Wij presenteren: De Koning
Schaaksite besteedt graag aandacht aan boeken. Daarvoor hebben wij op dit moment zes recensenten, van uiteenlopende speelsterkte. Bij het ene boek zijn we blij als dat wordt gerecenseerd door een grootmeester, bij het andere boek zijn we blij als het wordt gerecenseerd door een modale clubschaker. Wij streven ernaar regelmatig een recensie te plaatsen, zo veel mogelijk op vrijdag.
Een Nederlandstalig schaakboek uitgeven bij een algemene uitgeverij, die verder bijna niets aan schaken doet, en vervolgens een serie van zes delen voltooien: dat is een prestatie. Natuurlijk moet ik andersom redeneren, ik moet vertellen wat ik van de boeken vind. Maar ik zeg het toch: dat uitgeverij Kosmos de serie ‘Wij presenteren…’ van Hans Böhm en Yochanan Afek heeft voltooid betekent dat ieder deel enthousiast is ontvangen en voldoende verkocht. Anders waren ze na een paar delen wel gestopt, zo werkt het in het boekenvak.
Maar nu over de inhoud van dit zesde deel. Daarna zal ik nog iets vertellen over de serie en over een bijzondere medewerker.
Onlangs verscheen het slotdeel ‘Wij presenteren De Koning’, met als ondertitel ‘Het machtigste stuk van het schaakspel’. Net als ieder deel begint ook dit boek met een inleiding van zeven pagina’s over de geschiedenis van het schaakspel. Niet over schakers, maar over het spel, het bord en de stukken, spelregels enzovoort. Vervolgens een hoofdstuk van acht pagina’s over de hoofdpersoon van dit deel: de koning. Een verhaal over goden en koningshuizen, diverse verre landen maar ook veranderende spelregels. Neem als voorbeeld het pat. Remise, dat weten we allemaal. Maar in het chaturanga, een voorloper van het schaakspel, verloor de speler die zo dom was de tegenstander pat te zetten. In een andere voorloper, het shatranj, betekende pat juist winst. In Oost-Azië moest je vroeger de patzet vervangen door een andere zet en in Frankrijk moest degene die pat stond een zet overslaan. Dat laatste vind ik eigenlijk nog het meest logisch. Wat rest je, als je pat staat, eigenlijk anders dan een zet over te slaan?
Dat je na de matzet de koning niet slaat, heeft volgens de schrijvers te maken met een oude gewoonte bij oorlogen. Je verslaat een heel leger, maar laat de koning leven. Die verban je slechts naar een afgelegen oord.
Ach, mooie verhalen, voor de liefhebbers.
Veruit het grootste deel van het boek bestaat uit opgaven, in zestig hoofdstukken, met vele gevarieerde thema’s.
Oppositie is een onderwerp dat heel veel in het boek voorkomt. In het hoofdstuk ‘Verkeerde koningszetten’ zien we een stelling waarin dat niet zo belangrijk lijkt. Maar schijn bedriegt, zoals zo vaak in eindspelen.
Malakhov-Nayer
Moskou 2007
Het logische idee is: verover de zwarte f-pion en ga dan met je eigen f-pion lopen. Oppositie lijkt niet meteen belangrijk omdat je met je koning een stapje opzij kunt doen naar de g-lijn. Malakhov doet dat echter te makkelijk.
1.Ke5? Kc5
Nu wordt Kf6 met Kd4 beantwoord en houdt zwart remise.
2.f3
Ook 2.f4 Kc6 3.Kf6 Kd5 zou remise zijn geworden.
2…Kc6 3.f4 Kd7 4.Kf6 Ke8 5.Kg7 f5! 6.Kf6 Kf8
Remise.
De juiste winstweg was geweest:
1.Kd4! Kb5 2.Kd5 Kb6 3.Kd6 Kb7 4.f4 Kc8 5.Ke7 f5 6.Ke6 Kd8 7.Kxf5 Ke7 8.Kg6 en wit wint.
Een vergelijkbare materiaalverhouding zien we in het hoofdstuk ‘Obstructie’.
Rogers-Shirov
Groningen 1990
De Australische grootmeester Ian Rogers, die veel tijd in Nederland heeft doorgebracht, won tussen 1985 en 2000 meer dan honderd toernooien. In deze partij was hij wereldtopper Alexei Shirov te slim af. Met de koning vooruit lopen levert geen winst op, want zwart loopt erachteraan. Bijvoorbeeld 1.Kf5 Kg2 2.f4 Kg3 en wit komt niet verder. Die zwarte koning moet dus worden afgehouden en dat gebeurt met een opmerkelijke eerste zet.
1.Kg3!
Zwart geeft het op. Het vervolg had kunnen zijn:
1…Kg1 2.f4 Kf1 3.Kf3 Ke1 4.f5 Kd2 5.Ke4 Kc3 6.Kd5 Kb4 7.f6 enzovoort.
In het hoofdstuk ‘Uitgekiende koningszetten’ zien we een koning die eigenlijk niet sterk is, maar zwak, maar daardoor remise afdwingt.
Tiviakov-Sokolov
Linares 1995
Wit lijkt eenvoudig te winnen. Niet alleen vanwege zijn extra pion, maar ook omdat de zwarte c-pion zwak is. Sokolov bedenkt echter een prachtige truc.
1…Kc6! 2.Kf4 Kb5 3.Ke4 Kxa5 4.Kd4 Kb5 5.Kd5 a5 6.Kd4 Ka4! 7.Kxc4
Pat.
