En op het eind wint Magnus
Magnus Carlsen heeft Norway Chess gewonnen. Hij won in de laatste ronde tegen Pavel Eljanov, terwijl concurrent Aronian tegen Harikrishna op remise bleef steken. Anish Giri zal niet tevreden met zijn toernooi zijn: hij eindigde op 4 uit 9.
Het zag er na zeven ronden niet naar uit dat de strijd om de eerste plek nog spannend zou worden: Carlsen stond een punt los. Maar ook de wereldkampioen heeft wel eens een slechte dag en zo kon dit gebeuren:
Aronian,Levon (2784) – Carlsen,Magnus (2851)
1.c4 Pf6 2.g3 c6 3.Lg2 d5
Hoopt op een symmetrische Grunfeld (als wit d4 speelt), maar Aronian besluit er Engels van te maken.
4.Pf3 g6 5.b3 Lg7 6.Lb2 0-0 7.0-0 dxc4
Zwart heeft veel zetten hier. De tekstzet is strategisch een lichte concessie (centrumpion ruilen voor flankpion) maar is wel door diverse grootmeesters gespeeld.
8.bxc4 c5 9.d3 Pc6 10.Pe5
Bekend uit twee partijen van Giri! Negi reageerde met 10…Pd4, Jan-Willem de Jong (die als alles goed gaat volgende maand vader wordt) pakte op e5. [more]
10…Pa5
Niet een heel goed veld voor het paard, maar het dekt wel b7.
11.Dc1
Dekt de loper zodat 11…Pd7 minder vervelend is. Toch had zwart dat moeten spelen.
11…Dc7 12.Pd2 Pe8
12…Pd7 13.Pg4! Lxb2 14.Dxb2 h5 15.Pe3 en hier had zwart liever zijn dame op d8 gehad.
13.f4 Pd6 14.Lc3
Ik had al gezegd dat het paard op a5 niet zo goed staat. Het heeft maar 1 vluchtveld, maar 14…Pc6 15.Pxc6 bxc6 is niet aantrekkelijk voor zwart. De partij is ook niet fijn voor hem.
14…Tb8 15.Da3 b6 16.Lxa5 bxa5 17.Pb3
Wint een pion. Zwart moet nu op een of andere manier proberen compensatie te vinden.
17…Pb7 18.Lxb7
18.Pc6 Lxa1 19.Txa1 Ta8 20.Pcxa5 is erg goed voor wit, maar 18…Lh3! is minder duidelijk.
18…Dxb7 19.Pxc5
Vaak is het loperpaar wel voldoende compensatie voor een pion achterstand, b.v. in bepaalde eindspelen die uit de Spaanse Marshallvariant ontstaan. Hier misschien ook wel, maar zwart staat anderhalf pion achter en dus staat wit goed.
19…Dc7 20.d4 Td8 21.Tfd1 f6 22.Pf3 e5
Natuurlijk probeert zwart de stelling te openen met zijn twee lopers.
23.fxe5 fxe5 24.Pxe5 Lxe5
Maar 24…Txd4 25.Txd4 Lxe5 26.De3 Lf5 was practisch gezien beter. Calsen schatte het pessimistisch in als “goede kansen om de tijdcontrole te halen” en wit staat ook wel goed tot gewonnen, maar het kan ook zomaar misgaan.
25.dxe5 Txd1+ 26.Txd1 Dxe5
En dit verliest gewoon snel.
27.Td8+ Kf7 28.Df3+ Lf5
28…Df5 verliest nog geen stuk, maar na 29.Dxf5+ gxf5 30.Kf2 komt zwart niet uit de penning, en zelfs al lukt dat staat hij nog minstens een pion achter.
29.Txb8 Dxb8 30.g4
Zwart verliest een stuk en kan opgeven. Dat doet hij dan ook.
30…Db4 31.Pd3 1-0
Zo kwam Aronian gelijk met Carlsen, maar de indeling voor de laatste ronde was wel gunstiger voor de Noor: hij had wit, Aronian zwart. De Armeniër speelde vrij snel remise tegen Harikrishna, en dus ging het erom of Carlsen met wit een punt zou scoren. Het was lange tijd onduidelijk of dat zou lukken, maar opeens ging het hard.
Carlsen,Magnus – Eljanov,Pavel
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pf3 Pf6 4.g3 Lb4+ 5.Ld2 Le7 6.Lg2 0-0 7.0-0 c6 8.Dc2 Pbd7 9.a4 a5 10.Tc1 Pe4 11.Le1 f5 12.Pbd2 Ld6 13.e3 Ta7 14.Dd1 b6 15.cxd5 cxd5 16.Pb1 La6 17.Pa3 Da8 18.Pb5 Lxb5 19.axb5 Tc8 20.Lf1 Txc1 21.Txc1 Tc7 22.Txc7 Lxc7 23.Da4 Db8 24.b4 axb4 25.Lxb4 h6
Wit heeft het loperpaar, iets meer ruimte, betere pionnenstructuur, kortom, plusje. Maar zwart staat stevig.
26.Dc2 Ld6 27.Dc6
Tactisch gerechtvaardigd: als zwart de loper pakt, pakt wit eerst pion e6 met schaak en dan het paard. Maar zwart heeft een tegentruc.
27…Pdf6?!
27…Da7! was een goede, en na 28.Lxd6 Da2! dreigt mat in een paar 29.Lg2 Db1+! 30.Lf1 Da2 is het opeens remise! Wit kan op zet 28 terug met zijn loper als hij door wil spelen, maar dan is hij zijn voordeel kwijt.
