Topalov winnaar, Carlsen verliest ook nog van Hammer
In Stavanger is het ‘Norway Chess Tournament afgelopen. Ondanks het feit dat onze landgenoot Giri de spanning in het toernooi terugbracht door in de voorlaatste ronde Topalov op magistrale wijze te kloppen, finishte de Bulgaar toch als eerste. Zijn tegenstander Anand, die – als hij zou winnen – zelfs nog het toernooi kon winnen, drong met zwart niet al te lang aan. Toen zich een zetherhaling voordeed, namen beide spelers deze gelegenheid te baat afscheid van dit toernooi te nemen.
Anand kreeg op de tweede plaats nog gezelschap van Nakamura, die in de slotronde met zwart voorbij Aronian wist te komen. Giri werd daardoor alleen vierde met een ongeslagen status en plus twee.
Het toernooi eindigde nog sensationeel omdat in het Noorse onderonsje tussen Hammer en Carlsen eerstgenoemde aan het langste eind trok. De wereldkampioen zal Stavanger snel willen vergeten want het is inmiddels al heel lang geleden dat hij slechts met 3½ uit 9 in een toernooi eindigde. Ook voor Aronian en in mindere mate Caruana moet het een martelgang zijn geweest.
We nemen nog even de draad op bij de zevende ronde. Nadat Topalov maar liefst 1½ punt was voorgekomen na de zesde ronde, bleef deze voorsprong intact omdat in de zevende ronde alle partijen in remise eindigden. Het leek wel alsof de spelers zelf ook murw gespeeld waren, want er was weinig opwinding te beleven.
Achteraf gezien leek dit meer een stilte voor de storm, want in de voorlaatste ronde werd het klassement flink op zijn kop gezet. Hoofdrolspeler was onze eigen Anish Giri. Hij won een vlekkeloze partij van Topalov die hij in een ogenschijnlijk remise-achtig eindspel onder druk hield, totdat de Bulgaar bezweek onder de vele plaagstootjes die onze landgenoot op zijn stelling losliet.
Degene die het meest profiteerde was Viswanathan Anand. Met kleine middelen zette hij de Noor Hammer ook onder druk. En toen hij na een hele afwikkeling een pion had verdiend, leek het nog een kwestie van tijd. Het duurde echter nog maar een paar zetten omdat Hammer in een tactische grap liep die hem nog twee pionnen erbij kostte.
En de pret was nog niet ten einde, gezien het gebeuren op het bord van Carlsen en Aronian. De Armeniër offerde een pion om zijn stukken op actieve velden te krijgen. Dat doet hij wel vaker en dat gaat hem meestal goed af. Daarom gaf Carlsen de pion maar terug omdat hij meer heil zag in een verzwakte structuur bij de tegenstander. Daar leek hij gelijk in te krijgen omdat Aronian va banque begon te spelen. Zijn tegenoffensiefje werd door de wereldkampioen op knappe wijze in de kiem gesmoord en toen stond wit op winst. Maar hij gaf met één onhandige zet al het voordeel weg. Sterker nog: als Aronian de venijnige tegenzet had gevonden, had Carlsen het zelfs nog zwaar gekregen. Maar zoals het blijkbaar vaker gaat in deze tragikomedie blunderde Aronian op zijn beurt ook alles weg. Carlsen won groot materiaal en werd niet nogmaals het slachtoffer van een nieuwe valstrik die zijn tegenstander had gespannen. Een doldrieste partij die veel fraaie varianten laat zien, die vooral onder de oppervlakte bleven.
En toen moest de negende ronde nog gespeeld worden. Maar daar weet u inmiddels alles al over!
ANALYSES
RONDE 7
|
Hammer, J. – Giri, A.
1. Pf3 g6 2. e4
Dit had Giri niet verwacht.
2…d6 3. d4 Lg7 4. Pc3
En dit helemaal niet, want Hammer heeft een voorkeur voor 1. d4-openingen. En nu zitten de spelers ineens in de Pirc!
4…Pf6 5. Le3 a6
Deze obscure variant staat in een kwade reuk bij topspelers. Maar Giri wil hoe dan ook een scherpe stelling op het bord zetten. 5…O-O is de hoofdvariant.
6. Dd2 b5 7. Lh6 O-O 8. Ld3 8. Lxg7 Kxg7 9. Ld3 was o.a. de keuze van Anand ooit.
8…Lg4
Deze zet werd na afloop door Hammer bekritiseerd. Hij deed er zelfs nogal schamper over: ‘Speel je een opstelling met … a6 en … b5 en dan ontwikkel je de loper naar g4, waar hij eigenlijk thuis hoort op b7. Deze spelers denken dat ze alles kunnen maken tegen mij…’ 8…Lb7 9. Lxg7 Kxg7 10. e5 Pfd7 en wit heeft het betere van het spel.
9. e5 dxe5
Een nieuwtje. 9…Pfd7 kwam nog voor in Weinzetti-Nyback, 2002.
10. dxe5 Ph5 11. Lxg7 Pxg7 12. Le4 Meer voor de hand ligt 12. O-O-O om daarna pas met Le4 verder te gaan. Na dameruil kan wit terugnemen met de toren.
12…Lxf3 13. Lxf3 Dxd2+ 14. Kxd2 Ta7 15. Tad1 Pd7 Een normale zet is nu 15…c5 maar Giri wil toch maar zo snel mogelijk ontwikkelen. Waarschijnlijk had hij ook wel door dat de stelling hem niet veel perspectieven biedt en dat hij een lange en moeizame verdediging voor de boeg heeft.
16. The1 Pb6 17. Lc6 Pe6 18. Kc1 Pd8 19. Le4 c5 20. Pd5 Pxd5 21. Lxd5 Pe6 22. g3 c4 23. Lxe6 fxe6 24. f4
Wit heeft een gunstig dubbeltoreneindspel waarin hij de enige is die op winst kan spelen. Maar Giri toont vanaf nu zijn grote taaiheid.
24…Kf7 25. h4 h5!
Noodzakelijk omdat wit anders desgewenst zelf h4-h5 zou kunnen spelen.
26. Td4 Tc8 27. Ted1 Ke8 28. c3 a5 29. Kc2 Tb7 30. Te4 b4 31. Tdd4 Tbc7 32. Kd2 Tc5 33. Kc2 T5c7 34. a3 b3+ 35. Kd2 Tc5
Giri liet in de analyse een variant zien waarin duidelijk werd waarom hij liever geen … a5-a4 wilde spelen. Er is overigens ook geen noodzaak. Voorlopig heeft zwart alles onder controle: wit kan nergens binnenkomen met een toren.
36. Ke3 T8c7 37. Td2 Td5 38. Ted4 Txd4 39. Txd4
Het is zwart gelukt een paar torens te ruilen.
39…Tc5 40. a4 Tc8 41. Te4 Kf7 42. Kd4 Kg7 43. Te2 Kf8 44. Tg2 Kg7 45. Td2 Hier kon wit 45. g4 proberen maar na 45…hxg4 46. Txg4 Kh6 heeft wit ook niets bereikt.
45…Kf7 46. Ke4 Ke8 47. Td4 Tc5 48. Kf3 Kf7 49. Ke3
Hij ziet toch maar af van bovengenoemde winstpoging. Nu blijkt 49. g4 ook niets bijzonders voor wit te zijn. Maar zwart moet wel goed reageren! 49…hxg4+ 50. Kxg4 Td5! 51. Txc4 Td2 En hier zien we waarom zwart liever geen pion op a4 had.
