Schaakrubrieken weekend 21 maart 2015
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Magnus coacht papa
De Engelse grootmeester Danny Gormally schreef laatst een artikel over zijn ervaringen met het schaakprogramma Komodo, misschien het sterkste dat er op het ogenblik is. Gormally is 38 jaar en hij gaf de indruk dat hij niet veel ervaring met sterke schaakprogramma’s had. „In bevende afwachting installeerde ik de dvd op mijn laptop”, schreef hij.
Hij speelde trainingspartijen tegen Komodo waarin hij werd verpletterd en paste de opgedane kennis toe in een partij in het toernooi in Hastings. Die partij verloor hij, doordat hij op een kritiek moment vergat wat Komodo had gedaan.
Een paar ronden later ging het beter. Hij versloeg een Frans meisje van zestien in een partij die tijdens zijn voorbereiding door Komodo bijna tot mat toe was uitgewerkt. Daarna werd hij overmand door schuldgevoel. Had hij niet op eigen kracht van dat meisje kunnen winnen? Gormally knoopte er nog wat algemene beschouwingen aan vast over de computer als mentale doping, de geestelijke luiheid die daar uit voortkomt en de saaiheid van de partijen van de baby’s die de computer als hun zuigfles gebruiken.
Hij is misschien te laat toegetreden tot de moderne tijd. Van Erwin l’Ami (29), die deze week het belangrijke open toernooi in Reykjavik won, herinner ik me een interview waarin hij enthousiast vertelde over de bliksemsnelle multi-core processors van zijn supermoderne computer waarop hij niet één, maar een flink aantal schaakprogramma’s tegelijk liet lopen. Niks schuldgevoel, je schaakt tenslotte om te winnen.
In de loop der jaren hebben veel wereldkampioenen en bijna-wereldkampioenen in Reykjavik meegedaan. Deze keer was Magnus Carlsen er, niet als speler, maar als begeleider van zijn vader Henrik. Die is er bijna altijd bij als Magnus ergens speelt, maar nu speelde hij zelf in het toernooi.
Het deed me denken aan een oude cartoon van Gummbah. Op een nachtkastje zat een klein kwaad mannetje. Op het bed ernaast stond een wekker en het mannetje riep triomfantelijk: „Zo, nu zijn de rollen een keer omgedraaid!”
Erwin l’Ami – Sjachriar Mamedjarov, Reykjavik Open 2015
1. d4 d6 2. c4 e5 3. Pc3 exd4 4. Dxd4 Pc6 5. Dd2 g6 6. b3 Lg7 7. Lb2 Pf6 8. g3 0-0 9. Lg2 Te8 10. Pf3 Nauwkeurig. In soortgelijke stellingen gaat het paard vaak naar h3, maar hier zou zwart na 10. Ph3 d5 niets te klagen hebben. 10…Lf5 11. Ph4 Na 10. 0-0 lost zwart met 10…Pe4 alle problemen op. 11…Ld7 Nu gaat 11…Pe4 niet wegens 12. Lxe4 Lxe4 13. f3. 12. 0-0 Dc8 13. Tfe1 Lh3 L’Ami had hier 13…Pe5 verwacht. 14. Lh1 Dg4 Speelt de aanvalsspeler Mamedjarov op een kansloze koningsaanval? 15. Pg2 Dd4 Nee, op een omslachtige manier speelt hij op dameruil. 16. Tad1 Nu had zwart zich moeten verzoenen met een slechter eindspel na 16…Dxd2. 16…Pe4 Als dit zou gaan, zou zwart er al zijn problemen mee oplossen, maar er is een weerlegging. 17. Dxd4 Lxd4
18. Txd4 Dit ijzersterke kwaliteitsoffer is de enige manier om voordeel te krijgen. 18…Pxd4 19. Pf4 Pg5 Ook 19…Pxc3 20. Lxc3 g5 21. Lxd4 gxf4 22. Lxb7 is goed voor wit, maar zwart had dit toch moeten doen. 20. Pxh3 Pxh3+ 21. Kf1 Zwart gaf op.
