Gespot 77: Zet weerlegd, het boek de prullenbak in…
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
In het precomputertijdperk moesten schakers het vooral hebben van boeken en tijdschriften. De tijden dat topschakers met grote hoeveelheden boeken liepen te zeulen zijn gelukkig voorbij. Een ongelooflijk veelvoud van partijen en boeken staat tegenwoordig op de harde schijf. Toch verschijnen er nog veel boeken die gretig aftrek vinden bij schakers.
Veel oud topspelers houden zich daarmee bezig; zij proberen om een deel van hun kennis en ervaring door te geven aan de nieuwe generaties en hopen er ook nog een centje aan over te houden.
Een van hen is de voormalige Engelse topspeler John Nunn. Ook tijdens zijn actieve schaakcarrière was hij een ‘veelschrijver’. Zelf heb ik zijn boeken ‘Beating the Sicilian 1,2 en 3’ in de kast staan. Ik speelde zelf Siciliaans en ik wilde graag weten hoe witspelers dachten mij te kunnen overrompelen. Het grappige was dat Nunn tegen bijna alle Sicilianen 6. f4 voorstelde om te spelen. En uiteraard liet hij zijn openingsoverzicht vergezeld gaan van een paar schitterende aanvalspartijen.
Tijdens mijn ‘zwerftochten’ langs de Europese toernooien liep ik de Engelsman Daniel King een aantal keer tegen het lijf. Naast de onderlinge partijen die op leven en dood gespeeld werden, raakten we bevriend. Hij bleek een bijzonder interessant causeur in de avonduren en als ik nu zie hoe hij zich ontwikkeld heeft als bekend schaakcommentator komt zijn vlotte babbel erg goed tot zijn recht! Uiteraard schafte ik ook zijn boek ‘Winning with the Najdorf’ aan.
|
|
GM Daniel King op een van zijn dvd’s |
Een van zijn vele boeken |
Niet in het minst omdat ik benieuwd was naar zijn bestrijdingswijze van de 6. f4 tegen de Najdorf. In dat boek geeft King een soort wapen tegen de openingsvariant van Nunn. Het was toen wachten op een partij Nunn-King en die kwam dan ook: in 1986 in de Bundesliga. Daar blijkt dat Nunn toch wat meer pijlen op zijn boog bleek te hebben en hij wint in grootse stijl. Het was natuurlijk de vraag of het lag aan de variant of dat Nunn gewoon de betere speler was. Duidelijk dat in het laatste deel van Beating the Sicilian 3 deze gevoelige nederlaag voor de zwartspeler werd opgenomen.
|
|
GM John Nunn (foto Wikipedia) |
Het bewuste boek… |
Nunn werd zelf ook ooit geconfronteerd met een pijnlijke ervaring. In een boek dat hij over de Benoni had uitgebracht (Benoni for the Tournament Player), komt een partij aan bod tussen de jonge Kasparov en de toenmalige Nederlandse jeugdkampioen, Frans Cuijpers.
Die werd gespeeld in het jeugdwereldkampioenschap te Dortmund 1980. Kasparov komt met een geweldig nieuwtje in een van de scherpste varianten van de Benoni: de Vierpionnenaanval. Die stelling ontstaat na de zetten 1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. d5 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. f4 Lg7 8. Lb5+ Pfd7 9. a4 O-O 10. Pf3 a6 11. Le2!
Het gaat dus om de stelling waarin zwart zojuist 10… a6 heeft gespeeld en wit zijn loper van b5 heeft teruggetrokken naar e2, waar voorheen vooral 11. Ld3 werd gespeeld. Daar lijkt de loper ook veel beter te staan. Toch blijkt het zwarte systeem dan speelbaar. Waarom was dan 11. Le2! zo’n goede zet? En volgens Cuijpers ging hij hier zitten grijnzen, ondertussen zijn tegenstander strak aankijkend…
Kasparov was erg trots op dit nieuwtje. Hij zei na afloop: "Eigenlijk is zwarts beste zet nu 11. … Pf6 maar dan zit hij in een variant van het Konings-Indisch met een tempo minder". Ga maar na:
Konings-Indisch – Vierpionnenaanval
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. f4
De Vierpionnenaanval tegen het Konings-Indisch.
