Schaakrubrieken weekend 27 februari 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

De krantenrubrieken van afgelopen zaterdag:

* Hans Ree over het Batavia-toernooi

* Gert Ligterink over correspondentieschaak

* Hans Böhm ook over Batavia

* Bab Wilders over diverse curiosa

* Johan Hut over een bekroonde partij van Manuel Bosboom

* Rini Kuijf met twee problemen

* Henk Prins ook over probleemschaak

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Stoere kerels in Batavia

In café Batavia 1920 aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam zaten grootmeester Friso Nijboer en meester Robert Ris te vluggeren. Nijboer had in het serieuze toernooi, dat in een ander zaaltje werd gespeeld, vrij snel remise gemaakt tegen de Deense grootmeester Lars Schandorff. Ris is betrokken bij de organisatie en had even niets te doen. Toen ik kwam kijken hadden ze ieder nog ongeveer acht minuten op de klok. Vroeger zou dat betekenen dat het watjes waren die tien minuten bedenktijd nodig hadden voor een vluggertje. Maar nu is het anders. Moderne stoere kerels gebruiken die tien minuten voor een serie van tien partijen, één minuut bedenktijd per partij dus. De partijen waren niet feilloos, maar wel vrolijk. Ik dacht aan de patriarch Michail Botwinnik (1911-1995) die eens tegen Genna Sosonko zei (niet helemaal naar waarheid) dat hij één keer in zijn leven een vluggertje had gespeeld, in een trein in 1929. Alsof hij zich er een beetje voor schaamde. Toch vluggerde hij toen waarschijnlijk in het bedaagde tempo van vijf minuten voor een partij.

Het is de achtste keer dat het Bataviatoernooi wordt gehouden. Er zijn een paar grootmeesters, een paar meesters en een paar jongelui die dat willen worden. Een Italiaan, een Cambodjaanse Australiër, een Deen, een Belg en zes Nederlanders. Ik kom er al acht jaar graag. De informele sfeer doet denken aan de negentiende eeuw, toen de beste schakers van de wereld in cafés tegen elkaar speelden temidden van het geklets van wijsneuzige toeschouwers. Buiten Batavia op de Prins Hendrikkade kijk je uit op het Scheepvaartmuseum en proef je nog wat van de VOC-mentaliteit.

Ton Sijbrands kwam ook een keer kijken en zei dat er ook zo’n klein internationaal damtoernooi in het café zou moeten komen. Het verzoek werd overgebracht aan de cafébaas Peter Tames, die niet alleen veel van schaken houdt maar ook van dammen, en maakt een goede kans. Dit weekeinde wordt er nog gespeeld, zaterdag vanaf 14.00 uur en zondag vanaf 12.00 uur.

Thomas Willemze – Lucas van Foreest, Bataviatoernooi, Amsterdam 2016

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d3 Le7 5. Lb3 d6 6. c3 0-0 7. Pbd2 Pa5 8. Lc2 c5 9. Pf1 Pc6 10. Pg3 Te8 11. h3 h6 Altijd een moeilijke beslissing of zwart deze zet moet doen. In de partij blijkt het een ernstige verzwakking te zijn, maar dat viel hier nog niet te zien. 12. Ph2 d5 13. Df3 dxe4 Dit helpt op den duur wits koningsaanval doordat Lc2 meer ruimte krijgt. 14. dxe4 Ph7 15. Pg4 Pg5 16. De2 Da5 Hij wil 17…Pd4 dreigen, maar verder doet de dame hier niets. 17. 0-0 Wits kluwen van aanvalsstukken is al heel gevaarlijk. 17…Pe6 18. Lxh6 Dit lijkt een banaal offer, maar twee zetten later komt de fraaie pointe. 18…gxh6 19. Pxh6+ Kh7

