dan één veldje mag je bestrijken. Je bent zo klein, bijna niets en je hebt de hele partij daar op je plaatsje gestaan, maar al die tijd was mijn hoop op jou gebouwd en al mijn angstig hunkeren was voor jou. Ik zag je wel, zoals je daar stond, kleine bengel. De mensen dachten natuurlijk dat het om de pion op d5 ging, hij trok hun aandacht, ja ze keken allemaal naar hem, maar jij en ik wisten het wel, het ging om jou, om jou en jou alleen.
Je hebt gewacht, stouterd, je hebt je niet opgedrongen, want je wist dat ik al die tijd alleen maar aan jou dacht en dat je niets hoefde te doen, want dat ik vanzelf wel bij je zou komen. Kleine randpion, je bent nu vrij. Ga je gang, op a8 wacht jou en mij de onuitsprekelijke heerlijkheid. Heb mijn dank, lief klein ding. Ik heb je lief,
je Koning
Ja, dan kun je wel wereldkampioen zijn, of zelfs de beste schaker aller tijden, zo’n gedicht heb je nooit gemaakt, of zelfs maar een partij die zo’n gedicht waard is. Dat zat Sven Magnus Øen niet lekker. Ook hij hield van zijn a-pion, ook hij kon smachtende blikken en kleffe taal uitwisselen met de kleine bengel! Waarom zagen mensen dat nou niet? Het zat hem niet lekker. Dus was het voornemen snel gemaakt: a-pionnen, daar moest het om draaien bij de Grenke-classic. Hij zou zijn eigen Donner-Velimirovic creëren!
Anand,Viswanathan (2797) – Carlsen,Magnus (2865)
1.d4 f5 2.g3 Pf6 3.Lg2 e6 4.c4 c6 5.Pf3 d5 6.0-0 Ld6 7.b3 De7 8.Pe5 0-0 9.Pd2 a5
Daar heb je de a-pion al! De opstoot is een bekend idee in de Stonewall: wit heeft tenslotte op b3 een aanknopingspunt. Een ander plan is om met b6, Lb7 en c5 te spelen.
10.Lb2 Pbd7 11.Dc2 a4 12.Pdf3 Pe4 13.e3
13.bxa4 Lxe5 14.dxe5 Pb6 is bekend uit de partij Goganov-Sandipan, waarin zwart snel won.
13…a3
Carlsen vond achteraf dat hij dit beter had kunnen nalaten. Het voordeel is dat zwart niet meer rekening hoeft te houden met bxa4, maar wit ook niet meer met axb3. Verder kan de pion op a3 zwak worden. Uiteindelijk zal blijken dat 13…a3 juist de winnende zet is omdat de pion heel sterk wordt…
14.Lc3 Pxe5 15.Pxe5 Ld7
Een manier om de loper te activeren is 15…Lxe5 16.dxe5 b5 17.cxd5 cxd5 met het idee b4 en La6. Carlsen was bang voor 18.Tfc1 La6 19.Le1 Tfc8 20.Dd3 waarna zwart net een tempo mist om b4 te doen, en als wit Dd4 en Lb4 kan doen, is het wel practisch over.
16.Pxd7
Wat doet Anand nou? Een paard ruilen voor een slechte loper, een paard dat vier zetten gedaan heeft ruilen voor een loper die net zijn eerste stapje heeft gedaan? Maar Anand is natuurlijk niet gek, het is een weloverwogen beslissing van hem. Ten eerste is de slechte loper in de Stonewall soms heel sterk. Laten we wit even Lxe4 doen, zwart pakt terug met de f-pion, pakt op e5, doet Ld7-e8-h5-f3 en wat een beest van een loper hebben we dan! Wit heeft dan erg meegewerkt, maar zulke Stonewalllopers komen voor (vaker nog dan woorden met drie ellen op een rij). Verder bestaat er ook de regel ‘Het gaat niet om wat je ruilt, maar om wat er overblijft’. De witveldige loper van wit (vaak ook geen held in de Stonewall) zal sterk worden nadat de stelling geopend wordt. Het is dus niet per se een slechte zet, maar ook niet heel goed: zwart komt tot e5 en heeft comfortabel spel.