5…O-O 6. Pf3 c5 7. d5 e6 8. Le2 exd5 9. cxd5
In deze stelling heeft zwart de nodige alternatieven.
9…a6
9…Te8
9…Lg4
9…b5
10. a4
En zie: in deze stelling, afkomstig uit het Konings-Indisch heeft zwart al zijn paard op f6 staan en hij is ook nog aan zet!
Dat is dus wel een vondst! Zeker omdat jarenlang gedacht werd dat zwart het zo kon spelen. Cuijpers overleefde deze aanslag niet.
John Nunn bemoeide zich met deze problematiek door in een publicatie over de Benoni te laten zien dat zwart het anders moet doen. Hij geeft in zijn analyse aan dat zwart het helemaal fout doet en daarom zo snel van het bord wordt geveegd. Hij zegt dat zwart niet te vroeg … a7-a6 moet spelen, maar eerst een paard op b4 moet nestelen alvorens hij met bovengenoemde actie mag komen.
Toen was het natuurlijk wachten op een partij Kasparov-Nunn en die kwam er ook! In de Olympiade van Luzern 1982 moeten de heren tegen elkaar. En Nunn speelt zijn eigen aanbeveling maar hij wordt in 22 zetten van het bord gezet.
Het wordt tijd om naar deze partijen te gaan kijken!
Behalve de hieronder geanalyseerde partijen heb ik nog wat aanvullend materiaal met deze openingsvariant toegevoegd. Die partijen kunt u via de viewer bekijken:
|
|
Kasparov, Garry – Cuijpers, Frans André
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. d5 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. f4 Lg7 8. Lb5+ Pfd7 9. a4 O-O 10. Pf3 a6 11. Le2!
Hier was Kasparov erg trots op. Hij zei na afloop: "Eigenlijk is zwarts beste zet nu 11. … Pf6 maar dan zit hij in een variant van het Konings-Indisch met een tempo minder".
11…Pf6 Als zwart eigenwijs is kan hij het anders proberen met 11…Te8 12. O-O Pf8 13. h3 Pbd7 14. Te1 Tb8 15. Lf1 h6 16. Le3 Ph7 17. Dc2 Phf6 maar uiteindelijk staat hetzelfde paard toch op het beste veld f6. Dit heeft toch het nodige tijdverlies opgeleverd voor zwart. 18. Tad1 b5 19. axb5 axb5 20. Lxb5 Txb5 21. Pxb5 Pxe4 22. Ld4 Pdf6 23. Lxf6 Pxf6 24. Txe8+ Pxe8 25. Pc3 Pf6 26. Da4 Ld7 27. Da7 Ph5 28. Ta1 Kh7 29. Db7 De7 30. Te1 Ld4+ 31. Kh1 Dxe1+ 32. Pxe1 Pg3+ 33. Kh2 Pf1+ ½ – ½ Lesiege,A (2553)-Pigusov,E (2609)/Koszalin 1999/CBM 073.
12. O-O Dc7 13. e5!
Kasparov houdt van opschieten! Het is duidelijk dat als wit zijn centrum naar voren krijgt hij al meteen overweldigend staat.
13…Pe8
14. e6!?
Dit motief had ik nooit eerder gezien. Objectief gezien, lijkt 14. Te1 beter.
14…fxe6 15. Lc4!
De pointe!
15…De7
15…e5 faalt op 16. fxe5
15…Kh8 16. dxe6 Pc6 17. Pd5 Dd8 18. Pg5 is volgens Kasparov winnend voor wit.
16. dxe6 Pc7
Absoluut de enige zet. 16…Pc6? 17. Pd5!
17. f5!
Kasparov blijft het krachtig spelen. Ook in de analyse ging hij als een ‘wervelwind’ door de stelling heen.
17…Pc6
17…Txf5 18. Lg5 Lf6 19. g4 Txg5 20. Pxg5 Lxg5 21. Tf7
17…gxf5 18. Lg5 Lf6 19. Pd5 Pxd5 20. Dxd5 Pc6 21. Tae1 Lxg5 22. Pxg5 Pe5 23. Txe5! dxe5 24. Dxe5 met winst.