Het lijkt nog in orde voor zwart, want na 20. Dh5 heeft hij 20…Pg7 en ook 20. Pxf7 Pf4 hoeft zwart niet te vrezen. 20. f4 Maar na deze mooie zet is het mis met zwart. Zowel na 20…exf4 21. e5+ als na 20…Pxf4 21. Txf4 exf4 22. e5+ werkt wits Lc2 beslissend mee aan de aanval en ook na 20…Kxh6 21. Dh5+ Kg7 22. Pf5+ is wits aanval beslissend. 20…Pg7 21. Pxf7 Le6 22. f5 Weer een mooie zet, al was 22. Pg5+ ook niet mis. 22…Lxf7 23. f6 Dc7 24. Dg4 Wit staat twee stukken achter, maar zijn aanval is te sterk. 24…Lxf6 25. Txf6 Te6 26. Pf5 Lh5 Nu kan wit het mooi uitmaken, maar ook 26…Pxf5 zou snel verliezen na 27. Dxf5+. 27. Txe6 Lxg4 28. Th6+ Kg8 29. Lb3+ Kf8 30. Th8 mat.

Wachten tot de postbode de volgende zet bezorgt

Vaak is mij aangeraden correspondentieschaak te gaan spelen. Hans Bouwmeester noemde het trage schaken per brief de ideale methode om goed te leren analyseren en de finesses van openingsvarianten onder de knie te krijgen. Volgens hem had de grote Paul Keres de basis voor zijn successen in de toernooizalen gelegd in de correspondentiepartijen die hij in zijn jeugd speelde. Het goed bedoelde advies heb ik niet opgevolgd. Het voorbeeld van Keres sprak mij minder aan dan de mening van Michail Tal: ‘Ik rook, ik drink en ik zit achter de vrouwen aan, maar van één ondeugd kan men mij niet betichten. Ik heb nooit correspondentieschaak gespeeld.’ Dagenlang wachten op de zet van de tegenstander vergt een geduld dat niet iedereen bezit.

Toch volgde ik de verrichtingen van de briefschakers wel. Het niveau van de partijen was hoog en de verhalen waren soms amusant. Iemand vertelde eens dat hij na het posten van een briefkaart ontdekte dat de verzonden zet een blunder was. Op het postkantoor in de woonplaats van zijn Duitse tegenstander wist hij met succes te voorkomen dat de kaart werd bezorgd. Die tijd is voorbij. De briefkaart is vervangen door de e-mail en het oude correspondentiespel heeft plaats gemaakt voor een nieuwe vorm van schaken, waarin mens en computer eendrachtig samenwerken. Alle spelers laten zich adviseren door de sterkste programma’s met als gevolg dat fouten nauwelijks voorkomen en het remisepercentage torenhoog is.

Naar aanleiding van een interview op de website Chessbase met de Kroaat Leonardo Ljubicic, de winnaar van het 28ste WK correspondentieschaak, zocht ik de toernooitabel op. Het was even schrikken. Van de 132 gespeelde partijen eindigden 115 in remise. Voor Ljubicic was een relatief bescheiden score van 10 uit 16 voldoende om onbedreigd de eerste prijs te winnen. Nee, Tal had zich in zo’n toernooi niet thuis gevoeld, al zou hij waardering hebben gehad voor de volgende partij.

Boukal – Krivic 28ste WK correspondentieschaak

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le3 e5 7. Pb3 Le7 8. f3 Le6 9. Dd2 0-0 10. 0- 0-0 Pbd7 11. g4 b5 12. g5 b4 13. Pe2 Pe8 14. f4 a5 Correspondentiespelers kunnen het zich permitteren de scherpste openingsvarianten te kiezen. 15. f5 Lxb3 16. cxb3 a4 17. bxa4 Txa4 18. Kb1 Txa2

Alles bekend uit de toernooipraktijk. Na 19. Kxa2 Da8+ 20. Kb3 heeft zwart de fraaie zet 20 … Lxg5! (21. Lxg5? Pc5+ en zwart wint). 19. Pc1 Ta8 20. Lc4 Pc5 Er moet iets mis zijn gegaan met de computer van de zwartspeler, want nu krijgt wit een geweldige koningsaanval. Voor de hand ligt 20 … Da5. 21. Lxc5 dxc5 22. Dg2 Dc7 23. f6

23 … Lxf6 Kansloos, maar dat geldt ook voor 23 … Ld6 24. fxg7 Kxg7 (24 … Pxg7 25. g6) 25. Dh3. 24. gxf6 Pxf6 25. h4 Dc6 26. h5 Ta7 Of 26 … Dxe4 27. Dxe4 Pxe4 28. The1. 27. Tde1 Kh8 28. h6 g6 29. Dg5 Pd7 30. De7 Df6 31. Dxf6+ Pxf6 32. Pd3 Te7 33. Kc2 Kg8 34. Th3 Pd7 35. Tf3 Pb6 36. Kb3 Pxc4 37. Kxc4 Zwart geeft op.

