Geen verandering voor Stukkenjagers
Hoewel er nog hoop blijft voor een ommezwaai in de eerste klasse voor de Stukkenjagers blijft de situatie vooralsnog hetzelfde. We blijven 1 matchpunt achter op HWP Sas van Gent en Schaakstad Apeldoorn. De kans blijft aanwezig dat beiden nog punten laten liggen, maar die is nog maar zeer gering, zeker nu het einde van het seizoen nadert.
Links Bianca de Jong-Muhren, rechts Stefan Beukema, de twee spelers van De Stukkenjagers met nog kans op een IM-norm (foto Frans Peeters)
Wat wel is veranderd in klasse 1B is de benarde situatie van de hekkensluiters. Deze is namelijk, mede door ons toedoen, zodanig verslechterd dat degradatie voor hen vrijwel zeker is. Wij moesten tegen de, op papier niet eens zo zwakke, een na laatste ploeg op de ranglijst, Paul Keres. Zij hadden een zege nodig om de mogelijkheid tot handhaving ook echt een mogelijkheid te houden. Maar na onze 6½-3½ zege op hen lijkt het doek te zijn gevallen.
Om te komen naar de speelzaal van Paul Keres besloot de delegatie uit Tilburg maar weer eens gebruik te maken van het OV. Natuurlijk werden we op elke overstap vriendelijk begroet door vertragingen, maar niet van ons stuk gebracht kwamen we uiteindelijk terecht bij het gymnasium waarin Paul Keres speelt. Hoewel het uiterlijk van het gebouw waarin we speelden nogal obscuur is, leek de binnenkant van de school redelijk normaal met slechts een aantal bekers, beelden die doen denken aan de oudheid, en een voetbaltafel als bizarre uitspattingen.
De wedstrijd verliep eerst vrij rustig. Herman won al snel een dame tegen een toren en een stuk, en ik moest zelf redelijk snel een kwaliteit offeren, maar voor de rest was er geen vertoon van baldadigheid van iemand.
Een poos later begonnen echter de gevechten.
Anne had ondertussen weinig compensatie voor haar pionoffer vanuit de Wolga en leek niets te kunnen beginnen. Uiteindelijk moest ze dan ook een twee stukken voor een toren offeren om de pion te neutraliseren. Raymond de Rooij wist fraai gebruik te maken van de twee stukken en zijn dame en kon uiteindelijk een 1 achter zijn naam schrijven.
Mark C had rustig zijn stelling opgebouwd tegen Paul Hommerson. Maar na verloop van tijd begon zijn stelling toch te kraken. Hij wikkelde af naar een eindspel met gelijke lopers met een aantal pionnen minder, maar kon de stelling niet meer egaliseren.
Mart had een interessante stelling met zwart gekregen tegen Gerben Veltkamp, die op een gegeven moment besloot dat het tijd was om te offeren. Mart zag de winst maar speelde het toch niet. Gerben kon vervolgens de stelling net houden, waarna de spelers besloten dat de partij haar spanning wel had verloren.
Nick had ondertussen geprofiteerd van een aantal fouten van zijn tegenstander in de opening en leek met een gezonde pion meer op winst af te stevenen. Hoewel het ongelijke loper-eindspel nog hoop had kunnen bieden voor zijn tegenstander ging Nick nauwkeurig te werk en maakte korte metten met zijn tegenstander. Hier zijn analyse van de kritieke momenten:
ANALYSE
Wit speelde in de diagramstelling
13. e6
waarna de kritieke stelling was ontstaan.
13…Ld5?
13…f5 Is waarschijnlijk nog de beste variant. 14. d5 Pa6
[14…a5 15. Pf7
(15. a3 a4 16. La2 Da5+ 17. Ld2 Db6 18. Lc3 {18. Le3 Da5+ 19. Kf1 Lxb2 20. d6 Pc6 En wit heeft geen goed vervolg.} 18…Lxc3+ 19. bxc3 Pa6 20. d6 Geeft wit goed spel.)
15…Txf7 16. exf7+ Kxf7 17. a4+=]
15. Pf7 Da5+ 16. Ld2 b4 [16…Db6 17. O-O Pc5 18. Le3 <groot voordeel voor wit>] 17. d6->
13…f6 14. Pf7 Db6 15. Le3 Leek ons in de analyse zeer goed voor wit. d4-d5 is niet tegen te houden.