Op het eerste gezicht een wonderlijke beslissing, want hij staat een kwaliteit voor. Toch is zwart er slecht aan toe met twee paarden in nood, een hangende pion op b7 en zetten voor wit als Pe4 of Pd5 in de lucht. Een van de mogelijkheden – niet aantrekkelijk voor zwart, maar er is niets goeds – is 21…c6 22. Pe4 Txe4 23. Lxe4 Pg5 24. Lg2 Pf5 25. Tad1. Wit heeft dan beslissend voordeel, maar bijna iedere zwartspeler had dat nog wel even willen zien.
Ook L’Ami ontdekt dat Reykjavik echt bestaat
Erwin L’Ami zei onlangs dat toernooiorganisatoren vooral in zijn deelname zijn geïnteresseerd als zijn echtgenote meekomt. L’Ami is getrouwd met de Roemeense Alina Motoc, die niet alleen een schaakster van meesterniveau is maar ook een gewaardeerd medewerkster van de populaire website Chessbase. Dankzij haar fraaie foto’s en altijd positieve verhalen zijn toernooien verzekerd van de publiciteit die zij wensen.
Deze week schreef L’Ami zelf het positieve verhaal. Meer dan dat, kort voor zijn 30ste verjaardag speelde hij in het sterk bezette Reykjavik Open een droomtoernooi. Verwijzend naar een befaamd verhaal van Hein Donner sms’te hij ‘Bestaat Reykjavik?’, nadat hij met een serie van 8,5 uit 9 de ongedeelde hoofdprijs een ronde voor het einde had veilig gesteld. L’Ami kan gerust zijn, in de slotronde zorgde een hardhandige nederlaag tegen de Oekraïner Eljanov ervoor dat hij tijdig terugkeerde op aarde. Dit hoogtepunt in zijn carrière is een verdiende beloning voor L’Ami’s toewijding en vastberadenheid. Naast zijn leeftijdgenoten Daniël Stellwagen en Jan Smeets behoort hij tot de drie musketiers aan wie tien jaar geleden de opvolging van Jan Timman en Loek van Wely werd toevertrouwd. Stellwagen en Smeets kozen na een voorzichtige verkenning van het circuit voor een maatschappelijke loopbaan, maar L’Ami besloot schaakprofessional te worden.
Van die beslissing heeft hij nooit spijt gehad. Hij won alle Nederlandse open toernooien minstens eenmaal en vorig jaar bereikte hij voor het eerst de tophonderd van de wereldranglijst. Het succes in Reykjavik kwam op een goed moment, want de laatste tijd liep het wat minder en dreigde zijn rating zelfs onder de belangrijke grens van 2.600 punten te zakken. Dat gevaar is na de forse Elo-winst in Reykjavik verdwenen.
De sterkste tegenstander die L’Ami in Reykjavik trof, was de Azerbeidzjaanse wereldtopper Sjachriar Mamedjarov. De partij duurde slechts 21 zetten:
L’Ami – Mamedjarov Reykjavik 2015
1. d4 d6 2. c4 e5 3. Pc3 exd4 4.Dxd4 Pc6 5. Dd2 g6 6. b3 Lg7 7.Lb2 Pf6 8. g3 0-0 9. Lg2 Te8 10.Pf3 Lf5 11. Ph4 Ld7 12. 0-0 Dc8 13. Tfe1 Lh3 14. Lh1 Dg4 15. Pg2 Dd4 16. Tad1 Pe4 Een misrekening. Na 16 … Dxd2 zou wit nauwelijks voordeel hebben.17. Dxd4 Lxd4
18. Txd4! Pxd4 19. Pf4 Pg5? Geïrriteerd omdat hij wits kwaliteitsoffer niet op waarde had geschat, maakt Mamedjarov nog een fout. Na 19 … Pxc3 20. Lxc3 g5! 21. Lxd4 (na 21. Pxh3? Pxe2+ 22. Txe2 Txe2 staat zwart beter.)