28.Lxd6 Dxd6?!
En hier was 28…Pxd6 hardnekkiger.
29.Dc8+ Kh7 30.Pe5
Dreigt 31.Pf7 gevolgd door 32.Dh8+ en 33. Pe5+ terug.
30…De7 31.Dc6 Pg4?
Na 31…Dd6 had wit nog iets te bewijzen.
32.Pxg4 fxg4 33.Ld3
Nu gaan er pionnen af bij zwart.
33…g6 34.Lxe4 dxe4 35.Dxb6 1-0
De b-pion loopt door. Zwart kan proberen met Dd1-Df3 eeuwig schaak te maken, maar dat verdedigt wit makkelijk, b.v. 35…Db4 36.Dc7+ Kg8 37.b6 Db1+ 38.Kg2 Dd1 39.Df4 Db1 40.Db8+ Kh7 41.b7
Foto: Altibox Norway Chess/Joachim Steinbru
Dan de Nederlands kampioen. Het toernooi was zo goed begonnen voor hem, tweede plek bij het snelschaken, o.a. door een overwinning op Carlsen, dan de eerste ronde gelijk een overwinning. Helaas bleef het daarbij qua volle punten. De laatste ronde leverde ook niet meer op dan een plusremise.
Li Chao – Giri,Anish
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.Lf4 Lg7 5.e3 0-0 6.cxd5 Pxd5 7.Pxd5 Dxd5 8.Lxc7 Pa6 9.Lxa6 Dxg2 10.Df3 Dxf3 11.Pxf3 bxa6
Een bekende theoretische variant, in 1949 al door Najdorf gespeeld. Zwart heeft het loperpaar, maar ook een dubbelpion en zijn zwartveldige loper is geen held.
12.Tc1 f6 13.Tg1 Tf7 14.b3
Nieuw. Normaal is hier 14.Ke2 waarna zwart Ld7 speelt en eventueel een schaak op b5 heeft. Nu speelt wit op Ld7 15.La5 gevolgd door 16.Tc7.
14…Lb7 15.Ke2 Lf8
De loper gaat op g7 voorlopig niets doen; daarom speelt zwart ‘m naar een andere diagonaal. Later had de loper toch handiger gestaan op g7, maar ja, dan had wit misschien geen Pd2 en h4-h5 gedaan.
16.La5 e6 17.Pd2 Te8 18.h4 e5 19.h5 exd4
Het openen van de stelling is op zich gunstig voor het zwarte loperpaar, anderzijds staat de zwarte koning een een beetje kwetsbaar.
20.hxg6 hxg6 21.Txg6+ Kh7 22.Tg3
Maar gelukkig dekt de loper op b7 veld h1!
22…Lh6 23.Pc4 Te6 24.Td1 dxe3 25.Td6
Terugslaan en dan met de toren naar h3 geeft wit een licht iniatief door de penning van de zwarte loper.
25…Te4 26.fxe3 Th4
Geen gepende zwarte lopers voorlopig! Nu komt er een lange fase waarin er niets geruild wordt.
27.Td8 Lf8 28.Pd2 Lc6 29.Kd3 Th5 30.Lc3 Le7 31.Tc8 Lb5+ 32.Kc2 Lf8 33.a4 Ld7 34.Td8 Lf5+ 35.Kb2 Th2 36.Tf3 Le7 37.Td4 Lg6 38.Tdf4 Lc5 39.b4 Tb7 40.Ka3 Le7
Maar nu moet wit een beetje opletten.
41.Pb3
41.Pe4 Lxe4 42.Txe4 a5 43.Lxf6 Lxb4+ 44.Kb3 Le7+ 45.Kc3 Lxf6+ 46.Txf6 Ta2 en dit gaat remise worden.
41…Tc7
Nu zit er opeens een matbeeld in de stelling: Tcc2 benevens Ta2.
42.Lxf6 Tcc2 43.Th4+ Txh4 44.Lxh4 Lxh4 45.Th3 Lf7 46.Txh4+ Kg7
En zo heeft wit een pion gewonnen, maar wat nu te doen tegen Tc3?
47.Th1 Tc3 48.Tb1
Dit, maar het is bijna een eeuwige penning! Gelukkig voor wit is bijna niet helemaal.
48…Txe3 49.a5 Lc4
50.b5!
50.Ka4 Kf6 51.Pd4 Td3 52.Pb3 Ke5 en nu is het wel een eeuwige penning (53.Pc5? Lb5 mat).
50…axb5 51.a6!
Ook een belangrijke zet, anders krijgt zwart een pionneneindspel met een gedekte vrijpion op b5.
51…Kf6 52.Kb4
Zwart heeft nog wat kleine kansjes, maar echt moeilijk remise te houden is het niet voor wit, en dat lukt hem dan ook. 52…Ld3 53.Tc1 Te4+ 54.Kc3 Le2 55.Kb2 Tb4 56.Tc6+ Ke5 57.Kc3 Th4 58.Tc7 b4+ 59.Kb2 Lxa6 60.Pa5 Kd5 61.Txa7 Lb5 62.Tg7 La4 63.Tg2 Th3 64.Tg5+ Ke6 65.Tg6+ Kf5 66.Tb6 Th2+ 67.Ka1 Th4 68.Pc6 b3 69.Pa5 Th1+ 70.Kb2 Th2+ 71.Kb1 Th1+ 72.Kb2 Th2+ 73.Kb1 ½-½