Leugentje
De claim dat schaken karaktervormend is heb ik altijd als een leugentje om bestwil gezien. Strategisch
denken, mentale weerbaarheid, geduld, slagkracht, je zou het allemaal van de schaakbeoefening
leren, maar of dat ook echt zo is? In de top van het bedrijfsleven kan ik geen schakers aanwijzen. In
de politiek wat meer. De bekendste schakers in de Nederlandse politiek zijn Van Hulst, Teeven en
Nagel: een onomstreden eminentie, een wat meer omstreden ‘crimefighter’ en een gewiekste
opportunist. Maak daar maar eens chocolade van. Zij scoren ieder op eigen manier hoog op de
genoemde competenties, maar of dat ook maar iets met hun schaakhobby te maken heeft is zeer de
vraag. Ze lijken, voor zover ik dat weet, nog het meest op elkaar in hun plezierige menselijke
omgangsvormen.
Euwe en Böhm hebben beiden hun best gedaan om de schaaksport te verkopen als goede bijdrage
aan de opvoeding. Judith Polgar beijvert zich wereldwijd al jaren om het schaken een vaste plek te
geven in de lesstof op scholen, met dezelfde argumentatie. Een sympathieke, maar moeilijke missie.
De belangrijkste voorwaarde voor succes van deze pogingen is draagvlak bij ouders en docenten en
dat draagvlak neemt af. Om de simpele reden dat onder hen nog maar weinigen kunnen schaken.
Op zijn best vinden die ouders en docenten schaken een interessant, maar (voor hen) vreemd spelletje.
Topartikel die grotendeels bevestigt wat ik 3 jaar geleden al dacht maar niet hard kon maken in mijn artikel: schaken-brabo.blogspot.be/2012/03/kinderen-leren-schaken.html