Natuurlijk zag Tiviakov zijn lot aankomen, maar voor het publiek liet hij de slotstelling op het bord komen.
Een pattruc die iedereen moet kennen, is de manier om met een c- of f-pion op de zevende rij remise te houden tegen een dame. Als je die kent, is het volgende probleem wel op te lossen, al laten de auteurs zien dat je je er ook nog in kunt vergissen.
T. Gorgiev
Studie, Sach 1956
1.f6! Dh3 2.Kg7 Dg2+ 3.Kh6
Na 3…Kh7 4.Dxd5 wint zwart.
3…Dxd5 4.f7!
Zonder deze extra pattruc zou het niet werken.
4…Dd8 5.Kg7 Dd7 6.Kh8!
Remise.
Ik heb nu alleen voorbeelden laten zien met weinig stukken. Die lijken zo makkelijk maar zijn o zo moeilijk. Het zijn echt niet alleen de leukste voorbeelden, ik had makkelijk andere kunnen kiezen. Ook met meer stukken op het bord. De koning die een loper, een paard of een toren bedwingt, wandelkoningen op een vol bord en vele spectaculaire stellingen. Om zo veel mogelijk stellingen te kunnen behandelen is ervoor gekozen op elke linker pagina vier diagrammen te plaatsen met op de rechter pagina de oplossingen. Die oplossingen bevatten daardoor weinig verklarende varianten, merkte een recensent op. Dat is waar, maar de reden is dus dat de schrijvers veel stellingen willen laten zien. Met de uitleg hopen ze de lezers net genoeg informatie te geven om de opgave helemaal te begrijpen. Nuttig om te weten is, wat ook in het voorwoord staat, dat de vier opgaven per pagina oplopen in moeilijkheidsgraad. Dat is wel belangrijk om te weten als je de oplossing van opgave 4 niet kunt vinden. Al kwam het in dit deel ook regelmatig voor dat ik de oplossing van opgave 1 niet kon vinden.
Leo Diepstraten
Desgevraagd vertelt Hans Böhm graag over hoe de serie is ontstaan.
Met zijn oude vriend Jan Timman en zijn meer recente vriend Yochanan Afek zitten ze een paar keer per jaar bij elkaar. Samen bekijken ze dan partijen, maar ook problemen en studies zijn bij alle drie populair. Op een dag vroegen ze zich af of er wel eens boeken waren geschreven over de geschiedenis van één stuk. Ze dachten van niet en als deze drie schakers dat denken, dan mag je er rustig van uitgaan dat het ook niet zo is. Ze fantaseerden dat je ook over een voetbalelftal elf boeken zou kunnen schrijven. Over de keeper, de linksback, de controlerende middenvelder, de linker vleugelspits enzovoort. Maar het werden uiteraard de zes stukken van het schaakspel. Böhm en Afek namen het idee ter hand en schreven vanaf 2010 ieder jaar een deel.
Wie hier absoluut bij moet worden genoemd, is de Hilversumse schaakhistoricus Leo Diepstraten. Hij is geen sterke schaker, maar vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van het spel, de stukken, de clubs enzovoort. Zijn rijk geïllustreerde boek Vermaarde schaakcafés en hun illustere gasten is een pareltje. Diepstraten is inmiddels 91, maar schrijft nog steeds prachtige schaakboeken. Alleen… hij geeft ze niet uit. Hij schrijft ze slechts omdat hij zijn oude dag nuttig wil doorbrengen.
De manuscripten geeft hij wel aan Hans Böhm ter inzage. Van de serie ‘Wij presenteren…’ moeten we dus zeggen: door Hans Böhm en Yochanan Afek, met dank aan Leo Diepstraten.
Het boek is te bestellen via uw eigen boekhandel, als u de titel (Wij presenteren De Koning) en de naam van de schrijvers noemt.
Of ISBN 978 90 215 6076 2, maar dat is meestal niet eens nodig.
Uiteraard ook te bestellen bij De Beste Zet.
Mooi recesie Johan, ik mis alleen jouw oordeel. Wat vind je van het boek? Een aanrader?
Ik probeer altijd te laten zien wat erin staat. Als je van opgaven houdt is het een leerzaam boek, want er staan 240 opgaven in. Het zijn meestal ook verrassende oplossingen. De eerste vijf delen hadden in die opgaven wel meer humor dan het deel over de koning. Dit deel is meer leerzaam.
Hoe de stukken er 300 jaar geleden uitzagen, boeit me niet zo. Maar het is wel enthousiast beschreven en omdat het een kort hoofdstuk is, heb ik het toch met plezier gelezen.
Over Diepstraten valt nog te melden dat hij een belangrijke rol heeft gespeeld in het Nederlandse correspondentieschaak. Hij was voorzitter van de Nederlandse Bond van Correspondentieschakers vanaf 1976 tot 1996! Diepstraten is dan ook erelid van de NBC. Volgens het ledenbestand is hij overigens 90 jaar oud. Diepstraten heeft ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de NBC in 1991 het boek "Tweehonderdvijftig jaar correspondentieschaak in Nederland" geschreven. Dit interessante werk is alleen nog antiquarisch verkrijgbaar. Ook hier bespreekt Diepstraten het materiaal, onder meer de etymologie van de stukken: hoe komt bijv. de pion aan zijn naam en waarom zeggen we "loper" tegen de "raadsheer" van de koning?