18. Lg5 In aanmerking komt hier 18. Lf4 waarna het al bijna onhoudbaar wordt voor zwart. Zo is 18…Pd4 19. Lxd6 Dxd6 20. e7+ Tf7 21. fxg6 hxg6 22. Lxf7+ al bijna dodelijk voor zwart.
18…Lf6 19. Pe4!
Het uitroepteken is van de nog jonge Kasparov. Maar er was beter. 19. Lh6 Te8 20. g4 lijkt sterker.
19…Lxg5 20. Pfxg5 gxf5
Deep Fritz 11 geeft 20…Txf5 als hardnekkiger, maar na 21. Txf5 gxf5 22. Dh5 d5 [Nu faalt 22…fxe4? op 23. Tf1 Lxe6 en het bijzonder fraaie 24. Tf7!! een prachtige onderbreekcombinatie. 24…Lxf7 25. Dxh7+ Kf8 26. Dh8+ Lg8 27. Dxg8#] 23. Pf6+ Dxf6 24. Dxh7+ Kf8 25. Dxc7 heeft wit voldoende aanval.
21. Pxd6!
21. Dxd6?! Dxd6! [21…fxe4? 22. Dxc7!! Txf1+ 23. Txf1 Dxc7 24. e7+ Le6 25. Tf8+!] 22. Pxd6 Pe7
21…Pd4 Ook niet onbelangrijk is hoe wit wint na 21…Pe5 22. Dh5! Pxc4 en opnieuw duikt het onderbreekmotief op: 23. Pdf7! en zwart moet de dame geven om niet mat te gaan.
22. Dh5 Lxe6
Zwart wil zich loswerken maar hij raakt nu in een eeuwige penning.
23. Tae1 Tf6
Nu volgt er een mooi slot: Om in elk geval uit een penning te gaan, maar dan wint 23…Dd7 24. Pxf5! Txf5 25. Txf5 Lxc4 26. Tf7 Dxf7 27. Pxf7 Lxf7 28. Dg4+ Kf8 29. Dd7 en zwart houdt het niet droog.
24. Pxf5! Pxf5 25. Pxe6 Pxe6 26. Txe6 Txe6 27. Dxf5 Te8 28. Te1
en de eeuwige penning kost zwart de kop. Hij gaf het daarom op.
1-0
Kasparov, Garry – Nunn, John DM
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. d5 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. f4 Lg7 8. Lb5+
Dit wordt nog altijd gezien als een van de zwaarste aanslagen op de Benoni.
8…Pfd7 9. a4
Hetzelfde idee als in de partij Kasparov-Cuijpers. 9. Pf3 is tegenwoordig populair aan het worden. Het laat wel de actie … a6 en … b5 toe, hetgeen meestal als een succesje voor zwart wordt gezien. 9…a6 10. Ld3 b5 11. O-O
9…Pa6
Het grappige was dat Nunn net voor de Olympiade een boek had uitgebracht over de Benoni waarin hij schrijft dat zwart eerst zijn paard naar b4 moet spelen en dan pas met … a6 moet werken. Tegenwoordig weten we dat 9…Dh4+ een vervelende stoorzet is voor wit. 10. g3 Dd8 Een paradoxale zet. Nadat zwart een verzwakking heeft uitgelokt, keert de dame terug naar het uitgangsveld. 11. Pf3 O-O 12. O-O a6 En hier heeft wit diverse zetten die in de praktijk vaak gespeeld zijn. 13. Ld3 stond te boek als de beste voortzetting.
10. Pf3 Pb4 11. O-O
Volgens Kasparov dubieus.
11…a6?!
Hij geeft 11…O-O 12. Te1! a6 13. Lf1 maar vindt dat wit ook dan groot voordeel heeft.
12. Lxd7+!
Een uiterst verrassende ruil. 12. Lc4 O-O 13. Le3 Pb6!
12…Lxd7
13. f5!