21 … gxf4 22. Lxb7 Tad8 heeft wit meer dan voldoende compensatie voor de kwaliteit, maar de winst is nog ver weg.
20. Pxh3 Pxh3+ 21. Kf1 Inmiddels was Mamedjarovs ergernis zo gestegen dat hij de partij opgaf. Te vroeg natuurlijk, al zou zwart op den duur kansloos zijn geweest na 21 … c6 22. Pe4 Txe4 23. Lxe4 Pg5 24. Lg2.
Tegen de Peruaan Julio Granda zat het mee:
Zo stond het in Granda – L’Ami na de 37ste zet van wit. Lang stond zwart slecht, maar in deze stand zijn de problemen voorbij. Omdat na 37 … Lxb7 38. Txb7 niets meer te beleven valt, waagde L’Ami een laatste poging. 37 … g5! 38. fxg5 fxg5 39. Lxb3? En hij wordt zowaar beloond. Na 39. f3 kan wit niets gebeuren. 39 … g4+ 40. Kh4 Pg6+ 41. Kg5 Pxe7 42. Lxd5+ Pxd5 Met stukwinst. L’Ami won het resterende eindspel bij de 81ste zet.
Reykjavik Open
Op de vraag waarom Rusland zo’n sterk schaakland is, wordt wel eens geantwoord ‘omdat ze van die lange winters hebben’. Als dat het criterium zou zijn, komen wel meer landen in aanmerking. IJsland heeft ook veel te bieden voor de eeuwige student: het kan soms heel lang koud zijn, het boomloze landschap biedt weinig afleiding en de mensen zijn er vriendelijk maar doorgaans weinig spraakzaam. Toch heeft dat eiland niet veel grootmeesters voortgebracht. Een van de sterkste IJslandse schakers is Fridrik Olafsson, die van 1978-1982 voorzitter werd van de wereldschaakbond FIDE. Daarna vervolgde hij zijn politieke carrière als voorzitter van het IJslandse parlement. Ter ere van zijn 80-ste verjaardag is een van de sterkste Open Toernooien opgedragen aan Olafsson: meer dan 250 spelers uit meer dan 30 landen vertrekken jaarlijks in de maartmaand naar het gure Reykjavik, dat dit toernooi al sinds 1964 sponsort. De show wordt na negen ronden gestolen door onze Erwin l’Ami met 8,5 punt! Zijn overwinning op topper Shakhriyar Mamedyarov (Elo 2760, nummer 13 op de wereldranglijst) was indrukwekkend.
E. l’Ami – S. Mamedyarov
1.d4 d6 2.c4 e5 3.Pc3 exd4 4.Dxd4 Pc6 5.Dd2 g6 6.b3 Lg7 7.Lb2 Pf6 8.g3 0-0 9.Lg2 Te8 10.Pf3 Lf5 11.Ph4!?
Beide partijen hebben zich gezond opgesteld. Bekend is nu 11.0-0 Pe4 12.Pxe4 Lxe4 met vervlakt gelijk spel. Opmerkelijk genoeg was het de vrouw van Erwin, Alina, die de tekstzet probeerde. Een familie-nieuwtje dus, dat misschien tussen de lakens verwekt is.
11…Ld7 12.0-0 Dc8 13.Tfe1 Lh3 14.Lh1 Dg4 15.Pg2 Dd4 16.Tad1 Pe4?!
Agressief gespeeld, na dameruil heeft zwart niet veel te klagen 16…Dxd2 17.Txd2 Tac8 18.Pf4 Lf5 19.e4 Pd7 20.Pfd5 Le6 en de strijd kan nog lang doorgaan.
17.Dxd4 Lxd4
Wellicht dat zwart was uitgegaan van 18.Pxe4 Lxb2 en de kansen zijn in evenwicht maar hij kreeg een positioneel kwaliteitsoffer voorgeschoteld, waarbij de lopers op b2 en h1 hun latente kracht volledig kunnen ontplooien:
18.Txd4! Pxd4 19.Pf4 Nu zit zwart in de problemen: 19…Pc5 20.Td1 of 19…Lf5 20.Pxe4 Lxe4 21.Lxd4, relatief het beste was nog 19…Pxc3 20.Lxc3 g5 21.Lxd4 gxf4 22.Lxb7 fxg3 23.Lxa8 gxf2+ 24.Kxf2 Txa8 en wit staat alleen beter.