14. exf7+ Kh8
15. O-O?
Goed genoeg voor een goede stelling, maar ik had hier de partij al af kunnen maken!
15. h4! En de dreiging over de h-lijn is niet tegen te houden. Zwart heeft geen verdediging meer. 15…Lxb3 [15…h5 16. Le3 Lxb3 17. axb3 Pc6 18. g4 e5 19. gxh5 exd4 20. hxg6+-] 16. axb3 Pc6 17. h5 Pxd4 18. hxg6 h6 19. Pxe4 Dd5 20. Dd3+-
15. Dg4 Is ook goed genoeg voor een winnende stelling. 15…Pc6 16. Pxh7 Txf7 17. Pg5 Tf6 18. Le3 Lxb3 19. axb3 Dd5 20. O-O Pxd4 21. Pxe4+- Wit staat een gezonde pion voor plus dat zwart alleen maar zwaktes heeft.
15…h6
15…Pc6 Geeft zwart nog iets om te spelen. 16. Le3 [16. Dg4 h5 17. Dh4 Pxd4] 16…h6 17. Pe6 Lxe6 18. Lxe6 Pxd4 19. Dg4 Pxe6 20. Dxe6 Dd6 21. Dxe4 Wit staat beter, maar zwart kan in ieder geval nog doorspelen.
16. Pe6 Lxe6 17. Lxe6 Pc6 18. d5
Behoudt de pion en zorgt dat de loper op e6 voor altijd blijft gedekt.
18. Dg4 Was het alternatief. 18…Kh7 [18…Pxd4? 19. Dxg6 Dd6 20. Lxh6 Pxe6 21. Dh5+-] 19. d5 Pe5 20. Dxe4 Pxf7 Komt weer in de partij.
18…Pe5 19. De2 Pxf7 20. Dxe4
Ik kon pion f7 toch niet meer dekken, maar de stelling blijft veel beter voor wit. De loper op e6 is een monster terwijl wit ook nog eens een gezonde pluspion heeft.
20…Kh7
Ja, en wat nu? Eerst wilde ik h4-h5 spelen, maar ik wilde mijn stelling niet overspelen. Ik probeerde mijn damevleugel te ontwikkelen, maar die aanpak is hier te langzaam.
21. De2?!
Te passief. 21. h4 Pd6 22. Dd3 De8 23. h5 Tf6 En zwart leek me deze stelling te houden. Toch blijft zwart in een houdgreep en zal wit makkelijk moeten winnen.
21…Pd6 22. Tb1
Natuurlijk wil wit hier op de c-lijn gaan spelen, maar het duurt even voordat er een toren naar c1 kan komen.
22…a6 22…Da5 Leek mij meer kritiek. 23. a3 Pf5 24. Ld2 Db6 <groot voordeel voor wit> En zwart blijft wat doorspelen.
23. Le3?!
Ik geef het loperpaar nu weg, maar ik wilde graag mijn torens activeren. 23.Bd2 is veel beter. 23. Ld2 Had ik in gedachten, maar ik dacht dat ik mijn loper niet weg kon spelen na 23…Ne4. 23…Pc4 24. Lb4 a5 25. Lxe7! Oei, deze zet heb ik gemist in de partij! 25…Dxe7 26. Lg8++-
23…Pf5 24. Tfd1 Dd6 25. b3
Zo, de loper op g7 heeft nu ook geen targets meer.
25…Pxe3 26. Dxe3
26…b4
Dit is een kritieke zet. Zwart probeert nu met …Bc3 de c-lijn te sluiten. Toch heeft wit nog alle touwtjes in handen, omdat de loper op e6 al het zwarte tegenspel uit de stelling haalt.
27. Tbc1 Lc3
Nu de loper op c3 gebonden is, kan ik altijd a2-a4 spelen. Zo houd ik geen zwakke pion op a2 over.
28. g3
Ik wilde met f2-f4 ruimte pakken. Zwart kan hier niets tegen doen. Het voordeel van een pion op f4, is dat zwart geen …g6-g5 heeft omdat wit dan altijd de pion door kan spelen naar f5. Het zwarte tegenspel is dan alweer gereduceerd naar nul.
28…Tab8
29. a4
…Rb5 was het een zwarte idee, ook dan alsnog komt a2-a4. Maar nu voorkom ik in ieder geval … Rb5-c5.
29…Db6
Dameruil is in principe voordelig voor wit. Ook al snap ik dat de witte dame op e3 best sterk is.