Batavia 2016

“Ga jij nog naar de disco vanavond?”. “Dacht ’t niet, moet nog werken” hoor je door de deur heen en een vrolijk gelach sterft weg. Typerend voor het Batavia-toernooi in Amsterdam, waar het café-leven gewoon doorgaat rondom het toernooi dat dit jaar voor de achtste keer gehouden wordt en morgen de finale ronde beleeft. Ondanks de beperkte middelen is er toch weer een interessant deelnemersveld. Onze talenten Arthur Pijpers, Danny de Ruiter, Lucas van Foreest, Thomas Willemze krijgen samen met regerend vrouwenkampioene Anne Haast de gelegenheid om een Meester- (4,5 uit 9) dan wel een Grootmeesternorm (6,5 uit 9) te behalen.

De titelhouders die nodig zijn om aan de voorwaarden van de Wereldschaakbond FIDE te voldoen moeten sterk in de schoenen staan, want zij worden voluit aangevallen. De grootmeesters Friso Nijboer, Sabino Brunello uit Italië en Lars Schandorff uit Denemarken namen de handschoen op. Zij riskeren reputatie en of Elo-verlies maar meestal loodst de ruime ervaring de grootmeester langs alle klippen en ondiepe wateren. Op de helft van het toernooi konden enkele hoge verwachtingen al in de ijskast.

F. Nijboer – L. van Foreest

Het is interessant de ontwikkeling van de veertienjarige Lucas van Foreest te volgen. Aan talent ontbreekt het niet maar hij heeft nog niet de rust gevonden in zijn spel. Nijboer trekt een oud systeem uit de kast: de Bird-opening, vernoemd naar Henry Bird (1830-1908) dat eerst niet serieus werd genomen maar door bemoeienis van Bent Larsen leven kreeg ingeblazen. 1.f4 b6 2.Pf3 Lb7 3.e3 f5 4.b3 Pf6 5.Lb2 e6 6.c4 c5 7.Pc3 Pc6 Symmetrische stellingen zijn vaak beter voor wit dan je zou verwachten. Dat extra tempo weegt soms zwaar. 8.a3 d5 9.d4 Ld6 10.Pe5 0-0 11.Le2 cxd4 12.exd4 Pe4 13.Pxe4 fxe4 14.0-0 De7 15.b4 Lxe5 16.fxe5 Txf1+ 17.Lxf1 Dg5 18.Lc1 e3 19.cxd5 Pe7 20.dxe6 Tf8

Dat is nu jammer van het originele spel, zwart heeft mooie open lijnen voor het geofferde materiaal. Met rustig 20…Ld5 voorkomt zwart dat de toren via a2 kan meeverdedigen. Pion e6 is blijvend zwak en e3 kan altijd met Pf5 verdedigd worden. Dat zou een boeiende stelling geven met reële vechtkansen. 21.Ta2 Ld5 22.Te2 Lf3 23.Lxe3 Dxe3+ 24.Txe3 Lxd1 25.d5 De pointe van de witte afwikkeling, de drie vrijpionnen kosten een stuk. 25…La4 26.d6 Pd5 27.Te1 Lb3 28.Lb5 Pc3 29.e7 en vanwege 29…Pxb5 30.d7 gaf zwart op.

Anne Haast speelt veel de laatste tijd en incidenteel heeft ze succes maar de echte doorbraak laat op zich wachten. Toch is het goed dat zij de uitzonderingen Judit Polgar, de beste speelster aller tijden, en Hou Yifan, de beste speelster van dit moment, als voorbeelden neemt en tussen de herenschakers te vinden is.