20…Pg5? 21.Pxh3 Pxh3+ 22.Kf1
En zwart gaf op! Dan moet je echt goed zijn om nu al op te geven. De meesten hadden het zich toch laten bewijzen: na 21…c6 22.Pe4 Txe4 23.Lxe4 Pg5 24.Lb1 c5 25.Td1 Kf8 26.h4 Pe6 27.Le4 heeft wit natuurlijk al het spel maar toch, met opgeven is nog nooit remise gemaakt.
Nederland wordt ook vertegenwoordigd door Gerard Welling, Bart Stam, Eric de Winter, Jeroen van den Bersselaar, Yuri Eijk en Ludo Tolhuizen. Voor hen is het vooral een vakantietoernooi waarin zij, en al die andere liefhebbers, de kans krijgen tegen een coryfee te spelen. Het grootste krachtsverschil was bij
Movsesian(Elo 2660)–Van den Bersselaar(Elo 2080)
1.Pf3 Pf6 2.g3 d5 3.Lg2 c6 4.0-0 Lf5 5.c4 e6 6.cxd5 exd5 7.d3 Le7 8.Db3 Db6 9.Dc2 Pbd7 10.Pc3 h6 11.Le3 Dd8 12.Db3 b6 13.Da4 Pc5?
Zwart heeft tot hier goed gespeeld maar dit is het niet, dit gaat materiaal kosten. Logischer is 13…b5 14.Da6 b4 15.Pa4 c5 en alles is nog mogelijk. 14.Lxc5 Lxc5 15.Pe5 0-0 16.d4! De beste manier, na 16.Pxc6 De8 17.b4 Ld6 18.b5 Le6 19.d4 kan zwart nog rommelen met 19…a6. 16…b5 17.Da6 b4 18.Pxc6 Lc8 19.Db5 Zwart geloofde het wel en gaf op. Inderdaad loopt de materiële achterstand na 19…Dd7 20.Pxd5 alleen maar op. Volgende week de ontknoping van Reykjavik Open 2015.
Ieder jaar wil ik minstens 1 partij brengen van mijn goede vriend Julio Granda uit Peru ,thans wonend in Spanje. Als kind toonde hij al veel talent en ik stuurde regelmatig tijdschriften en boekjes voor hem naar zijn leermeester in Arequipa. Hij ontwikkelde zich tot de sterkste schaker van Zuid Amerika en over zijn carrière zou een boek te schrijven zijn, wat heet, zijn zuster heeft dat gedaan en hij kwam het mij persoonlijk brengen om mij daarna in de huiskamer meedogenloos van het bord te vegen.
Hier een recente partij:
Granda–Terrao: 1. Pf3 Pf6 2. g3 g6 3. Lg2 Lg7 4. 0-0 0-0 5. d4 c5 6. c4 d6 7. Pc3 Pbd7 8.e4 cxd 9. Pxd4 Pe5 10. b3 Ld7 11. h3 Tc8 12. Le3 a6 tot nog toe is er niet veel gebeurd maar zo is de speelstijl van Julio. 13.a4 e6 verzwakt d6 en dat ziet wit onmiddellijk 14. Dd2 Te8? Nu kan het paard niet meer naar e8 om d6 te dekken. 15.Tfd1 Pc6 16. Pde2 Lf8 redt d6 maar nu is Pf6 een aanvalspunt. 17. a5 (dreigt Lb6) Pxa5 18. Txa5! offert pion en kwaliteit, ook typisch Grand: rustig begin en dan hectisch. 18..Dxa5 19. Pd5! de bekende truc uit de Sicliaan Dd8 (19..Dxd2 20. Pxf6+) 20. Lb6! exd5 nog het beste 21. Lxd8 Texd8 22.cxd Tc5 De dame is sterker dan toren + loper ook door e4/d5. 23. Tc1 Tdc8 24. Txc5 Txc5 25.f4 Lg7 26. e5 Pe8 27. De3 b6 28. Pc3 a5 29. Kh2 safety first dxe 30.fxe Pc7 31. Pe4 een lokkertje Pxd5 (..Txd5 32. Dxb6 Lxe5 33.Pf6+ Lxf6 34. Dxf6 Pe8 35. Dc3 Td1 36. Dxa5) 32. Dd2 wint een stuk 1-0.