49…Ke8 50. Ke4 Tc7 51. Kf3 Tc5 52. Ke3 Tc8 53. Te4 Kf7 54. Kd4 Kg7 55. Te3 Kf7 56. Te2 Kf8 57. Tg2 Kg7 58. Ke3 Kf7 59. Th2 Kf8 60. Kd4 Kf7 61. Tg2 1/2-1/2
RONDE 8
|
Giri, A. – Topalov, V.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. g3
Het Catalaans, een opening die Giri wel ligt. Maar Topalov staat bekend om zijn openingsvoorbereiding; we gaan eens zien wat hij heeft klaarliggen.
4…Lb4+ 5. Ld2 Le7 6. Lg2 O-O 7. O-O c6 8. Dc2 Pbd7
8…b6 is een andere populaire voortzetting.
9. Td1 9. Lf4 is in mijn database net wat meer gespeeld, maar het de tekstzet is ook de keuze van de meeste topspelers.
9…b6 10. b3 10. Lf4 is opnieuw een mogelijkheid.
10…a5
Dit is niet zo vaak gespeeld, hoewel de Russen Jakovenko en Eljanov er wel brood in zien. De tekstzet is wat verplichtend.
11. Lc3 Lb7 In een partij Svidler-Jakovenko, 2010 volgde 11…Pe4
12. Pbd2 c5 13. Pe5 13. e4 kwam op het bord in een partij Beliavsky-Eljanov, 2010 en daarin bereikte wit niet zo veel na de opening, maar hij won later wel.
13…cxd4 14. Lxd4 Pxe5 15. Lxe5
15…Dc8
Dit zou dan de manier zijn voor zwart om gelijkspel te behalen. 15…Pg4 werd in twee partijen gespeeld, t. w. Hungaski-Gajeweski, 2012 en Bluebaum-T.Burg, 2013.
16. Tac1 dxc4
Het is een bekend gegeven dat als zwart de witveldige lopers tegen elkaar kan ruilen in het Catalaans zijn openingsproblemen voorbij zijn. Maar Giri heeft andere plannen.
17. Lxf6!
Omdat het loperpaar toch van het bord gaat, geeft Giri een andere mooie loper voor een paard. Daarmee gaat hij over naar een stelling met zware stukken, waarin hij de strijd aanbindt met een paard tegen een loper.
17…Lxf6 18. Dxc4 Lxg2 19. Kxg2 Db7+ 20. De4 Tfb8 21. Tc6 Dd7 22. Tcc1 Db7 23. Dxb7 Txb7 24. Pe4 Le7
Door de hele transactie heeft wit twee torens op de open lijnen gekregen en moet zwart voorlopig passief toekijken.
25. Pd6 Td7
Het is duidelijk dat Topalov geen trek had in de ruil van de lichte stukken met 25…Lxd6 26. Txd6 omdat zijn pion op b6 erg kwetsbaar is. Ziehier een van de nadelen van zwarts 10… a5. Overigens is wits voordeel toch nog maar marginaal. Na 26…Kf8 27. Tcc6 b5 28. Tb6 Txb6 29. Txb6 b4 30. Kf3 heeft wit een prettig toreneindspel, maar zal het nog altijd een hele kluif worden om dit in iets concreters om te zetten. [Minder goed is 30. Tb7 omdat zwart dan zijn toren activeert met 30…Td8 31. Ta7 Td5]
26. Pc4
En zo heeft wit een manier gevonden om het paard in te zetten op de damevleugel.
26…Txd1 27. Txd1 b5 28. Pe5 Lf6 29. Pd7 a4 Topalov dacht na afloop dat hij misschien had moeten kiezen voor 29…Tc8 maar beide spelers waren het over eens dat wit nog altijd een plusje behoudt met 30. Td6
30. Tc1 axb3 31. axb3 Le7
Giri: "Het is duidelijk dat zwart niet zomaar een remise kan forceren en omdat de klok verder tikt, moet hij beslissingen blijven nemen".
32. Tc7 Td8 33. Tb7 Ld6
Hier maakte Giri een grappige opmerking. Hij zei dat zijn paard eigenlijk gevangen was omdat een eventueel Pb6 beantwoord zou worden met … Tb8 waarna de remise een feit is. Maar het paard houdt op d7 wel de zwarte koning van het strijdtoneel af, zelfs al zou die … f6 spelen, dan nog komt … Kf7 niet aanmerking. Dat betekent dat wit alle gelegenheid heeft om zijn stelling te versterken. Uiteindelijk blijkt het dus een prima beslissing geweest om dit eindspel van toren plus paard tegen toren plus loper te gaan spelen, zeker gezien het feit dat zwart problemen heeft om actief te worden.
34. g4!
Een uitstekende zet. Het vergroot de ruimte op de koningsvleugel en ontkracht zetten als … f7-f5.
34…h5?!
Die werd door beide spelers na afloop gezien als de bron van de latere ellende. Giri zei dat elke andere speler zich verdedigd zou hebben met 34…h6 maar toen Topalov even later aanschoof bij de commentaarsessie zei hij dat wit dan verder zou gaan met 35. h4 mogelijk gevolgd door h4-h5 en dat hij dan ook een lange weg te gaan zou hebben.
35. gxh5 Kh7
36. b4!
Dit is een knappe zet. Wit legt pion b5 vast en creëert ondertussen ook een steunpunt op c5 voor het paard. Een eventueel toreneindspel na Pc5, … Lxc5, bxc5 is gunstig voor wit, hoewel nog niet gezegd is dat het beslissend is.
36…Lxb4 37. Pe5
Zo verovert hij pion f7 en die is van groot belang omdat dan de zwarte pionnenstructuur versplinterd is.
37…Td5 kon natuurlijk niet vanwege het gemene 37…f6 38. Pc6 met stukwinst.
38. Pxf7 Txh5 39. f4
Deze fase speelt Giri ijzersterk. Hij creëert nieuwe steunpunten voor zijn paard en omdat de pionnen van hem op zwart komen te staan, perkt hij ook de activiteit van de loper in.
39…Kg6
Dit helpt bepaald niet. Maar ook het wat taaiere 39…Ld2 40. Pg5+ Kg6 41. Pxe6 zou ook geen pretje zijn voor zwart.
40. Pe5+ Kh7 41. Pf7 Kg6 42. Pe5+ Kh7 43. Pf3!
Het paard huppelt op en neer, nu op weg naar g5.
43…Tf5
Daar staat de toren niet handig. Wellicht had hij nog 43…Kg6 kunnen proberen, maar ook dan zou wit met 44. e4 Tc5 45. Kg3 Lc3 46. Pg5 verder komen.
44. Pg5+ Kh6 45. Kf3 Ld2 45…e5 zou falen op 46. Pf7+ Kh7 47. Pxe5 Ld2 48. e3
46. e3
Hier blijkt het verschil tussen beide pionnenformaties. Die van wit ziet er gezond uit, die van zwart is een grote ruïne.
46…b4 Pion e6 dekken met 46…Tf6? ging niet vanwege een nieuwe vork: 47. Pe4 met winst.
47. Pxe6 Th5
48. Pxg7
De technisch meest simpele weg naar de winst.
48…Txh2 48…Th3+ faalt op 49. Kg2 Txe3 50. Pf5+ Kg6 51. Pxe3 Lxe3 52. Txb4 en het is klaar.
