Giri in de media (4): toch waardering voor remisekoning
Origineel waren de koppenmakers niet toen ze de krant van dinsdag samenstelden. Maar ze gaven wel duidelijk aan waar het om ging. Twee nieuwsfeiten vochten met elkaar om voorrang: Sergej Karjakin is de uitdager van Magnus Carlsen en Anish Giri heeft het WK-kandidatentoernooi in Moskou afgesloten met zijn veertiende remise.
De Volkskrant en NRC Handelsblad gaven hun schaakmedewerkers na de slotronde extra ruimte, dat is logisch. Gert Ligterink en Hans Ree schreven een uitgebreide beschouwing over die spannende laatste ronde, over Karjakin en over Giri. De Telegraaf pakte groter uit. Naast een verslag over de slot van het toernooi schreef Hans Böhm een uitgebreid interview met Jan Timman, die uitlegde hoe hij op dit moment tegen Giri aankeek. Een deel van zijn mening kenden we al uit het gesprek van Böhm met Timman op de website van de Telegraaf, maar Timman had nog veel meer te vertellen. Böhm kreeg anderhalve pagina in de Telegraaf!
Slotronde
Het toernooi kreeg een droomfinale met de partij tussen Karjakin en Caruana, de enige twee die het toernooi nog konden winnen. De winnaar zou uitdager worden, maar bij remise waren ze afhankelijk van Anand. Ree noemde dat bizar: “Het kwam erop neer dat Karjakin bij remise toernooiwinnaar zou zijn, behalve als Anand, die zelf geen kans meer had, zijn partij in de laatste ronde tegen Peter Svidler zou winnen. In dat geval zou het omgekeerd zijn, dan was Caruana toernooiwinnaar als zijn eigen partij remise werd. Toen dit zondagavond door een journalist aan Caruana werd uitgelegd, leek die stomverbaasd.”
Ligterink: “Noodgedwongen moest Caruana risico’s nemen. Hij koos een riskante openingsvariant die slecht had kunnen aflopen als Karjakin bij de 18e zet slagvaardiger was geweest. Na die gemiste kans ontstond de door Caruana gewenste ongebalanceerde stelling, die beide partijen mogelijkheden bood. De spanning steeg rond de 30e zet toen Karjakin met een pionoffer de strijd verscherpte. Niettemin bleven de kansen ongeveer in evenwicht totdat Caruana bij de 36e zet een fatale fout maakte. Karjakin profiteerde dankbaar met een fraai torenoffer dat in alle varianten winnend was.”
Karjakin
De nieuwe uitdager was niet de favoriet in het toernooi, al noemde Carlsen hem wel als een van de drie kanshebbers. Voor het grote publiek is hij ook nog geen superster. Ree beschreef een aardige anekdote. “Maandag werd hij eraan herinnerd dat hij toen hij twaalf was, had gezegd dat hij op zijn achttiende wereldkampioen wilde worden. Karjakin glimlachte en zei: ‘Nee nee, op mijn zestiende, zei ik.’ Misschien omdat hij een zware stotteraar is, zegt hij voor de camera’s meestal weinig, en daardoor lijkt hij bescheiden, maar hij wordt geroemd om een ijzeren wilskracht en stalen zenuwen.”
Net als Ree geeft ook Ligterink aan dat Karjakin en Carlsen even oud zijn. Aanvankelijk werd Karjakin als het grootste talent van de twee gezien. Zijn carrière stagneerde echter enigszins rond 2010, volgens Ligterink na een mislukt huwelijk en een ingrijpende staatsburgerschapswisseling van Oekraïner tot Rus.
Ree houdt er ernstig rekening mee dat de WK-tweekamp niet in New York zal worden gehouden, wat wel is aangekondigd. “Over een sponsor en over de locatie is nog niets bekendgemaakt. Bovendien staat FIDE-president Kirsan Iljoemzjinov op een Amerikaanse zwarte lijst, waardoor Amerikanen geen zaken met hem mogen doen. Een Rus tegen een Noor. Het zo best weer eens Moskou kunnen worden.”
Hans Böhm, die hier commentaar geeft in Wijk aan Zee, kreeg van de Telegraaf anderhalve pagina om terug te kijken op het kandidatentoernooi. Foto van zijn website.
Anish Giri
De reacties op de veertien remises van Giri zijn mild. Timman stelt in de Telegraaf zelfs dat hij onder de indruk is. Giri bleef als enige ongeslagen en was ook geen enkele keer in gevaar in de opening. “Dat zegt iets over de voorbereiding. Die was uitstekend, niemand kon hem onder druk zetten. Dat is met zwart echt een prestatie, met wit zette hij soms de partij wat slapjes op. Dat kun je in een tweekamp doen maar in een toernooi zou ik dat niet adviseren. In het middenspel laveert hij goed, vooral strategisch houdt hij de spanning vast over het hele bord. Tactisch liet hij soms wat lopen. Ook zijn eindspel is uitstekend, maar hij miste in de cruciale fase, na zo’n vier uur spelen, soms stootkracht.”
Timman meent dat alle spelers last hadden van zenuwen en dat ze een voorbeeld kunnen nemen aan Carlsen, die daar het minst last van heeft. Net als velen vindt Timman wel dat Giri te weinig risico’s neemt, wat Timman vroeger zelf wel deed. “Ik vind wel dat Anish interessant speelt, maar dat komt omdat ik het ook interessant vind om te zien hoe iemand geen risico’s neemt.” Een bijna Cruijffiaanse uitspraak. Opmerkelijk genoeg bekritiseert Timman de keus voor de veelgeroemde secondant Vladimir Tukmakov. “Tukmakov ademt discipline. Een jongere grootmeester die opgegroeid is met de computer adviseert agressievere spelsystemen.”
Er is geen man overboord nu Giri geen uitdager is geworden, vindt Timman. Hij geeft de jongste deelnemer in Moskou nog zo’n tien jaar om de laatste stapjes te zetten.
Jan Timman in gesprek met zijn vriend Yochanan Afek. (Foto: Zhaoqin Peng)
Ook Ligterink meent dat Giri diverse winstkansen kreeg en nooit in ernstig gevaar kwam. “Als hij erin slaagt de komende jaren zijn stijl iets te verscherpen, zal hij de volgende keer een kanshebber zijn.”
Hij citeert Giri, die met de hem kenmerkende zelfspot over zijn remises zegt: “Ik vermoed dat niemand erin zal slagen deze prestatie te herhalen. Behalve ik zelf natuurlijk, mocht ik me nog eens kwalificeren.”
Ree citeert Giri als volgt: “Ik geloof niet dat er iets systematisch mis met me is. Het is meer een wetenschappelijk wonder, al die remises.”
Ree noemt het een contrast met Karjakin, die wel degelijk vier of vijf keer in ernstig gevaar kwam, maar alleen van Anand verloor en vier partijen won. Ree: “De eigenschap die Napoleon de belangrijkste vond voor een generaal, dat hij geluk had, is bij uitstek een eigenschap van Karjakin, die gewend is om in netelige situaties punten uit het vuur te slepen.”