Veel schaakboeken zijn voor clubschakers toch wat te hoog gegrepen maar Mongoose Press heeft voor deze doelgroep een aantal boeken in het bestand (www.mongoosepress.com)We stellen twee recente voor: Pete Tamburo Openings for amateurs (978-1-936277-49-0), Fred Wilson Simple attacking plans ( 978-1-936277-44-5 ) Beide boeken zijn uitermate geschikt en samen te gebruiken om als amateur goed voorbereid achter dan wel voor het bord te verschijnen met gedegen openingskennis die dan via aanvalsplannen leidt tot een mooie overwinning of in ieder geval een mooie partij. Fred Wilson is daarbij ook op You Tube te bewonderen om het allemaal nog eens uit te leggen. Zodat niemand meer hoeft te zeggen : Ik had een prachtige stelling maar ik kon geen goed plan vinden. Het wordt geïllustreerd met mooie maar ook weer niet te ingewikkelde voorbeelden.
Pete Tamburo beveelt een aantal openingen aan die volgens hem bij uitstek geschikt zijn voor de clubavond en het zal dus niemand verbazen dat daar ook gambieten bij zijn, zoals de roemruchte Blackmar Diemer. Hij raadt een ieder wel aan de opening eerst goed te bestuderen voordat je hem gaat spelen. Dat is zeker meer dan nodig met de Fritz Ulvestad opening: 1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5 d5 5. exd5 b5 want van de varianten die dan kunnen volgen kan de schaker heel erg hoofdpijn krijgen. Ik heb hem tenminste maar uit mijn zwarte repertoire geschrapt sinds ik na 6. Lxb5 Dxd5 7. Lxc6 Dxc6 8. Df3 e4 9. Db3 Lc5 10. Dxf7+ Kd8 wist dat zwart voordeel heeft maar niet meer waarom. Twee uitstekende leerboeken!
Probleem 2521 is een tweezet van ten Cate:
Sleutelzet van 2519:1.Dxb6.
Erwin l’Ami schiet uit zijn slof
Zomaar ineens, vlak voor zijn dertigste verjaardag, heeft Erwin l’Ami het grootste succes in zijn carrière behaald. Woensdag sloot hij het Reykjavik Open af met een ongedeelde eerste plaats. Hij begon als de nummer elf op rating. Na zes ronden had l’Ami vijf en een half punt, waarna hij de hoogste ratinghouder tegen zich kreeg: Shakhriyar Mamedyarov uit Azerbeidzjan, de nummer dertien van de wereld. Die versloeg hij in slechts 21 zetten. Vervolgens won hij ook van de wereldtoppers Julio Granda Zuniga uit Peru en Hrant Melkumyan uit Armenië. Met de reuzenscore van acht en een half uit negen was l’Ami een ronde voor het einde al zeker van de toernooizege. In de slotronde verloor hij van Pavel Eljanov uit Oekraïne. Ondanks die nederlaag was het naar Elo-cijfers gemeten de beste prestatie die l’Ami ooit leverde. Dat had hij ook nodig. Vorige zomer scoorde hij dramatisch in het gesloten en het open Nederlands kampioenschap. Hij herstelde zich met een goed resultaat op de Olympiade, maar scoorde weer slecht in de Europacup voor clubteams en het Tata-toernooi. Jarenlang was l’Ami constant in zijn prestaties, het laatste halfjaar zakte hij opeens in. Met zijn resultaat in IJsland won hij in één keer 27 Elo-punten, waarmee hij op de Nederlandse ranglijst steeg van de zevende naar de vierde plaats. Terug waar hij eerder stond en waarschijnlijk ook ongeveer thuishoort.