16…Dxd7 17.c5 Lc7 18.b4 h5 19.Le1 e5 20.dxe5 Lxe5 21.Td1 De6 22.f3 Pf6 23.Lh3 g6 24.e4
Kijk, nu mist zwart de witveldige loper toch wel. Het lijkt alsof zwart een groot probleem heeft op f5, maar Carlsen verzint een list.
24…dxe4 25.fxe4 Lb2! 26.exf5 Dxa2!
Je moet maar durven! De zwarte koning wordt verlaten door loper en echtgenote, alleen maar om de a-pion te kunnen slaan…. vaak wordt zulke gulzigheid afgestraft, maar nu is de situatie toch iets anders, want de pion op a3 is een factor van belang! Dat 27.fxg6 niet kan wegens 27…. Ld4+ is mooi meegenomen.
27.Lf2
De natuurlijke reactie zou zijn om de koning weg te zetten, maar 27.Kh1 Tad8 28.fxg6? Txd1 29.Dxd1 Dd5+ ruilt dames en dan loopt de a-pion door.
27…g5
Zo houdt zwart voorlopig de boel dicht op de koningsvleugel en de loper op h3 staat nu even suboptimaal. Maar het blijft een gevaarlijk ding, vooral als ie op c4 zou kunnen komen.
28.Tfe1 Df7 29.Te6
Als wit zijn loper activeert zoals aangekondigt kan zwart het koel verdedigen: 29.Lf1 Pd5 30.Lc4 Dxf5 31.Ld3 Df6 en in de praktijk zou ik dit nog wel een beetje eng vinden, maar de computer geeft zwart vier punten voordeel dus geloof ik wel dat dit helemaal uit is.
29…Pg4
"Geen mens zou Tg6+ toelaten" verklaarde Aronian die bij het commentaar aangeschoven was, en toen deed de koelbloedige Carlsen het toch! Weer wil zwart de pion op f5 slaan en het schaakje op g6 is minder gevaarlijk dan het lijkt. Al had de Noor wel twijfels, gaf hij na afloop toe: "Ik besefte dat de kans best groot was dat ik botweg matgezet zou worden, maar ik zag het niet, daarom moest ik er voor gaan. "
30.Lxg4 hxg4 31.Tg6+ Kh7 32.Td7?
Anand zag het niet meer en gaat voor een incorrecte combinatie. Er was nog een reddende zet: 32.Te6! Mogelijk heeft Anand gemist dat wit na 32….Dxf5 33.Td7 Lg7? 34.Ld4 wegens geforceerd mat zelfs nog wint. Of een beetje vergelijkbare variant: 32…Lf6 33.Txf6 Dxf6 34.Td7+ Tf7 35.Ld4! en na 35…Dxd4+ 36.Txd4 a2 37.Td1 a1D 38.Txa1 Txa1+ is remise de waarschijnlijke uitslag. Zwart kan met 32…Tfe8 nog op winst spelen, maar zonder gevaar is het niet. In de partij is het makkelijk, alleen even berekenen dat zwart uit de schaakjes loopt.
32…Dxd7 33.f6 Dd1+! 34.Dxd1 Kxg6 35.Dd3+ Kh6 36.h4 gxh3 0-1
Carlsen had enorm genoten van zijn pion op a3. Eerst steunpunt zijn voor de loper op b2, waardoor de koningin de pion op a2 kon slaan, en daarna zo dreigend zijn dat het wit tot wanhoop dreef. Wat een geweldige pion is het toch, de a-pion! Maar eenmaal zo winnen was niet genoeg. Het moest nog een keer! En wat was een beter moment dan de laatste ronde, waarin een overwinning hem de ongedeelde eerste plek zou opleveren?
Weer heeft Carlsen een pion op dametoren zes staan en na zijn partij tegen Anand wist de wereldkampioen wat hem te doen stond: a7 pakken en zwart tot wanhoop drijven!
34.Pb4 b5 35.Pa5
Carlsen had 35.Pxd6 Lf8 36.Tf1! Txf1+ 37.Kxf1 Lxd6 38.Pxc6 Lxh2 39.Pxa7 gezien maar hij dacht dat het zonder stukoffer ook wel zou moeten lukken. Dat is ook zo, maar 35.Pa3 was dan iets nauwkeuriger, het paard gaat naar b5 en dan heb je twee paarden die zowel a7 aanvallen als d4 dekken. Waarom dat laatste belangrijk is zal snel blijken.
35…c5 36.Pbc6 Tf7 37.Pb7
Een licht stuk op damepaard zeven, een bekend idee! Al staan lopers daar meestal beter dan paarden.
