Parijs: acht tactiekopgaven
Uit het door Nakamura gewonnen toernooi in Parijs (ook bij het snelschaken was hij de sterkste) acht stellingen waarin u gevraagd wordt de beste voortzetting te vinden. Doe uw best!
1) So-Kramnik. Zwart was al de hele tijd bezig op typische Kramnikwijze te proberen van niets iets te maken. Maar was 45…f5 wel de meest handige manier hiervoor?
2) In de laatste ronde speelden Carlsen en Nakamura een partij die nog ging om wie nummer één op de ratinglijst bij het snelschaken zou worden. Carlsen won, mede omdat Nakamura hier 32…Pe4 deed. Hoe werd dit afgestraft?
3) Caruana – Carlsen. Het witte paard wil graag naar f5, positioneel gezien was 13.Pe2 daarom verantwoord. Toch was er een probleem. Wat?
4) Kramnik in betere doen, met zwart tegen Fressinet. Hoe sloeg hij hier toe?
5) So-Carlsen. Met 28.Dd7 speelde wit de dame naar een nogal ongelukig veld. Hoezo?
6) Carlsen won deze stelling met zwart regelmatig van Fressinet, maar die had het beter kunnen spelen. Wat had de Fransman hier moeten doen? En kunt u ook raden wat hij in werkelijkheid deed?
7) Hoe had Kramnik hier voordeel kunnen krijgen tegen Carlsen?
8) Later in dezelfde partij probeerde zwart een matnet te weven: Lf4 en Th2 mat. Is daar nog een goede verdediging tegen?