Het commentaar op zijn belangrijkste partij is mede gebaseerd op dat van Dimitri Reinderman op www.schaaksite.nl.
L’Ami-Mamedyarov
1.d4 d6 2.c4 e5 3.Pc3 exd4 4.Dxd4 Pc6 5.Dd2 g6 6.b3 Lg7 7.Lb2 Pf6 8.g3 0-0 9.Lg2 Te8 10.Pf3 Lf5 11.Ph4 Ld7 12.0-0 Dc8
Hoe ver gaat openingsvoorbereiding op dit niveau? Deze zet is een verbetering op de zet 12…Tb8 die in de Roemeense damescompetitie werd gespeeld. Zou Mamedyarov naar partijen in zo’n relatief onbelangrijke competitie hebben gekeken? Misschien wel, de witspeelster was namelijk Alina l’Ami, de vrouw van Erwin.
13.Tfe1 Lh3 14.Lh1 Dg4
Bedoeling? Reinderman geeft aan dat zwart zou kunnen proberen met Dh5, Pg4 en g5 op koningsaanval te spelen. Het is een idee, maar met de zet Lh1 heeft wit ervoor gezorgd dat zwarts loper op h3 zijn eigen aanval in de weg staat.
15.Pg2
Nu schieten 15…Dh5 16.Pf4 en 15…g5 16.Pe3 allebei niet op voor zwarts aanval. Mamedyarov gooit het over een andere boeg.
15…Dd4 16.Tad1 Pe4 17.Dxd4 Lxd4
18.Txd4
Een verrassend kwaliteitsoffer.
18…Pxd4 19.Pf4 Pg5
Hier blijkt het paard ongelukkig te staan. Beter was 19…Pxc3 20.Lxc3 g5 en wits voordeel is niet duidelijk.
20.Pxh3 Pxh3+ 21.Kf1
Zwart geeft het op, tot verbazing van l’Ami. Wel zei hij na afloop in een perscommentaar: “Alles hangt bij zwart.” Wit dreigt Pd5 met twee kansen op kwaliteitwinst (terugwinst, moet je zeggen), terwijl dan ook Pd4 staat aangevallen en als dat paard wijkt volgt f4 gevolgd door het vangen van Ph3. Daarom is 21…c6 de beste zet. Er kan dan volgen 22.Pe4 Pe6 23.Lg2 Phg5 24.Pf6+ Kf8 25.Pxe8 Txe8 26.h4 en wit krijgt weer twee stukken voor de toren. Beter voor zwart is 22.Pe4 Txe4 23.Lxe4 Pg5 24.Lg2 Pf5 25.Td1 en wit dreigt e4 en f4 en gaat de d-pion winnen. Hij heeft dan met het loperpaar en een pion voorsprong een prachtig eindspel. L’Ami staat bekend om het verzilveren van goede eindspelen, maar de opgave was toch nogal vroeg.
Voor beginners A6662 Met welke zet wint wit?
|
Voor gevorderden B6662 Hoe krijgt wit aan zet groot voordeel?
|
De derde tweezet van het winterpuzzelblad van 2014 toont het bekende Novotnythema.
Door met een wit stuk op het kruispunt van toren en loper te gaan staan, dreigen er twee matzetten. Als wit 1. c3? wil proberen als sleutelzet, dreigt hij 2. Pd2 en 2. Pe3 mat. Als de pion genomen wordt door de toren (1. …Txc3) dan is 2. Pd2 de matzet en als de loper neemt is dat 2. Pe3. Zwart kan de dreigingen tegenhouden door het paard op f1 te slaan. Dit kan op drie manieren. Op 1. …Lxf1 komt 2. Kd7 mat, op 1. …Txf1 is 2. Kxd6 mat en op 1. …Dxf1 is 2. Lxd5 mat.