49. Pf5+ Kg6 50. Pe7+ Kf6 51. Pd5+ Ke6 52. Ke4
De meest duidelijke en cleane manier om het af te maken. Wit centraliseert zijn koning en wacht nog even met het oppeuzelen van pion b4.
52…Th3 53. Tb6+ Kd7 54. Kd3 Lc1 Ook na 54…Le1 zou pion b4 sneuvelen en dan is het verder niet moeilijk meer.
55. Txb4 Kd6 56. Kd4
En hier gaf Topalov zich gewonnen. Een waarlijk meesterlijk gespeeld eindspel van Giri!
1-0
Carlsen, M. – Aronian, L.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. O-O Le7 6. d3 b5 7. Lb3 d6 8. c3 O-O 9. Te1 Pa5 10. Lc2 c5 11. Pbd2 Pc6 12. Pf1 h6 13. Pe3 Te8 14. a4 Le6 15. d4 exd4 16. cxd4 Pb4 17. Lb1 bxa4 18. Txa4 Lf8 19. Ta1 d5
Aronian zoekt altijd naar actief tegenspel.
20. e5 Pe4 21. h3
21…Db6
Deze normale zet wordt nu wel beantwoord met bovengenoemd schijnoffer. Misschien kon hij beter 21…cxd4 spelen met als mogelijk vervolg 22. Pxd4 Ld7 23. Pxd5 Pxf2! en zwart staat zeker niet minder.
22. Pxd5!? Lxd5 23. Lxe4 Tad8 24. Lxd5 Txd5 25. Le3 Ted8
Zwart lijkt genoeg druk te hebben ontwikkeld in ruil voor wits pluspion.
26. dxc5 Lxc5 27. Db3 Lxe3 28. Txe3 a5
Ik kan me voorstellen dat Aronian heeft gedacht dat het allemaal wel ging. Maar Carlsen heeft snode plannen. Hij geeft de pion terug in ruil voor een lelijke verzwakking bij zwart.
29. e6!? fxe6 30. Tae1 T8d6 31. Tc1
Nu de zwarte koning wat meer open is komen te liggen, verschuift de strijd zich ineens naar dit aspect.
31…Pd3?!
Daarmee overspeelt hij misschien zijn hand.
31…Td3 32. Tc3 [32. Tc8+ Kh7 is niets voor wit.] 32…Txe3 33. Txe3 Pd5 zou het evenwicht bewaard hebben, denk ik.
32. Tc8+ Kh7 33. Da4
De witte stukken proberen zich te storten op de zwarte koning. Maar de zwartspeler is hetzelfde van plan bij zijn witte collega.
33…Dxb2
Dit is eigenlijk gekkenwerk…
34. De4+ Tf5 35. Kh2!
Knap gespeeld van de wereldkampioen. Hij haalt … Dxf2+ uit de stelling en na enige voorbereiding komen zetten als g2-g4 of Pf3-h4 in beeld.
35…Pf4
36. Tc2?!
Maar ineens is alle werk voor niets.
Er was niets tegen 36. Ph4 Dxf2 37. Tg3! is nu de allersterkste. Wit pareert alle mogelijke trucs tegen g2 en haalt alle tegenspel uit de stelling. Hij wint dan zonder slag of stoot een kwaliteit en dat moet genoeg zijn voor de winst.
[Ook aardig is 37. Pxf5 exf5 (zie analysediagram)
maar dan moet 38. Tc2! gevonden worden. Bepaald geen gemakkelijke zet om in je vooruitberekeningen mee te nemen. (Niet 38. Dxf5+ wegens 38…Tg6 en zwart doet volop mee!)]
36…Da1??
Maar Aronian heeft het duidelijk ook niet meer.
Met 36…Db8! heeft zwart een uiterst venijnige tegentruc opgezet. 37. g4 (zie analysediagram)
is dan uit den boze vanwege de ‘ontpenning’ 37…Pg6!! Ga dat maar eens bedenken als je weinig tijd hebt… 38. gxf5 faalt dan op 38…exf5!! en de witte dame heeft veilig onderkomen. Zij wordt het slachtoffer van een naderend aftrekschaak. Het beste veld is nog [Vooral niet 38…Td4+?? wegens 39. Pe5 Txe4 40. fxg6+ Kg8 41. Txe4 en wit wint!] 39. Dc4 maar na 39…Tc6+ 40. Kg2 Txc4 41. Txc4 (zie analysediagram)
41…Pf4+! zijn dame plus paard sterk in de aanval. Een voorbeeld: 42. Kg3 Dd6 43. Pe5 Pe6 44. Kg2 Dd5+ 45. Kh2 f4 en de coördinatie van de witte stukken is helemaal zoek.
37. g4
Met deze penning haalt wit een volle toren op. Hij moet alleen nog even de tegendreigingen uit de stelling halen, maar dat heeft Carlsen uiteraard goed berekend.
37…Df1
38. Pe1! Vooral niet 38. Ph4? wegens 38…Td1 en dan zou Aronian weer aan het langste eind hebben getrokken.
38…Ph5
Een laatste poging.
39. gxf5 exf5
40. Dc4!
Maakt aan alle illusies een einde. Wat een merkwaardige partij! De val die Aronian nog had gezet was 40. Dxf5+? want na 40…Tg6! moet wit de dame geven om niet mat te gaan en dan staat zwart plotseling weer beter.
1-0
Anand, V. – Hammer, J.
1. c4 e5 2. g3 Pf6 3. Lg2 d5 4. cxd5 Pxd5 5. Pc3 Pb6 6. d3 Le7 7. Le3 O-O 8. Tc1 f5 9. Pf3 Pc6 10. O-O Le6 11. b4 a6 12. a3 Kh8 13. Pa4 Pxa4 14. Dxa4 Ld5 15. Lc5
15…Ld6 In een oude partij Ree-Dzindzichashvili, 1979 vervolgde zwart met 15…e4 maar wit won als een streep!
16. Dc2 Df6 17. e4
17…Le6?!
Na deze terugtocht krijgt wit spel over de witte velden. Hier lijkt mij 17…fxe4 18. dxe4 Le6 zeer wel mogelijk voor zwart.
18. exf5 Lxf5 19. Le3 a5 20. b5 Pe7 21. Lg5 Df7 22. Dc3 h6 23. Lxe7 Dxe7 24. Ph4!
Dit was Anands idee.
24…Lxa3 24…Lh7 25. Lxb7 Tab8 26. Le4 Lxa3 27. Lxh7 Kxh7 28. Tc2 ziet er aardig uit voor wit omdat zwart problemen krijgt met zijn koning.
25. Lxb7 Lxc1 26. Pxf5 Txf5 27. Lxa8 La3 28. Dxa5
Zo heeft wit in elk geval een pionnetje meer en kansen tegen de zwarte koning.
28…Lc5 29. Le4 Tf8 30. Kg2 Dd6 31. h4 h5 32. Dd2 Df6 33. De2
33…g6?
Hammer overziet de tactische grap die er ineens inzit. De enige zet was 33…Df7 maar ook die zal op den duur in wits voordeel worden beslecht. Bijvoorbeeld: 34. f4 met groot voordeel.
34. Lxg6! Dxg6 35. Dxe5+ Kg8 36. Dxc5
en ineens zijn drie pionnen toch wel erg veel…
1-0
RONDE 9
|
Hammer, J. – Carlsen, M.
