Rare wildcards voor World Cup
In zijn serie artikelen over de ratingstrijd tussen Anish Giri en Alexander Grischuk, om een plaats in het WK-kandidatentoernooi, merkt Wim van der Wijk eerst op dat er nog een paar sites zijn waarop deze race goed wordt gevolgd. Zij verschillen wel van elkaar. Vervolgens gaat hij in op de invloed van de World Cup op deze ratingstrijd. Nu hij toch bezig is, merkt Van der Wijk ook op dat er voor de World Cup rare wildcards zijn uitgedeeld. Niet zo erg als bij het kandidatentoernooi, want dat heeft acht deelnemers en de World Cup 128. Toch is negen wildcards dan wel veel en de president van de FIDE hoort geen cadeautjes uit te delen, zoals aan een Luxemburger met een rating van 2453. Wie? Wiedenkeller. Waarom? Omdat hij een toernooi voor kleine landen heeft gewonnen. Van der Wijk verwijst naar de volgende presidentsverkiezing, waar kleine landen een grote rol spelen. Achterdochtig? Ja, maar hij is niet de eerste met achterdocht tegenover Iljoemzjinov.
Zo onbekend is die Michael Wiedenkeller niet. Hij was eind jaren ’70 de jeugdkampioen van Zweden, deed mee in het WK Jeugd in Skien en een jaar later in het EK Jeugd in Groningen. Maakte daar o.a. remise tegen Alon Greenfeld, Andrei Sokolov en onze Hans Kuijf en won van Julian Hodgson. Geen koekenbakker dus!
Dat kan wel zijn, maar 35 jaar later is hij een IM van 2453. Dan hoor je niet thuis in een World Cup met 128 deelnemers. Daar zou bijvoorbeeld 2600 de ondergrens moeten zijn, een gat van 150 punten dus.
Ik vind het wel terecht dat uit alle continenten een aantal spelers mogen meedoen en dan is een ondergrens van 2600 al gauw te hoog.
Enkele wildcarts voor spelers van het organiserende land vind ik ook nog wel te verdedigen (vooral als er veel topspelers in dat land te vinden zijn) maar dat de president van de FIDE ook 9 wildcarts mag uitdelen is principieel onjuist.
Maar ja, die president heet Ilyumzhinov, hij betaalt volgens mij nog steeds het totale prijzengeld uit eigen vermogen en hij beschouwt de World Cup als zijn eigen feestje.
De wereld is en blijft oneerlijk verdeeld.
Aan de ene kant zijn veel wildcards enerzijds mogelijk subjectief gezien oneerlijk, concurrentie vervalsing, anderzijds ligt de financiering vaak maar in de handen van enkele geldschieters, grootverdieners (bedrijven / private personen) die door hun enorme bedragen het toernooi mogelijk maken.
Zonder die financiers zijn Events als deze geheel onmogelijk in de huidige vorm. Alle deelnemers genieten van deze investeerders. De een moet er voor knokken de andere die krijgt het cadeau, maar alle spelers zullen moeten strijden om eerste te worden. De kans dat zon 2400 speler de WC wint acht ik zeer klein.
Als ik geldschieter was, zou ik denk ik ook wel binnen mijn eigen vriendenkring een aantal genodigden opstellen. Ik heb er niet echt moeite mee.
Mij ontging het even dat om de voorzitter gaat die vanuit een aanname moreel gezien onpartijdig dient te zijn, echter als die ook groot geldschieter is, dan is zijn concurrentiebeding sowieso discutabel. Onvermijdelijk dat er dan persoonlijke voorkeuren direct of indirect meespelen
Toen het FIDE-WK in 1997 in Groningen werd georganiseerd, mocht Erik Hoeksema meedoen vanwege zijn verdiensten voor het Groningse schaak. Ach, het is inderdaad niet zo’n ramp, er zijn 128 deelnemers. Zoiets was het in Groningen ook.