S. Brunello – A. Haast

1.d4 d5 2.c4 dxc4 Het aangenomen damegambiet. Anne gaat onbevreesd verder. 3.e4 b5 4.a4 c6 5.axb5 cxb5 6.Pc3 a6!? 7.Pxb5 axb5!? 8.Txa8 Lb7 9.Ta1 e6 10.Pe2 Lxe4 11.Pc3 Lc6 12.Le2 b4 13.Pb1 Lxg2 14.Tg1 Ld5

Je kunt je voorstellen dat je in de voorbereiding positioneel enthousiast raakt: wit heeft allemaal zwakke pionnen en kan niet meer rokeren. Als zwart de tijd krijgt om zich normaal te ontwikkelen dan is het experiment geslaagd. Hoe dan ook: Anne is niet bang. 15.Pd2 Ph6?!Dat is te langzaam, zowel 15…c3 als 15…Dc7 geven zwart meer kansen. 16.Pxc4 Pf5 17.Pe3 Pxe3 18.Lxe3 b3 19.Lb5+ Pd7 20.Dc1 Db8 21.Lc6 Lb4+ 22.Kf1 0-0 23.Lxd5 Inderdaad is 23.Lxd7 Dxh2 niet duidelijk, zwart dreigt Lf3 en heeft een gevaarlijke aanval. 23…exd5 24.Dc6 Pf6 25.Lh6 Ph5 26.Dxd5 Dxh2 27.Dxb3 Te8 28.Df3 g6 29.Th1 Dd6 30.Txh5 gxh5 31.Ta8 Dxh6 32.Txe8+ Lf8 33.b4 h4 34.Dg4+ Kh8 35.Dc8 Kg8 36.b5zwart gaf op, het komende pionneneindspel is simpel gewonnen.

Stand na 5 ronden:

1.Brunello 4 2.Schandorff, Ly, Soors 3,5 5.Nijboer 3 6.Pijpers 2,5 7.De Ruiter, Willemze 1,5 9.Haast, Van Foreest 1

Maart wordt een belangrijke maand voor de vaderlandse sport, met vele olympische kwalificatietoernooien en voor het schaken het Kandidatentoernooi in Moskou, met voor het eerst sinds Jan Timman weer een Nederlander: Giri, door zijn matige Tata gezakt naar plaats vier op de ratinglijst, maar goed, de nummers een en twee, Carlsen en Kramnik zijn er sowieso niet bij. Het is trouwens de vraag of iemand het Carlsen, met 2850 lichtjaren verwijderd van de rest, moeilijk kan maken. Ziehier één van zijn vele zeges:

Carlsen-Li Chao (nummer twee van de vele Chinese talenten, 2751)

1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.f3 Carlsen kan alles spelen d5 4.cxd Pxd5 5.e4 Pb6 6.Pc3 Lg7 Le3 0-0 8.Dd2 Pc6 9.0-0-0 f5 10.e5 Pb4 11.Ph3 De8 een nieuwtje waar Carlsen lang over nadacht 12.Kb1 a5 13.Le2 c6 14.Tc1 Kh8 15. Ka1 Le6 als twee hetzelfde doen kan er verschil zijn: de witte koning staat beter bv Lxa2 is nu niet met schaak 16.Pf4 Df7 Zwart’s aanval ziet er dreigend uit maar 17.h4! tegenaanval Lxa2 Moedig maar beter was 17..Tfd8 18.h5 een fascinerend gevecht! Kg8 erkent de fout. 19.hxg hxg 20.g4 Lb3 21. Ld1 wit gaat door met de aanval en maakt ruimte voor de dame 21..a4 ook zwart stormt 22. Dh2 Tfd8 23. Dh7+ Kf8 24.d5 (valt Pb6 aan maar nog sterker was 24.gxf gxf 25.Lxb3 axb3+ 26. Kb1 en wit komt eerst: Ta5 27.Tcg1 Tda8 28. Dh8+) 24..Pc4 sterk en nu moet wit handelen 25. Pxg6+ Ke8 26.e6 a3! de dood of de gladiolen 27.exf+ Kd7 Hoe voorkomt wit nu het mat? 28. Pe5+! Lxe5 29. Dxf5+ Kc7 30. Dxe5+!!het wordt dus geen mat maar de pion op f7 beslist 30.. Pxe5 31. Lxb3 axb+ 32. Kxb2 Pbd3+ 33.Kb1 Pxc1 34. Txc1 Kc8 (34..Pxf7 35.dxc) 35.dxc bxc 36.f4 Een wereldpartij! Het riep herinneringen op aan een partij van Morphy, ik zoek die nog wel op.

