Juweeltjes 3: Pinter-Timman
In deze rubriek nodigen we de bezoeker van Schaaksite graag uit om te genieten van de meest schitterende prestaties op het schaakbord, door alle eeuwen heen. De reden waarom voetballiefhebbers in vervoering raken als zij acties zien van Messi of Ronaldo moet bij ons schakers dezelfde zijn als wij de partijen naspelen die we hier willen tonen. En aarzelt u vooral niet om uw keus ook kenbaar te maken!
Het beoordelen van wat kunst is, is puur subjectief. Tenminste dat is naar mijn bescheiden mening het geval als ik naar schilderijen kijk. Waarschijnlijk zal ik aangezien worden voor een cultuurbarbaar als ik beweer dat ik de charme van een Mondriaan niet zo kan ontdekken.
Datzelfde zou je kunnen zeggen voor het keuzelijstje dat ik heb aangelegd van partijen die naar mijn mening van grote schoonheid zijn, maar waarin anderen wellicht zich zullen afvragen waar de schoonheid precies te zien valt.
Bij schoonheid zijn de meeste schakers geneigd om partijen van dit predicaat te voorzien als er van alles geofferd wordt, dat later met rente wordt teruggewonnen of eindigt in mat. Nou ben ik daar ook niet vies van, maar toch zijn sommige strategische prestaties in mijn ogen van een schitterende eenvoud, die ik die graag voor het voetlicht wil brengen. Een daarvan is de partij die ik hieronder bespreek tussen de Hongaarse grootmeester Jozsef Pinter tegen onze landgenoot Jan Timman.
Vanuit een gesloten stelling formeert Timman een plan dat geënt is om de tegenstander uiteindelijk met een structurele pionzwakte op te zadelen. Als deze dan ook niet beseft wat hem werkelijk boven het hoofd hangt, begaat de witspeler een fout die een komische weerlegging kent. Timman ruilt in een ‘vol middenspel’ plotseling alle zware stukken af om in het resterende eindspel van paard tegen loper op de net ontstane zwakte af te gaan. De onthutste Hongaar moest toen onderkennen dat hij puur op basis van een nadelige pionnenstructuur het punt aan de tegenstander moest laten. In mijn ogen een fraai concept, dat ik de moeite waard vind om u als lezer deelachtig van te maken.
Pinter – Timman |
Pinter, J. – Timman, J.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4
Het Nimzo-Indisch is een opening die vaak de speeltuin is geworden van grote strategen.
4. Pf3 c5 5. e3 Pc6
Zwart wacht even met de rokade omdat hij een opstelling wil innemen waarin soms de eigen koning aan de wandel gaat.
6. Ld3 Lxc3+ 7. bxc3 d6
Zo is de zogenaamde ‘Huebner-variant’ ontstaan, genoemd naar de Duitse grootmeester die het systeem veelvuldig gespeeld heeft. Het idee is niet zozeer om op de dubbelpion te spelen, maar meer te kiezen voor een gesloten stelling waarin het manoeuvreren met paarden zwart wat gemakkelijker afgaat dan het spelen met het loperpaar waar wit over beschikt.
8. O-O e5
Een sterke opmars, kenmerkend voor het hele systeem. Zwart heeft vrijwillig zijn zwartveldige loper opgegeven voor een paard om wit met een dubbelpion op te zadelen. Door de pionnen op zwart te zetten, perkt hij de bewegingsvrijheid van die loper in. Tegelijkertijd verbetert hij ook zijn eigen loper.
9. Pd2
Dit is een van de speelwijzes die in de jaren ’80 populair was. Wit speelt zijn paard weg om de opmars van zijn f-pion mogelijk te maken.Tevens maakt hij zich op met Pd2-e4 te gaan spelen op de witte velden. De terugtocht van het paard houdt een pionoffer in, dat voor zwart op dit moment erg gevaarlijk is om aan te nemen. Het witte loperpaar komt volledig tot leven.
9…O-O
De koning verlaat het centrum en dan wordt het pionoffer van wit discutabel. Timman wilde zich het pionoffer ooit laten bewijzen, maar na 9…cxd4?! 10. cxd4 exd4 11. exd4 Pxd4 12. Te1+ Pe6 13. La3! bleek hij in de partij Portisch-Timman, 1982, al fors in de problemen.
10. d5 10. Tb1 exd4 11. cxd4 cxd4 12. exd4 Pxd4 13. Pe4
10…Pe7 11. f3
Dit is een zet waar je je van kunt afvragen wat wit er precies mee wil. Maar veel Hongaarse grootmeesters, waaronder deze witspeler, zagen hier brood in. 11. Dc2 is een belangrijk alternatief.
11…Lf5!?
Timman wil graag e3-e4 uitlokken. Tegen een licht tijdverlies krijgt hij de zwarte velden voor zijn paarden. 11…Pe8 is ook een idee voor zwart om … f7-f5 voor te bereiden.
12. e4 De ruil van de witveldige lopers is gunstig voor zwart. En waarom dat is, gaan we in deze partij een mooie demonstratie van zien. 12. Lxf5 Pxf5 13. Pb3 e4 14. fxe4 Ph6
12…Ld7 13. Dc2 Bekend is ook 13. Tf2 Pe8 14. Dc2 h6 15. Tb1 leidt tot een stelling waarin de kansen in Inkiov-Lalev, 1983 ongeveer gelijk zijn.
13…Ph5 14. g3
14…f5!
Deze mogelijkheid moest zwart goed doorrekenen.
15. exf5 Lxf5
Zoals gezegd wil zwart graag de witveldige lopers afruilen.