1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pf3 a6
Twee ronden geleden speelde Giri ook al zo’n obscure … a6 tegen Hammer. En de Noor was daar na afloop nogal cynisch over. ‘Ze denken dat ze alles kunnen spelen tegen mij. Maar ik geloof dat ik hem aardig gestraft had voor zijn frivole openingsbehandeling’, zo liet hij na afloop van de partij tegen de Nederlanders weten. Hij won alleen niet… Wat zou hij nu hebben gedacht? Zijn landgenoot en ook de wereldkampioen wil hem snel op onbekend terrein hebben.
4. Lg5 4. cxd5 is de keuze van de meeste topspelers met wit, die dit systeem moesten bestrijden. Waarschijnlijk hebben ze gedacht dat … a6 een nutteloze zet is de ruilvariant.
4…f6
De enige partij die ik heb kunnen vinden is Nikolaidis-Bousios, 1997. De witspeler had als rating 2565, de zwartspeler 2190. Wat zal die gedacht hebben? De wereldkampioen gaat in mijn voetsporen? 4…Le7 5. Lxe7 Pxe7 is ooit eerder gespeeld door grootmeesters, maar dat bleek niet zo’n succes voor zwart.
5. Ld2 dxc4
Carlsen wijkt af en inderdaad zitten we al op onbekend terrein! 5…c6 kwam in de bewuste partij op het bord.
6. e3 Pc6
Het is voor zwart niet eenvoudig om een normale ontwikkeling van zijn stukken voor elkaar te krijgen.
Niet aantrekkelijk is 6…b5 om te proberen de pion te behouden want na 7. a4 Lb7 [7…c6 8. b3!] 8. b3 wint wit hem terug met voordeel.
7. Lxc4 Ld6 8. e4
Hammer stelt Pc3 uit en dat pakt goed uit. Hij wil namelijk proberen te profiteren van de zwakte van pion e6 en na Db3 zou hij anders gestoord worden door … Pa5.
8…Pge7 9. O-O O-O Niet aanlokkelijk is 9…e5 wegens 10. dxe5 Pxe5 11. Pxe5 Lxe5 12. Db3 en de zwarte koning komt niet uit het centrum weg.
10. Db3 Kh8
Carlsen heeft een tactisch grapje ingebouwd, maar Hammer laat zich daar terecht op in. Had hij dan toch voor het uiterst lelijke 10…Dd7 moeten kiezen?
11. Lxe6 Lxh2+ 12. Kxh2 De bedoeling was onder meer 12. Pxh2 Pxd4 met voordeel voor zwart.
12…Dd6+ 13. Kh1
Hoogst opmerkelijk. Ik denk dat u en ik zonder nadenken naar g1 zou zijn gegaan. 13. Kg1 maar vanwege een mogelijke paardvork op e2 zou dat wel eens vervelend kunnen zijn.
13…Lxe6 14. d5 Lg8
Tot zover moet Carlsen het allemaal gezien hebben en misschien gedacht hebben dat het allemaal wel ging.
15. Da3! Dxa3 15…Pe5?? 16. Lb4
16. Pxa3
Dit middenspel zonder dames is evenwel erg gunstig voor wit. Al zjn stukken staan mooi opgesteld en zijn pionnencentrum is voorlopig erg sterk. Daarbij wordt pion c7 hulpbehoevend.
16…Pa7?!
Toch lijkt mij dit pas de zet die hem flink in de problemen brengt. Het paard staat hier vreselijk slecht.
Na 16…Pb8 17. Pd4 [17. Tfc1 c6 18. d6 Pg6 19. Pc4 Pd7 lijkt wel te gaan voor zwart.] 17…c6 18. Lb4 Te8 ziet er krom uit voor zwart, maar toch valt er weinig concreets te behalen. Bijvoorbeeld: 19. Pc4 cxd5 20. Pd6 Td8 21. Pxb7 Te8 (zie analysediagram)
en gek genoeg zit er weinig in de stelling dat wit in het voordeel zou kunnen brengen.
17. Lb4 Tfe8 18. Tac1 Tac8
Ook 18…Pg6 19. Txc7 Txe4 20. Lc5 [20. Txb7?! Lxd5] 20…Lxd5 21. Td1 Lg8 22. Lxa7 Txa7 23. Td8 is erg lastig voor zwart.
19. Pd4!
Sterk gespeeld van de tweede man van Noorwegen.
19…f5 20. f3 fxe4 21. fxe4 Pg6
Het witte pionnencentrum is fraai, maar Hammer doet daar nu afstand van. Hij gooit alles op een initiatiefje tegen de zwarte koning.
22. Pf5 Txe4 23. Lc3
23…Lxd5?!
Na deze miscalculatie gaat het snel bergafwaarts.
Vooral niet 23…Pb5?? wegens een kunstig matje: 24. Lxg7#
Het was al Carlsen zijn toernooi niet, maar een Carlsen in goeden doen had hier 23…h6! gevonden. Na 24. Lxg7+ Kh7 25. Lxh6 Lxd5 26. Tc3 Te2 lijkt het erop dat hij het vege lijf gered heeft.
24. Lxg7+ Kg8 25. Ld4!
Met de dubbele dreiging Ph6# en Lxa7. Ziehier het ongelukkige paard op a7.
25…Txd4
Hij moet de kwaliteit geven, maar misschien had hij nog met een blauw oog kunnen wegkomen. 25…Pb5 26. Ph6#
26. Pxd4 Lxa2
Hij pakt een tweede pion en dat lijkt nog te kunnen ook.
27. b3?!
Hammer denkt de loper op non-actief te kunnen zetten. Het was echter hoog tijd om het afzijdige paard in het spel te betrekken. 27. Pc4 Na bijvoorbeeld iets als 27…Lxc4 28. Txc4 Pb5 29. Pxb5 axb5 30. Td4 krijgt zwart het evenwel heel zwaar in het resterende eindspel.
27…Td8?!
Vanaf nu is het opmerkelijk hoe snel Hammer de zege weet veilig te stellen. Alleen met 27…c5! kon hij in de partij blijven. Saillant detail is dat het slechte paard op a7 nu Tc8 gedekt houdt, waardoor inderdaad Pd4 in staat. Na 28. Pf5 Lxb3 29. Pd6 Tc7 30. Tb1 c4 houdt zwart stand.
28. Pe6 Td2
Zwart speelt alles of niets. En als zo vaak, wordt het niets… Ook na 28…Td6 29. Pc5 Tc6 30. Tf2 zal wit de winst kunnen afdwingen.
29. Tc3!
Nu houdt Hammer de loper even in zijn hok.
29…Te2 30. Pf4
Goed genoeg: hij verwijdert de laatste verdediger. Nog overtuigender was het weven van een matnet met 30. Tf6! Na 30…Pc6 31. Tcf3 (zie analysediagram)
dreigt er pardoes Tf8 en mat en daar valt niets tegen te beginnen.
30…Tb2 31. Pxg6 hxg6 32. Txc7
32…Txb3
De wereldkampioen gaat nu via de achterdeur snel naar huis. Dit was een toernooi om snel te vergeten voor hem… Meteen 32…Pc6 33. Txb7 Txb3 34. Txb3 Lxb3 35. Tf6 had ook een hopeloos eindspel opgeleverd voor zwart, maar dan zou er na 35…Pe7 36. Txa6 nog behoorlijk wat techniek nodig geweest.
33. Td1 Pc6 34. Tdd7 1-0
Caruana, F. – Giri, A.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. O-O Pxe4
Het Open Spaans. Dat zien we tegenwoordig niet zo vaak meer.
