Belevenissen van een arbiter: Wie was er aan zet?

In de eerste helft van april dit jaar zijn in Saint Louis in de staat Missouri de Amerikaanse kampioenschappen gehouden. Goede tweede achter winnaar Hikaru Nakamura werd de 20-jarige Ray Robson, voormalig deelnemer aan de Open-groep van het – toen nog Essent – Schaaktoernooi in Hoogeveen. En dat ben ik nog niet vergeten. Het was in 2008. Hij was toen nog maar 13 jaar en al IM (2466) en had nog maar de helft van zijn lichaamslengte van nu. Hij was naar Europa gereisd onder begeleiding van zijn vader. In de derde ronde moest hij met de zwarte stukken aantreden tegen de oude rot uit Oekraïne Oleg Romanishin (2532, toen 56 jaar) en beiden hadden twee punten uit twee wedstrijden. En die ontmoeting tussen jong en oud verliep niet helemaal vlekkeloos zoals hieronder zal blijken.

Ray Robson (foto: Lennart Ootes)

 

 

De tijdnoodfase nadert en ik maak een rondje langs de borden in de Burgerzaal om te kijken waar er straks eventueel mee genoteerd moet worden, want we spelen met een speeltempo van 40 zetten in twee uur voor de eerste periode en daarna een uur met vijf seconden increment per zet voor de rest van de partij. In mijn ooghoek merk ik ineens wat onrust op bij Romanishin – Robson. Ik loop er heen maar alles is weer rustig en ik blijf op gepaste afstand de partij even in de gaten houden. Romanishin zit al onder de vijf minuten, noteert dan ook niet meer en moet nog een paar zetten doen voordat hij de tijdcontrole gehaald heeft. Opeens richt Robson zich op, kijkt mij aan en maakt mij duidelijk in gebaar en een enkel fluisterwoord dat Romanishin moet blijven noteren! Hoe hij daar nu bijkomt begrijp ik niet, maar in gebaren maan ik hem onmiddellijk tot stilte en tot doorspelen omdat er geen onregelmatigheid plaats vindt. Met dit tempo hoef je uiteraard niet meer te noteren als je onder de vijf minuten komt. De interruptie is kort en snel en Romanishin reageert niet, verroert geen vin en blijft gefocust naar het bord staren. Ik blijf in de buurt en zie dat Romanishin na de 39e zet van Robson nog 50 seconden heeft om zijn 40e zet te voltooien. De seconden tikken weg en er gebeurt nog niets. In mijzelf roep en schreeuw ik naar hem: Schiet op! Doe nu een zet! Het zou bijzonder jammerlijk zijn als hij met het voorgaande gebeuren in het achterhoofd door zijn vlag zou gaan. En hij heeft ook nog eens een positioneel gewonnen stand bereikt. Eindelijk komt hij in beweging. Met nog een aantal seconden op de klok voert hij langzaam zijn zet uit en daarna beweegt zijn hand tergend langzaam naar de klok om die in te drukken. Ik krijg het spaans benauwd. Het gaat allemaal in slow motion en daarom te langzaam. Want net voordat zijn hand de hendel indrukt is zijn vlag gevallen! Er rest mij niets anders dan de partij voor hem verloren te verklaren.

Even kijkt hij wat verward uit zijn ogen, daarna wordt zijn blik feller en begint hij te protesteren. Hij maakt duidelijk dat hij zich door het gedrag van Robson gestoord voelde en dat ik daar iets aan had moeten doen, namelijk wat tijd erbij geven. Ik breng daar tegenin dat ik het niet de moeite waard vond om in te grijpen, mede gezien het feit dat hij totaal niet reageerde tijdens het gebeuren. Hij blijft nog wat na brommen, tekent uiteindelijk de notatieformulieren en loopt zeer ontstemd de zaal uit. Ook bij hoofdarbiter Koos Stolk krijgt hij geen genoegdoening en hij maakt gebruik van zijn recht om net voor de deadline van twee uur na alfoop van de partij zijn protest neer te leggen bij de beroepscommissie.

Oleg Romanishin (foto: Harry Gielen)

 

 

De beroepscommissie wil mij aanhoren en van de drie leden voert John van der Wiel het woord. Al snel vraagt hij mij een cruciale vraag: “Wie was er eigenlijk aan zet tijdens de verstoring?” Tot mijn schrik moet ik hem het antwoord schuldig blijven. Zeker weten doe ik het niet, maar het moet haast wel Romanishin geweest zijn. De conclusie wordt vrij snel duidelijk. Als hij aan zet was zou hij zijn gelijk kunnen krijgen maar met het ondertekenen van de notatieformulieren heeft hij de uitslag bevestigd en onherroepelijk gemaakt. Dat hij na deze voor hem flinke domper alsnog protest indient, valt te begrijpen, maar dat hij mij de schuld geeft van zijn verlies vind ik onterecht als je ziet hoe de laatste minuut voor de tijdcontrole verlopen is. Hij heeft dan ook geen woord meer tegen mij gezegd tijdens het verdere verloop van het toernooi, ook niet tijdens de prijsuitreiking toen ik nog probeerde om het even bij te praten. Het jaar erop was hij trouwens weer de vriendelijkheid zelve en was er van wrok niets meer te bespeuren.

De grootste les die ik hieruit geleerd heb, is dat ik bij een conflictsituatie tussen twee spelers als eerste kijk wie er aan zet is, zodat ik snel vast kan stellen wie er qua tijd al benadeeld wordt en dat ik niet meer met mijn mond vol tanden staat als John mij weer die vraag gaat stellen! Verder heb ik mijzelf vaak de vraag gesteld: Had ik in moeten grijpen en een tijdsvergoeding geven? Er zit een heel verschil in het leiden van wedstrijden op laag niveau en op hoog niveau. Waar op het allerhoogste niveau men meestal alleen communiceert na de wedstrijd, daar lijkt het op laag niveau tijdens een wedstrijd soms net zo gezellig als op een verjaardagsfeestje. En daar tussenin? Voor het bepalen van overlast is het iedere keer een afweging maken, afhankelijk van sterkte van spelers, belangrijkheid van toernooi en ernst van de situatie. Het antwoord op die vraag ben ik mijzelf trouwens nog steeds schuldig. Het had gekund, maar was het fout om het niet te doen? Je doet het ook niet gauw goed. De een wil dat je wel ingrijpt en de ander weer niet. Een half jaar eerder, in een enigszins vergelijkbare situatie greep ik wel in en dat werd mij niet in dank afgenomen! Maar een andere keer misschien meer daarover…

3 Reacties

  1. Avatar
    Johan Hut 04 juni 2015

    Zeer openhartig en daarom boeiend verhaal. Als het zo gegaan is als hier staat, vind ik dat Romanishin zijn nederlaag aan zichzelf te wijten heeft. Hij had gewoon op de klok moeten letten en die sneller moeten indrukken. Zo simpel is het. Ook als je heel even gestoord wordt, moet je je hoofd koel kunnen houden.

  2. Avatar
    Lucas 04 juni 2015

    Ik denk ook dat de wedstrijdleider hier correct heeft gehandeld en dat het protest van Romanishin onterecht was en in elk geval te laat.

    Tegelijkertijd vind ik echter het opvallendste aspect in dit verhaal het onbeschofte gedrag van die 13-jarige Robson. Een beetje zeuren over de notatieplicht van je tegenstander en dan ook nog onterecht! Onsportief en onsympathiek.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.