Christian Hesse is niet alleen wiskundige maar ook een groot schaakliefhebber en beide kanten vinden we terug in het bijzondere boek Damenopfer, Erstaunliche Geschichten aus der Welt des Schachs, verschenen bij uitgever C.H.Beck (www.beck.de, 978-3-406-67459-4, 14.95). Ruim dertig korte en langere hoofdstukjes waarin uiteraard ook partijen voorkomen die zeer de moeite waard zijn. De laatste vier hoofdstukken gaan over schaken en wiskunde en zelfs als 100 procent alfa kon ik er van genieten, zeker van dat over de corresponderende velden, een onderwerp waar menig clubschaker nooit aan toe komt. De auteur is een voortreffelijk schrijver, zijn verhaal over de legendarische match Fischer-Spassky leest alsof het een thriller van Mankell is. Schitterend is ook het hoofdstuk ‘De moeder en grootmoeder aller zetten’, waarin een positioneel dameoffer wordt besproken (Dg5) uit een probleem van de Russische componist Mitrofanow. Een zet van ongekende schoonheid. Kortom, het is goed dat er uitgeverijen bestaan zoals C-H- Beck waar dit soort boeken kunnen verschijnen. Met vele foto‘s en diagrammen en zelfs nog een uitgebreide literatuurlijst. Aanbevolen voor iedere schaakliefhebber van ieder niveau!

Probleem 2569,2-zet, Hian Bwee:

Probleem 2567:1.Db1!

Bosboom is redding voor de jury

Hans Ree en Herman Grooten zijn strenge mannen. Samen zitten ze in de jury voor de schoonheidsprijs, die na iedere ronde van de KNSB-competitie wordt uitgereikt. Een leuke partij spelen is niet genoeg om de prijs te winnen, de overwinning moet bijna perfect zijn. Kijk bijvoorbeeld naar wat ze na de zesde ronde, twee weken geleden, oordeelden.

Lars Ootes won hardhandig van Geert van der Stricht. Ree had van de partij genoten, totdat Van der Stricht zich plotsklaps mat liet zetten. Toen vond Ree het niet meer een prijs waard. Roeland Pruijssers versloeg Michiel Besseling, dat liet ik met plezier vorige week op deze plek zien. De jury oordeelde echter dat Pruijssers dat had te danken aan onzorgvuldig spel van Besseling. Tja, een beetje moet je tegenstander natuurlijk wel in de fout gaan om van hem te winnen. Loek van Wely had van Adrian Roos gewonnen, maar pas nadat hij zich handig uit een bedenkelijke stelling had gered. Robert Ris versloeg Jeroen Bosch met een prachtig torenoffer, maar dat was een partij met vele fouten. Ree: “De mooie zetten waren niet goed en de goede zetten waren niet mooi.”

Ik stel me zo voor dat beide juryleden diep hebben gezucht, totdat een van beiden zei: maar Manuel Bosboom heeft toch gewonnen? Nou, dan zijn we eruit. Hoe Bosboom ook wint, wat zijn tegenstander ook fout doet, zijn overwinningen zijn altijd de schoonheidsprijs waard. Grooten: “Een omsingeling van het zwarte centrum, zoals Michael Basman tot in het absurde wist toe te passen, en dan via de flank naar voren.” Ree: “Interessante strategie van wit en een goede, leerzame partij.” Vanaf de opening, waarin hij de theorie negeert, gaat Bosboom altijd zijn eigen weg volgens zijn geheel eigen opvattingen van strategie. Zijn prijs, een strategieboek van Arthur van de Oudeweetering, zal hij dan ook niet het belangrijkst hebben gevonden. Naar verluidt was Bosboom verguld met de waardering.