6. d4 b5 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 9. Pbd2 Pc5 10. c3 Le7 11. Lc2 d4 12. Pb3 12. cxd4 Pxd4 13. Pxd4 Dxd4 14. Pf3 Dxd1 15. Txd1 komt voor in veel partijen van topspelers.
12…d3 13. Lb1 Pxb3 14. axb3 Lf5
15. Te1
Misschien rook Caruana onraad en wijkt hij af van een eerdere partij die hij met deze stelling op het bord had. Caruana, maar ook anderen, gingen voorheen verder met 15. Le3 zoals gespeeld werd in een partij Caruana-L’Ami, 2012 die door wit werd gewonnen in het eindspel.
15…O-O 16. b4
Het is allemaal nog theorie; het curieuze is dat Caruana het zelf op bord had met zwart tegen Shirov in 2010 en toen onderuit ging. In Karjakin-Mamedyarov, 2009 verloor zwart ook al.
16…Dd7 17. h3
17…Tfd8
Giri heeft zijn huiswerk kennelijk goed gedaan, want deze zet werd nog gespeeld in een partij die in remise eindigen. Toch is dat ‘scorebordjournalist’, zoals de voetbalcoach Co Adriaanse het eens formuleerde. Want een paar zetten later keert deze toren al weer terug naar f8, waardoor we ons kunnen afvragen of zwart niet iets nuttigers had kunnen verzinnen. Caruana met zwart ging indertijd verder met 17…Lg6
18. g4
Een nieuwe zet en ook een heel agressieve. De bedoeling is om de loper naar g6 te dwingen, zodat de zet e5-e6 straks in de stelling komt. De verzwakking van zijn koningsstelling neemt hij op de koop toe. 18. Lf4 was nog bekend uit Kosteniuk-Kosintseva, 2012.
18…Lg6 19. Lf4 a5
Dit is sowieso het plan voor zwart. De sterke witte pionnenstructuur moet worden aangetast.
20. bxa5 Txa5 21. La2
21…Tf8!
Nu de druk op d3 verminderd is, wil zwart zijn toren graag op de f-lijn hebben. Daarmee ontkracht hij het witte plan omdat in dat geval de verzwakking g2-g4 een grote rol gaat spelen.
22. b4
Hij wil toch gaag een pion op b4 hebben. Toch vraag ik me af of 22. e6 Dd8 23. exf7+ Lxf7 24. Lxf7+ Txf7 25. Db3 niet ietsje beter voor wit zou zijn geweest.
22…Ta4 23. Dd2
Het lijkt erop dat Giri de stelling vanaf nu helemaal onder controle krijgt. Ook 23. Lb3 Txa1 24. Dxa1 levert wit nauwelijks iets op.
23…Pd8!
Het paard lonkt naar e6, waar het erg mooi staat.
24. Lg5
Het valt voor wit niet mee een constructief plan te bedenken. Wellicht wil hij zijn twee lichte stukken van de f-lijn afhalen, zodat er ooit f2-f4-f5 in de stelling komt, een plan dat gezien de pionnenstructuur in de geest van de stelling past.
24…c5!
Opnieuw tast Giri de sterke pion op b4 aan. Inmiddels lijkt het er zelfs op dat hij uitstekende perspectieven begint te krijgen. De witte plannen zijn voorlopig imaginair, zwart beoogt het spelen op de verzwakte velden in het witte kamp. Hoe meer de stellig open komt, hoe kwetsbaarder wits koningspositie gaat worden. Bovendien mag zwart ook bogen op de sterke vrijpion op d3.
25. Lxe7 Dxe7 26. bxc5 Dxc5 27. Ph4
De enige nog speelbare zet, maar wit moet enorm op zijn tellen passen. 27. Pd4 zou weliswaar … Pe6 verhinderen maar lokt 27…b4! uit. Het moge duidelijk zijn wit geen truc heeft met 28. Lxf7+? vanwege 28…Pxf7 29. Txa4 bxc3 en de twee verbonden vrijpionnen van zwart beslissen de strijd.
27…Pe6 Eventueel had hij eerst 27…Da7!? kunnen spelen om Lb3 te verhinderen. Maar na 28. Db2 kan wit dat alsnog doen. Er is wel een nuanceverschil: 28…Pe6 29. Lb3 (zie analysediagram)
en nu is plotseling tactiek mogelijk met 29…d2!? omdat veld d2 niet meer bezet wordt door de witte dame! 30. Ted1 Txa1 31. Txa1 Dd7 32. Td1 Pf4 en de doorgebroken d-pion in combinatie met de open witte koningsstelling geven zwart excellente aanvalskansen.
28. Lb3 Txa1 29. Txa1
Hier kan onze beste speler misschien lering uit trekken. Zijn openingsbehandeling was wederom meer dan voortreffelijk en hij heeft zijn tegenstander in de problemen gebracht. Maar dan moet hij misschien offensiever gaan denken, meer risico’s durven nemen. Dat is altijd een moeilijke afweging. Want door zijn solide instelling komt hij altijd heel ver in een toernooi omdat hij bijna nooit verliest. Ook de sterkste spelers krijgen hem nauwelijks omver. Tegen de ‘kleintjes’ neemt Giri meer risico’s en daar rekent hij vaak ook heel gemakkelijk mee af. Tegen een Caruana is dat natuurlijk andere koek…
29…Dxe5?!
Dit is toch heel jammer want volgens mij mist Giri hier een uitgelezen mogelijkheid op meer dan een halfje. Ook interessant was om de loper te behouden met 29…Le4!? Zwart kan op aanval spelen: 30. Te1 La8! (zie analysediagram)
en nu is de dreiging … Dc6 bijzonder onaangenaam voor wit. Bijvoorbeeld 31. Dxd3 Dc6 32. f3 Pc5 33. Dc2 g5 en het zaakje stort al ineen bij wit.
30. Pxg6
Caruana zal opgelucht adem hebben gehaald nu deze sterke loper van het bord gaat.
30…hxg6 31. Lxe6
En nog een diepe zucht nu ook het potentieel gevaarlijke paard verdwijnt.
31…fxe6
Dynamisch gespeeld: hij laat zijn eigen structuur versplinteren in ruil voor activiteit.
32. Dxd3 b4 33. Tc1 Df4 34. Tf1
34…b3
Als je nog wilt winnen moet je het inderdaad zo doen. Maar het blijkt een kansloze missie te zijn.
35. Dxg6 Dc4 36. Te1 Tf6 37. De8+ Kh7 38. Dh5+ Th6 39. De5
39…Txh3 Ook de verre vrijpion werpt net niet genoeg gewicht in de schaal. Na 39…b2 40. De3 Db3 41. Dd3+ Kg8 42. Dd8+ valt er niet te ontkomen aan een eeuwig schaakmechanisme. Vooral omdat 42…Kh7 43. Dd3+ Tg6 niet zo goed kan vanwege 44. Tb1! en pion b2 valt zonder dat daar veel tegenover staat.
40. Dxe6 Dxe6 41. Txe6 Txc3 42. Tb6 Tc4 43. Txb3 Txg4+
En toen werd de vrede getekend.
1/2-1/2
(De foto’s zijn genomen van de toernooiwebsite)
Veel dank weer voor alle uitgebreide analyses, ook van andere partijen dan die van Giri, die overigens zeer de moeite waard waren. Tijdens zijn partij tegen Topalov volgde ik een tijdje het commentaar van Dirk-Jan ten Geuzendam en Jan Gustafsson. De laatste zei dat Topalov niet zo sterk was in dit soort eindspelen, maar ik had er helemaal niet op gerekend dat Giri het zo prachtig tot winst zou voeren.