30. Dxb6 Txb6 31. f4 Kg7 32. Kf2
Dit is een typische stelling waarin zwart geen tegenspel heeft en wit op twee vleugels kan spelen. Het lijkt me dat wit hier gewonnen staat, maar de engine is het daar niet mee eens: die zegt ‘beter voor wit’. De stelling speelt ook veel makkelijker en wit kan zo lang mogelijk alles proberen in deze stelling zonder enig risico te lopen.
32…Td8 32…Kf6 33. Ke3 Tfb8 34. Ke4 T8b7 35. h4! En wit wint op de koningsvleugel: 35…Tc7 36. h5 g5 37. fxg5+ Kxg5 38. Th1 Tc5 39. Tcf1+- En de zwarte koning gaat mat.
33. Ke3 Tb7
Zwart wil graag een toren op c7 en de andere toren op c5 planten, maar daar krijgt zwart geen mogelijkheid voor.
34. Ke4 Kf6 35. Td3
Ik wilde nog alle opties open houden en mijn koningsvleugel pionnen nog niet opspelen.
35…Tc7
36. Td4!
Door deze tactische wending krijgt wit ineens een toren op de c-lijn!
36…Tb7?!
Geeft ineens de c-lijn weg en wit wint nu gemakkelijk.
36…Tb8 Leek mij nog de taaiste. 37. Kd3 Was ik van plan. Het witte plan is om Rd4-c4 te spelen, dan Rc1-c2-e2-e4 waarna wit de c-lijn in handen krijgt of met zijn koning naar de damevleugel kan wandelen en de a-pion kan ophalen. [37. Tc4 Is nu niet handig, want zwart krijgt tegenspel na: 37…Txc4+ 38. bxc4 b3 39. Kd3 b2 40. Tb1 La5 41. Kc2 Tb4 <White has moderate counterplay>]
37. Tc4 Tb6 38. Tc2 Tbd6 39. Te2 Kg7 40. Tc7 Lf6?! 41. Tec2
Ja, dit is wel een plezierige stelling.
41…Ta8 42. Tb7 a5 43. Tc6 Kh8 44. Kd3 Ta6 45. Txa6 Txa6 46. Kc4 Ta8 47. Kb5
En zwart gaf op.
1-0
Herman leek een deel van zijn voordeel te hebben weggegeven, hoewel hij nog steeds erg goed stond. Maar zoals later ook bleek uit de analyse (die uren voortduurde om elke variant te kunnen analyseren) was het erg lastig voor wit om nog te winnen en was het zelfs even mogelijk dat hij verloor. Gelukkig voor hem beging zijn tegenstander alsnog een andere fatale fout zodat Herman alsnog won. Hierbij zijn analyse:
ANALYSE
Grooten, Herman – Both, Bert
Op de reis naar Utrecht in de comfortabele vierwieler van teamgenoot Nick Bijlsma, vertrouwde ik mijn medereizigers al toe, dat ik op deze dag graag binnen de 20 zetten wilde winnen, omdat ik anders het bange vermoeden had, dat zich wel eens rare taferelen zouden kunnen voordoen. Ik had – door allerlei omstandigheden – wat te kampen gehad met het nodige slaapgebrek de hele week en ik had al vaker gemerkt dat ik daar niet zo goed tegen kan. Hoe profetisch deze woorden zouden zijn, kon ik aan het begin van deze dag nog niet vermoeden. ..
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6
Het Dame-Indisch. Laat ik toevallig net voor Schaakmagazine bezig zijn met een korte miniserie over deze opening…
4. a3 La6
Mijn tegenstander speelt het, zoals ik het zelf ook graag speel. Daarbij had hij zich goed voorbereid op mij, begreep ik later.
5. Dc2 Lb7
Zelf heb ik een paar keer geëxperimenteerd met
6. Pbd2
hetgeen eigenlijk een idiote paardzet is als je al a2-a3 hebt gedaan. Niettemin is het door goede grootmeesters, waaronder Ivan Sokolov, gespeeld en die lieten zien dat er wel degelijk het nodige venijn in deze variant zit opgesloten. Ik mijn artikel behandel ik uitsluitend 6. Pc3 omdat dat de bedoeling is van het hele systeem.
6…c5 7. e4 cxd4
Dat is zwarts idee; het ruilen van een c-pion tegen een d-pion.
