Reacties op het artikel over Max Euwe

Naar aanleiding van de publicatie Max Euwe: Een kater in de liefde? stelde Michel Hoetmer een paar goede vragen die ik uiteraard graag wil beantwoorden. De antwoorden waren te lang waren voor de commentaarkolom vandaar deze oplossing.

De vraag:

Was het niet beter geweest om te wachten met publicatie van de delen van de brief totdat je ‘dat nader onderzoek’ gedaan hebt? Je kunt daardoor de zaken in een objectievere context kunt plaatsen, toch? Een andere vraag is of het wel gepast is om onderdelen van een persoonlijke brief te publiceren. Dat was, neem ik aan, nooit de bedoeling van de schrijver. Hij had immers een podium in de vorm van zijn werk voor de Telegraaf?

Antwoord en verantwoording

1. Wachten met publicatie?

Na al een lange periode te hebben gewacht, hadden we natuurlijk nog veel langer kunnen wachten. Maar we beschouwen het publiceren van delen van de brief als een vorm van onderzoek. We hopen dat deze directere manier de kans vergroot dat meer nieuwe informatie boven water komt. Nieuwe informatie zou moeten komen van personen die een en ander hebben meegemaakt of gevonden hebben in de nalatenschappen van hun (groot)ouders of andere familieleden. Door de toe- en instemming van de familie Schelfhout werd deze publicatie mogelijk gemaakt.

2. Onderdelen van een persoonlijke brief publiceren?

Natuurlijk gaat het hier om een persoonlijke brief, van broer aan broer. Maar juist die persoonlijke brieven hebben historische waarde omdat de schrijvers voor elkaar geen slagen om de arm houden. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar uitgebreide briefwisseling tussen de broers Van Gogh. De historische betekenis voor de schilderkunst is ongekend. Op dit moment is actueel het vrijgeven van de persoonlijke brieven van koningin Wilhelmina.

Binnen afzienbare tijd verschijnt er een uitgebreide studie naar het leven en werk van Lodewijk Schelfhout (1881-1943). En in die studie zijn juist de persoonlijke brieven het interessantst: correspondentie tussen Lodewijk en bijvoorbeeld Piet Mondriaan en Jan Toorop.

3. Waardering voor Euwe en Schelfhout

Mijn grote waardering voor Euwe blijft onaangetast. Zijn levensloop is uitgebreid beschreven en geroemd. In 1939 was hij pas op de helft van zijn leven en wij kunnen nu op zijn hele leven (80 jaar) terugzien. Zelf heb ik hem in 1969/1970 meerdere malen mogen spreken. Maar in een andere hoedanigheid. Ik volgde colleges (Leer van de elektronische gegevensverwerking) bij hem aan de Nederlands Economische Hogeschool (nu Erasmus Universiteit). In onze gesprekken ging het weinig over schaken behalve wanneer de mogelijkheden van de computer bij het schaken aan de orde kwamen. Kon een computer in de toekomst leren schaken? Kon een computer in de toekomst kampioen worden. Hij was een echte pionier en ook visionair. Maar dat het zo snel zou gaan als wij nu meemaken kon hij zich toen nog niet voorstellen.

Maar ook Schelfhout verdient waardering. Hij had een grote staat van dienst in de schaakwereld. Bestuurder (KNSB, VAS), behoorde tot de sterkere schakers uit zijn tijd, was 40 jaar schaakjournalist voor De Telegraaf, schreef schaakboeken, was mede organisator van schaakevenementen etc. etc. De brief geeft zijn (emotionele) kijk op een aantal zaken weer. Zijn tegengeluid mag best worden gehoord.