16. Pe4
Wit lijkt iets bereikt te hebben met het bezit van veld e4. Wit kan geen stuk winnen door 16. Lxf5 Pxf5 17. g4 vanwege 17…Pe3 18. Dd3 Pxf1 19. gxh5 Pxd2 en zwart heeft materiaal gewonnen.
16…h6
Zwart verhindert niet alleen Lc1-g5 maar ook dat er ooit een paard via g5 naar e6 gepeeld zou kunnen worden.
17. Ld2 Dd7 18. Tae1 Lh3 19. Tf2 Tf7
Zwart bereidt rustig een verdubbeling op de f-lijn voor.
20. Dd1
Wit dreigt onder omstandigheden f3-f4.
20…Pf6 21. Le3
Een teken aan de wand. Wit is in een passieve stelling geraakt en hij blijkt over geen zinnig plan te beschikken. Misschien had hij 21. g4 moeten spelen om het nu volgende plan van zwart te verhinderen, maar het verlies van veld f4 lijkt me te ernstig.
21…Pxe4 22. Lxe4 Lf5
Zwart gaat verder met zijn plan om de witveldige lopers af te ruilen.
23. Dc2 Taf8 24. Tef1 Lxe4!
Zwart start nu een grootscheepse ruil.
25. Dxe4 Df5
26. a4??
Wit stond al niet prettig maar dit is de verliezende zet. Tijd voor een kleine opgave: Waarom was wits laatste zet een strategische blunder en hoe zou u nu als zwartspeler hiervan kunnen profiteren?
26…Dxe4 27. fxe4 Txf2 28. Txf2 Txf2 29. Kxf2
29…a5!
Zo fixeert zwart de pion op a4 en daar gaat hij met zijn paard op af.
30. Ke2 Pc8 31. Kd3 Pb6 32. h4 Pxa4 33. Lc1
Anders volgt … Pb2+ en Pxc4.
33…Pb6 34. g4 Kf7 35. Ld2 a4 36. Lc1
Zwart moet nog een belangrijke taak vervullen: het op slot doen van de koningsvleugel zodat hij zijn handen vrij heeft om met de koning aan de andere kant binnen te dringen.
36…Kf6! 37. La3 Het is nog even de vraag hoe zwart de winst zou hebben binnengehaald na 37. h5 De beste mogelijkheid lijkt mij 37…Pd7 38. Kc2 Kf7 39. g5 Anders zou er simpel … Pf6 en Pxg4 volgen. 39…hxg5 40. Lxg5 Pf6 en zwart wint sowieso een extra pion.
37…g5!
Dat heeft Timman knap gezien. Wit wordt tot een verklaring gedwongen.
38. h5 Ke7 39. Lc1 Pd7
Het paard wil graag naar f6. Niet alleen om offers op g5 uit de stelling te halen, maar ook om de pionnen op e4 en g4 onder schot te nemen.
40. Ke2 Pf6 41. Kf3 Kd7
Omdat de witte koning op f3 moet blijven (anders valt een van de pionnen op e4 of g4) loopt de zwarte koning ongehinderd naar de damevleugel waar hij via … b7-b5 binnen kan komen. Een mogelijk gevolg: 41…Kd7 42. Lb2 Kc7 43. Lc1 Kb6 44. Lb2 Ka5 45. La3 b5 46. cxb5 Kxb5 47. Lb2 Kc4 (zie analysediagram)
en het is duidelijk dat wit geen schijn van kans heeft.
0-1
(De foto is van Jos Sutmuller)
Strategisch schaak vind ik ook erg mooi! Deze partij is een fraai voorbeeld. Wellicht kan Giri in de toekomst ook van dit soort pareltjes maken, als hij het al niet doet!
Hakken is natuurlijk leuk voor het publiek. Ik kan me nog een ronde bij interpolis herinneren waarbij Beljavski twee paarden offerde tegen Larsen in een Caro Kann, dat was smullen. Ik was bordenjongen bijeen partij van Portisch tegen Petrosjan, waarbij Petrosjan met kleine middelen Portisch versloeg (met zwart). Het was nauwelijks te begrijpen hoe het gebeurde, ware kunst (vakmanschap).
Ik ben blij dat er nog meer fijnproevers rondlopen
De zet …a5! doet me denken aan een partij Geurink-Visser, Dieren 1994 (meen ik). In een McCutcheon-hoofdvariant schoof Yge de c-pion door naar c4, en toen ik te vroeg a4? deed speelde hij …a5!, gevolgd door Ld7-c6 en Pb8-d7-b6xa4 met pion- en partijwinst. Vogens mij bestaat er ook een nimzowitschiaanse (?) term voor deze strategische onderneming (blokkade en verovering). Of was dat in het kader van de isolani?
Ha! Die partij ken ik! Die Pinter werd wel als een kind weggeschoven.
Ik hou zelf meer van tactische partijen. Bijv. Lahno-Andreev, Leko-Ghaem Maghami, Carlsen-Ernst, Timman-Van Wely 1998 zijn een paar die me te binnen schieten waar ik echt lol aan heb beleefd.
The opera game vind ik ook een mooie partij. Er staat een charmant filmpje op youtube waar fischer het uitlegt op de joegoslavische tv.
Na Spassky- Fischer 1972, 5e partij, zou je denken dat Pinter gewaarschuwd zou moeten zijn.
Na Spassky-Fischer 1972, 5e partij, zou je denken dat Pinter gewaarschuwd had moeten zijn.
“There is no kibitzing for this game, yet.” – chessgames.com/perl/chessgame?gid=1063912&comp=1