8. e5
Maar dat is dan ook weer de gedachte van het paard op d2. Nu er geen paard op c3 in staat, heeft wit tijd om de voor zwart nog vervelende opmars e4-e5 te kunnen doorzetten.
8…Pg8
8…Pg4 is ooit gespeeld, zoals ooit in Miles-Adams, 1989.
En 8…Ph5 kreeg ik ooit tegen mijn toenmalige pupil Wouter Spoelman op het bord en dat liep niet goed voor hem af.
9. Pe4
Sokolov speelde hier ooit 9. Pxd4 een variant die ik ook eerder op het bord had gespeeld. Maar omdat mijn tegenstander redelijk snel speelde, meende ik dat het verstandig was om maar eens wat te variëren. Niet dat ik er veel vanaf wist…
9…f5
Dit speelde hij heel snel, maar deze actie lijkt mij om strategische redenen toch wat discutabel. Na de pionnenruil op f6, blijft zwart sowieso met drie pionnengroepjes zitten, die mogelijk zwak kunnen worden. Vooral als er veel lichte stukken van het bord gaan (hetgeen vaak het geval blijkt te zijn) kunnen de dan ontstane stellingen onaangenaam voor de zwartspeler worden. Daar kan zwart natuurlijk tegenin brengen dat hij zijn stukken snel in het spel kan brengen om daarna over de twee open lijnen (c- en f-lijn) spel te gaan ontwikkelen. Of hij daarmee inderdaad genoeg heeft, moet de praktijk uitwijzen.
10. exf6 Pxf6 11. Ld3
Een tijdje overwoog ik 11. Pxf6+ Dxf6 12. Lg5 Df7 13. Pxd4 maar omdat zwart dan met 13…Lc5 tijd wint, zag ik hier vanaf.
11…Pxe4
Een interessante mogelijkheid, die ik overigens nauwelijks bekeken had, maar bij nader inzien wel speelbaar lijkt te zijn, is 11…Lxe4!? 12. Lxe4 Pc6 Zwart behoudt nog even zijn pion op d4 en daar heeft hij dan het loperpaar voor ingeleverd.
Tijdens de partij leek mij 11…Pc6 de kritieke zet. Maar ik zag eigenlijk ook niet wat zwart dan zou moeten spelen na 12. Lf4! omdat 12…d6 er toch wat onooglijk uitziet. Het is wel zo dat zwart een pion voorkomt, maar de prijs die hij hiervoor betaalt is hoog. Een voorbeeld: 13. O-O Le7 14. Peg5 Dc8 15. Tae1 e5 16. Lf5 en het ziet er niet best uit voor de zwarten.
12. Lxe4 Lxe4 13. Dxe4 Pc6 14. Pxd4
Nu vond ik het toch tijd worden om de pion te heroveren.
Bekend was hier 14. Pg5 maar ik vond al vrij snel dat zwart het betere van het spel zou krijgen na 14…Dc7 En later in de database vond ik ook een partij mee. 15. O-O De5 16. Dd3 Le7 17. f4 Df5 Mateuta-Macak, 2008 en zwart staat beter.
Een tijdje keek ik naar 14. Lg5 Le7 15. Lxe7 Dxe7 16. Pxd4 Tc8 17. Pxc6 Txc6 18. O-O omdat dit typisch zo’n stelling is waarin de zwarte pion op den duur heel zwak kunnen worden.
14…Tc8 Na 14…Pxd4 15. Dxd4+= heeft wit een betere versie van de ‘groepjesregel’ als in de andere variant.
15. Lf4!
Ik wacht nog even met de rokade en speel een ogenschijnlijk onschuldig ontwikkelingszetje. Maar zwart heeft nu problemen om zijn ontwikkeling te voltooien. Het tactische grapje dat ik had ingebouwd was mijn tegenstander ontgaan.
15…Le7?
Na 15…Pxd4 16. Dxd4 lijkt 16…Df6 welhaast gedwongen, maar na 17. Le5 Df7 18. b4 staat wit heel prettig.
16. Pxe6!
Tja, die was hem niet opgevallen.
16…dxe6 17. Td1
Ineens is de zwarte dame ingesloten! Een vrij onverwacht geheel en wit staat er al vrij snel goed voor.
17…Dxd1+?!