Niet de meest gangbare voortzetting omdat wit nu afziet van acties met e4-e5 en ook veld e5 afgeeft. Maar omdat hij het zwarte paard van d7 heeft geslagen kan zwart van veld e5 geen gebruik maken en verder dreigt wit heel snel met Lc1-g5 de zaak onder druk te zetten. Ook kan de f-lijn opengaan, hetgeen ook problemen veroorzaakt.
13…O-O
Veel te gevaarlijk is de aanname van het pionoffer: 13…gxf5 14. Lg5 Lf6
[14…f6?! 15. Lf4 Dc7 16. Pd2! Pd3? (Veel beter is 16…O-O-O) 17. Lxd6! Dxd6 18. Pc4]15. Lf4 O-O 16. e5! [16. Lxd6? Lxa4!] 16…dxe5 17. Pxe5 en volgens Kasparov staat wit duidelijk beter.
13…c4 14. Lg5 Db6+ 15. Kh1 Pd3 16. f6 Lf8 17. a5! Pf2+ 18. Txf2 Dxf2 19. Pa4 en wit heeft fantastische compensatie.
14. Lg5 f6
Tja, als dit moet is er iets mis. De Benoni-loper op g7 wordt nu levend begraven. 14…Lf6 15. Dd2
15. Lf4
15…gxf5?
Dit is wel een heel slecht moment om de pion te gaan ophalen.
Beter lijkt 15…De7 16. fxg6 hxg6 17. Ph4 Kh7 18. Lg3?! [Vermoedelijk is 18. Df3! de meest kansrijke voortzetting.] 18…b5 (zie analysediagram)
16. Lxd6 Lxa4
Een tactische poging er iets van te maken. 16…Te8 17. Lxc5 fxe4 18. Pd4 Pd3 19. Pxe4! en wit krijgt de overhand.
17. Txa4 Dxd6
18. Ph4!
Een zeer sterke zet waarbij wit gebruik maakt van de verzwakte witte velden.
18…fxe4 19. Pf5 Dd7 19…De5 20. Dg4
20. Pxe4 Kh8
Kasparov maakt het nu hardhandig uit. 20…Tae8 21. Dg4 Kh8 22. Pxc5!
21. Pxc5 Dxd5
En zonder het antwoord af te wachten maar meteen opgegeven. 21…Dxd5 22. Dxd5 Pxd5 23. Pe6 verliest inderdaad materiaal. Een mogelijk vervolg: 23…Tg8 24. Td4 Pb6 25. Tb4 Pd5 26. Txb7 Lf8 27. Td1 (zie analysediagram)
en het paard op d5 is midden op het bord gevangen!
1-0
(De foto’s zijn van Jos Sutmuller, tenzij anders vermeld.)
Mijn favoriete voorbeeld is Planinc – Kortsjnoi, Moskou 1975. Na 1.e4 e5 verschijnt het Koningsgambiet op het bord. Een opening waar Viktor samen met zijn jeugdtrainer Vladimir Zak een boek over heeft uitgebracht. Mede naar aanleiding hiervan is Kortsjnoi door de redactie van de ECO gevraagd om het hoofdstuk over het K-gambiet voor zijn rekening te nemen. Planinc volgt Viktor’s aanbeveling en speelt een variant uit het Kieseritzkygambiet die met een plusje voor wit eindigt. Achter het bord weerlegt de auteur zijn analyse en heeft na 19 zetten het punt binnen! Viktor verklaarde geen kwade bedoelingen te hebben gehad. Onder druk van de wedstrijd was zijn zet nu eenmaal beter dan zijn spanniningsloze huiselijke analyse (…)
John Nunn voerde als verdediging aan dat hij niet gerekend had op Kasparov. Tony Miles (de bord 1 speler) was ziek en hij had zich voorbereid op de 12e wereldkampioen. Kort voor aanvang bleek Karpov niet opgesteld te staan. In Secrets of Grandmaster Chess (herziene editie 1997) merkt hij op pag 278 op "I had nothing prepared against Kasparov and was crushed" Dankzij jouw bijdrage weet ik meer over de achtergrond. Bedankt,Herman!
Interessant onderwerp en leuk stuk Herman!
@Henk: jij ook bedankt voor de aanvullende informatie. Dat van de voorbereiding op Karpov wist ik weer niet! En dat geval van Korchnoi kende ik ook niet.