Utrecht vergroot zorgen Voerendaal
Door de stunt bij En Passant was Utrecht al vrijwel zeker buiten degradatiegevaar. De match tegen Voerendaal bood de gelegenheid om het verblijf in de Meesterklasse voor volgend seizoen definitief veilig te stellen. Voerendaal stond op een degradatieplaats en had de matchpunten het hardst nodig. Een van de spelers van Utrecht werd ziek, gelukkig was Boittin bereid om in te vallen.
In de opening was er weinig aan de hand, maar vlak daarna beging hij een onnauwkeurigheid waardoor hij meteen met de rug tegen de muur stond. Tegenstander Braun maakte optimaal gebruik van de mogelijkheid en won.
Ypma deed er alles aan om in een symmetrische stelling het initatief naar zich toe te trekken. De stelling van Driessens was echter solide en het evenwicht werd niet verbroken. De partij eindigde in een zetherhaling.
Dijkhuis kwam met zwart prima uit de opening tegen Trella. Hij stond een fractie beter maar er was weinig aan de hand. Langzaam maar zeker verdwenen de stukken van het bord en toen besloot Dijkhuis eveneens tot een zetherhaling.
De derde remise kwam op naam van Van der Linde. Tegen Mundorf kwam hij zonder plan te zitten waardoor hij veel bedenktijd nodig had. Het leverde hem een stelling met een pion meer op, maar met weinig tijd. Van der Linde besloot in een duidelijk betere stelling het zekere voor het onzekere te nemen en bood remise aan, wat werd aangenomen.
De overige zes partijen duurden langer dan veertig zetten. Bij Beekman zag de stelling er al een tijd niet goed uit: hij offerde een pion in de hoop het initiatief te nemen. Tereick nam een pionoffer aan en consolideerde vervolgens zijn stelling. Vervolgens lanceerde Tereick de tegenaanval en deze bleek niet te stoppen.
De partij tussen Wantola en Nieuwenhuis leverde een interessante opening op. Nieuwenhuis gaf zijn loper op in ruil voor een betere pionnenstelling en meer controle over de witte velden. Hij verstevigde langzaam maar zeker zijn grip op de stelling. Door een tactische misser in tijdnood gaf Nieuwenhuis zijn voordeel weg en kon hij opnieuw beginnen. Na onnauwkeurigheden van Wantola won Nieuwenhuis alsnog.
Diepeveen en Bus vochten een bekend type eindspel in de Caro-Kann uit. Toen Bus met zijn pionnen naar voren kwam was Diepeveen er als de kippen bij om ze op de korrel te nemen. Hij veroverde een pion en toen hij even later dankzij een truc een tweede pion won was het gebeurd.
Jens kreeg een pion aangeboden door Hausrath. Deze verdween van het bord en enkele zetten later was de compensatie ook verdwenen. Toen Jens over de koningsvleugel heen dreigde te lopen besloot Hausrath om nog een pion te offeren en later een derde. Hij kon het tij echter niet meer keren.
Tussenstand 4,5 – 3,5 voor Utrecht met nog twee partijen te gaan. Van der Put stond verloren tegen Sielecki en Vereggen stond beter tegen Buckels. Met 1 matchpunt zou Utrecht min of meer veilig zijn. De opdracht aan Vereggen was om geen onverantwoorde risico’s te nemen, zodat het eerste matchpunt niet in gevaar zou komen.
Maar het liep anders. Vereggen kreeg een loper aangeboden: het loperoffer van zijn tegenstander werkte niet. In plaats van het geschenk aan te nemen deed Vereggen een tussenzet waardoor Buckels zijn stuk kon redden. Vereggen raakte niet in paniek door zijn misser want hij schoof even later een gelijkstaand eindspel met toren en ongelijke lopers met opvallend gemak uit.
Van der Put had een zware middag tegen Sielecki en op een gegeven moment kon Sielecki de partij afmaken. Dit gebeurde niet waardoor Van der Put mocht blijven bungelen. Het taaie weerwerk werd beloond: hij kreeg plotseling de mogelijkheid om een theoretisch remise-eindspel te bereiken. Sielecki speelde nog lang door maar het resultaat stond niet meer ter discussie.
Opnieuw een overwinning voor Utrecht tegen de verwachtingen in. Voerendaal had een ratingoverwicht op acht borden maar bleef op vier bordpunten steken. Omdat de concurrenten van Voerendaal wel punten pakten staat het ineens drie matchpunten achter op de nummers 7 en 8.