Helemaal ontdaan door de plotselinge gang van zaken, geeft hij de dame maar voor een toren en een stuk. Objectief beter is 17…Lb4+ om de dame ‘lucht’ te geven maar de stelling na 18. axb4 Df6 19. Ld6 <groot voordeel voor wit> is ook bepaald geen pretje. De zwarte koning kan niet rokeren, e6 is dodelijk zwak en zijn stukken werken niet samen.
18. Kxd1 O-O
Wat anders? Zo gaat het mis met zwart na 18…Kf7 19. Te1 Thd8+ 20. Kc1 Pd4 21. Le5
19. Dxe6+
Wit pikt nog een tweede pion op en daarmee staat hij al op winst.
19…Kh8 20. Kc1 Lf6
Zo twintig zetten gedaan en de kat lijkt al in het bakkie. Nu nog even de afwerking, dacht ik hier.
21. Kb1
Een kwestie van smaak. Ongeveer even sterk is 21. Te1 maar dan moest ik 21…Pd4 22. Dd5 Tfd8 23. Df7 gaan spelen. En ik kreeg niet helemaal uitgewerkt hoe het zou aflopen na 23…Tf8 24. Dd7 Tfd8 25. Dxa7 Txc4+ 26. Kb1 Bij nader inzien staat wit totaal gewonnen hier. Maar dat staat hij ook na de tekstzet.
21…Tfe8 22. Dd7
Bepaald geen slechte, deze stoorzet.
22…Pa5 23. Tc1
Tot zover had ik het allemaal keurig uitgedacht en ik zag absoluut niet wat zwart hier nog voor elkaar zou kunnen krijgen.
23…Pb3
Een wat vreemde zet, die mij ontgaan was en die inderdaad nog even wat zand in de ogen dreigt te strooien. Over zand in de ogen gesproken. Ineens begon Klaas Vaak zich ook te bemoeien met mijn geestelijke gesteldheid. Na iets als 23…Tcd8 24. Dxa7 Te2 heb ik gewoon 25. Tc2 bij de hand en daarmee is het zwarte tegenspel uitgebannen.
24. Td1 Pc5
25. Dxa7?
Ineens werd ik baldadig. Waarom gaf mijn tegenstander, die overigens zeeën van tijd zat te gebruiken, eigenlijk niet op? Hij staat een dame en twee pionnen tegen een toren en een stuk achter. Als ik er dan nog een bijneem, zal hij het wel het hopeloze van de situatie inzien. .. Als dit soort gedachten je spel gaan beheersen, moet je extra op je tellen passen, maar dat was aan mij niet besteed. Deze idiotie had meteen al afgestraft kunnen worden, zoals mijn tegenstander na de partij meteen liet weten. Hij was daar wel ietwat optimistisch in. Zijn eerste reactie was dat hij had kunnen winnen en dat kon natuurlijk niet waar zijn.
Oorspronkelijk had ik hier 25. Dg4! bedacht om in elk geval … Te2 (om twee redenen!) te verhinderen. Ik kan dan 25…Pa4 simpel beantwoorden met 26. Lc1 waarna al het tegenspel als sneeuw voor de zoon verdwenen.
Laer bleek ook 25. Df5 een goed antwoord geweest te zijn.
25…Te2?
Wel had hij gelijk met zijn idee om niet eerst … Te2 in te lassen, maar meteen 25…Te7! te spelen. Waar in het begin de zwarte dame naar lucht stond te happen, heb ik nu vrijwillig mijn eigen dame weten in te laten sluiten. 26. Dxb6 Tb7 (zie analysediagram)
27. Db5! Deze zet kwam ook in de analyse niet naar voren, maar hij is vrijwel winnend. [In de analyse vonden we 27. Dxb7 Pxb7 en wit heeft met vier pionnen voor het stuk nog altijd riante winstkansen. Een mogelijk zetverloop zou het volgende kunnen zijn: 28. b3 Pa5 29. Td3 Kg8 30. Le3 Kf7 31. Kc2 <groot voordeel voor wit> en hoewel er nog wat bewezen moet worden, kan er maar een speler winnen.] 27…Txb5 28. cxb5 De voorste witte b-pion is zo sterk dat hij al bijna een stuk gaat opleveren.
26. Td2?!
Veel te snel geantwoord. Zwart mag nu zijn dreiging uitvoeren. Was ik mijn vermoeidheid maar even de baas geworden, dan had ik vast wel gezien dat 26. Dxb6! direct uit is. Het zwarte tegenspel ligt aan banden nu hij niet op b2 meer kan slaan. 26…Txb2+ 27. Dxb2 Lxb2 28. Kxb2+- en met drie pionnen meer is de technische afhandeling niet moeilijk meer.
