Loting laten beïnvloeden door snelschaken?
In mijn eerste verslag ben ik een beetje op het verkeerde been gezet m.b.t. de lotingsnummers. Daarbij had ik het volgende zinnetje op de website voor aanvang van het toernooi verkeerd geïnterpreteerd:
On Thursday February 19 at 20.00 hrs the participants of the Batavia Chess Tournament will play a blitz tournament to determine the color distribution for the main event.
Ik ging er stilzwijgend van uit dat de einduitslag meteen helemaal bepalend was voor het ‘lotingsnummer’, maar dat bleek niet zo te zijn. Achter de schermen vond daarom enige discussie plaats over de manier waarop in het Bataviatoernooi de indeling tot stand was gekomen. Toen ik las dat een snelschaaktoernooi voorafgaand hieraan, mede bepalend zou zijn voor de lotingsnummers, dacht ik in eerste instantie: ludiek. Maar toen ik er nog eens over ging nadenken dacht ik: ‘dit kan en mag niet de manier zijn waarop de lotingsnummers bepaald zouden mogen worden’. Snelschaken is een totaal andere discipline dan ‘gewoon schaak’ en het leek me dat dit precedent niet voor herhaling vatbaar zou mogen zijn.
(Links Hing Ting Lai die het snelschaaktoernooi won. Rechts de voormalige jeugdwereldkampioen bulletchess (1 minuutvluggertjes), Robby Kevlishvili. De foto is genomen door Bas Beekhuizen voor de toernooisite)
Ondertussen kreeg ik het verslag van Lennart Ootes onder ogen, waarin hij het volgende schrijft:
Hing Ting Lai won the Batavia Blitz tournament on Thursday with 6.5 out 9. The young Amsterdammer, who replaced Andreas Heimann who will arrive in Amsterdam on Friday morning, secured the €100 first prize with a point ahead of Daniel Gormally and Stef Soors. The blitz event was followed with the drawing of lots: Gormally, Soors, Reinderman and Van Foreest got an extra white game due to the final ranking of the blitz, as well as Goudriaan who drew the lucky lot.
Naar aanleiding hiervan had ik een kleine mailwisseling met wedstrijdleider Aart Strik. Die leverde op dat hij ook vond dat in een normentoernooi de loting het karakter van een loting zou moeten hebben. We deelden de mening dat een snelschaaktoernooi dat zeker niet is. Bovendien werd de Duitser Heimann vervangen door Hing Ting Lai, een rassnelschaker, die niet eens aan het toernooi deelneemt. Dus daardoor zou er ook nog een oneigenlijk element toegevoegd worden hieraan. Niet in het minst omdat Hing Ting Lai het blitz ook op zijn naam schreef!
Het is uiteindelijk zo gegaan: zou Hing Ting bij de eerste vijf komen dan gingen de vier andere namen in een doosje waaruit ze dan door iemand op volgorde uitgehaald zouden worden. De eerste van de zes uit de andere doos zou dan de gelukkige zijn om met speelnummer 5 ook een extra witpartij te krijgen.
Genoeg stof om te overdenken voor de editie van volgend jaar, zou ik zeggen. Ondertussen is vandaag nog geschaakt.
Dit betekent dat GM Dimitri Reinderman nu alleen aan kop gaat.
En de partijen van vandaag treft u in de viewer aan. Morgen weer wat analyses!
|
Je ziet tegenwoordig steeds vaker dat gesloten toernooien beginnen met een vluggertjestoernooi om de startnummers te bepalen.
O.a. bij de supersterk bezette London Chess Classic afgelopen december was dat ook zo. Waarschijnlijk vinden de meeste spelers het wel mooi om door het vluggeren een kans te maken op een gunstig startnummer, ik heb er in elk geval nog nooit iemend over horen klagen.
Hoe dan ook vind ik het nogal overdreven om "snelschaken een totaal andere discipline dan gewoon schaak" te noemen.
Het zijn toch dezelde spelregels?
Het zijn alleen andere tijden…
Overigens moet er ook in deze formule nog altijd geloot worden, namelijk voor de startnummers van het vluggertjestoernooi
Misschien verstandiger om willekeurige plaatsingsnnummers aan de eindrangschikking van het blitztoernooi te koppelen (loten) en deze achteraf pas openbaar te maken.
Eigenlijk gewoon een ingewikkelde manier van loten, maar dan wel leuker.
De beste oplossing is een volledige competitie waarbij elke speler zowel met wit als met zwart tegen elke andere speler speelt.
Iets minder goed is een oneven aantal deelnemers, zodat elke speler in elk geval even vaak wit als zwart heeft.
De slechtste maar helaas meest toegepaste vorm is een halve competite, zoals in dit toernooi, waarbij de helft van de spelers een extra witpartij heeft t.o.v. de andere helft. Spelen met wit geeft een voordeel van ca. 20 Elo-punten.
Dit is dus sowieso altijd oneerlijk. Maakt het snelschaken voor de startnummers het nóg oneerlijker? Ja!
Een gewone loting zorgt er immers voor dat wie pech heeft in het ene toernooi, geluk zal hebben in het volgende toernooi. Het gemiddelde over een groot aantal toernooien zal 50% wit/zwart zijn voor iedereen.
Wanneer snelschaken echter het startnummer bepaalt, zullen de goede snelschakers bij elk nieuw toernooi naar verhouding vaker wit hebben dan de minder goede snelschakers. Hiermee wordt het snelschaken in feite dus onderdeel van het gewone toernooi.
Wow, dat gebeurt niet vaak. Dat ik een mening heb, en dat ik dan door een kort maar goed betoog de totaal andere mening krijg. Ik ken je niet, maar lekker bezig, Lucas.
Ik sluit me in zijn geheel bij de vorige spreker aan!
Het betoog van Lucas is formeel juist maar ik vind het te streng om van ieder gesloten toernooi te eisen dat de startplaatsen uitsluitend door loting mogen worden bepaald.
Het Bataviatoernooi vervangt die eeuwige saaie loting door een enerverend snelschaaktoernooi en maakt het toernooi daarmee vanaf het begin aantrekkelijker voor het publiek en ook voor de spelers die niet meer lijdzaam hoeven toe te kijken welk nummer er uit de hoed komt maar er zelf om kunnen schaken.
Een aantrekkelijker formule dus, waarbij dan wel op de koop toegenomen wordt dat de sterkste snel(-schakers) de meeste kans maken op de gunstigste startposities.