Er was tegelijkertijd een interview met IM Sopiko Guramishvili, de vriendin van Anish, waar hij na het NK-schaken in Georgië mee in het huwelijk treedt.
In een eerder interview had zij gezegd dat ze niet met een schaker wilde trouwen en zeker niet met iemand met een bril en een ELO van boven de 2700 en dat de persoon ouder moest zijn dan zijzelf. Anish voldoet aan geen van deze criteria, wat natuurlijk enige hilariteit wekte.
@wimw: Graag gedaan! Het was een zeer interessant toernooi dat voor de afwisseling nu eens niet gedomineerd werd door Carlsen. Het zal ongetwijfeld een leerzame ervaring voor hem zijn geweest.
Dat van Sopiko heb ik niet meegekregen, inderdaad erg hilarisch!
Herman je mist de referentiepartij Caruana – Nakumara van 2014 in je analyses op Caruana – Giri, zie www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1753669.
Meer over die opening schreef ik op schaken-brabo.blogspot.be/2014/11/databases-gebruiken.html
Er was aan het eind van de 7e ronde een interview met Carlsen, waarin Dirk-Jan ten Geuzendam op vriendelijke wijze wat doorvroeg en Carlsen toegaf na zijn nederlagen in de eerste paar ronden niet best geslapen te hebben.
Daarna ging het wat beter met zijn spel, maar die nederlaag tegen Hammer is heel opmerkelijk. Ik las ergens dat Carlsen sinds het juniorenkampioenschap van Noorwegen, toen ze beiden tien jaar waren, niet meer in een klassieke partij van Hammer verloren had.
Mooie analyses weer, Herman, en wat snel! ‘De commentator die sneller analyseert dan zijn schaduw’…
Trouwens, als ik Dirk-Jan ten Geuzendam goed heb begrepen heeft Gennadi Sosonko gezegd na de nederlaag van Carlsen tegen Topalov dat die tijdsoverschrijding wel eens de nodige maanden zou kunnen doorwerken. Jan Gustafsson was het er niet mee eens en zei dat het wel zou meevallen. Ik weet niet of dit nu het gelijk van Sosonko bevestigt, maar ik heb de neiging om te zeggen dat Sosonko wel eens gelijk kon krijgen (al was het maar deels).
Ik geloof ook dat dat langer doorwerkt. Sterker nog: zoiets vergeet je nooit meer. Na een mooie partij verliezen in een gewonnen stelling door een administratieve fout van een of andere bureaucraat.
Bij Hammer-Giri was het overigens remise doordat deze stelling voor de derde keer op het bord kwam. Getuigen meldden dat Giri ook steeds keek of er mogelijk al iets te claimen viel! De slotstelling stond er op de 44e zet ook al!
Hierbij nog de officiële verklaring van de Noorse organisatoren, die laat zien dat Carlsen niet de enige was die de afwijkende tijdregels niet goed kende. Helaas kon het negatieve effect op Carlsen’s toernooiresultaat daarmee niet ongedaan worden gemaakt.
Official apology
Published June 18, 2015
On behalf of the Grand Chess Tour and the Chief arbiter, as well as personally, I would like to apologize to the players for the insufficient information with regards to the time control.
Allthough the information was on the www.grandchesstour.com and was also announced prior to the first round, we learned that several players, during the first round, were not aware of the new and unconventional time control. This fact tells us that our work providing the information leaves room for improvement. For this, we are truly sorry, and especially towards Magnus Carlsen who lost his first game due to not being aware of the time control.
Sincerely,
Jøran Aulin-Jansson,
Norway Chess
Ah, zie je wel! Door het stof, en terecht.
unconventional time control — inderdaad.
leaves room for improvement — een understatement, jammer.
Maar wel goed dat ze laten zien dat ze fout zaten.
Er is terecht veel aandacht voor de tijdfout van Carlsen tegen Topalov, maar minder voor het opmerkelijke feit dat Topalov dit cadeautje krijgt, vervolgens een serie partijen op rij wint en dan het toernooi wint. Dit vertoont een parallel met Gert Ligterink op het NK 1979. In de eerste ronde (!) stond hij verloren tegen Piet van der Weide. Die dacht na 39 zetten dat hij er 40 had gedaan en ging een flesje limonade halen. Toen hij terugkwam, was hij door zijn vlag. Ligterink werd vervolgens kampioen, voor Timman, Sosonko, Donner en Ree. Hij won onder anderen van Timman, die toen al een wereldtopper was.
Topalov heeft inderdaad een heel goed toernooi gespeeld, maar als Carlsen die eerste partij tegen hem gewoon gewonnen had, dan was hij gelijk met Giri derde geworden. In dat geval hadden Anand en Nakamura de eerste prijs gedeeld. En de tijdoverschrijding van Carlsen was toch voor een belangrijk deel aan de organisatie te wijten, zoals ze zelf hebben toegegeven.
Topalov kreeg toch nog een half punt cadeau? Tegen Hammer, meen ik. Maar het blijft natuurlijk knap!
@Brabo: Bedankt voor de aanvulling, ik had deze partij even gemist inderdaad. Ik heb je Blogartikel even gelezen; ik krijg wel eens te horen dat ik lang van stof ben
@Jasper Geurink: Bedankt voor de complimenten en die Luky Luke vergelijking past goed omdat ik een enorme stripfanaat ben! Over de opmerking van Sosonko gesproken: ik denk ook dat het wel eens lang kan doorwerken. Carlsen zal iemand moeten inhuren om alle reglementswijzigingen voor hem bij te houden en dat expliciet aan hem mede te delen voor hij aan een toernooi begint. Hij heeft in elk geval Topalov gelanceerd op deze manier.
11. @wimw
De overschrijding van de bedenktijd komt volledig op het conto van Carlsen zelf. Dat ook andere spelers volgens de organisatie niet op de hoogte waren van de verandering van de bedenktijdregels zegt vooral iets over een gebrek aan professionaliteit van deze spelers.
Het is niet de schuld van de organisatie dat spelers de voorwaarden niet bestuderen of niet aanwezig zijn op het moment dat dit nog eens wordt toegelicht. Zeker niet als dit een tijdstip betreft waarop de spelers geacht worden aanwezig te zijn.
In de gewone wereld wordt iedere burger geacht de wet te kennen, ook als die wet is gewijzigd. De organisatie is haar zorgplicht voldoende nagekomen, al zal er altijd ruimte blijven voor verbetering. Dat is geen understatement maar een cliché. Dat de organisatie de schuld op zich neemt is niet meer dan een verstandig, nobel gebaar, passend bij Noorwegen.
De organisatie neemt Carlsen in bescherming omdat hij door zijn successen heeft gezorgd voor een toename met 30 procent van het aantal clubschakers in Noorwegen. Een toernooiorganisatie in geen enkel ander land zou in deze situatie zo diep door het stof zijn gegaan. De Noorse organisatie zou het ook niet hebben gedaan als het vlagincident een andere speler dan Carlsen onder vergelijkbare omstandigheden was overkomen.
De nul in gewonnen stelling is knullig van Carlsen, niet meer, niet minder. Zijn andere drie nederlagen, vooral de laatste tegen Hammer, zijn meer ontluisterend. Ze geven aan dat er iets mis is met zijn focus, wellicht als gevolg van de wet van de remmende voorsprong. Aan het eind van de zomer, na het toernooi om de Sinquefield-cup in augustus zullen we weten of dit een incident was, of als een meer structureel probleem is te beschouwen voor de wereldkampioen.