26…Te7 27. Dxb6 Tb7 28. Dd6?
Koppig als ik ben, wil ik graag mijn dame behouden. Maar hiermee verzandt het voordeel vrijwel meteen.
En opnieuw blijkt 28. Db5! nog veel adequater te zijn. De dubbelpion blijkt alleen maar gunstig te zijn voor wit. 28…Txb5 29. cxb5 Pe4 30. Tc2+- met winst.
Opnieuw keken we in de analyse naar 28. Dxb7 en dat levert wit ook groot voordeel op. 28…Pxb7 29. b3 Kg8 30. Le3
28…Pe4 29. De6 Pxd2+ 30. Lxd2 Txb2+
Zwart wint een belangrijke pion terug, waardoor zijn mooie pionnenfalanx aan flarden wordt geschoten. Hij heeft dan wel drie pionnen voor de dame tegen de twee zwarte torens, maar met deze versplinterde pionnenstructuur valt er in de praktijk moeilijk vuist mee te maken.
31. Kc1
31…Tcb8?!
Inmiddels was de zwartspeler krap in zijn tijd komen te zitten en hij kiest voor een volstrekt logisch plan. Alleen met 31…Td8! had zwart het de tegenstander heel lastig kunnen maken. Ik heb weliswaar voordeel gevonden, maar misschien niet voldoende voor een eventuele winst. 32. La5 Tdb8 33. f4 Txg2 34. c5 Lb2+ 35. Kd1 Lxa3 36. Lb6 en een winst, voor zover die nog voor handen zou kunnen zijn, is momenteel ver te zoeken.
32. Lb4?
En wit antwoordt ook met een oppervlakkig gezien, normale zet. Maar het werd mij al snel duidelijk dat ik hiermee een fout beging.
Achteraf gezien blijkt dat 32. Le3+- de enige zet te zijn waarmee wit op winst kan spelen. Na 32…Ta2 33. c5 Ta1+ 34. Kc2 Txa3 35. Kd1! h6 36. c6 lijkt hij aan het langste eind te trekken.
En dat terwijl ik nog een tijdje zat te turen op 32. Df5 (om b1 en f2 te dekken) maar met 32…Ta2 leek het zwarte tegenspel toch ook op gang te komen. Bijvoorbeeld: 33. Lb4 h6 34. c5 Te8 35. c6 Tee2 en er dreigt aan twee kanten vervelende dingen 36. Kd1 Teb2! en nu moet wit snel remise gaan afdwingen met [36…Txf2 37. Dxf2 Txf2 38. c7] 37. Dc8+ Kh7 38. Df5+
32…Txf2
Uiteraard had ik gezien dat zwart dit kon spelen, maar de betekenis van de toren op f2 was mij enigszins ontgaan. De tweede rij wordt verlengd, maar wat erger is: straks komt er een schaakje met de loper via veld g5 in de stelling.
33. c5 Td8
Hij zat nu al heel krap in zijn tijd, maar hij speelt uitstekend. Wit moet enorm oppassen, want zwart dreigt een vernietigend schaak op g5.
34. Dg4!
Haalt niet alleen … Lg5+ uit de stelling en dekt tegelijkertijd veld d1.
34…h6!
Een prima zet. Er wordt niet alleen een luchtgaatje voor de eigen koning gemaakt, maar vooral het uiterst lastige schaakje … Lg5+ wordt zo mogelijk. Ik zat tijdens de partij te kijken naar 34…g6 omdat ik bang was dat hij mijn dame met … h7-h5 van het belangrijke veld g4 kon verdrijven. Het blijkt allemaal een storm in een glas water. Na 35. Dg3! Te2 36. Lc3 wordt de sterke zwarte loper geruild en staat wit op winst.
35. c6??
Tijdens de geanimeerde analysesessie probeerden we winstmogelijkheden voor wit te vinden, maar daar slaagden we niet in om dat boven tafel te krijgen. De conclusie was uiteindelijk dat zwart voldoende tegenspel had. Maar wat we geen van allen hebben onderkend, bleek pas een dag later. Toen ik de partij invoerde en voor de zekerheid een paar stellingen checkte met een sterke engine, werd het mij ineens zwart voor de ogen. Het Beest ging ineens dik de min in voor wit (of plus zo u wilt voor zwart). Noodzakelijk was 35. h4 met gelijkspel.