4. 1900 -1945

De inhoud van één brief moet ook niet groter en spannender worden gemaakt dan nodig, het is slechts één van de historische documenten uit een periode van meer dan 75 jaar geleden. Een onrustige periode binnen onze schaakbond die gekend werd door veel kleine en grote ruzies, een strijd om de macht en om posities. Ja, het leidde zelfs tot een kortstondige scheuring binnen de bond. De arbeidersschaakverenigingen ontstonden als antwoord op de elite-schaakverenigingen, de Bondsraad werd ingevoerd en de regionale onderbonden werden opgericht, het collectieve abonnement op het bondsblad werd ingevoerd, etc. En dit alles met veel strijd, heel veel strijd. In de periode 1900-1940 versleet de schaakbond 17 voorzitters! De organisatie van de KNSB en het collectieve abonnement op het bondsblad zijn anno 2016 nog steeds felle discussiepunten.

Het wereldkampioenschap van Euwe bracht enige rust en de schaakbond groeide als kool. Maar het eiste een zware tol van de familie Euwe, dat brengt bekendheid en beroemdheid helaas met zich mee. Wij weten nu dat ze hun taak goed volbracht hebben, waarvoor diep respect.

In 1939 kondigde de Tweede Wereldoorlog zich aan, met alle gevolgen van dien, ook voor onze schaakwereld. Een belangrijk historisch document is het boek Partij Verloren …, waaraan Schelfhout een belangrijke bijdrage heeft geleverd.

5. Tot Slot

We leven anno 2016 en de families Euwe en Straat kunnen wel tegen een stootje. Zij zullen zeker niet wakker liggen van zo’n brief uit 1939. En dit geldt ook voor de familie Schelfhout. Ook zij moeten omgaan met het gegeven dat sommigen één hunner familieleden bestempelen als leugenaar, fantast, of andere negatieve kwalificaties.

Hopelijk ontsluiten zich nog andere familiearchieven, want alleen die archieven kunnen ons nieuwe informatie verschaffen en ons beeld completer maken.

Wij zijn ook benieuwd hoe enkele schaakhistorici tegen deze brief aankijken, we wachten hun reacties met belangstelling af.

Als we ons net zo druk maken om het voortbestaan van het Max Euwe Centrum als om het publiceren en de inhoud van deze brief dan moet het goed komen met het MEC!

En hiermee sluiten we onze verantwoording af, er valt verder niets meer te zeggen.

TK

3 Reacties

  1. Avatar
    Aard 05 januari 2016

    Met de voorspelling dat een computer nooit de menselijke wereldkampioen zou verslaan, zat Max Euwe er ver naast. Dat is opvallend voor een hoogleraar in de Informatica.

    Mag ik trouwens misschien een vraag opwerpen, die me al langer bezig houdt? Ja, wellicht doorbreek ik zelfs een taboe: kan het zo zijn dat Max Euwe tot hoogleraar werd benoemd,…omdat hij Max Euwe was?

    Wetenschappelijke publicaties van zijn hand heb ik niet kunnen vinden (ik doel dan niet op zijn periode als wiskundige).

  2. Avatar
    XiniX 06 januari 2016

    Tientallen jaren werd iedereen die zei dat een computer GM sterkte kon behalen voor gek verklaart. 10 Jaar nadat het gebeurt is wordt iedereen die dat niet voorzien heef incompetent verklaart. Handig, als je de tijd kunt gebruiken om geniaal te lijken.

    Een reden dat Eeuwe niet zoveel publiceerde als tegenwoordig kan mede zijn omdat het publicatiesysteem door en door ziek is. Studenten krijgen niks gepubliceerd zonder de naam van een hoogleraar erbij te zetten. Soms is die hoogleraar niet eens in staat er zelf een waardeoordeel over te geven en vraagt hij een collega. Of hij beperkt zich tot het corrigeren van spelfouten.

    Die hoogleraar wordt vervolgens beloond voor zijn vele publicaties.

    Zoek eens op publicaties over bv computerschaak. Je zult nog steeds vernieuwende publicaties van "autoriteiten" op dat vakgebied zien, 20 jaar nadat ze er voor het laatst iets mee gedaan hebben.

  3. Avatar
    Michel Hoetmer 07 januari 2016

    Beste Teun,

    Van harte bedankt voor je uitgebreide antwoord. Ik ben benieuwd naar een (eventueel) vervolg op basis van je research.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.