De overschrijding van de bedenktijd komt volledig op het conto van Carlsen zelf.
Daar ben ik het dus niet mee eens. In geen enkele andere sport worden de regels voortdurend gewijzigd. In eerder artikel over dit onderwerp maakte iemand al een vergelijking met een voetbalwedstrijd, waar geen enkele speler zich aan het begin van de wedstrijd afvraagt: Oh, spelen we vandaag twee keer drie kwartier?
Bij een marathon vraagt de wereldkampioen zich ook niet af wat de afstand is vandaag. Hij richt zich op de bekend 42195 meter. Dan komt er naderhand geen regelneef op hem af die zegt: Ja, sorry. We hebben het reglement gewijzigd, je had 43 km moeten lopen.
Die stiekeme reglementswijziging, zonder overleg met de wereldkampioen, was gewoon een hele domme fout en respectloos ten opzichte van misschien wel de grootste schaker aller tijden.
Zo’n excuusbriefje is wel het minste wat ze kunnen doen. Het zou niet misplaatst zijn als iedere official die hier bij betrokken is geweest zijn functie zou neerleggen.
Uit die officiële excuusbrief blijkt dat de organisatie zich er van bewust is dat ze onvoldoende duidelijk is geweest naar alle deelnemers toe over de afwijkende tijdregels. De deelnemers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid in het lezen van hun contract, maar blijkbaar is het niet zo gebruikelijk om de tijdregels op die manier aan de deelnemers mede te delen, want Carlsen was echt niet de enige die ze niet kende.
En dat een halve minuut te laat komen kan mogelijk gebeurd zijn, doordat hij vanwege de belangstelling van de pers opgehouden werd. Hij zinspeelde daar ook in zijn eerste reactie op.
Als ik ga spelen, op de club, een competitiewedstrijd of een toernooipartij dan is het eerste wat ik doe: informeren wat het speeltempo is, omdat ik wéét dat dit in de ene situatie anders is dan in de andere. Vaak is het ook te vinden in de reglementen en wordt er vooraf ook nog op gewezen, mits je op tijd aanwezig bent natuurlijk. Goede communicatie is belangrijk, maar als speler, ook als wereldkampioen, heb je altijd een eigen verantwoordelijkheid.
In dat opzicht toonde Carlsen zich juist een groot kampioen. Na de schok ondertekende hij keurig het notatiebiljet en ging vervolgens met Topalov de partij analyseren. Hoeveel andere topspeler zouden de ondertekening in zo’n situatie niet weigeren en boos wegbenen, deuren achter zich dicht slaand? Met zijn houding nam Carlsen de verantwoordelijkheid voor het incident in feite op zich, dat was grote klasse!
Is dat echt waar, Wim? Ga jij elke keer als je op een clubavond komt eerst informeren naar het speeltempo dat die avond wordt gespeeld? Dat is wel bijzonder. Ik denk dat 99% van de schakers gewoon achter het bord gaat zitten en ervan uitgaat dat het speeltempo hetzelfde is als de vorige keer.
Wat een rare vergelijking met voetballen. Daar is de speeltijd vrijwel nooit hetzelfde. En dan zijn er nog de scheidsrechters die eerst een aanval afwachten en de scheidsrechters die zeggen ’tijd is tijd’! Ben je net lekker bezig je tegenstander mat te zetten, blaast de arbiter af! Nee, doe me dan de schaakregels maar. Ik kan me geen toernooi herinneren, ook geen partij, waar ik niet tevoren wist wat het speeltempo was. Dat een professional dat niet weet, is gewoon onprofessioneel. Juist als ‘deze regels voortdurend veranderen’ zorg je ervoor dat je weet wat dat speeltempo voor dit toernooi nu weer is. Het is zelfs een legale aantekening die je op je notatieformulier mag maken! Overigens verwacht ik dat Carlsen bij zijn volgende evenement hard terug gaat meppen!
Het is heel normaal om op de clubavond af te stemmen wat het speeltempo is. Vaak stem je het om praktische redenen met je tegenstander af. Bij En Passant krijg je een uur pppp als je tegen een hele jonge speler mag, maar het komt ook voor dat een van de spelers later is en dat je dan een nieuwe afspraak maakt over het speeltempo. Ik herinner me zelfs een bekerwedstrijd HSG-En Passant uit de jaren 90 waarin grootmeester Friso Nijboer voorstelde om de tijd die zijn tegenstander Dick de Graaf te laat was te delen! Dat speeltempo, op doordeweekse avonden, wijkt ook uiteraard altijd al af van dat in toernooien. Het wordt ons dus al met de paplepel ingegoten!
Als ik aan een toernooi begin controleer ik het speeltempo. Als ik het niet weet of twijfel vraag ik het na bij de arbiter. Dat doet toch vrijwel iedereen neem ik aan?
Maar er is een gedeelde verantwoordelijkheid: de organisatie moet proberen het speeltempo duidelijk te communiceren, de spelers moeten zorgen dat ze op de hoogte zijn.
Ik vind in een contract opnemen al behoorlijk duidelijk! Ergens ophangen in de speelzaal was altijd een goed gebruik, ik weet niet of dat daar ook gebeurd is.
Net als Wim van der Wijk en Hendrikom vind ik het normaal om naar het speeltempo te vragen. Juist omdat dat per toernooi verschilt, in tegenstelling tot de lengte van een marathon, waar Lucas het mee vergelijkt. Lucas heeft wel gelijk dat het tempo anders was dan vorige keer, maar vorige keer was vorig jaar, niet de vorige ronde. Het is helemaal niet gek als er bij een nieuwe editie een nieuw tempo komt. Het tempo in Wijk aan Zee is ook een paar keer veranderd.
Ik blijf erbij dat het, ook in het algemeen, onfatsoenlijk is om regels te wijzigen zonder overleg met de direct betrokkenen. De organisatie heeft deze fout ook erkend. Ze had zich ervan moeten verzekeren dat alle deelnemers op de hoogte waren van deze belangrijke reglementswijziging. Het volstaat niet om dat weg te moffelen op een stuk papier.
Een gedachtenexperiment: het bestuur van de KNSB besluit dat de rokade voortaan niet meer is toegestaan. Wanneer zo’n voormalige rokade toch wordt uitgevoerd, dan leidt dit tot het verlies van de partij. Deze wijziging wordt opgenomen in het competitiereglement dat, zoals altijd, te vinden is op de website van de schaakbond. Alle schakers worden dan geacht op de hoogte te zijn van deze wijziging en het er ook mee eens te zijn.
Je gedachtenexperiment komt dichter in de buurt als je in het evenement wel zou mogen rocheren en in het andere niet, maar dat het volgens de FIDE regels wel beide toegestaan is (wel of niet rocheren is aan de toernooiorganisatie). Er is geen sprake van een wijziging van reglementen, De FIDE heeft in haar richtlijnen opgenomen hoeveel tijd je minimaal moet hebben om een officiele partij te spelen. Ik vermoed dat het tijdschema te Noorwegen aan die richtlijnen voldeed. Ik vind het wat ver gaan om dat het wijzigen van regels te noemen. Dat overleg met direkt betrokkenen is er overigens wel degelijk geweest. Het speeltempo is in het kontrakt opgenomen. Voor ondertekening stond het Magnus vrij om niet deel te nemen, maar kennelijk vond hij het speeltempo prima! Het was hem alleen op een belangrijk moment even ontschoten.