35…Td4??
Achteraf gezien, mag ik blij zijn dat mijn tegenstander zo krap in zijn tijd zat. En laat ik nou op deze zet nu wél iets heel venijnigs had klaarliggen!
Wat we allemaal niet zagen, maar waar de computer nog geen fractie van een seconde voor nodig heeft, blijkt in de volgende variant. 35…Lg5+! 36. Kb1 Td3!! (zie analysediagram)
De zwarte toren komt via de derde rij op bezoek. En tegen de dreiging … Tb3+ en … Lf6+ gevolgd door mat, valt geen zinnig idee meer te bedenken. Hoe verschrikkelijk kan een mens zich vergissen.
Paul Keres-topspeler, Hugo ten Hertog, probeerde het zwarte spel zelfs nog te verbeteren met 35…Lb2+ 36. Kb1 en dan 36…Le5 en ook hier was onze conclusie dat wit nauwelijks iets zinnigs kan ondernemen. Zelfs 37. Lc3!? dat ik nog bekeken had, levert niets op na 37…Tb8+ [Niet 37…Lxc3? want dan trekt wit wel de zege naar zich toe: 38. c7 Tb2+ 39. Kc1 Tbb8 40. cxd8=D+ Txd8] 38. Lb4 [Vooral niet 38. Kc1?? wegens 38…Lf4+ 39. Kd1 Tb1#] 38…Td8
Na afloop gaf ik aan dat ik geen winst had gezien voor wit na 35…Le5 hetgeen de pion gewoon tegenhoudt.
36. c7!
Wit mag de dame laten in staan en nu gaat het punt toch nog naar mij. Oef…
36…Txg4
37. c8=D+
En opgegeven.
1-0
Ik had alles opgeofferd voor een aanval in de heilige overtuiging dat ik slechter stond, maar wist na een serie mindere zetten van mijn tegenstander de doorbrekende koningsaanval te krijgen. Hieronder mijn analyse:
ANALYSE
van de Fliert, Willem – Gerlagh, Joris
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pb5 d6 6. Lf4
Hier moest ik al in de denktank aangezien ik de stelling niet kende.
6…e5 7. Le3 Pf6 8. Lc4
8. Lg5 Deze zet is hier gebruikelijk, waarna een stelling ontstaat die lijkt op de Sveshnikov, behalve het dat wit een tempo verloren heeft.
8…a6 9. P5c3 b5 10. Lb3
10. Ld5 Pxd5 11. Pxd5 Tb8 12. Pbc3 En wit heeft een erg gezond voordeel.
10…Lb7
10…Tb8 De computer geeft de profylactische Tb8 als beste zet, om a4 en Pd5 te voorkomen. De stelling is dan ongeveer geëgaliseerd. 11. a4 [11. Pd5 Pxe4 En het veld op b6 wordt nu beschermd.] 11…b4 12. Pd5 Pxe4
11. a4 b4 12. Pd5
12…Pxe4?
Ik offer hier een kwaliteit, maar als wit het goed speelt mag het niet.
13. Pb6?
Met deze zet geeft wit zwart een sterk centrum, veilige koning en aanval voor de kwaliteit.
13. Lb6 Dg5 14. Pc7+ Kd7 15. O-O [15. Pxa8 Dxg2 16. Tf1 Lxa8 Meteen de kwaliteit nemen is onhandiger, hoewel het ook goede kansen biedt voor wit, maar tegenspel geeft aan zwart.] 15…Tc8 16. Pd5 En de zwakke koning van zwart biedt meer dan genoeg compensatie voor de pion.
13…Pa5
Een sterke zet om de witveldige loper van wit te ruimen en zo beslissend voordeel te krijgen over de witte velden. 13…Tb8?? Natuurlijk moet ik niet de kwaliteit proberen te redden met: 14. Dd5 gevolgd door een dubbele aanval.
14. Pxa8 Pxb3 15. cxb3 Dxa8 16. f3 Pf6 17. O-O Le7 18. Pd2 Pd5 19. Lf2
19…g5?
Ik dacht hier eigenlijk iets minder te staan en te moeten aanvallen.
19…f5 Rustig ontwikkelen met zwart is prima. Wit kan toch weinig beginnen met het paard op d5. 20. Pc4 a5 [Hier mag dan geen: 20…O-O wegens 21. Pa5 Waarna de witveldige loper van zwart, en daarmee de zwarte compensatie, wordt opgehaald.]