Zwart weerlegt de verleiding met 1. …Txa2 en veld c3 is ongedekt. De oplossing is een Novotny op een ander veld: 1. Le6! Wit dreigt met 2. Kd7 en 2. Kxd6 mat. Als de toren op e6 slaat is 2. Kd7 mat en slaat de loper dan is 2. Kxd6 mat. Loper en toren interfereren elkaar. De twee witte koningszetten kwamen ook al voor in de verleiding, maar na andere zwarte zetten. Een dergelijke paradeverandering is ook te zien na 1. …Dg1, waarop 2. Lxd5 mat komt, in de verleiding kwam deze zet na 1. …Dxf1.
Mooi is dat het zetje 1. …b4 de beide dreiging tegenhoudt, omdat de witte koning naar b5 kan, als de dreigingen worden uitgevoerd. Na 1. …b4 komt 2. Pd2. Op 1. …Pb3 komt 2. Pe3 mat. De twee dreigzetten van de verleiding keren dus weer terug als matzet. Verder komt op 1. …Lxb6 en 1. …Lb4 2. Txb4 mat. Het mechanisme van twee dreigingen die in een oplossing als matzetten voorkomen na een zwarte parade, en andersom, heet het Odessathema.
De eerste driezet is een miniatuur. Er ligt al mat gereed na 1. …Le6+ 2. Pxe6+ 3. Pg6 mat en na 1. …Pe6 2. Pg6+ Lxg6 3. Pxe6 mat. De sleutelzet is 1. Kd8! Nu komt er op 1. …Le6 2. Pg6+ Pxg6 3. Pe6 mat. Op de andere variant 1. …Pe6+, komt nu 2. Pxe6+ Lxe6 3. Pg6 mat. Noemen we de witte tweede zetten en de matzetten 2.. Pe6 en 2. Pg6 respectievelijk A en B, dan zien we het volgende: 1. …Le6 2. A 3. B; 1. …Pe6 2. B 3. A en in de oplossing verwisselt dit: 1. …Le6 2. B 3. A en 1. …Pe6 2. A 3. B. Dit is een dubbele verwisseling. Dit heet het Turathema.
Net als het weekend daarvoor, gingen ook het afgelopen weekend de landelijke schaakrubrieken van onze bejaarde iconen over hetzelfde toernooi resp. dezelfde partij. Hoe komt dat nou? Tijd voor vernieuwing misschien?
Dat lijkt me geen groot probleem, aangezien de meeste mensen slechts één krant lezen.
Zelf lees ik de Volkskrant en daarin vind ik de twee diagrammen die altijd bovenaan staan belachelijk groot. Liever zou ik meer tekst hebben, meer achtergrondinformatie. De partijen ken ik meestal al van internet, dus daar heb ik ook niet veel aan. Dat geldt echter niet voor de meeste krantenlezers.
Ik denk dat het voor de krant, maar ook voor het schaken zelf, het beste zou zijn als de schaakverslaggever zich in de krant niet primair zou richten op de clubschaker, maar eerder op de niet-schaker.
Laten we de schaakrubrieken in de kranten in ere houden, want er zijn er al een aantal opgeheven. Over het algemeen zijn ze aangenaam informatief en verschillend wat inhoud betreft. Dat ze elkaar deze keer zoveel overlapten is echt een uitzondering. Maar de schakers, die ze verzorgen, zouden er wel goed aan doen om te kijken welke partijen al op internet uitvoerig in het Nederlands zijn geanalyseerd en dan misschien een andere keuze maken.
Een paar maanden geleden kreeg ik een mail van een lezer uit Den Helder (Noord-Hollands Dagblad) met de vraag of ik voortaan met Gert Ligterink wil overleggen dat we niet dezelfde partij behandelen. Ik heb hem teruggeschreven dat ik in de eerste plaats rekening houd met lezers die één krant lezen. Tegen hen kan ik niet zeggen: ik geef niet de leukste partij, want die staat al in de Volkskrant. Van Ligterink en Ree weet ik dat er veel mensen zijn die (al dan niet serieus) denken dat ze hun rubriek samen schrijven, het gaat vaak over hetzelfde. Maar dat is uiteraard niet zo.