Basic Chess Openings for Kids
Schaaksite besteedt graag aandacht aan boeken. Daarvoor hebben wij op dit moment zeven recensenten, van uiteenlopende speelsterkte. Bij het ene boek zijn we blij als dat wordt gerecenseerd door een grootmeester, bij het andere boek zijn we blij als het wordt gerecenseerd door een modale clubschaker. Wij streven ernaar op dinsdag en vrijdag een recensie te plaatsen.
Veel jeugdschakers zijn geïnteresseerd in openingen. Zij willen hier meer over leren dan er in de lessen wordt behandeld. Aan zulke jeugdspelers leen ik vaak een schaakboek over openingen uit, zoals een boek van Bouwmeester, Euwe, Van der Sterren of Van der Tak. Deze boeken hebben als nadeel dat ze niet speciaal voor kinderen geschreven zijn. De boeken richten zich op een ander niveau spelers en vooral de boekjes van Bouwmeester en Euwe worden erg duf gevonden. De Amerikaanse FIDE Meester en schaaktrainer Chess Hertan probeert daar met zijn boek Basic Chess Openings for Kids verandering in te brengen.
Dit doet Hertan onder meer door specifiek op fouten van kinderen in te gaan in het hoofdstuk `The Five Biggest Mistakes Kids Make in the Opening’. Verder komen er personages langs die kinderen zullen aanspreken , zoals de schaakprofessor en een puberende schaakcomputer. Hoewel ik ze zelf minder grappig vind dan de namen suggereren, voegen ze zeker iets toe aan het boek. De volgende alinea wordt gezegd door onze schaakcomputer (de alinea geeft ook direct het niveau Engels aan, scholieren die moeite met dit Engels hebben, kunnen beter een Nederlandstalig boek pakken):
Here’s a secret: every exchange is also a forcing move! That doesn’t mean it’s good, but it limits the opponent’s options – he usually has to take back. If you look ahead for good moves after he recaptures, you may find a win! We studied this winning tactic, called takes takes bang!, in Power Chess for kids Vol. 1
Het boek bestaat voor een groot deel uit zulke stukjes uitleg toegelicht met één of enkele voorbeelden. Na de uitleg in het kader volgt de volgende stelling:
Charles Hertan vertelt hierover dat wit 1.Le5? speelde, maar dat wit in plaats daarvan een stuk had kunnen winnen met 1.Pxg5 Pxg5 2.Txe8! (de dame van zwart weglokken) Dxe8 3.Lxg5. Vervolgens verbindt hij daar de moraal aan toe dat als je kan ruilen, je eerst moet checken of de ruil tot voordeel leidt. Dit is een prima voorbeeld bij het stukje uitleg. Zulke stukjes kom je vaak tegen en zijn erg goed.
Tot zover het goede van dit boek, want helaas is er ook veel materiaal in het boek waar minder goed over nagedacht is. Ik zou dit willen illustreren met behulp van het eerste hoofdstuk dat `The value of the pieces – The quick count’ heet. Het hoofdstuk begint met een opsomming van de waarde van de stukken (dame = 9, toren = 5, et cetera). Los van de vraag of dit in een openingsboek hoort te staan, zou ik dit concept niet uitleggen met behulp van de volgende stelling:
Voordat ik vertel wat er in het boek over deze stelling staat, wil ik de lezer over een paar vragen laten nadenken:
Vraag 1) Welke zet heeft wit op 1.Dd2 Dxe2?
Vraag 2) Welke alternatieven heeft zwart na 1.Txc5? En hoe staat het na elke zet?
Vraag 3) Verliest wit een pion na 1.Df4 Txc1 2.Txc1 Dxe2?
Vraag 4) Welke eerste zet zou je spelen?
Dan nu wat Hertan met dit voorbeeld wil zeggen. Namelijk dat de waarden van de stukken hem bij deze stelling geholpen hebben de juiste zet 1.Txc5! te vinden. De voortzetting 1…Pxd4? 2.Pxd4 Df6 3.Txd5 kan namelijk niet, omdat hij dan punten voorstaat (wat veel jeugdspelers niet zouden zien, omdat ze hun dame te graag willen behouden), waarna hij nog opmerkt dat 1…Lxf3! 2.Txc6! Lxc6 3.Lxc6 Dxc6 een beter (en het gespeelde) antwoord was van zwart.
Opvallend is dat hij hier veel belangrijke varianten weglaat (waardoor bijvoorbeeld het vraagteken niet bij de werkelijke blunder staat). De reden hiervoor is dat de stelling en de varianten veel te moeilijk zijn voor deze doelgroep. Echter, hij had dan beter een eenvoudigere stelling kunnen pakken die hij wel volledig kan uitleggen. Het voordeel is dan ook dat je iets kan uitleggen met veel minder afleiding en je niemand kwijt raakt vanwege onbegrijpelijke zetten als Lxf3, terwijl je ook een dame en toren kan slaan…
Hij brengt zichzelf veel vaker in de problemen met stellingen waar zijn principes niet echt kloppen. Eentje daarvan vond ik erg grappig, omdat ik die enkele weken daarvoor in een simultaanpartij op het bord had gehad. Die partij ging als volgt:
De stelling na zet 6 van wit was een opgave in het boek.
Hierbij bekritiseerde hij de laatste zet van wit (wat mij betreft onterecht!) om vervolgens te vragen om met de Quick Count regel (tellen hoe vaak iets staat aangevallen en hoe vaak iets verdedigd is) te bepalen of zwart een pion wint. Het bedoelde antwoord is natuurlijk ja, maar ik denk dat uit de partij blijkt dat wit meer dan voldoende compensatie heeft…
Een probleem voor wat betere jeugdspelers die zelf kritisch nadenken is dan ook dat het boek schaaktechnisch niet altijd eerlijk is. De auteur geeft zetten uitroeptekens zoals ze in zijn verhaal goed uitkomen en niet of een zet goed is. Als het verhaal dat overgebracht wordt dan altijd goed lopend is, zou ik dat wel accepteren, maar soms zijn er ook stellingen die duidelijk in de verkeerde paragraaf staan. Verder zijn veel opgaven mat in 2 in plaats van opgaven in openingen.
Kortom, ik moet concluderen dat ik het een slecht boek vind. Desondanks zou ik het zeker aan jeugdspelers die zich in openingen willen verdiepen aanbevelen: er staan veel goede tips is en belangrijker: het is leuk opgeschreven!