20. Te1 20. Pc4 En wit staat beter. Zwart moet Pa5 voorkomen en kan eigenlijk geen aanval beginnen. 20…g4 21. fxg4 Pf4 En de zwarte stelling komt open te liggen, waarna de zwarte koning onveilig wordt.
20…g4 21. fxg4
Plotseling is de witte koning open. De aanval begint.
21…Pf4 22. Pf3
Weer een onhandige zet. Van het extra tempo kan zwart veel gebruik maken.
22. Lg3 geeft remise. Zwart mag het belangrijke paard niet opgeven en moet genoegen nemen met eeuwig schaak. 22…Da7+ [22…Pxg2 23. Te2 Da7+ 24. Lf2 Da8 25. Lg3] 23. Lf2 Da8
22…Tg8
22…h5 De sterkste zet. Zwart kan eigenlijk niet permitteren om een tempo onbenut te laten, en moet dus breken ten koste van een pion. 23. gxh5
[23. g5 Ph3+ 24. gxh3 (24. Kf1 Pxg5 25. Pxg5 Lxg2+ 26. Kg1 Lh1 27. Pe4 Lxe4 En de koning van wit ligt open.) 24…Lxf3 25. Dd3 Lh1 26. Dg3 h4 27. Dg4 Tg8 28. Lxh4 f5 29. Dg3 Th8 30. Te2 f4 31. Df2 Tg8 (zie analysediagram)
En na Lxg5 is de witte koning niet meer te redden. Ook zijn de zwarte pionnen, die trouwens prachtig de witveldige loper van zwart aanvullen, een troef in zwarts handen.]
23…Tg8 24. Lg3 Pxh5 En zwart kan de g-lijn openbreken, waarna wit de stelling niet meer bij elkaar houdt.
23. Lg3 Txg4
Mijn tegenstander speelde de volgende zet, onder druk van de klok, zonder na te denken.
24. Pxe5?
24…Da7+
En de dame voert van de andere kant van het bord de executie uit. De witte koning kan geen kant meer op zonder mat te gaan. Een paar varianten na 24…Da7+:
- 25. Kf1 Lxg2#
- 25. Kh1 Lxg2#
- 25. Lf2 Ph3+ 26. Kf1 [26. Kh1 Lxg2#] 26…Dxf2#
0-1
Bram kon zijn stelling tegen Hugo ten Hertog uiteindelijk niet winnen, hoewel hij eerst aangenaam stond. Maar, zoals hij zelf zei, ‘ik offerde een aantal pionnen, hij vond een aantal goede zetten, en toen was het pot’.
Stefan was zonder problemen bezig om zijn tegenstander in het nauw te drijven. Hij had vrijwel de hele partij lang controle. Aangezien ik in gedachten al de winst voor Stefan optekende heb ik eigenlijk niet gelet op hoe hij precies won. Een knappe prestatie van Stefan die al een heel eind op weg is om een IM-norm te behalen dit seizoen. Voor zo ver ik heb begrepen zou dit zijn derde norm zijn, dus ik wens hem veel succes de laatste twee rondes.
Bianca had een stelling op het bord gekregen die ze al eens eerder had voorbereid. Ze had namelijk een pion gewonnen en hoefde als compensatie voor de tegenstander alleen haar paard op h8 te parkeren. Maar de zet dat ze het paard kon verwijderen stond ze gewoon een pion voor en was de partij over. Ook Bianca is dichtbij een norm, hoewel zij nog wel minstens één titelhouder nodig heeft.
Mark Haast had ondertussen een erg goede stelling en leek weinig problemen te hebben. Toen sloeg de stelling echter weer om en leek remise weer de logische uitslag. Maar aangezien de tegenstander dacht het team misschien te kunnen redden van degradatie door te winnen speelde hij vol op winst. Op winst spelen in een gelijke stelling is echter niet handig, zodat Mark uiteindelijk toch een vol punt pakte.
Uiteindelijk kwamen we dus met 6½ bordpunten uit Utrecht. In de hoop hun eer te redden sloten de Utrechters zich maar aan bij een officieuze minicompetitie tafelvoetbal. Na een enerverende pot wisten ze deze te winnen zodat ze toch met één overwinning op de Stukkenjagers op zak het pand konden verlaten.
|
(De foto’s zijn van Frans Peeters)