Belevenissen van een arbiter: “Wait here!”
De 78e editie van het Tata Steel Chess Tournament in Wijk aan Zee is alweer voorbij. Er is weer heel wat afgeschaakt en gepraat in dat knusse dorp aan de kust. Dit jaar geen dik pak sneeuw, geen harde stormen en geen gestrande boten. Dus niets heeft een soepel verloop in de weg gestaan. De Masters hebben voor het derde achtereenvolgende jaar twee keer buiten Wijk aan Zee gespeeld. Dit keer zijn Amsterdam (voor de tweede keer) en Utrecht uitverkoren om een speelronde van de Masters binnen de stadsgrenzen te laten spelen.
Voor de vijfde ronde is het NEMO Science Center in Amsterdam vlakbij het Centraal Station de gastheer voor de topgrootmeesters. Het Auditorium, dat doet denken aan een bioscoop of theater, is daar de speelzaal. Vlak achter de spelers worden de partijen op een groot scherm getoond voor het publiek. In een nabij gelegen zaal worden – evenals in Utrecht – het commentaar en de livestream via het internet samengevoegd en zeer veel bezoekers zijn hier getuige van de voortreffelijke wijze waarop GM Yasser Sereiwan met hulp van FM Tex de Wit deze middag de schaakkunsten van de grootmeesters aan het publiek uitlegt.
Al is de locatie nog zo mooi en de organisatie nog zo goed voorbereid, je loopt toch altijd tegen wat probleempjes aan als je eenmalig ergens neerstrijkt. Dit keer zijn vooral de toiletten voor de spelers een zorgenkind. We hebben twee opties: afgescheiden toiletten een verdieping hoger, bereikbaar door een koude nooduitgang via een ijzeren wenteltrap met open treden of de weg nemen naar de openbare toiletten, dwars door het snackende en drinkende publiek heen. Het wordt de tweede optie, want hoofdarbiter Pavel Votruba vindt de trap te gevaarlijk voor de spelers. Dit betekent wel dat de spelers begeleid moeten worden naar de toiletten om ieder contact met het publiek, in welke vorm dan ook, te voorkomen. Als ik nog eens een keer in NEMO kom, hoef ik niet meer de weg naar de toiletten te vragen, die vergeet ik van mijn leven niet meer! Door enkele omstanders wordt de job van arbiter nu dan ook gezien als toiletjuffrouw of bodyguard.
De deur bij het podium die de spelers door moeten om de speelzaal te verlaten heeft een klein nadeel. Als je hem dicht laat vallen kan hij aan de halkant alleen geopend worden met een sleutel. Het net niet dicht laten vallen voorkomt extra handelingen. Gelegenheidsportier en duizendpoot van de Tata Chess organisatie, Martien Bleeker, heeft voor de zekerheid de sleutel in zijn zak. Onbezorgd loop ik dan ook, na een toiletbezoek van Magnus Carlsen, met hem terug naar de toegangsdeur van de speelzaal. Als ik de deurknop beetpak, zie ik het al: de deur is in het slot gevallen! En nog erger: Martien – met de sleutel – is net even niet in de buurt! Op dat moment ontvallen mij enkele krachttermen. Het is maar goed dat Carlsen geen Hollands verstaat. Het blijkt dat ook voor wereldkampioen Carlsen niet altijd alle deuren open gaan! Snelle actie is geboden. “Wait here!” sis ik hem toe en als een haas loop ik terug richting de publieksingang van de speelzaal. Daar aangekomen moet ik eerst een aantal treden van een brede trap op voordat ik mij door het publiek en langs de stoelen weer naar beneden kan spoeden om via het podium weer bij de deur aan te komen, die ik dan open doe alsof er niets aan de hand is geweest. Weer een probleem opgelost!
De mensen die blijven tot de laatste partij tussen Fabiano Caruana en Hou Yifan is afgelopen, krijgen tegen het eind nog een aangename verassing. Bij een simultaan, gegeven door Hans Böhm en open voor iedereen, waren ook hapjes verkrijgbaar. Hans Böhm heeft zijn werk goed gedaan door de mensen meer aan schaken te laten denken dan aan voedsel, want er zijn vele hapjes overgebleven. Deze worden nu op een dienblad door Arlette van Weersel op de tribune uitgedeeld aan het nog aanwezige publiek. Een lekker einde aan een mooie dag!
Voor de tiende ronde wordt afgereisd naar Utrecht, naar het fraaie, tegen het centrum aanliggende Spoorwegmuseum. Hier is de belangstelling helemaal overweldigend, mede door het tegelijk organiseren van het basisschoolkampioenschap (350 deelnemers!) op een andere plek in het museum. De Masters spelen in de Expositiehal op een bijzondere plek. Ze zitten vlak voor de grote groene stoomlocomotief NS 3737. Dit is een beroemde locomotief want het was de laatste stoomlocomotief die in Nederland in de dienstregeling heeft gereden. In 1958 maakte zij haar laatste rit naar het Spoorwegmuseum! Samen met in de hele hal neergelegde blauwe vloerbedekking met daarop donkerbruine houten stoelen voor de toeschouwers vormt dit een geweldige ambiance.
In de loop van de middag wordt mij door een bekende ineens de vraag gesteld: “Duurt de middag nou niet vreselijk lang?” Hij doelt natuurlijk op de situatie van twee arbiters op zeven partijen. Over het antwoord hoef ik geen seconde na te denken. Nee, de middag vliegt voorbij! Aan die paar schaakpartijen hebben we natuurlijk niet veel werk maar wel aan het waarborgen van de rust voor de spelers met al die drommen mensen. De eerste helft van de middag zijn we druk in de weer flitsende fotografen te waarschuwen en onder de afscheiding door rollende kinderen vriendelijk doch resoluut tegen te houden. In de namiddag zijn het mensen met mobieltjes die de meeste aandacht vragen. Naarmate de partijen spannender worden en hun ontknoping naderen staan heel wat mensen te kijken met hun mobieltjes in de hand met daarop de stellingen van de partijen met meelopende engines! Dat kunnen we natuurlijk niet toestaan. De posters bij de ingang van de speelzaal geven het mobieltjesverbod ook duidelijk aan. In Amsterdam werden de taken van een arbiter al aardig anders omschreven en hier zijn de woorden te horen: “Je lijkt wel een politieagent!” Ja, de taken van een arbiter zijn veelzijdiger dan menigeen denkt!