Deze hele discussie kan ook voortgezet worden aan de hand van een nieuw incident tijdens het zgn. Common Wealth toernooi in India. Daar trok o.a. de sterkste dame, Humpy, zich terug. Een verslag hiervan valt te lezen op de nieuwssite van Chessbase.
Dit lijkt me vooral een prutsorganisatie
Het speeltempo wordt van toernooi tot toernooi vastgesteld. De vraag of je mag rokeren niet. Weer een onjuiste vergelijking.
Een vergelijking is nooit "onjuist". Je kunt slechts conclusies die je trekt aan de hand van een vergelijking eventueel juist of onjuist noemen. Het is bijvoorbeeld prima om appels en peren te vergelijken. Waarom niet? Een juiste conclusie zou dan kunnen zijn dat dit beide smakelijke vruchten zijn. Een onjuiste conclusie zou zijn dat appels en peren dezelfde smaak hebben.
Aan mijn vergelijking tussen het wijzigen van het speeltempo enerzijds, en de rokaderegel anderzijds, heb ik echter geen conclusie verbonden. Dat was ook niet nodig – het was, uiteraard, slechts een overdrijving om nogmaals te benadrukken dat het niet gepast is zomaar regels te wijzigen zonder overleg met de personen op wie die regels betrekking hebben.
Het nieuwe incident, nu in het Common Wealth toernooi in India, ondersteunt wederom mijn stelling die ik hier ongeveer anderhalf jaar geleden heb geponeerd.
Het lijkt me dat de weg die Dimitri bewandelt bij deelname aan een toernooi de enige juiste is. Ook de gedeelde verantwoordelijkheid die hij als professional verwoordt onderschrijf ik. Met het opnemen in een contract en het nogmaals aankondigen van het speeltempo voor het begin van de eerste ronde heeft de organisatie aan haar verantwoordelijkheid voldaan.
Mevrouw Koneru is een notoir lastige en onsportieve tante. Misschien dat de organisatie wel blij is dat ze nu van haar af zijn.
De Noorse organisatie geeft aan dat de communicatie naar de schakers voor verbetering vatbaar was. Ze hadden de schakers voorafgaand aan de eerste ronde de tijdregels ook op papier kunnen geven. Bij een mondelinge communicatie kan wel eens iets verloren gaan en als het op papier staat, is iedereen ook verantwoordelijk het te lezen.
Verder lijkt het me aanbevelenswaardig om toptoernooien volgens de twee meest gangbare tijdregels te spelen. Een wildgroei aan tijdregels werkt misverstanden in de hand en maakt het moeilijker zich op die tijdregels in te stellen.
Met het opnemen in een contract en het nogmaals aankondigen van het speeltempo voor het begin van de eerste ronde heeft de organisatie aan haar verantwoordelijkheid voldaan.
Dat de organisatie het voor het begin van de eerste ronde heeft aangekondigd is een feit. Aannemelijk lijkt echter dat ze daarbij wel moeten hebben gezien dat Carlsen, immers de wereldkampioen(!), er niet was. Wellicht was dat zijn eigen schuld, maar dat kon de organisatie op dat moment niet weten. Het had ook overmacht kunnen zijn. Enfin, ze hebben hem, toen hij binnenkwam, niet alsnog geïnformeerd over die belangrijke wijziging.
Ik betwijfel ook het eerste punt, de stelling dat dit onconventionele speeltempo zou zijn opgenomen in het contract. Heeft iemand hier dat contract dan gezien? Is het gebruikelijk om het speeltempo op te nemen in het contract? Of betreft het een in het contract opgenomen verwijzing naar een ander document waarin het speeltempo is beschreven? Qua communicatie zijn dat soort verschillen nogal belangrijk.
Speeltempi staan in het contract, naar ik meen ook in Wijk aan Zee. Verder ben ik het met je eens dat het in een toernooi met zo weinig deelnemers misschien een idee is om een speler die al begonnen is aan zijn partij maar een halve minuut te laat was, die op het speeltempo te wijzen. Of iemand dat contract heeft gezien vind ik niet relevant. Ik zie 0 contracten van spelers die aan een toernooi deelnemen, maar als ik her en der zie dat dit in contracten wordt opgenomen, dan ga ik daar van uit. Ik heb de Eiffeltoren ook nog steeds niet gezien
Tijdens het Commomwelth Championship in New Delhi ging niet alleen Humpy Koneru door haar vlag, maar ook IM Tania Sachdev, bekend van het Tata Steel toernooi. Hier was de voor Europese toernooien minder gebruikelijke tijdregel 90 minuten voor de hele partij en 30 seconden extra per zet vanaf het begin. Niet alle dames hadden zich hiervan goed op de hoogte gesteld. Koneru en Sachdev dachten dat ze na de 40e zet extra tijd kregen en gingen vlak daarna door hun vlag, net als Carlsen, al was dat bij hem na de 60e zet.
En er was tevoren omgeroepen dat ze er na zet 40 juist wel tijd bij kregen, maar in de praktijk gebeurde dat dus niet.
Je hebt gelijk. Dat was vreselijk dom van de organisatie. Koneru heeft groot gelijk dat ze een protest ingediend heeft.
wimw schrijft:
Een wildgroei aan tijdregels werkt misverstanden in de hand en maakt het moeilijker zich op die tijdregels in te stellen.
Een voortreffelijke samenvatting van deze problematiek.
Nog even over dat grote misverstand bij het Commonwealth Chess toernooi in New Delhi. Vooraf is door de hoofdarbiter het speeltempo omgeroepen met als aanvulling dat er 30 minuten ‘grace time’ was. Bedoeld was dat een partij gewonnen werd verklaard, als de tegenspeler meer dan een half uur te laat was. Niet alleen Koneru en Sachdev dachten dat er na de 40e zet 30 minuten extra bijkwamen maar ook heel wat andere schakers en schaaksters. Te meer daar er al heel wat andere zaken op het laatste moment veranderd waren,
zoals het aantal ronden en de aanvangstijden. De gekte ten top dus.
Het komt me zo voor dat deze wildgroei aan speeltempi (en reglementswijzigingen) door de Fide is samenwerking met de organisatiecomité’s aan banden gelegd zou moeten worden. In elk geval moet er m.i. een protocol komen om bepaalde wijzigingen op een goede en duidelijke manier te communiceren. Want iets omroepen aan het begin van een ronde werkt niet, weet ik uit mijn eigen praktijk. Er is geroezemoes, de geluidsinstallaties laten vaak te wensen over, om maar niet te spreken van de uitspraak in een vreemde taal.
Van de FIDE verwacht ik in dit verband niets. Integendeel, veel van de nieuwe rare regeltjes komen juist bij de FIDE vandaan.
Neem bijvoorbeeld de zogenaamde "zero tolerance" (nultolerantie) regel en de uitzondering hierop die "grace time" (respijtperiode) wordt genoemd. In feite twee begrippen die al met elkaar in tegenspraak zijn! Immers, als je afspreekt geen afwijkingen te accepteren (zero tolerance) dan kun je niet tegelijkertijd ook afspreken dat je wel afwijkingen accepteert (grace time). Bovendien kan elke toernooi-organisatie die respijtperiode kennelijk naar believen invullen. In India 30 minuten, in andere toernooien vaak 60 minuten, of oneindig lang, of toch 0 minuten.
Een vreemde regel dus en welk probleem is hiermee nu eigenlijk opgelost? Dit heeft toch helemaal niets met schaken te maken!