37…Pf4 38.dxc5 dxc5
39.Pxa7?
Maar nu is dit echt te gulzig. Wit had met 39.c3 eerst aan de verdediging moeten denken.
39…Ld4+! 40.Kh1
Pakken op d4 was nog een poging waard geweest, al had Bacrot ongetwijfeld de juiste verdediging gevonden. 40.Txd4 Pe2+ 41.Kg2 Pxd4 42.c3 Tf6! 43.cxd4 Txa6 44.Pxb5 cxd4 45.Pxd4 Tb6 46.Pc5 Txb2+ 47.Kg3 en nu zeggen de eindspelboeken dat twee paarden winnen van een (door een paard geblokkeerde) pion op h4, maar niet van een pion op h3. Dus kan zwart 47…Txh2 48.Kxh2 h5 omdat wit niet in twee zetten (of drie zetten met schaak) met een paard op h3 kan komen.
40…Ph3!
Nu moet wit zelfs een beetje oppassen: na 41.Txd4? Tg7! is het mat!
41.Kg2 Pf4+ 42.Kg3
42.Kf3 Pd3+! 43.Ke2?! Pb4 loopt uit het eeuwig schaak, maar er dreigt mat in twee en de a-pion staat ook aangevallen, geen aanrader voor wit dus.
42…Pe2+
Nu is het wel eeuwig schaak.
43.Kg4 Tf4+ 44.Kh3 Tf3+ 45.Kg4 Tf4+ 46.Kh3 Tf3+ ½-½
Dat was een tegenvaller. Het betekende dat er een tiebreakmatch met Naiditsch gespeeld moest worden. Dat werd een lastigere opdracht dan vooraf gedacht: na twee rapidpartijen en twee snelschaakpartijen stond het 2-2, wat betekende dat om half twaalf ’s avonds er een armageddonpartij gespeeld werd om de overwinning. Carlsen had wit en kreeg een minuut meer, maar bij remise zou Naiditsch toernooiwinnaar zijn. De Duitser bleek echter minder respect te hebben voor zijn a-pion en dat deed hem de das om…
Carlsen,Magnus (2865) – Naiditsch,Arkadij (2706)
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.g3 e5 7.Pde2 Le7 8.Lg2 0-0 9.0-0 Pbd7 10.a4 b6 11.Pd5 Pxd5 12.Dxd5 Tb8 13.Pc3 Pf6 14.Dd3
Hier is 14…h6 een normale zet, maar Naiditsch zag in een flits iets interessants:
14…Le6 15.Dxa6
Natuurlijk laat Carlsen de kans om een a-pion te slaan niet lopen! Zelfs ten koste van een kwaliteit.
15…Dc7 16.De2 Lc4 17.Df3 Lxf1 18.Lxf1 d5!?
Op zich een goed idee, als zwart niets doet domineert wit de witte velden. Hij had wel beter met 19….Lb4 verder kunnen gaan.
19.exd5 e4 20.Df5 Tbd8 21.Lf4 Dc5 22.Td1?! Db4?
22…g6! 23.De5 Pg4 23.Le5 Lc5?
Nu stort de zwarte stelling in. Helaas is het feit dat de a-pion b5 dekt waardoor wit soms Lb5+ heeft niet heel belangrijk, maar toch!
24.Lxf6 gxf6 25.Pxe4 Dxb2 26.Ld3 Tfe8 27.Pxf6+ Kf8 28.Pxh7+ Ke7 29.Te1+ Kd6 30.Df4+ Kxd5 31.Pf6+ Kc6 32.Pxe8 1-0
{fen}rnbqkb1r/pp4pp/2p1pn2/3p1p2/2P5/5NP1/PPQPPPBP/RNB2RK1 b kq – 0 6,normaal,centrum,test{/fen}
Mensen die met 1Pf3 of 1c4 beginnen kunnen tegen de stonewall naar de diagramstelling werken. Zwart moet nu kiezen wat te doen met de loper van f8.
Op Le7 volgt d4 met overgang naar normale Stonewall waarbij zwart eigenlijk graag Ld6 had wil spelen. In de Stonewall met Le7 heeft wit meer spel
Op Ld6 is d3 met het plan om met Pc3 en e4 de stenen muur kapot te maken.
Mooie analyse en leuk geschreven.