Bosboom-Quist

1.c4 c5 2.g3 g6 3.Lg2 Lg7 4.Pc3 Pc6 5.b3 e5 6.Lxc6 dxc6 7.Lb2 Pe7 8.Dc2 Wit wil lang rokeren en ruilde daarom op c6, om niet met Pb4 of Pd4 te worden lastiggevallen. 8…Le6 9.0-0-0 0-0 10.h4 h6 11.e3 Dd7 12.f4 Lg4 13.Tf1 f5 Ree vond f6 flexibeler, omdat zwart nu gedwongen wordt zijn loper van g4 te ruilen tegen het paard van g1. Zo haalt zwart geen voordeel uit zijn loperpaar. 14.Pa4 exf4 15.gxf4 Dd6 16.Pf3 Lxf3 Zwart wil het paard namelijk niet op e5 toelaten, na ruil van de andere lopers. 17.Txf3 Lxb2+ 18.Pxb2 Kh7 Misschien wel de beslissende fout. Zwart had de gang van het witte paard naar e5 hier met Tad8 moeten voorkomen. 19.Pd3 Pg8 20.Tg1 Tae8 21.Tfg3 Tf6 22.h5 Pe7 23.Pe5

23…g5 Na 23…Tg8 24.hxg6+ Pxg6 25.Dd1 gevolgd door Dh5 staat wit geweldig en waarschijnlijk gewonnen, al zijn gedwongen varianten niet aan te wijzen. 24.fxg5 hxg5 25.Pf3 Kh8 Want 25…g4 wordt er gewoon door de toren afgeslagen. 26.Txg5 Tg8 27.Dc3 Kh7 28.Txg8 Pxg8 29.Pg5+ Kh6

30.Pf7+ Als je zo goed staat als wit, zit er altijd wel een genadeslag in. 30…Txf7 31.Dh8+ Th7 32.Dxg8 Zwart geeft het op. Hij heeft geen verdediging tegen de dubbele dreiging Dg5 en Tg6.

Voor beginners A6950

Wit aan zet, moet wat doen?

Voor gevorderden B6950

Wit aan zet, hoe moet hij verder?

Schaakproblemen heb je in soorten en maten. Inmiddels zijn we in deze rubriek gewend aan de twee- en driezetten. De bespreking van deze problemen accentueert de rijke inhoud ervan en geeft uitleg aan verschillende thema’s. Regelmatig komt ook de eindspelstudie aan de beurt. In die afdeling is er veel schitterends gemaakt. Tussen de twee- en driezetters enerzijds en de eindspelstudies anderzijds, zit de meerzet. Daarmee wordt een probleem bedoeld waarbij de zwarte koning in vier of meer zetten mat gezet moet worden. Het is gebruikelijk dat het aantal zetten naar mat aangegeven wordt. Deze keer twee prachtige meerzetten laten zien, eerst een zeszet en daarna een negenzet.

In de zeszet lukt het plan 1. Lc4+, Kxe4 2. d3+ nog niet, omdat de zwarte vorst weg kan komen via f5. Oplossing is 1. Tc4!, dreigt direct 2. Tc5 mat, dus moet zwart 1. …Ta5 spelen. Wit vervolgt met 2. Tc6, dreigt 3. Td6 mat, dus 2. …Le5 3. Te6 Lc7 4. Te4 Pf5 Nu moet inderdaad zwart besluiten om vluchtveld f5 te blokkeren en dus kan wit grijpen naar zijn eerste plan: 5. Lc4+ Kxe4 6. d3 mat. De witte toren maakt een schitterend rondje. Waarom kan het rondje niet andersom? 1. Te6? wordt weerlegt door 1. …Pf5! 2. Tc6 Tc2!

In de negenzet is een plan te zien van 1. Dd3, 2. Dd4+ Kb5 3. Db4 mat, als de loper van f2 niet d4 meer dekt. De sleutelzet is 1. Pd8!, dreigt 2. Pe6 mat, dus 1. …Kd4 2. Pe6+ Ke5. Wit zet voort met 3. Df3!, waarmee hij het volgende dreigt: 4. Df4+, 5. Pxc7+ en 6. Db4+ of 4. g4, 5. Df4+, 6. Dd4 mat. Daarom speelt zwart 3. …Lb6! Wit en zwart spelen weer terug: 4. Pd8 Kd4 5. Pc6+ Kc4 6. Db3+ Kc5. En nu de loper van f2 dus achter de vorst staat en veld d4 niet meer dekt, kan wel 7. Dd3!. Het oorspronkelijke plan 8. Dd4+ Kb5 9. Db4 mat is dan de dreiging. Zwart kan nog tegengas geven met 7. …a5, maar dan wordt hij ook mat gezet: 8. a4 Pc3 en 9. Dd4 mat.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.